Verordening materiële en financiële gelijkstelling Hilversum 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Intitulé

Verordening Materiële financiële gelijkstelling Hilversum 2012

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Hilversum,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011;

gelet op artikel 140 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 134 van de Wet op de expertisecentra en artikel 96g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

gelet op hoofdstuk 4 van de Algemene Wet Bestuursrecht;

gezien het gevoerde overleg met vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen van de scholen in de gemeente;

BESLUIT:

Vast te stellen de verordening “Materiële financiële gelijkstelling Hilversum 2012”

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum;

  • b.

    schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;

  • c.

    school: school voor basisonderwijs, school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of school voor voortgezet onderwijs;

    • -

      school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;- school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra en een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

    • -

      school voor voortgezet onderwijs: school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs.

  • d.

    nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 76a of artikel 76b van de Wet op de expertisecentra of artikel 75 van de Wet op het voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

  • e.

    voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlagen A tot en met J bij deze verordening;

  • f.

    aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;

  • g.

    indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlagen A tot en met J bij deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • h.

    toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlagen A tot en met J bij deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • i.

    tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlagen A tot en met J bij deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • i.

    subsidieplafond: een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de wet, dat beschikbaar is voor een voorziening, of een aanvullende voorziening;

  • k.

    feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • l.

    subsidieverlening: de beschikking van het college waarbij een voorwaardelijke financiële aanspraak ontstaat op het subsidiebedrag voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • m.

    subsidievaststelling: een beschikking zoals bedoeld in artikel 4:42 van de wet;

  • n.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1. De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2. De raad kan voor een voorziening het gestelde in het eerste lid overdragen aan het college. Het college neemt daarbij de gemeentebegroting in acht.

  • 3. Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3 Aanvullende voorziening

  • 1. Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2. Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Artikel 4 Jaarlijks overzicht

Jaarlijks voor 1 juli zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 januari tot en met 31 december van het voorafgaande jaar

Hoofdstuk 2 Procedures

Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.

Artikel 6 Indiening aanvraag

  • 1. Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.

  • 2. De aanvraag vermeldt:

    • a.

      naam en adres van het schoolbestuur;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de gewenste voorziening;

    • d.

      de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;

    • e.

      een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

  • 3. Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 7 Beslissingstermijn

  • 1. Het college besluit binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geeft het college de reden voor de verlenging aan.

  • 3. Het college stelt binnen twee weken na de datum van de beschikking op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het college weigert de voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van deze verordening;

  • b.

    niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;

  • c.

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 9 Indiening aanvraag

  • 1. Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college.

  • 2. Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van toepassing.

Artikel 10 Beslissingstermijn

  • 1. Het college besluit binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag of binnen vier weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens.

  • 2. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 11 Weigeringsgronden

Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;

  • b.

    niet is voldaan aan een van de toekenningscriteria.

Paragraaf 2.3 Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening, intrekking of wijziging; verbod vervreemding

Artikel 12 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling

  • 1. De beschikking van het college tot toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:

    • a.

      feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening;

    • b.

      een subsidieverlening;

    • c.

      een subsidievaststelling.

  • 2. De beschikking bevat:

    • a.

      het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

    • b.

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

  • 3. De beschikking tot subsidieverlening of subsidievaststelling bevat voorts:

    • a.

      het bedrag van de subsidie of indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag niet vermeldt, het bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld;

    • b.

      het bedrag van het voorschot of de wijze van vaststelling daarvan indien de beschikking tot subsidieverlening bepaalt dat het college een voorschot verleent;

    • c.

      voor zover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het college.

    • d.

      de bepaling dat de wet van toepassing is en voorzover van belang welke afzonderlijke bepalingen of afwijkingen hierop van kracht zijn.

  • 4. De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 13 Uitvoering beschikking tot subsidieverlening

  • 1. Na een beschikking tot subsidieverlening dient het schoolbestuur uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is toegekend een aanvraag tot subsidievaststelling in. Het college stelt de subsidie ambtshalve vast indien de aanvraag achterwege blijft.

  • 2. Bij de aanvraag toont het schoolbestuur aan dat de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen als genoemd in artikel 12 zijn nagekomen.

  • 3. Indien het schoolbestuur niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stelt het college de subsidie ambtshalve vast.

Artikel 14 Subsidievaststelling volgend op verlening

  • 1. Het college beslist binnen acht weken na de indiening van de aanvraag als bedoeld in artikel 13 eerste lid of binnen acht weken na de verstrekking van de aanvullende informatie. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

  • 2. Het college betaalt het subsidiebedrag onder verrekening van de betaalde voorschotten, overeenkomstig de subsidievaststelling. De betaling vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 15 Intrekken of wijzigen beschikking; terugvordering

Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4:2 van de wet van toepassing.

Artikel 16 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen

Artikel 17 Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 18 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 19 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als: Verordening materiële financiële gelijkstelling 2012.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 november 2011

De griffier, De voorzitter,

K.E. Driehuijs P.I. Broertjes

Bijlage

A. Voorziening bewegingsonderwijs.

1.Aanduiding van de voorziening.

