Regeling vervallen per 01-01-2012

De reïntegratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars 2005

Geldend van 01-07-2005 t/m 31-12-2011

Intitulé

De Reïntegratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars 2005

De raad van de gemeente Hilversum,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 mei 2005.;

BESLUIT:

De Reïntegratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars 2005

vast te stellen:

Artikel 1 Begrippen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      WWIK: Wet werk en inkomen kunstenaars;

    • b.

      kunstenaar: de persoon bedoeld in art. 2, aanhef en onder a van deze verordening;

    • c.

      echtgenoot: de echtgenoot van de kunstenaar, waaronder begrepen de geregistreerde partner, bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a van de WWIK en de ongehuwd samenwonende, bedoeld in artikel 2, tweede lid, aanhef en onder a van de WWIK;

    • d.

      gemengde beroepspraktijk: beroepspraktijk waarin inkomsten worden verworven uit scheppende, uitvoerende of toegepaste kunst naast inkomsten uit arbeid, beroep of bedrijf van andere aard;

    • e.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum.

  • 2. Tenzij anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de WWIK.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1. De doelgroep van deze verordening is de persoon jonger dan 65 jaar:

    • a.

      die jegens het college recht heeft op een uitkering op grond van de WWIK; of

    • b.

      die echtgenoot is van de onder a bedoelde persoon.

  • 2. Tot de doelgroep van deze verordening behoort gedurende maximaal 12 maanden nadat door het college een aanbod voor een voorziening als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gedaan, tevens de persoon, bedoeld in het eerste lid, van wie de uitkering anders dan op grond van artikel 19, eerste of tweede lid, van de WWIK, is beëindigd.

Artikel 3 Taak gemeente

Het college kan, op verzoek van de betrokkene voorzieningen, waaronder scholing, praktische hulp, advies of doorverwijzing, aanbieden van traject of werkstage, aanbieden aan personen behorende tot de doelgroep of op andere wijze ondersteuning aanbieden, gericht op het bevorderen van de arbeidsinschakeling of het wegnemen van belemmeringen voor de arbeidsinschakeling in het kader van het opbouwen van een gemengde beroepspraktijk waarmee de kunstenaar in zijn levensonderhoud kan voorzien.

Artikel 4 Rechten en plichten deelnemer

  • 1. Onverminderd andere verplichtingen ingevolge de WWIK geldt voor een persoon uit de doelgroep die deelneemt aan of deelgenomen heeft aan een voorziening de verplichting:

    • a.

      van de aangeboden voorziening gebruik te maken;

    • b.

      alle inlichtingen te verstrekken over de voortgang van de voorziening en over wijzigingen in zijn persoonlijke situatie die van belang kunnen zijn voor de beoordeling van de aanspraak op ondersteuning en de noodzaak tot voortzetting van een voorziening.

    • c.

      medewerking te verlenen aan een onderzoek naar de voortgang en de passendheid van de voorziening;

    • d.

      naar vermogen mee te werken aan de aangeboden voorziening of ondersteuning;

    • e.

      na te laten alles wat de realisatie van het doel van de voorziening belemmert.

  • 2. Het college kan met de kunstenaar afspraken maken over de gevolgen van het niet of niet tijdig nakomen dan wel voortijdig afbreken van een reïntegratietraject, bijvoorbeeld door de kunstenaar te verplichten tot terugbetaling van de kosten die het college voor de voorziening heeft gemaakt.

Artikel 5 Besluit

  • 1. Het college neemt op een verzoek om een voorziening binnen acht weken een beslissing met inachtneming van de WWIK en deze verordening.

  • 2. Het college informeert de kunstenaar over de voor hem geldende rechten en verplichtingen, die voortvloeien uit de WWIK en deze verordening.

Artikel 6 Voorschriften

Het college kan aan het aanbieden van de voorziening de voorwaarde verbinden dat de kunstenaar verplicht is tot het voldoen van een waarborgsom of mee te werken aan een geldlening in het geval de kunstenaar of diens echtgenoot, indien de voorziening betrekking heeft op de echtgenoot, naar het oordeel van het college zonder gegronde reden onvoldoende aan een voorziening of ondersteuning meewerkt.

Artikel 7 Beëindiging

Het college kan het recht op de voorziening of ondersteuning beëindigen:

  • a.

    indien een persoon uit de doelgroep die deelneemt aan een voorziening, zijn verplichtingen, bedoeld in artikel 5 niet nakomt;

  • b.

    indien een persoon die deelneemt aan een voorziening niet meer tot de doelgroep, bedoeld in artikel 2 behoort;

  • c.

    indien een voorziening naar het oordeel van het college niet langer nodig is.

Artikel 8 Terugvordering

  • 1. Indien de belanghebbende naar het oordeel van het college, is tekortgeschoten in het kader van de afgesloten overeenkomst kunnen de hiervoor gemaakte kosten geheel of gedeeltelijk van belanghebbende worden teruggevorderd.

