Verordening van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent bezwaarschriften Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Hoeksche Waard 2019

Geldend van 08-02-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent bezwaarschriften Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Hoeksche Waard 2019

Deze verordening vervangt Verordening commissie bezwaarschriften van gemeente Binnenmaas vastgesteld 1 oktober 2015; de Verordening op de commissie bezwaarschriften gemeente Cromstrijen vastgesteld 15 december 2015; de Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Oud-Beijerland vastgesteld 28 januari 2014 en de Verordening commissie bezwaarschriften Gemeente Strijen vastgesteld 26 september 2017.

Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Hoeksche Waard 2019

De gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Hoeksche Waard, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van de Stuurgroep Hoeksche Waard van 18 december 2018;

gelet op de artikelen 7:5 en 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 84 van de Gemeentewet;

overwegende dat het om redenen van doelmatigheid nodig is om een nieuwe Verordening behandeling bezwaarschriften vast te stellen;

Besluiten vast te stellen:

Verordening behandeling bezwaarschriften Hoeksche Waard 2019

Paragraaf 1 Begripsbepalingen/bevoegdheidsverdeling

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening verstaan we onder:

  • Verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • Commissie: commissie bezwaarschriften;

  • Wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • Secretaris: aangewezen ambtenaar die de Commissie Bezwaarschriften ondersteunt bij het opstellen van haar adviezen;

  • Ambtelijk horen: horen van belanghebbenden als bedoeld in artikel 7:5 van de wet.

Artikel 2 Bevoegdheidsverdeling commissie/ambtelijke horen

Er wordt ambtelijk gehoord tenzij er sprake is van politiek gevoelige zaken of rechtspositionele zaken. In die gevallen hoort de commissie.

Paragraaf 2 De commissie

Artikel 3 Bevoegdheid commissie

  • 1. De commissie is belast met de uitvoering van de in artikel 7:13 van de wet genoemde taken voor zover het gaat om bezwaarschriften ingediend tegen een besluit van de raad, het college, de burgemeester.

  • 2. De commissie hoort en adviseert niet wanneer het horen en adviseren ambtelijk plaatsvindt én bij bezwaarschriften gericht tegen besluiten inzake:

    • a.

      gemeentelijke belastingen of waardering onroerende zaken;

    • b.

      de Jeugdwet.

Artikel 4 Splitsing in kamers en samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit twee kamers. De ene kamer behandelt de bezwaarschriften tegen rechtspositionele besluiten, de andere kamer behandelt de overige bezwaarschriften.

  • 2. Elke kamer bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 3. De voorzitters en leden zijn onafhankelijk. Dit betekent dat zij geen deel uitmaken en niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het verwerend orgaan.

  • 4. Eén van de leden van de kamer die de bezwaarschriften tegen rechtspositionele besluiten behandelt, wordt voorgedragen door de werknemers-vertegenwoordiging.

  • 5. De commissie regelt de vervanging van de voorzitters.

Artikel 5 Benoeming, ontslag en zittingsperiode

  • 1. Het college benoemt, schorst en ontslaat de voorzitter(s) en (plaatsvervangend) leden. Het college benoemt de voorzitters en de leden van de commissie voor een periode van vier jaar. Zij kunnen maximaal één keer worden herbenoemd. De maximale zittingsduur is daarmee niet langer dan acht jaar.

  • 2. Het college benoemt, in afwijking van het voorgaande lid, de eerst benoemde voorzitters voor een periode van zes jaar, welke periode één keer verlengd kan worden met vier jaar. Na het aftreden van de eerst benoemde voorzitters, worden volgende voorzitters benoemd overeenkomstig het bepaalde in lid 1.

  • 3. De voorzitters en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 4. De aftredende voorzitters en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Secretaris

De gemeentesecretaris wijst de ambtenaren aan die het secretariaat (secretaris) van de commissie uitvoeren.

Paragraaf 3 Procedure

Artikel 7 Vooronderzoek en mandaat

  • 1. De voorzitter van de kamer aan welke de behandeling van het bezwaarschrift is opgedragen draagt er zorg voor dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling ervan genoegzaam voor te bereiden.

  • 2. De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet zijn aan de secretaris gemandateerd:

    • a.

      artikel 2:1, tweede lid;

    • b.

      artikel 6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim als bedoeld in 6:6 van de wet kan worden hersteld;

    • c.

      artikel 6:17, voor wat betreft de verzending van de stukken tijdens de behandeling door de commissie;

    • d.

      de artikelen 7:4, tweede lid en 7:6, vierde lid;

    • e.

      artikel 7:10 derde lid.

  • 3. De secretaris kan zelfstandig alle gewenste inlichtingen inwinnen of doen inwinnen.

  • 4. De voorzitter kan de bestuursorganen verzoeken dat ambtenaren van de gemeente de nodige informatie verschaffen en desgewenst een plaatsopneming of een hoorzitting bijwonen.

Artikel 8 Hoorzitting

  • 1. De secretaris bepaalt, namens de voorzitter van de commissie plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld door de commissie te worden gehoord.

  • 2. Indien de secretaris, namens de voorzitter op grond van artikel 7:3 van de wet afziet van het horen, doet hij daarvan mededeling aan belanghebbenden.

  • 3. De commissie kan besluiten het horen op te dragen aan haar voorzitter of een van haar leden.

