Regeling vervallen per 30-11-2012

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2012

Geldend van 18-11-2011 t/m 29-11-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2012

De raad van de gemeente Hilversum,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 september 2011;

gelet op artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

BESLUIT:

vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening, wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting bedraagt per belastingjaar per perceel:

    bij gebruik daarvan door één persoon € 175,20

    bij gebruik daarvan door twee personen € 233,16

    bij gebruik daarvan door meer dan twee personen € 290,52

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid is het tarief indien het heffingstijdvak afwijkt van het kalenderjaar, gelijk aan de som van de evenredige delen van de voor de desbetreffende kalenderjaren geldende tarieven.

  • 3. Het aantal personen, dat gebruik maakt van een perceel, wordt beoordeeld naar de situatie op het tijdstip van ontstaan van de belastingplicht.

  • 4. Indien in de loop van het belastingjaar enige wijziging optreedt in de samenstelling van het in het vorige lid bedoelde aantal personen, wordt bij de berekening van de belasting hiermede geen rekening gehouden op de wijze als bedoeld in artikel 7.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 8 Termijn van betaling

  • 1. De aanslagen die worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, moeten worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aan-slagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,-, doch minder is dan € 5.000,-, en zolang de verschuldigde be-dragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de be-lastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aan-slagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. Machtigingen voor een automatische incasso moeten uiterlijk drie weken na dagtekening van de aanslag door de gemeente ontvangen zijn. Machtigingen na die datum zullen het jaar erop in werking treden.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening afvalstoffenheffing 2011", vastgesteld bij besluit van 10 november 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2012".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 9 november 2011
De griffier,
K.E. Driehuijs
De voorzitter,
P.I. Broertjes