Beschikbaar stellen van een lokaal bewegingsonderwijs voor het geven van bewegingsonderwijs of een vergoeding voor het gebruik van een lokaal bewegingsonderwijs.

  • 2.

    Indieningsdatum.

  • 1.

    Voor de scholen voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs is het indienen van een aanvraag niet van toepassing.

  • 2.

    Voor de school voor voortgezet onderwijs geldt dat de aanvraag voor het beschikbaar stellen van een lokaal bewegingsonderwijs uiterlijk 1 juni voorafgaand aan het schooljaar moet worden ingediend.

  • 3.

    Tjjdvak waarvoor een voorziening wordt goedgekeurd

De voorziening wordt voor één schooljaar toegekend.

4.Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening.

Het aantal klokuren bewegingsonderwijs van een school voor:

  • 1.

    basisonderwijs, speciaal basisonderwijsen een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs dat voor bekostiging door de gemeente in aanmerking komt wordt vastgesteld voor een:

    • a.

      basisschool op basis van het aantal groepen dat wordt berekend volgens het bepaalde in artikel 14 van het Besluit Bekostiging WPO en de bij deze voorziening behorende splitsingstabel. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 1,5 klokuur per week per groep leerlingen van 6 jaar en ouder (groep 3 tot en met 8).

    • b.

      speciale school voor basisonderwijs en een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs op basis van het aantal groepen volgens respectievelijk het bepaalde in het vierde lid van artikel 136 WPO en artikel 14 van het Besluit bekostiging WEC. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 2,25 klokuur per groep leerlingen van zes jaar en ouder.

    • c.

      basisschool, een speciale school voor basisonderwijs en een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs op maximaal 3,75 klokuur per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar als de school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, of (voortgezet) speciaal onderwijs niet beschikt over een speellokaal.

  • 2.

    voortgezet onderwijs wordt vastgesteld op basis van het aantal leerlingen dat is ingeschreven aan het begin van het schooljaar op de hoofd- of nevenvestiging van de school voor voortgezet onderwijs met een maximum van 3 klokuren (3 lesuren van 50 minuten) en voor zover de school voor voortgezet onderwijs het aantal klokuren niet binnen de eigen accommodatie kan opvangen.

  • 5.

    Wijze van toekenning.

  • 1.

    Voor de onder 4.1 bedoelde scholen wordt de voorziening door de gemeente berekend en vastgesteld op basis van het aantal leerlingen op de teldatum 1 oktober voorafgaande aan het schooljaar.

  • 2.

    De voorziening kan beschikbaar worden gesteld door het beschikbaar stellen van een lokaal bewegingsonderwijs of door het beschikbaar stellen van bekostiging.

  • 3.

    De bekostiging wordt beschikbaar gesteld als een school primair en (voortgezet) speciaal onderwijs gebruik maakt van een lokaal bewegingsonderwijs waarvan het schoolbestuur juridisch eigenaar is.

  • 4.

    De bekostiging bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur en is afhankelijk van het stichtingsjaar van de gymnastiekaccommodatie, de oppervlakte van de oefenzaal en het aantal uren gebruik door het onderwijs.

5. De bekostiging wordt vastgesteld op basis van onderstaande tabel, waarvan het bedrag jaarlijks door het college jaarlijks wordt aangepast met de systematiek van de prijsindex zoals opgenomen in bijlage IV , deel A van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs en jaarlijks wordt gepubliceerd door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten:

Stichtingsjaar

Vaste kosten

(excl. verzekering en ozb)

Variabele kosten

Tot 1987

< 90 m²

2.723,80

330,95

90-130 m²

3.495,08

418,79

130-170 m²

3.821,60

451,94

170-190 m²

3.647,02

494,48

190-230 m²

3.492,88

544,76

> 230 m²

3.953,11

609,40

Vanaf 1987

> 252 m2

3.138,73

554,16

  • 6.

    Berekeningseenheid van toekenning.

  • 1.

    De bekostiging, zoals opgenomen onder 1 tot en met 3 is bestemd voor het bekostigen van het beheer en de exploitatie conform de bepaling van de onderwijswetten en voor vervanging en aanpassing van onderwijsleerpakket en meubilair en wordt als volgt berekend:

    • 1.

      voor het gebruik van de lokalen bewegingsonderwijs van een school voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs door de scholen voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs wordt toegekend:

    • a.

      het vaste bedrag en

    • b.

      het variabele bedrag vermenigvuldigd met het aantal klokuren gebruik van de eigen school en het medegebruik van een andere school, zoals vastgesteld op basis van het bepaalde onder 4.1;

    • 2.

      voor het gebruik van de lokalen bewegingsonderwijs van een school voor voortgezet onderwijs door de scholen voor scholen voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs wordt toegekend:

      • a.

        het vaste bedrag, gedeeld door 26 en

      • b.

        het variabele bedrag

beiden vermenigvuldigd met het aantal klokuren medegebruik van een andere school, zoals goedgekeurd door het college.