  • 2. Indien de situatie als bedoeld in lid 1 zich heeft voorgedaan wordt belanghebbende pas na een periode van 12 maanden opnieuw een voorziening ingevolge deze verordening aangeboden.

Artikel 9 Jaarplan

Het college van de gemeente Hilversum stelt jaarlijks een jaarplan op voor de afdeling sociale zaken. In dit Jaarplan is een hoofdstuk WWIK opgenomen waarin aandacht wordt besteed aan de uitvoering van het beleid met betrekking tot de WWIK.

Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als Reïntegratieverordening WWIK

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2005.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

    van 8 juni 2005

    De griffier De voorzitter

    K.E. Driehuijs E.C. Bakker

Toelichting Reïntegratieverordening Wet werk en inkomen kunstenaars

Algemeen

Op 1 januari 2005 treedt de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) in werking. In deze wet wordt de kunstenaar de mogelijkheid geboden de gemeente te verzoeken hem voorzieningen aan te bieden, gericht op het bevorderen van de arbeidsinschakeling in het kader van de uitoefening van het niet kunstgerelateerde gedeelte van een gemengde beroepspraktijk. Anders dan in de WWB heeft de voorziening in het kader van de WWIK een vrijwillig karakter.

Naast de in WWIK opgenomen mogelijkheid een beroep te kunnen doen op een voorziening, kiest de gemeente Hilversumervoor om ook zelf voorzieningen aan te bieden. De reden hiervan is te voorkomen dat de kunstenaar na het einde van de maximale WWIK-uitkering een beroep doet op bijstand. Gezien het doel van de wet, namelijk om in alle vrijheid naar eigen inzicht te werken teneinde een renderende beroepspraktijk te realiseren, kan de kunstenaar echter niet verplicht worden om het aanbod van een voorziening te accepteren.

De gemeente Hilversum voert als centrumgemeente de WWIK uit voor inwoners van Blaricum, Bussum, Hilversum, Huizen, Laren, Muiden, Naarden, Weesp en Wijdemeren.. Deze verordening is op grond van artikel 2 van toepassing op alle kunstenaars voor wie het college verantwoordelijk is voor de uitvoering van de WWIK en hun echtgenoten.

De kunstenaar die een beroep doet op een voorziening is verplicht om van de aangeboden voorziening daadwerkelijk gebruik te maken. De gemeente gaat met de kunstenaar of de echtgenoot, indien de voorziening aan de echtgenoot wordt aangeboden, een trajectovereenkomst aan.

In artikel 21, vierde lid van de wet is vastgesteld dat de centrumgemeente bij verordening regels moet stellen met betrekking tot reïntegratieactiviteiten voor kunstenaars. Gelet op de specifieke doelgroep is ervoor gekozen om deze regels niet onder te brengen in de betreffende WWB-verordening maar in een aparte verordening.

Artikelgewijze toelichting

Artikelen 3 en 4

Deze artikelen leggen de verplichtingen van resp. het college en de belanghebbende vast. De gemeente Hilversum kiest ervoor om het uitgangspunt van de wet dat een persoon uit de doelgroep een verzoek kan indienen om in aanmerking te komen voor een voorziening, daaronder mede te verstaan het recht op ondersteuning bij toeleiding naar werk. De gemeente bepaalt welke instrumenten worden ingezet.

Artikel 5

Dit artikel legt de beslistermijn vast en verplicht het college de kunstenaar te informeren over zijn rechten en verplichtingen.

Artikelen 6 en 7

Hierin wordt de mogelijkheid geregeld om voorwaarden aan het aanbod van voorzieningen te verbinden dan wel een voorziening te beëindigen.

Artikel 8

Het niet voldoen aan verplichtingen ingevolge deze verordening leidt in principe tot het afstemmen van de uitkering op grond van de Afstemmingsverordening Gemeente Hilversum 2004.

Er zijn echter personen zonder uitkering van de gemeente die ook recht kunnen doen gelden op ondersteuning en/of voorzieningen ingevolge deze verordening. Verwijtbare gedragingen (het tekortschieten door betrokkene in het kader van de met de gemeente aangegane overeenkomst) van deze personen kunnen leiden tot terugvordering van de gemaakte kosten van inkoop. Overigens worden slechts door het Reïntegratiebedrijf daadwerkelijk ingezette producten vergoed (en derhalve teruggevorderd).

Ook personen met een uitkering vallen onder de werking van dit artikel. Dat betekent dat in bijzondere situaties sprake kan zijn van zowel terugvordering van gemaakte kosten als van afstemming van de uitkering.

Ten slotte: verwijtbare gedragingen hebben in ieder geval – ook indien wordt afgezien van terugvordering en/of het toepassen van een maatregel – als gevolg dat er gedurende 12 maanden geen recht meer bestaat op een voorziening ingevolge deze verordening.