Artikel 9 Uitnodiging hoorzitting

  • 1. De secretaris deelt de belanghebbenden, namens de voorzitter ten minste twee weken vóór de hoorzitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld tijdens de hoorzitting te worden gehoord.

  • 2. De voorzitter kan wegens bijzondere omstandigheden afwijken of afwijking toestaan van de termijn, genoemd in het eerste lid.

Artikel 10 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter of de leden van de commissie nemen, onverminderd artikel 7:5, eerste lid, onder a en b, van de wet, niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 11 Openbaarheid hoorzitting

  • 1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De voorzitter kan besluiten, indien er gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, dat de hoorzitting plaatsvindt achter gesloten deuren

  • 3. Gewichtige redenen zijn in ieder geval persoonlijke zaken van familiaire, medische of financiële aard.

  • 4. De hoorzitting van de personele kamer is, in afwijking van het eerste lid, niet openbaar.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 13 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de hoorzitting, maar voordat het advies wordt uitgebracht, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek doen verrichten.

  • 2. De leden van de commissie en belanghebbenden ontvangen een afschrift van de informatie uit het nader onderzoek.

  • 3. De leden van de commissie, de belanghebbenden en het bestuursorgaan kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde informatie aan de secretaris van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De secretaris beslist hieromtrent.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting als bedoeld in het derde lid zijn de bepalingen van deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting (paragraaf 3) van toepassing.

Artikel 14 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over aan het bestuursorgaan uit te brengen advies. De voorzitter en de secretaris ondertekenen het advies.

  • 2. De commissie stelt het advies vast bij meerderheid van stemmen.

  • 3. De adviezen van een kamer gelden als adviezen van de commissie.

Artikel 15 Uitbrengen advies

Het advies wordt zo spoedig mogelijk na ontvangst van het bezwaarschrift uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift beslist.

Paragraaf 4 Ambtelijk horen

Artikel 16 Bevoegdheden

Ambtelijk horen geschiedt door een ambtenaar die niet bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken is geweest of door een ambtelijke hoorcommissie van meer dan een ambtenaar van wie de meerderheid, onder wie degene het horen leidt, niet bij de voorbereiding van het besluit betrokken is geweest.

Artikel 17 Uitnodiging hoorzitting

  • 1. Tijdens de ambtelijke hoorzitting krijgen belanghebbenden de gelegenheid te worden gehoord.

  • 2. Indien de ambtenaar die met het horen belast is, op grond van artikel 7:3 van de wet afziet van het horen, doet deze daarvan mededeling aan belanghebbenden.

Artikel 18 Openbaarheid van de hoorzitting

  • 1. De ambtelijke hoorzitting is openbaar. De ambtenaar die belast is met het horen kan, al dan niet op verzoek, besluiten tot behandeling achter gesloten deuren.

  • 2. De ambtelijke hoorzitting is niet openbaar indien gewichtige redenen zich tegen openbaarheid verzetten. Daarvan is in ieder geval sprake bij persoonlijke zaken van familiare, financiële of medische aard.

Artikel 19 Nader onderzoek

  • 1. Zolang het advies niet is uitgebracht kan nader onderzoek worden verricht door de ambtenaar die met het horen is belast.

  • 2. Belanghebbenden ontvangen in afschrift de informatie die uit nader onderzoek wordt verkregen.

  • 3. De belanghebbenden en het bestuursorgaan kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde informatie aan de ambtenaar die belast is met horen, een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. Indien één van de partijen hiertoe wenst, wordt er een nieuwe hoorzitting belegd.

  • 4. De bepalingen van deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting (paragraaf 4) zijn van toepassing op een nieuwe hoorzitting als bedoeld in het derde lid.

Artikel 20 Advies

Het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift beslist, ontvangt het advies zo spoedig mogelijk na ontvangst van het bezwaarschrift.

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 21 Vergoeding

  • 1. De voorzitter ontvangt voor het bijwonen van een vergadering inclusief reiskosten een bedrag van € 300,00;

  • 2. De leden ontvangen voor het bijwonen van een vergadering inclusief reiskosten een bedrag van € 250,00.

Artikel 22 Intrekken oude verordeningen

  • 1. De volgende verordeningen trekken wij per 1 januari 2019 in: Verordening commissie bezwaarschriften van gemeente Binnenmaas vastgesteld 1 oktober 2015; de Verordening op de commissie bezwaarschriften gemeente Cromstrijen vastgesteld 15 december 2015; de Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Oud-Beijerland vastgesteld 28 januari 2014 en de Verordening commissie bezwaarschriften Gemeente Strijen vastgesteld 26 september 2017.

  • 2. Per 1 januari 2019 trekken wij alle eerdere besluiten omtrent de vergoedingen voor de bezwaar (en beroepschriften)commissies van de voormalige gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen, Oud-Beijerland en Strijen in.

Artikel 23 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in het gemeenteblad en werkt (terug) tot en met 1 januari 2019.

Artikel 24 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Hoeksche Waard 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Hoeksche Waard op 8 januari 2019

De griffier,

……………………………

De voorzitter,

……………………………..

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard op 29 januari 2019

De secretaris,

…………………………

De burgemeester,

……………………………………

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 29 januari 2019

…………………………………