  • 3.voor het gebruik van de lokalen bewegingsonderwijs van een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs door een school voor voortgezet onderwijs wordt geen bekostiging toegekend. De scholen voor scholen voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs brengen de vergoeding rechtstreeks in rekening bij de school voor voortgezet onderwijs.

  • 2.

    Naast de onder 1. bedoelde bekostiging verstrekt de gemeente een vergoeding voor de huur van een lokaal bewegingsonderwijs of andere sportaccommodatie:

  • 1.

    op het moment dat de beschikbare gemeentelijke accommodaties respectievelijk de accommodaties van de schoolbesturen onvoldoende capaciteit hebben;

  • 2.

    het college vooraf toestemming voor de huur heeft verleend en

  • 3.

    heeft ingestemd met de hoogte van de verschuldigde huur.

  • 7.

    Subsidieplafond

Er is geen sprake van een subsidieplafond. De definitieve kosten zijn afhankelijk van het totaal aantal toegekende klokuren.

Bijlage behorende bij Voorziening bewegingsonderwijs

Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening

1. Algemeen.

Het aantal groepen zoals opgenomen onder 4a tot en met 4c wordt vastgesteld voor het:

  • a.

    basisonderwijs op basis van het aantal formatieplaatsen zoals berekend volgens de formule en bepalingen zoals vastgelegd in artikel 14 van het Besluit Bekostiging WPO. Dit vloeit voort uit het derde lid van artikel 136 WPO;

  • b.

    het speciaal basisonderwijs op basis van de uitkomst van de berekening aantal leerlingen / 'N-factor’. De N-factor voor een speciale school voor basisonderwijs is bepaald in het vierde lid van artikel 136 WPO en bedraagt 15. De uitkomst van de berekening wordt naar boven afgerond als het cijfer achter de komma groter is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.

  • c.

    het (voortgezet) speciaal onderwijs op basis van de uitkomst van de berekening aantal leerlingen / 'N-factor’. De N-factor voor een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs is afhankelijk van de onderwijssoort en opgenomen in artikel 14 van het Besluit bekostiging WEC en tabel 2.

2. Basisschool

Nadat het totaal aantal formatieplaatsen voor de basisschool is berekend wordt het aantal groepen 6-12 jarigen vastgesteld op basis onderstaand normatief overzicht 'splitsing aantal groepen leerlingen'.

Tabel 1 Splitsingstabel aantal groepen leerlingen. Op grond van deze tabel wordt op basis van het totaal aantal groepen het aantal groepen gesplitst in een aantal gymgroepen leerlingen 4- en 5-jarigen en 6- tot en met 12-jarigen. Dit is een genormeerd aantal groepen voor het vaststellen van het aantal klokuren bewegingsonderwijs.

Aantal gymgroepen per school (G)

Aantal gymgroepen 4/5-jarigen

Aantal gymgroepen 6/12-jarigen

2

1

1

3

1

2

4

2

2

5

2

3

6

2

4

7

3

4

8

3

5

9

3

6

10

3

7

11

4

7

12

4

8

13

4

9

14

5

9

15

5

10

16

5

11

17

6

11

18

6

12

19

6

13

20

6

14

21

7

14

22

7

15

23

7

16

24

8

16

25

8

17

26

8

18

27

9

18

28

9

19

29

9

20

30

9

21

31

10

21

32

10

22

33

10

23

34

11

23

35

11

24

36

11

25

37

11

26

38

12

26

39

12

27

40

12

28

41

13

28

42

13

29

43

13

30

44

14

30

45

14

31

3. School voor (voortgezet) speciaal onderwijs

Tabel 2 - N-factor (voortgezet) speciaal onderwijs

Onderwijssoort

N-factor

SO

VSO

Dove kinderen (DO)

6

6

Slechthorende kinderen (SH)

12

7

Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden die niet tevens behoren tot dove of slechthorende kinderen (ES)

12

7

Visueel gehandicapten (VISG)

12

7

Lichamelijk gehandicapte kinderen (LG)

12

7

Langdurig zieke kinderen (LZ)

13

7

Zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK)

12

12

Zeer moeilijk opvoedbare kinderen (ZMOK)

12

7

Kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten (PI)

10

7

Meervoudig gehandicapte kinderen

7*

7*

* tenzij bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de N-factor anders dan 7 is vastgesteld.

Voor SO-MG met N=2 geldt 56,75, voor VSO-MG met N=2 geldt 57,5, voor SO-MG met N=3 geldt 56,75 en voor VSO-MG met N=3 geldt 57,5.

Het aantal groepen van een SOVSO-school of een SO-school waaraan een of meerdere afdelingen zijn verbonden of een SOVSO-school waaraan een of meerdere afdelingen zijn verbonden wordt voor de verschillende schooltypen afzonderlijk vastgesteld, waarna de afzonderlijk vastgestelde ruimtebehoeften worden gesommeerd.

