Verordening Overleg Lokaal Educatief Beraad Hilversum 2012

Geldend van 30-12-2011 t/m heden

Intitulé

Verordening Overleg Lokaal Educatief Beraad Hilversum 2012

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Hilversum;

gelezen het voorstel van het college van 4 oktober 2011;

gelet op artikel 102, vijfde lid en artikel 167a, eerste lid van de Wet op het primair onderwijs, artikel 100, vijfde lid van de Wet op de expertisecentra en artikel 72 lid 2 onder aa, artikel 76m vijfde lid en artikel 118a eerste lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

overwegende dat het bij wet is voorgeschreven:

  • -

    op overeenstemming gericht overleg te voeren met de door het bevoegd gezag aangewezen vertegenwoordigers voorafgaande aan het vaststellen of wijzigen van de Verordening Voorzieningen huisvesting onderwijs Hilversum 2012

  • -

    op overeenstemming gericht overleg te voeren met de door het bevoegd gezag aangewezen vertegenwoordigers van het voortgezet onderwijs voorafgaande aan het vaststellen of wijzigen van het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen Voortgezet onderwijs;

  • -

    dat het bij wet is voorgeschreven overleg te voeren met de door het bevoegd gezag aangewezen vertegenwoordigers over het lokaal onderwijs- en jeugdbeleid;

  • -

    dat het wenselijk is met het bevoegd gezag aangewezen vertegenwoordigers overleg te voeren over het gemeentelijk autonome beleid over het lokaal onderwijs- en jeugdbeleid;

  • -

    dat het Lokaal Educatief Beraad het overlegorgaan is tussen het college en door het bevoegd gezag aangewezen vertegenwoordigers;

gezien het gevoerde overleg met de vertegenwoordigers van het bevoegd gezag van de scholen in de gemeente;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

Overleg Lokaal Educatief Beraad Hilversum 2012

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bevoegd gezag: :

    bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde openbare of bijzondere school, die geheel of gedeeltelijk gehuisvest is in een gebouw dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente;

  • b.

    Lokaal Educatief Beraad (LEB):

    het overlegorgaan tussen het college en het bevoegd gezag of door het bevoegd gezag aangewezen vertegenwoordigers over het lokaal onderwijsbeleid, waarbij onderscheid wordt gemaakt in:

    • 1˚.

      overleg dat betrekking heeft op de voorzieningen huisvesting onderwijs als bedoeld in artikel 102, vijfde lid van de Wet op het primair onderwijs, artikel 100, vijfde lid van de Wet op de expertisecentra en artikel 76m, vijfde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;

    • 2˚.

      overleg over het vaststellen of wijzigen van het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen Voortgezet Onderwijs als bedoeld in artikel 72 lid 2 onder aa van de Wet op het Voortgezet Onderwijs;

    • 3˚.

      overleg over het gemeentelijk onderwijs- en jeugdbeleid, waarbij onderscheid wordt gemaakt in wettelijk voorgeschreven overleg en overleg dat niet wettelijk voorgeschreven is.

  • c.

    advies Onderwijsraad:

    een advies van de Onderwijsraad als bedoeld in artikel 102, zesde lid van de Wet op het primair onderwijs, artikel 100 zesde lid van de Wet op de expertisecentra en artikel 76m zesde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • d.

    het college:

    het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    de discussie:

    door de gemeenteraad ingestelde commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk 2 Het lokaal Educatief Beraad

Artikel 2 Functie Lokaal Educatief Beraad

  • 1.

    Het Lokaal Educatief Beraad is een overlegorgaan waarin het college met de vertegenwoordigers van het bevoegd gezag op overeenstemming gericht overleg voert over de voorbereiding en uitvoering van de lokale educatieve agenda.

  • 2.

    In het Lokaal Educatief Beraad komen aan de orde:

    • a.

      de onderwerpen waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is als bedoeld in artikel 102, vijfde lid van de Wet op het primair onderwijs, artikel 100, vijfde lid van de Wet op de expertisecentra en artikel 76m, vijfde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs

    • b.

      het vaststellen of wijzigen van het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen Voortgezet Onderwijs als bedoeld in artikel 72 lid 2 onder aa van de Wet op het voortgezet Onderwijs

    • c.

      overige onderwerpen van overleg aangaande het lokaal onderwijs- en jeugdbeleid.

  • 3.

    Op de onderwerpen, als genoemd in het tweede lid onder c, is artikel 8 van deze verordening niet van toepassing.

  • 4.

    Het overleg over het onderwerp genoemd in artikel 2 onder b vindt, in afwijking van het gestelde onder 1, plaats met de vertegenwoordigers van het bevoegd gezag van het voortgezet onderwijs.

Artikel 3 Samenstelling Lokaal Educatief Beraad

  • 1.

