Regeling vervallen per 01-01-2009

Verordening programmaraad

Geldend van 16-07-1998 t/m 31-12-2008

Intitulé

Verordening programmaraad

Nr. 10 De raad van de gemeente Hilvarenbeek:

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 juli 1998;

gelet op artikel 82k van de Mediawet en artikel 82 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

1.met ingang van heden in te stellen de ‘Programmaraad’, een vaste commissie ter uitvoering van het bepaalde in artikel 82k van de Mediawet;2.voor deze commissie vast te stellen de hiernavolgende

Verordening Programmaraad

Artikel 1 Doelstelling

De programmaraad heeft ten doel de beheerders van draadomroepinrichtingen binnen de gemeente te adviseren over alle omroepprogramma’s die de betrokken beheerders uitzenden naar de bij hen aangeslotenen op hun draadomroepinrichtingen, een en ander zoals bedoeld in artikel 82k, eerste en derde lid van de Mediawet.

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

  • 1 De programmaraad is daartoe belast met het gevraagd en bevoegd tot het ongevraagd uitbrengen van advies aan de betrokken beheerders van draadomroepinrichtingen.

  • 2 De programmaraad vervult zijn adviesfunctie met inachtneming van zijn doelstelling en het bepaalde in de Mediawet en deze verordening.

Artikel 3 Aantal leden en benoembaarheidseisen

  • 1 De programmaraad bestaat uit tien leden.

  • 2 De leden dienen:

    • a.

      in de gemeente Hilvarenbeek woonachtig te zijn;

    • b.

      een abonnement te hebben op een draadomroepinrichting in de gemeente of deel uit te maken van een huishouden dat een dergelijk abonnement heeft;

    • c.

      enige vorm van deskundigheid te bezitten op het terrein waarop de programmaraad adviseert.

  • 3 De leden worden door de gemeenteraad benoemd op voordracht van burgemeester en wethouders. De gemeenteraad zorgt ervoor dat de samenstelling van de programmaraad zodanig is dat deze een afspiegeling vormt van de belangrijkste in de gemeente voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen.

  • 4 Het lidmaatschap van de programmaraad is niet verenigbaar met het lidmaatschap van;

    • a.

      de gemeenteraad;

    • b.

      het bestuur van een beheerder van een draadomroepinrichting binnen de gemeente.

Artikel 4 Voorzitter en secretaris

De programmaraad wijst uit zijn midden een voorzitter en een secretaris aan.

Artikel 5 Benoemingsduur en zittingsperiode

  • 1 De benoeming van de leden geschiedt voor de duur van de zittingsperiode van de programmaraad, en gaat in op het moment waarop deze wordt aanvaard.

  • 2 De zittingsperiode van de programmaraad eindigt op 1 januari 2002, de daarna volgende zittingsperiodes bedragen telkens vier jaren.

  • 3 Aftredende leden zijn terstond herbenoembaar.

  • 4 Voor degene die ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats tot lid wordt benoemd, geschiedt deze benoeming voor de duur van het restant van de lopende zittingsperiode van de programmaraad.

  • 5 De voorzitter of secretaris die ophoudt lid te zijn van de programmaraad, houdt op het betreffende tijdstip tevens op voorzitter of secretaris van de programmaraad te zijn.

  • 6 Een lid kan te allen tijde ontslag vragen. Het lid, aan wie op diens verzoek gevraagd tussentijds ontslag wordt verleend, blijft deel uitmaken van de programmaraad totdat het opvolgende lid de benoeming heeft aanvaard.

  • 7 De gemeenteraad kan, de programmaraad gehoord, te allen tijde uit eigener beweging met onmiddellijke ingang aan een lid ongevraagd ontslag verlenen.

  • 8 Het lidmaatschap van de programmaraad eindigt:

    • a.

      door beëindiging van de zittingsperiode van de programmaraad;

    • b.

      door overlijden;

    • c.

      door tussentijds ontslag, als bedoeld in het zesde of het zevende lid van dit artikel;

    • d.

      door het aanvaarden van een onverenigbare functie, als genoemd in artikel 3, vierde lid;

    • e.

      door het niet langer meer voldoen aan de in artikel 3, tweede lid, genoemde benoembaarheidseisen.

  • 9 Wanneer een lid komt te verkeren in de omstandigheid, dat deze niet langer meer voldoet aan de benoembaarheidseisen, of een met het lidmaatschap onverenigbare functie heeft aanvaard, geeft dat lid daarvan onverwijld schriftelijk kennis aan de gemeenteraad en de programmaraad.

Artikel 6 Vergaderfrequentie

  • 1 De programmaraad vergadert als regel twee keer per jaar of zo dikwijls de voorzitter dit ter nakoming van het bepaalde in deze verordening nodig oordeelt, dan wel indien daarom door ten minste twee leden schriftelijk en met opgave van redenen aan de voorzitter is gevraagd.

  • 2 In geval het houden van een vergadering door het vereiste aantal leden is gevraagd, wordt deze binnen veertien dagen gehouden.