4. Medegebruik/huur van een niet-eigen voorziening Naast gymnastiek in een eigen lokaal van de school is er tevens gymnastiek mogelijk in een bestaande gymnastiekaccommodatie door middel van medegebruik of huur (van een andere school/de gemeente/een commerciële exploitant). Afhankelijk van de eigenaar van de accommodatie bestaat recht op de volgende vergoeding:

  • ·

    Indien de gymnastiekzaal van een andere school voor primair onderwijs wordt gebruikt, wordt het variabele deel van het klokuurbedrag aan de eigenaar vergoed.

  • ·

    Indien de gymnastiekzaal van een school voor voortgezet onderwijs wordt gebruikt, wordt het vaste en het variabele deel van het klokuurbedrag aan de eigenaar vergoed.

  • ·

    Indien een gymnastiekaccommodatie van de gemeente wordt gebruikt, volstaat ingebruikgeving van de accommodatie voor het vastgesteld aantal klokuren.

  • ·

    Indien een gymnastiekaccommodatie van een commerciële exploitant wordt gebruikt, zal de huurprijs (stichtingskosten + materiële instandhouding) worden vergoed. De huurprijs wordt door de gemeente aan de exploitant voldaan.

VOORBEELD berekening hoogte bekostiging.

A.

Gymzaal A

( PO, 200 m2, 1980)

wordt gebruikt door de eigen en een medegebruikende basisschool

  • -

    oppervlakte lokaal bewegingsonderwijs 200 m2

  • -

    aantal klokuren school voor basisonderwijs 1 12

  • -

    aantal klokuren school voor basisonderwijs 2 9

totaal 21

Vergoeding:

  • -

    vast bedrag 3.492,88

  • -

    21 klokuren x 544,76 11.439,96

Totale vergoeding te betalen door de gemeente 14.932,84

B.

Gymzaal B

( PO, 200 m2, 1980)

wordt gebruikt door de eigen school en een medegebruikende school voor VO

  • -

    oppervlakte lokaal bewegingsonderwijs 200 m2

  • -

    aantal klokuren school voor basisonderwijs 1 12

  • -

    aantal klokuren school voor voortgezet onderwijs 9

totaal 23

Vergoeding:

  • -

    vast bedrag 3.492,88

  • -

    12 klokuren x 544,76 6.537,12

subtotaal te betalen door de gemeente 10.030,00

  • -

    vast bedrag 3.492,88/ 26 * 9 1.209,06

  • -

    9 klokuren x 544,76 4.902,84

subtotaal te betalen door het schoolbestuur 6.111,90

Totale vergoeding 16.141,90

B. Voorziening cultuureducatie.

1.Aanduiding van de voorziening.

Kinderen in schoolverband kennis laten maken met de verschillende vormen van kunstuitingen.

2.Indieningsdatum.

De aanvragen worden ingediend bij de coördinator cultuureducatie die namens de gemeente is ondergebracht bij de culturele organisatie Globe.

3.Tjjdvak waarvoor een voorziening wordt goedgekeurd

De voorziening wordt per schooljaar toegekend.

4.Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening.

Voor deze voorziening geldt als criterium dat de aangevraagde voorziening past in het door de gemeenteraad vastgesteld beleid cultuureducatie.

5.Wijze van toekenning.

De gemeente stelt een subsidie beschikbaar per leerling basisonderwijs en per leerling speciaal basisonderwijs aan de culturele organisatie Globe. De culturele organisatie stelt aan de scholen voor basisonderwijs en speciaal onderwijs een culturele activiteit beschikbaar en brengt de genoemde vergoeding in mindering op de kosten van de culturele activiteit.

6. Subsidieplafond

Er geldt een subsidieplafond. De jaarlijkse vaststelling van het subsidieplafond en de daarbij behorende verdelingsregels wordt opgedragen aan het college.

7. Verantwoording.

De verantwoording vindt jaarlijks plaats door de coördinator cultuureducatie via de aan de gemeente over te leggen jaarrekening.

C. Voorziening onderwijsbegeleiding.

1. Aanduiding van de voorziening.

Leveren van een bijdrage aan het voorkomen van leerachterstanden en gedragsproblemen van kinderen (specifieke leerlingenzorg) en aan het versterken van de zorgtaak van de school aan de leerlingen (onderwijsverbetering).

2.Indieningsdatum.

