Verordening op de rekeningencommissie 2008

1. De leden van de commissie worden door de raad benoemd op voordracht van de fracties.

2. Iedere fractie heeft het recht één lid voor te dragen.

3. Tot lid van de commissie kunnen worden benoemd: leden van de raad en fractieassistenten. Géén lid zijn personen die wethouder waren gedurende het dienstjaar waarop de te beoordelen rekening betrekking heeft.

4. De leden van de commissie wijzen uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

5. Indien een lid verhinderd is een commissievergadering bij te wonen, kan hij zich laten vervangen door een fractiegenoot dan wel fractieassistent.

6. De leden van de rekeningencommissie worden telkens voor de zittingsduur van de raad benoemd. Bij beëindiging van het lidmaatschap van de raad dan wel het fractieassistentschap, eindigt tevens het lidmaatschap van de commissie.

7. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Tussentijdse benoemingen gelden voor de resterende zittingsduur van de raad.

1. De commissie onderzoekt de door burgemeester en wethouders overgelegde rekenings- en verantwoordingsstukken ter voorbereiding van de vaststelling van de rekening door de raad, als bedoeld in artikel 197 en 198 van de Gemeentewet. Het onderzoek betreft:

• a.

  het onderzoek naar de rechtmatigheid van de rekening;

• b.

  de beoordeling of het gevoerde beheer voldoet aan eisen van doelmatigheid.

2. De door burgemeester en wethouders over te leggen stukken zijn:

• a.

  de concernjaarstukken van de gemeente, alsmede de dienstjaarstukken;

• b.

  de rekening en verantwoordingsstukken van gesubsidieerde instellingen en andere rekeningen, die voor vaststelling of goedkeuring door de raad in aanmerking komen.

3. De commissie brengt van haar bevindingen en aanbevelingen bij het onderzoek verslag uit aan de raad. In dit verslag is een advies opgenomen ten aanzien van de vaststelling van de rekening.

Het verslag is openbaar en wordt zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van burgemeester en wethouders, die hun beschouwingen naar aanleiding van het verslag aan de raad voorleggen.

4. De rekeningencommissie is, namens de gemeenteraad, belast met de selectie van de accountant, de opdrachtverlening en het tussentijds overleg over de voortgang en het resultaat van de werkzaamheden en doet daartoe zonodig voorstellen aan de raad. De benoeming van de accountant is voorbehouden aan de raad. De burgemeester tekent namens de gemeente, in goed overleg met de voorzitter van de rekeningencommissie, de opdrachtovereenkomst met de accountant.

5. De rekeningencommissie vervult op verzoek van de raad en/of het college een adviesfunctie of klankbordfunctie.

6. De griffier, de gemeentesecretaris, de portefeuillehouder financiën en een vertegenwoordiger van de rekenkamercommissie worden jaarlijks door de rekeningencommissie uitgenodigd voor het afstemmingsoverleg zoals bedoeld in artikel 4 lid 3 van de Controleverordening.

1. De commissie vergadert zo vaak als zij dit nodig acht.

2. De voorzitter draagt zorg, dat de oproepingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste 14 dagen vóór de te houden vergadering aan de leden worden toegezonden. De oproeping vermeldt plaats, datum en uur van de vergadering, alsmede de agenda.

3. Ieder lid van de commissie is bevoegd in een naar zijn mening spoedeisend geval ter vergadering voor te stellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen. De commissie beslist of, en zo ja, in hoeverre aan dit voorstel gevolg zal worden gegeven.

1. Door of namens burgemeester en wethouders worden de voor het onderzoek der rekeningen benodigde stukken ter beschikking van de commissie gesteld.

2. De commissie is bevoegd inlichtingen te vragen aan het college van burgemeester en wethouders of aan ambtenaren der gemeente.

3. Voor het verkrijgen van mondelinge inlichtingen kan de voorzitter van de commissie (één van de leden van) het college van burgemeester en wethouders of een ambtenaar der gemeente ter vergadering uitnodigen.

4. De commissie is bevoegd tot het opvragen en inzien van bescheiden, boekhoudingen, besluiten en notulen van vergaderingen, welke zij voor haar onderzoek, als bedoeld in artikel 3, lid 1, nodig acht.

5. De commissie is bevoegd deskundigen uit te nodigen een vergadering bij te wonen teneinde hun zienswijze ten aanzien van een bepaald onderwerp te geven en/of inlichtingen te verstrekken.

1. De vergaderingen van de commissie zijn in de regel openbaar, tenzij financiële of ander zwaarwegende belangen van de gemeente, van gemeentelijk personeel of van derden daardoor geschaad zouden worden. De deuren worden gesloten wanneer de voorzitter het nodig acht of twee der overige aanwezige leden dit verlangen. De commissie besluit vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

2. De voorzitter van de commissie kan de leden omtrent het in de vergadering behandelde en omtrent de inhoud van bepaalde stukken, welke aan de commissie ter behandeling in de vergadering worden overgelegd, geheimhouding opleggen.

1. De commissie mag niet beraadslagen of besluiten indien niet tenminste de helft van het aantal leden tegenwoordig is. De secretaris houdt aantekening van de ter vergadering aanwezige leden.

2. Indien het in het eerste lid bedoelde aantal leden niet is opgekomen, kan door de voorzitter met een tussentijd van tenminste 24 uren een nieuwe vergadering worden belegd. In deze vergadering kunnen de dan aanwezige leden beraadslagen en besluiten over de onderwerpen, die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld.

3. In de vergadering van de commissie hebben de voorzitter en ieder lid één stem. De besluiten worden met meerderheid van stemmen genomen.

4. Bij staking der stemmen beslist de voorzitter.

1. De adviezen en standpunten van de commissie, als bedoeld in artikel 3, derde lid, worden in een beknopt verslag vermeld.

Tevens wordt hierin vermeld het gevoelen van de aanwezige leden, die zich tegen een besluit of advies hebben verklaard.

2. Na ondertekening door de voorzitter en de griffier wordt het verslag van de vergadering voor en ieder in de leeskamer ter inzage gelegd.

3. De voorzitter en de griffier van de commissie tekenen alle stukken die van de commissie uitgaan.