  • 3 De voorzitter bepaalt dag, plaats en uur van de vergadering.

  • 4 De voorzitter roept de leden schriftelijk op tot de vergadering onder vermelding van de te behandelen onderwerpen. De uitnodiging, agenda en de overige vergaderstukken worden als regel uiterlijk zeven dagen vóór de dag, waarop de vergadering zal worden gehouden, toegezonden.

  • 5 Devergaderingen van de programmaraad zijn als regel openbaar. De programmaraad kan besluiten dat omtrent een of meerdere onderwerpen in beslotenheid zal worden beraadslaagd en/of besloten.

  • 6 De vergadering wordt niet gehouden als daarvoor niet tenminste de helft van het aantal zittinghebbende leden, is opgekomen.

  • 7 De voorzitter bepaalt de orde tijdens de vergaderingen van de programmaraad.

Artikel 7 Besluitvorming

  • 1 Voor het uitbrengen van een advies door de programmaraad is de instemming hiermee vereist van tenminste de meerderheid van de ter vergadering aanwezige leden.

  • 2 Een ter vergadering aanwezig lid kan vorderen, dat in het verslag wordt aangetekend dat niet met het advies kan worden ingestemd.

  • 3 Indien omtrent enig voorstel door geen ter vergadering aanwezige leden stemming wordt verlangd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 4 Indien de stemmen staken, wordt het nemen van een besluit uitgesteld tot de eerstvolgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien in die eerstvolgende vergadering de stemmen opnieuw staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Artikel 8 Verslaglegging

  • 1 Van elke vergadering wordt door de secretaris een samenvattend verslag opgemaakt.

  • 2 In het verslag wordt in ieder geval melding gemaakt van de genomen besluiten en van de wijze, waarop de besluitvorming tot stand is gekomen, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.

  • 3 Het verslag wordt zo mogelijk in de eerstvolgende vergadering van de programmaraad vastgesteld.

  • 4 Een exemplaar van het vastgestelde verslag wordt toegezonden aan de leden van de programmaraad en aan burgemeester en wethouders.

Artikel 9 Advisering

  • 1 De beheerders van de draadomroepinrichtingen binnen de gemeente vragen aan de programmaraad advies over daarvoor, gelet op het bepaalde in artikel 2, eerste lid, in aanmerking komende onderwerpen, alvorens terzake besluiten te nemen.

  • 2 De programmaraad adviseert als regel uiterlijk binnen twee maanden nadat daarom is gevraagd.

  • 3 Indien het niet mogelijk is om binnen de in het tweede lid genoemde termijn een advies uit te brengen, dan wordt dit voor de afloop van die termijn schriftelijk aan de betrokken beheerder en aan burgemeester en wethouders meegedeeld met opgave van de redenen voor deze vertraging. De mededeling dient voorts de termijn te vermelden, waarbinnen het gevraagde advies kan worden verwacht.

  • 4 Alle adviezen van de programmaraad worden schriftelijk en ondertekend door de voorzitter en de secretaris, aan de betrokken beheerder(s) en aan burgemeester en wethouders meegedeeld.

  • 5 Een beheerder kan met redenen omkleed aan de programmaraad verzoeken om een uitgebracht advies in heroverweging te nemen en aan de hand daarvan een nader advies uit te brengen.

  • 6 Indien een beheerder voornemens is om af te wijken van een advies van de programmaraad, brengt hij dit met redenen omkleed ter kennis van de programmaraad.

Artikel 10 Evaluatie

  • 1 De programmaraad toetst voor de eerste keer in het jaar 2000 en vervolgens in het laatste jaar van elke zittingsperiode, de resultaten van zijn functioneren gedurende de daaraan voorafgegane periode aan zijn doelstelling.

  • 2 De programmaraad rapporteert de resultaten van de in het eerste lid bedoelde evaluaties schriftelijk aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders brengen deze resultaten ter kennis van de gemeenteraad.

Artikel 11 Informatie en faciliteiten

  • 1 Door of vanwege burgemeester en wethouders wordt zorggedragen dat van gemeentewege aan de programmaraad de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de programmaraad.

  • 2 Bugemeester en wethouders dragen zorg voor het van gemeentewege en voor rekening van de gemeente aan de programmaraad ter beschikking stellen van vergaderruimte, apparatuur en andere gemeentelijke faciliteiten, niet zijnde personele ondersteuning, een en ander in het belang van het naar behoren kunnen functioneren van de programmaraad.

Artikel 12 Slotbepaling

  • 1 In alle gevallen waarin het bepaalde in deze verordening niet voorziet met betrekking tot de werkwijze van de programmaraad, beslist de programmaraad.

  • 2 In alle overige gevallen waarin het bepaalde in deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de programmaraad.

  • 3 Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Programmaraad’.

  • 4 Deze verordening treedt met onmiddellijke ingang in werking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 16 juli 1998.
De raad voornoemd; de secretaris, de voorzitter,