Voor 1 mei van elk jaar dient het bevoegd gezag van de scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs een aanvraag in. De aanvraag omvat een korte en inhoudelijke beschrijving van het plan waarin ten minste wordt vermeld:

  • a.

    hoe het plan is ingebed in en samenhangt met de eigen inspanningen;

  • b.

    welke inhoudelijke bijdrage geleverd wordt aan de beoogde onderwijsverbetering;

  • c.

    welke inhoudelijke criteria van toepassing zijn;

  • d.

    dat de gevraagde subsidie noodzakelijk is als een bijdrage is in de totale kosten van de activiteit, omdat de activiteit redelijkerwijs niet geheel uit eigen middelen kan worden gefinancierd;

  • e.

    wie op welke wijze uitvoering gaat geven aan de activiteiten;

  • f.

    de wijze waarop de aanvrager de resultaten zal gaan evalueren en de onderwijsverbeteringen zichtbaar zal maken;

  • g.

    een overzicht van de scholen waarop het plan van toepassing is;

  • h.

    het gevraagde subsidiebedrag en

  • i.

    de vermelding van de doorlooptijd.

  • 3.

    Tjjdvak waarvoor een voorziening wordt goedgekeurd

De voorziening wordt per kalenderjaar vastgesteld.

4.Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening.

De subsidie wordt toegekend aan de scholen voor basisonderwijs en de speciale scholen voor basisonderwijs, onder de voorwaarde dat het inzetten van de gemeentelijke middelen onderwijsbegeleiding een bijdrage moet leveren aan:

  • 1.

    het voorkomen van leerachterstanden en gedragsproblemen van kinderen (specifieke leerlingenzorg). De inzet wordt toegespitst op één van de onderstaande terreinen:

  • a.

    werkzaamheden op het terrein van onderzoek van leerlingen en advisering van leerkrachten en ouders en

  • b.

    directe ondersteuning en hulpverlening aan leerlingen gericht op het binnen het onderwijsproces houden van de leerling, waarbij aantoonbaar is dat de leerling zonder deze aanvullende maatregelen niet langer op school zou kunnen blijven.

  • 2.

    het versterken van de zorgtaak van de school aan de leerlingen (onderwijsverbetering).

De inzet wordt toegespitst op één van de onderstaande terreinen:

  • a.

    specifieke activiteiten met betrekking tot het versterken van de pedagogische en didactische vaardigheden van leraren. Te denken aan: training, gebruik van middelen en materialen, ontwikkelen en invoeren werkwijzen.

  • b.

    maatregelen die aantoonbaar onderdeel gaan vormen van het concept van de school om een “passend onderwijsaanbod” te realiseren.

  • 5.

    Wijze van toekenning.

Op aanvraag wordt de voorziening toegekend. Het jaarlijks beschikbare budget wordt verdeeld over het aantal leerlingen van de ingediende en gehonoreerde aanvragen en vervolgens uitgedrukt in een bedrag per leerling ten behoeve van de beschikbaarstelling van de subsidie aan de aanvrager.

6. Subsidieplafond.

Er geldt een subsidieplafond. De jaarlijkse vaststelling van het subsidieplafond en de daarbij behorende verdelingsregels wordt opgedragen aan het college.

D. Voorziening exploitatie schoolgebouwen basisonderwijs.

1.Aanduiding van de voorziening.

Tegemoetkoming in de exploitatiekosten van de schoolgebouwen van het basisonderwijs.

2.Indieningsdatum

Voor de voorziening is geen datum van het indienen van een aanvraag van toepassing.

3.Tjjdvak waarvoor een voorziening wordt goedgekeurd

De tegemoetkoming wordt per kalenderjaar verstrekt.

  • 4.

    Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening.

  • 1.

    De voorziening wordt toegekend voor een schoolgebouw dat juridisch eigendom is van het

schoolbestuur.

2.De bruto vloeroppervlakte (bvo) van de bij de gemeente geregistreerde bvo van het schoolgebouw, voor

zover de bvo tot de capaciteit van het schoolgebouw wordt gerekend.

5.Wijze van toekenning.

In het kader van de verzelfstandiging van het openbaar basisonderwijs is besloten in de exploitatiekosten van de schoolgebouwen van het openbaar basisonderwijs een aanvullende vergoeding van € 40.000,-- beschikbaar te stellen. In het kader van de wettelijke financiële gelijkstelling komen de bevoegde gezagsorganen van de schoolgebouwen basisonderwijs van het bijzonder onderwijs eveneens in aanmerking voor een aanvullende bekostiging. De aanvullende bekostiging wordt berekend door het bedrag van € 40.000,-- om te rekenen naar een bedrag per m2. Als omrekenfactor wordt gehanteerd het op 1 januari van het kalenderjaar aanwezige aantal m2 bruto vloeroppervlakte van de schoolgebouwen openbaar basisonderwijs. Het aldus berekende bedrag per m2 bruto vloeroppervlakte is het bedrag waarop de bevoegde gezagsorganen van het bijzonder basisonderwijs aanspraak maken.

6.Berekeningseenheid van toekenning.

Het schoolbestuur ontvangt een bedrag per m2 bvo, zoals berekend onder punt 5, vermenigvuldigd met de bvo zoals bepaalt onder 4 als bijdrage in de exploitatie van het schoolgebouw.

