Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand

Geldend van 01-07-2008 t/m heden

Intitulé

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    Buitengewoon ambtenaarDe bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement op de burgelijke stand, met uitzondering van die persoon die voor één huwelijk worden benoemd.

  • -

    ARHArbeidsvoorwaardenregeling Hilversum

Artikel 2 Aanstelling

De buitengewoon ambtenaar wordt aangesteld door het college.

Het betreft een aanstelling in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

De aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

Artikel 3 Bezoldiging

De bezoldiging van de buitengewoon ambtenaar bestaat uit een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap.

De vergoeding zoals bedoeld in lid 1 bestaat uit een vergoeding gelijk aan driemaal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de ARH voor een huwelijk op maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 18.00 uur. Voor een huwelijksvoltrekking buiten voornoemde tijden bedraagt de vergoeding 150% van het hoogste bedrag van schaal 8.

De vergoeding wordt aangevuld met het percentage van de vakantietoeslag op grond van artikel 6:3 tweede lid van de ARH en het percentage van de eindejaarsuitkering op grond van artikel 3:6 van de ARH.

De buitengewoon ambtenaar ontvangt een extra vergoeding ter hoogte van 9 % van het salaris zoals bedoeld in voorgaande twee leden, vanwege het niet ontvangen van het vakantieverlof, zoals bedoeld in artikel 6:2:2:1:0 van de ARH.

De buitengewoon ambtenaar ontvangt een fiscaal belaste onkostenvergoeding van 6 euro per huwelijk waarin geacht worden alle onkosten voor het voltrekken van een huwelijk te zijn begrepen. Deze vergoeding wordt geïndexeerd met CAO-loonsverhogingen.

Artikel 4 Aanspraken bij ziekte

Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar jonger dan 65 jaar zijn de volgende bepalingen van overeenkomstige toepassing:

  • -

    de buitengewoon ambtenaar heeft recht op begeleiding en een bezoldiging bij ziekte op grond van artikel 7:1 tot en met 7:3 van de ARH;

  • -

    op de buitengewoon ambtenaar rust de verplichting tot verlening van medewerking aan reïntegratie op grond van artikel 7:9 tot en met 7:14 van de ARH;

  • -

    de wijze van opdragen van passende arbeid op grond van artikel 7:16 van de ARH;

  • -

    samenloop van bezoldiging bij ziekte met een ziektewetuitkering op grond van artikel 7:19 van de ARH;

  • -

    samenloop van bezoldiging met een werkloosheidsuitkering op grond van artikel 7:20 van de ARH;

  • -

    samenloop van bezoldiging met een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van artikel 7:21 van de ARH.

De bezoldiging als bedoeld in lid 1 bestaat uit de vergoeding, die de buitengewoon ambtenaar in de laatste 12 kalendermaanden onmiddellijk voorafgaand aan zijn arbeidsongeschiktheid gemiddeld heeft ontvangen. Voorzover de buitengewoon ambtenaar op evenbedoelde datum minder dan twaalf kalendermaanden zijn betrekking heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over het tijdvak waarin hij voor het ontstaan van de verhindering in dienst is geweest.

Als eerste ziektedag geldt de dag waarop de buitengewoon ambtenaar is aangewezen tot voltrekking van een huwelijk of geregistreerd partnerschap conform het rooster zoals deze aan het begin van elk jaar wordt vastgesteld en waarvoor de buitengewoon ambtenaar wegens ziekte is verhinderd.

Artikel 5 Ontslag

Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de volgende bepalingen:

  • -

    op verzoek van de ambtenaar op grond van artikel 8:1 van de ARH;

  • -

    wegens ouderdomspensioen op grond van artikel 8:2 en 8:2a van de ARH;

  • -

    wegens reorganisatie op grond van artikel 8:4 van de ARH;

  • -

    wegens arbeidsongeschiktheid op grond van artikel 8:5 en 8:5a van de ARH;

  • -

    wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid op grond van 8:6 van de ARH;

  • -

    wegens FPU op grond van artikel 8:11 van de ARH*;

  • -

    van rechtswege en tussentijds ontslag uit tijdelijke aanstelling 8:12 en 8:12:1

  • -

    als disciplinaire straf op grond van artikel 8:13 van de ARH;

  • -

    wegens overige ontslaggronden op grond van artikel 8:7 en 8:8 van de ARH.

Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:2 ARH.

Artikel 6 Overige rechten en plichten

De volgende bepalingen zijn van overeenkomstige toepassing op de buitengewoon ambtenaar:

  • -

    de verplichtingen rond integriteit op basis van artikel 15:1 en 15:1b tot en met 15:1g ARH zijn van overeenkomstige toepassing op de buitengewoon ambtenaar;

  • -

    de buitengewoon ambtenaar kan worden verplicht tot gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door de gemeente geleden schade, voorzover deze aan zijn schuld of nalatigheid te wijten is op grond van artikel 15:1:12 ARH;

  • -

    periodieke beoordeling van de buitengewoon ambtenaar op grond van artikel 15:1:15 ARH;

  • -

    de buitengewoon ambtenaar is verplicht tijdens de vervulling van zijn betrekking de voorgeschreven dienstkleding te dragen op grond van artikel 15:1:16 ARH;

  • -

    aan de buitengewoon ambtenaar kan een ontzegging van de toegang worden gegeven op grond van artikel 15:1:19 ARH

  • -

    artikel 15:1:20 ARH in verband met het melden van infectieziekten is van overeenkomstige toepassing op de buitengewoon ambtenaar;

  • -

    de buitengewoon ambtenaar kan aanspraak maken op vergoeding van geleden schade op grond van artikel 15:1:23 tot en met 15:1:25 ARH;

  • -

    de Klokkenluidersregeling van de gemeente is van overeenkomstige toepassing op de buitengewoon ambtenaar.

  • -

    Artikel 1 tot en met 6 van de verplaatsingskostenregeling is van overeenkomstige toepassing op de buitengewoon ambtenaar

  • -

    Artikel 15:1:26 in verband met het volgen van een opleiding is van overeenkomstige toepassing op de buitengewoon ambtenaar.

Artikel 7 Plichtsverzuim

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 ARH.

Artikel 8 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Hilversum”.

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2008.


Noot
*

Let op! Slechts een beperkte groep mensen kan per 1 januari 2006 nog met FPU-ontslag:geboren vóór 1950;op 1 april 1997 ABP-deelnemer en sindsdien gebleven; tien jaar voordat de medewerker gebruik wil maken van de FPU-Gemeenten, onafgebroken gewerkt bij (een) werkgever(s), die bij het ABP is/zijn aangesloten; geen functie hebben waarvoor functioneel leeftijdsontslag geldt, en; nog geen gebruik gemaakt van een seniorenregeling.