    Het bevoegd gezag kan zich laten vertegenwoordigen in het Lokaal Educatief Beraad. Het bevoegd gezag wijst daartoe maximaal twee vertegenwoordigers aan, die namens die het bevoegd gezag het overleg voeren.

  • 2.

    Het bevoegd gezag van meerdere schoolbesturen kan zich gezamenlijk laten vertegenwoordigen in het Lokaal Educatief Beraad. Ze wijzen daartoe twee vertegenwoordigers aan.

  • 3.

    De portefeuillehouder ´Onderwijs´ vertegenwoordigt het college in het Lokaal Educatief Beraad. De portefeuillehouder fungeert als voorzitter van het Lokaal Educatief Beraad.

Artikel 4 Derden

  • 1.

    Derden kunnen, als de voorzitter van het Lokaal Educatief Beraad dit wenst of de bevoegde gezagsorganen resp. zijn vertegenwoordigers, genoemd in artikel 3, dit wensen, deelnemen aan het Lokaal Educatief Beraad.

  • 2.

    Heeft het overleg betrekking op de onderwerpen genoemd onder 2, tweede lid onder c, dan kunnen aan het Lokaal Educatief Beraad deelnemen vertegenwoordigers van de betrokken externe organisaties.

Artikel 5 Uitnodiging Lokaal Educatief Beraad

  • 1.

    Het college zendt de voorgenomen inhoud van een voorstel met de daarbij behorende toelichting aan het Lokaal Educatief Beraad voordat het college:

    • a.

      de gemeenteraad een voorstel aanbiedt over een onderwerp waar de gemeenteraad het besluitvormende orgaan is en waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is;

    • b.

      een besluit neemt over een onderwerp dat betrekking heeft op het lokaal onderwijsbeleid

  • 2.

    Bij het voorstel wordt eveneens meegezonden de uitkomst van het Lokaal Educatief Beraad als bedoeld in artikel 7 van deze verordening.

  • 3.

    Gelijktijdig met het toezenden van de in leden 1 en 2 bedoelde stukken wordt de plaats, de datum en het tijdstip waarop het Lokaal Educatief Beraad zal plaatsvinden bekend gemaakt. Tussen de datum van het toezenden van het voorstel en de datum van het overleg ligt ten minste een week.

  • 5.

    Het bevoegd gezag van schoolbesturen die niet deelnemen aan het Lokaal Educatief Beraad kunnen voor de datum van dit Lokaal Educatief Beraad hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan het college. Het college stelt de deelnemers aan dit Lokaal Educatief Beraad hiervan in kennis.

Artikel 6 Secretariaat

Het college voert het secretariaat van het Lokaal Educatief Beraad.

Artikel 7 Voorbereiding

  • 1. Het Lokaal Educatief Beraad stelt voor het voorbereiden van het Lokaal Educatief Beraad een coördinatiegroep in, waarin deelnemen:

  • a. vertegenwoordigers van het bevoegd gezag en vertegenwoordigers namens het college en

  • b. vertegenwoordigers van andere organisaties voor zover het overleg niet alleen betrekking heeft op de in artikel 2, tweede lid onder a en b genoemde onderwerpen.

  • 2. Het voorbereidend overleg van de coördinatiegroep wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen die voor het eerstvolgende Lokaal Educatief Beraad worden geagendeerd. Daarbij wordt per onderwerp vermeld:

  • a. of al dan niet overeenstemming is bereikt en

  • b. of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a, b of c.

  • 3. Het Lokaal Educatief beraad kan werkgroepen instellen die een onderwerp voorbereiden om te bespreken in het Lokaal Educatief Beraad.

Artikel 8 Advies Onderwijsraad

  • 1. Als het bevoegd gezag van één of meer schoolbesturen of het college een advies van de Onderwijsraad wenst over een onderwerp waarop het ´op overeenstemming gericht overleg´ van toepassing is, wordt dit vastgesteld in het Lokaal Educatief Beraad waarin het onderwerp waarover het advies van de Onderwijsraad wordt verwacht. Gelijktijdig wordt aangegeven het verband tussen voorgenomen besluit over het onderwerp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.

  • 2. Alle vertegenwoordigers krijgen in het Lokaal Educatief Beraad de gelegenheid hun zienswijzen naar voren te brengen over het verzoek om advies bij de Onderwijsraad.

  • 3. Het college is belast met het indienen van een verzoek om advies bij de Onderwijsraad.

  • 4. Het verzoek om advies wordt uiterlijk twee weken na afloop van het Lokaal Educatief Beraad bij de Onderwijsraad ingediend. Bij het verzoek om advies informeert het college de Onderwijsraad over de in het tweede lid bedoelde zienswijzen.

  • 5. De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies door de Onderwijsraad wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de Onderwijsraad het college uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die de Onderwijsraad nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.