7. Subsidieplafond

Er geldt een subsidieplafond. De jaarlijkse vaststelling van het subsidieplafond en de daarbij behorende verdelingsregels voor het openbaar onderwijs wordt opgedragen aan het college. Voor het bijzonder onderwijs is geen subsidieplafond vastgesteld, omdat de beschikbaar te stellen subsidie afhankelijk is van de uitkomst van de berekening onder 5.

E. Voorziening brandveiligheid; bijdrage kosten beveiliging schoolgebouwen primair en (voortgezet) speciaal onderwijs.

1.Doelstelling van de voorziening.

Tegemoetkoming in de kosten van onderhoud en de (onderhouds)contracten van inbraak- en ontruimingsinstallaties voor de schoolgebouwen van het basis-, speciaal basis-, (voortgezet) speciaal en voortgezet onderwijs (conform nota ´Inbraak-, brand- en ontruimingsinstallaties´ d.d. november 2007).

2.Indieningsdatum

Er geldt geen datum voor het indienen van een aanvraag voor het bekostigen van de voorziening.

3.Tjjdvak waarvoor een voorziening wordt goedgekeurd

De tegemoetkoming wordt per kalenderjaar vastgesteld.

4.Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening.

De voorziening in onderverdeeld in:

  • a.

    Inbraakinstallatie

  • b.

    Ontruimingsinstallatie

  • c.

    Brandmeldinstallatie en

  • d.

    Certificering en

wordt toegekend aan een schoolgebouw dat juridisch eigendom is van het schoolbestuur.

5.Wijze van toekenning

Het saldo tussen werkelijke kosten van de afgesloten contracten en de aan de schoolbesturen in rekening gebrachte vergoeding komt ten laste van de gemeente.

6.Berekeningseenheid van toekenning.

De gemeente sluit voor de onder 4 genoemde voorzieningen een contract af. Aan het bevoegd gezag wordt doorberekend het bedrag dat het schoolbestuur als onderdeel van de rijksvergoeding in de vergoeding materiële instandhouding van het rijk ontvangt. Dit bedrag jaarlijks wordt als volgt berekend:

Inbraakinstallatie

€ 0,10 *bvo schoolgebouw, exclusief deel waar geen inbraakinstallatie is aangebracht

Ontruimings- en brandmeldinstallatie

bedrag per gebouw € 122

Slow-woop

bedrag per slow-woop € 1,46

De genoemde bedragen zijn excl. BTW en worden jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de index die op de onderhoudscontracten van toepassing is.

7.Subsidieplafond

Er is geen sprake van een subsidieplafond

F. Voorziening herstel schade in geval van bijzondere omstandigheden scholen primair, (voortgezet) speciaal en voortgezet onderwijs.

1.Doelstelling van de voorziening.

Vergoeding van de financiële gevolgen van het herstel van schade in geval van bijzondere omstandigheden (vandalisme, glas, inbraak, diefstal, brand, storm, water, bliksem en inductie). De grondslag van deze voorziening is artikel 2 lid 5 onder e van de verordening ´Voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Hilversum´.

  • 2.

    Indieningsdatum

  • a.

    Er geldt geen vaste datum voor het indienen van een aanvraag voor het bekostigen van de voorziening.

  • b.

    De schade moet telefonisch worden gemeld binnen 24 uur nadat de schade is ontstaan respectievelijk op de eerstvolgende werkdag aan de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Hilversum.

  • c.

    Het bevoegd gezag of de directie meldt de schade aansluitend binnen maximaal 2 werkdagen op een door het college vastgesteld schadeformulier, waarop de volgende gegevens zijn opgenomen:

  • a.

    naam van de melder

  • b.

    naam en adres van het schoolgebouw waar de schade is vastgesteld;

  • c.

    aard van de schade;

  • d.

    datum schade;

  • e.

    of er (een) dader(s) bekend is (zijn);

  • f.

    een indicatie van de kosten van herstel c.q. vervanging;

  • g.

    de gemaakte afspraken over de wijze waarop/wanneer de schade kan worden afgehandeld.

  • d.

    Het bevoegd gezag doet van de schade aangifte bij de politie en verstrekt bij het schadeformulier een afschrift van het proces-verbaal.

  • 3.

    Tjjdvak waarvoor een voorziening wordt goedgekeurd

De tegemoetkoming wordt per schadegeval vastgesteld

  • 4.

    Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening.

  • a.

    Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor het treffen van die maatregelen die het ontstaan van schade voorkomen, te weten:

  • ·

    beschikken over een alarminstallatie met een geldig beveiligingscertificaat, een onderhoudscontract, een aansluiting op de meldkamer en bijhouden van het logboek;

  • ·

    treffen van alle nodige maatregelen en/of noodvoorzieningen om vervolgschade te voorkomen.

  • ·

    Waardevolle goederen, die na schooltijd niet zijn opgeborgen in een compartiment waardeberging dienen voorzien te zijn van een meeneembeperkende maatregel. Het meeneembeperkende product dient als set gecertificeerd te zijn door SKG met tenminste 1 ster.

