Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening toeristenbelasting 2011

Geldend van 05-11-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening toeristenbelasting 2011

De raad van de gemeente Hilvarenbeek;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2011

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:a. groepsaccommodatie: verblijven, bestemd voor en gebezigd als verblijf van groepen van tien of meer personen waarbij het gemeenschappelijk gebruik van sanitaire voorzieningen, keuken,verblijfsruimten en slaapzalen centraal staat.b. mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden.c. vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of (sta)caravan.d. overige accommodatie: niet zijnde een accommodatie als omschreven bij a,b of c. 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1 Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2 De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3 Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf: 1. van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.3. van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;4. op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd. 

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 6 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting op/in:a. groepsaccommodatie € 1,00.b. een vaste standplaats € 1,25.c. overige accommodaties € 1,35. 

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens

Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeente-ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 13 Nachtverblijfregister

  • 1 De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar een vanwege de gemeente kosteloos ter beschikking gesteld nachtregister bij te houden.  

  • 2 Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten is verschaft gegevens tenminste betreffende de: a. naam, leeftijd en woonplaats; b. data van aankomst en vertrek; c. het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting is verschuldigd 

  • 3 De gemeente-ambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet, is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zonodig onder door hem te stellen voorwaarden.  

Artikel 14 Overgangsbepaling

De “Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010” vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Hilvarenbeek in haar vergadering van 10 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in openbare raadsvergadering van 14 oktober 2010.
De griffier,                                         De voorzitter,drs. G.J. de Ruiter                          de heer drs. R.F.I. Palmen