  • 6. Het college neemt gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluit over het onderwerp waarover advies aan de Onderwijsraad is gevraagd.

  • 7. Het college zendt binnen een week nadat het advies van de Onderwijsraad is ontvangen een afschrift van het uitgebrachte advies toe aan het bevoegd gezag van alle schoolbesturen.

  • 8. Als het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies van de Onderwijsraad betekent dat het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd inhoudelijk moet worden aangepast, wordt het bevoegd gezag van de schoolbesturen bij het toezenden van het afschrift van het advies van de Onderwijsraad uitgenodigd voor nader overleg. In alle andere gevallen beoordeelt het college of nader overleg over het advies van de Onderwijsraad wenselijk is. Het college geeft dit aan bij het toezenden van het afschrift van het advies van de Onderwijsraad.

  • 9. Het overleg als bedoeld in het vorige lid vindt binnen twee weken plaats nader het advies van de Onderwijsraad is ontvangen.

  • 10. Het college informeert de raad over dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 9.

Artikel 9 Verslaglegging; informeren raad

  • 1.

    Het college maakt een verslag van het Lokaal Educatief Beraad.

  • 2.

    Het verslag bevat een overzicht van de besproken onderwerpen, waarbij per onderwerp wordt aangegeven:

  • a.

    of het bepaalde in artikel 2, tweede lid, onder a, b of c van toepassing is;

  • b.

    of volledige, gedeeltelijke of geen overeenstemming is bereikt;

  • c.

    de in het overleg door de deelnemers naar voren gebrachte zienswijzen en – als dit van toepassing is – de zienswijzen als bedoeld in artikel 8, eerste lid;

  • d.

    de door de portefeuillehouder onderwijs in het Lokaal Educatief Beraad toegezegde wijzigingen in het oorspronkelijke voorstel.

  • 3.

    Het college zendt het conceptverslag binnen twee weken na afloop van het Lokaal Educatief Beraad ter commentaar toe aan het bevoegd gezag van de schoolbesturen. Nadat het conceptverslag is toegezonden, maakt het bevoegd gezag van de schoolbesturen die deel hebben genomen aan het Lokaal Educatief Beraad binnen twee weken na ontvangst van het conceptverslag schriftelijk hun opmerkingen daarover kenbaar.

  • 4.

    Het college verwerkt de door het bevoegd gezag van de schoolbesturen gegeven reacties in het conceptverslag en neemt een besluit over datgene dat in het betreffende Lokaal Educatief Beraad is besproken en rekening houdend met het door het bevoegd gezag van de schoolbesturen uitgebrachte advies.

  • 5.

    Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van het Lokaal Educatief Beraad vastgesteld.

  • 6.

    Het college brengt het verslag ter kennis van de raad. Voor zover het verslag betrekking heeft op het vaststellen of wijzigen van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Hilversum als bedoeld in artikel 102, eerste lid van de Wet op het primair onderwijs, artikel 100, eerste lid van de Wet op de Expertisecentra en artikel 76m, eerste lid van de Wet op het voortgezet onderwijs brengt het college het verslag gelijktijdig met het voorstel over het onderwerp ter kennis van de raad. Voor zover het college afwijkt van de tijdens het Lokaal Educatief Beraad naar voren gebrachte zienswijzen, wordt dit met redenen omkleed aangegeven in het voorstel aan de raad.

Artikel 10 Heropening overleg

  • 1.

    Als uit het oordeel van de Discussie over het voorgenomen collegevoorstel aan de raad blijkt dat de meerderheid van de Discussie of een deel van de Discussie dat volgens het college geacht wordt een meerderheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het overleg als bedoeld in artikel 5 plaatsvinden. Het college beslist daarover. Zij heropent het overleg in ieder geval als de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a en b.

  • 2.

    Als het college het Lokaal Educatief Beraad heropent, dan roept zij het Lokaal Educatief Beraad zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk voor het moment waarop de raad een definitief besluit neemt over het onderwerp. In dit Lokaal Educatief Beraad hebben de vertegenwoordigers de gelegenheid om hun zienswijzen te geven op het oordeel van de Discussie. Het college informeert de raad over het resultaat van dit Lokaal Educatief Beraad in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 9. De raad betrekt de in dit aanvullende verslag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het onderwerp.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 11 Beslissing van het college in gevallen waarin deze verordening niet voorziet

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college, gehoord de vertegenwoordigers van het bevoegd gezag in het overleg.

Artikel 12 Citeertitel, inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening overleg Lokaal Educatief Beraad 2012’.

  • 2.

    Deze verordening treedt, onder gelijktijdige intrekking van de verordening ‘Overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Hilversum’ vastgesteld door de gemeenteraad op 10 december 1997, in werking met ingang van de dag na de bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de
openbare raadsvergadering van 30 november 2011,
De griffier
K.E. Driehuijs
de voorzitter
P.I. Broertjes