  • b.

    Bij het ontstaan van schade stelt het bevoegd gezag in eerste instantie de dader aansprakelijk en verhaalt de schade op de dader.

  • c.

    Er is sprake van een voorziening als het bevoegd gezag heeft voldaan aan de onder a gestelde voorwaarden en de schade niet kan verhalen op een dader.

5. Wijze van toekenning.

  • 5.

    1 Schade

  • a.

    Als er uitsluitend sprake is van glasschade en vandalismeschade die niet door de gemeente is verzekerd (graffiti), kan het bevoegd gezag zonder voorafgaande toestemming opdracht geven tot herstel.

  • b.

    Bij schades beneden de € 1.000,-- kan het bevoegd gezag opdracht tot herstel verstrekken als de gemeente niet binnen 48 uur nadat het schadeformulier door de gemeente is ontvangen heeft gereageerd.

  • c.

    Bij schades boven € 1.000,-- wordt door de afdeling S&R beoordeeld, zonodig in overleg met de afdeling Verzekering, of en zo ja het noodzakelijk is dat:

    • 1.

      een oordeel van derden moet worden gevraagd;

    • 2.

      de verzekeringsmaatschappij wordt ingeschakeld;

    • 3.

      offertes voor het vaststellen van het schadebedrag moeten worden opgevraagd;

    • 4.

      een beredderingsbedrijf moet worden ingeschakeld;

    • 5.

      een derde moet worden ingeschakeld voor het opstellen van een advies over de schade.

  • d.

    De gemeente kan zelf de opdracht verstrekken of verstrekt aan het bevoegd gezag opdracht tot herstel van de schade als bedoeld onder 4 nadat de gegevens zijn beoordeeld en wordt ingestemd de ingediende schade en de hoogte van het ingediende schadebedrag.

  • e.

    De vergoeding voor schade die onderdeel uitmaakt van de door de gemeente afgesloten verzekering wordt vastgesteld op het schadebedrag dat de verzekeraar heeft vastgesteld. De aftrek voor het eigen risico komt voor rekening van de gemeente.

  • f.

    In aanvulling op de onder a tot en met e genoemde vergoeding vergoedt de gemeente tevens de kosten van alarmering als deze kosten gerelateerd zijn aan de gemelde schade.

  • 5.

    2 Afhandeling van de schade.

De gemeente:

  • a.

    stelt schades boven de € 1.000,-- in handen van de verzekeringsmaatschappij voor verdere afhandeling;

  • b.

    is verantwoordelijk voor het afhandelen van schades die niet onder de verzekering vallen resp. die het eigen risico niet overschrijden;

  • c.

    kan de locatie bezoeken om de aard en omvang van de schade, zoals vermeld op het schadeformulier, vast te stellen;

  • d.

    keert geen schadevergoeding uit:

  • a.

    als niet voldaan wordt aan de voorwaarden van de verzekeraar

  • b.

    als er sprake is van schuld of nalatigheid;

  • c.

    als declaraties later dan 6 maanden na de telefonische melding worden ontvangen;

  • d.

    voor vermiste gelden of geldwaardige papieren hoger dan door de verzekering gedekte gelden;

  • e.

    voor vermiste en/of vernielde privé eigendommen;

  • f.

    voor geschonken artikelen;

  • g.

    voor apparatuur die op basis van “financial lease” is aangeschaft;

  • h.

    voor schade is veroorzaakt tijdens reguliere schooluren in de school;

  • i.

    als er sprake is van normaal c.q. uitgesteld onderhoud.

  • 5.

    3 Terugvordering vergoeding.

  • a.

    Als ontvreemde goederen waarvoor al een vergoeding is betaald, worden teruggevonden of op een andere wijze achteraf een vergoeding wordt ontvangen, vervallen deze middelen aan de gemeente.

  • b.

    Als het bevoegd gezag als gevolg van rechterlijke uitspraak een schadevergoeding ontvangt waarbij zij al een vergoeding van de gemeente heeft ontvangen, betaalt het bevoegd gezag deze aan de gemeente.

  • 6.

    Subsidieplafond

Er is geen sprake van een subsidieplafond

G. Voorziening schoolmaatschappelijk werk primair onderwijs.

1.Doelstelling van de voorziening.

Het schoolmaatschappelijk werk is een voorziening die wordt aangeboden aan basisscholen in de gemeente Hilversum en wordt uitgevoerd onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van het Regionale Samenwerkingsverband WSNS het Gooi en omgeving en WSNS Orthopedagogisch Onderwijsinstituut Annie M.G. Smidt.

2.Indieningsdatum

De aanvraag moet worden ingediend voor 1 mei van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

3.Tjjdvak waarvoor een voorziening wordt goedgekeurd

De subsidie wordt toegekend voor een kalenderjaar.

4.Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening.

De voorziening is aanvullend op het aanbod van de samenwerkingsverbanden voor primair onderwijs en is bestemd voor schoolnabij- en bovenschools maatschappelijk werk aan de leerlingen en eventueel hun ouders van de scholen voor basisonderwijs en de speciale scholen voor basisonderwijs.

5.Wijze van toekenning

Het subsidiebedrag wordt rechtstreeks beschikbaar gesteld aan de samenwerkingsverbanden WSNS het Gooi en WSNS Annie M.G. Schmidt. De samenwerkingsverbanden zijn verantwoordelijk voor de inzet van de middelen.

6.Subsidieplafond

Er geldt een subsidieplafond. De jaarlijkse vaststelling van het subsidieplafond en de daarbij behorende verdelingsregels wordt opgedragen aan het college.

H. Voorziening schoolmaatschappelijk werk – voortgezet onderwijs.

1.Aanduiding van de voorziening.

Het schoolmaatschappelijk werk is een regionale voorziening die wordt aangeboden aan scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Gooi en Vechtstreek. Deze voorziening wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van Qinas, het Regionale samenwerkingsverband voor voortgezet onderwijs.

2.Indieningsdatum

De aanvraag moet worden ingediend voor 1 mei van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

3.Tjjdvak waarvoor een voorziening wordt goedgekeurd

De subsidie wordt toegekend voor een kalenderjaar.

4.Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening.

De voorziening wordt toegekend door het beschikbaar stellen van een jaarlijkse subsidie aan het regionale samenwerkingverband Qinas, dat in samenwerking met scholen en gemeenten in de regio schoolmaatschappelijk werk aanbiedt met het doel om voortijdig schoolverlaten te voorkomen.

5.Wijze van toekenning

De voorziening wordt omgerekend in een aantal uren schoolmaatschappelijk werk op basis van het aantal leerlingen dat staan ingeschreven op de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio.

6.Subsidieplafond

Er geldt een subsidieplafond. De jaarlijkse vaststelling van het subsidieplafond en de daarbij behorende verdelingsregels wordt opgedragen aan het college.

I. Voorziening leerlingenprognose.

1. Aanduiding van de voorziening

Het jaarlijks actualiseren van de leerlingenprognose voor de scholen voor basisonderwijs en het periodiek actualiseren van de leerlingenprognose voor de speciale scholen voor basisonderwijs, de scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en de scholen voor voortgezet onderwijs.

2.Indieningsdatum

Voor deze voorziening is de aanvraagprocedure niet van toepassing.

3.Tjjdvak waarvoor een voorziening wordt goedgekeurd

Voor deze voorziening geldt geen periode waarvoor de voorziening wordt toegekend.

4.Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening

De opgave van het aantal leerlingen dat op de scholen op 1 oktober staat ingeschreven.

5.Wijze van toekenning

De voorziening wordt toegekend door het verstrekken van een opdracht door de gemeente voor het opstellen van een geactualiseerde leerlingenprognose. Deze opdracht wordt verstrekt nadat de gemeente van de schoolbesturen heeft ontvangen de opgave van het aantal leerlingen dat op de scholen op 1 oktober staat ingeschreven.

6.Subsidieplafond

Er is geen sprake van een subsidieplafond

J. Voorziening meerjarenonderhoudsplan schoolgebouwen primair en (voortgezet) speciaal onderwijs.

1. Aanduiding van de voorziening.

Het periodiek opstellen van een actualisatie van het meerjarenonderhoudsplan voor de schoolgebouwen primair en (voortgezet) speciaal onderwijs, voor zover het betreft het onderhoud dat een voorziening huisvesting onderwijs is.

2.Indieningsdatum

Voor deze voorziening is de aanvraagprocedure niet van toepassing.

3.Tjjdvak waarvoor een voorziening wordt goedgekeurd

Voor deze voorziening geldt geen periode waarvoor de voorziening wordt toegekend.

4.Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening

De voorzieningen ´onderhoud´ omvatten de volgende activiteiten:

  • -

    Vervangen dakbedekking, hemelwaterafvoer, dakrand, daklichten.

  • -

    Vervangen buitenberging c.q. dak buitenberging.

  • -

    Vervangen rijwielstalling c.q. rijwielstaanders.

  • -

    Vervangen brandtrap.

  • -

    Vervangen erfscheiding.

  • -

    Vervangen / herstellen riolering / bestrating schoolplein.

  • -

    Vervangen binnenkozijnen inclusief hang- en sluitwerk.

  • -

    Vervangen buitenkozijnen inclusief hang- en sluitwerk.

  • -

    Vervangen radiatoren, convectoren, leidingen.

  • -

    Vervangen dakpannen inclusief houtwerk, dakrand en goten.

  • -

    Vervangen boeiboorden.

  • 5.

    Wijze van toekenning

De voorziening wordt toegekend door het verstrekken van een opdracht door de gemeente voor het opstellen van een geactualiseerd meerjarenonderhoudsplan. Deze opdracht wordt periodiek verstrekt door de gemeente.

6.Subsidieplafond

Er is geen sprake van een subsidieplafond