Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent de BIZ Strijen (Verordening bedrijveninvesteringszone Strijen 2020-2025)

Geldend van 01-02-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent de BIZ Strijen (Verordening bedrijveninvesteringszone Strijen 2020-2025)

De raad van de gemeente Hoeksche Waard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2019;;

gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

gezien de uitvoeringsovereenkomst van 5 november 2019 gesloten met de Stichting Strien…Graag gezien!!!

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening Bedrijveninvesteringszone Strijen 2020-2025.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    bedrijveninvesteringszone: het op de bij deze verordening behorende kaart aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven;

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • -

    uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente en de Stichting Strien…Graag gezien!!!, hierna te noemen ‘de Stichting’ op 5 november 2019 gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;

  • -

    wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 2. Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 3. Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 4. Belastingplicht

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van:

    • a.

      de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt;

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld;

  • 3. Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar.

Artikel 5. Maatstaf van heffing

De BIZ-bijdrage wordt geheven naar een vast bedrag per belastingobject.

Artikel 6. Vrijstellingen

De BIZ-bijdrage wordt niet geheven van:

  • a.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond voor de land- of bosbouw, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

  • b.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als glasopstanden die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

  • c.

    belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning bestaan uit delen die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

  • d.

    ongebouwde belastingobjecten die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928;

  • e.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die worden beheerd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stelt;

  • f.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

  • g.

    belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • h.

    belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als werken voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • i.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;

  • j.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht;

  • k.

    belastingobjecten die naast delen die dienen tot woning uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als aula, begraafplaats, urnentuin en/of crematorium ;

  • l.

    belastingobjecten die uitsluitend bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs;

Artikel 7. Tarief BIZ-bijdrage

  • 1. Het tarief van BIZ-bijdrage bedraagt voor de gebruiker van een belastingobject die in het aangewezen gebied gelegen is, € 296,- per belastingobject, per jaar. Het aangewezen gebied dat op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart is aangeduid binnen de blauwe lijn bestaat uit de navolgende straten:

    • -

      Schenkeldijk: tot parkeerterrein Spui;

    • -

      Spui: vanaf parkeerterrein Spui tot Boompjesstraat;

    • -

      Bosweg: vanaf Boskade tot Gruttostraat;

    • -

      Boskade: vanaf Boompjesstraat tot Bosweg;

    • -

      Sportlaan: vanaf Trambaan tot Saturnusstraat;

    • -

      Achterstraat: vanaf Molenstraat tot Julianastraat;

    • -

      Stockholmplein;

    • -

      Trambaan: vanaf Oranjestraat tot Oud Bonaventurasedijk;

    • -

      Oude Havenweg: vanaf de Schoolstraat tot Oud Bonaventurasedijk;

    • -

      Schoolstraat: vanaf Kerkstraat tot Trambaan;

      Nieuwestraat: vanaf Oud Bonaventurasedijk tot Leeuwerikstraat;

    • -

      Kerkstraat;

    • -

      Boompjesstraat: vanaf Molenstraat tot Schenkeldijk;

    • -

      Molenstraat: vanaf Kerkstraat tot Jaagpad;

    • -

      Jaagpad: vanaf Boompjesstraat tot Molenstraat;

    • -

      Oranjestraat: vanaf Molenstraat tot Trambaan;

    • -

      Striene 1.

  • 2. Als het belastingobject in tariefgebied B gelegen is wordt de in het eerste lid genoemde belasting verhoogd met € 74,- per belastingobject per jaar. Tariefgebied B wordt op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart aangeduid met een roze kleur en bestaat uit de navolgende straten:

    • -

      Kerkstraat;

    • -

      Boompjesstraat: vanaf Molenstraat tot Schenkeldijk;

    • -

      Molenstraat: vanaf Kerkstraat tot Jaagpad;

    • -

      Jaagpad: vanaf Boompjesstraat tot Molenstraat;

    • -

      Oranjestraat: vanaf Molenstraat tot Trambaan.

Artikel 8. Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10. Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 11. Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie op grond van deze verordening is de toepasselijke algemene subsidieverordening Hoeksche Waard niet van toepassing.

Artikel 12. Aanwijzing stichting

De Stichting wordt aangewezen als de stichting bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.

Artikel 13. Subsidieverlening

  • 1. De subsidie wordt jaarlijks door het college verleend aan de Stichting voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. De subsidie wordt verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.

  • 2. De subsidie wordt bepaald op de jaarlijks ontvangen BIZ-bijdragen.

Artikel 14. Subsidieverplichtingen

Naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de Stichting ook andere doel gebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de met de Stichting gesloten uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 15. Subsidievaststelling

  • 1. De Stichting is verplicht om na afloop van het subsidiejaar voor 1 juni de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen stukken te overleggen.

  • 2. De subsidie wordt vastgesteld uiterlijk 8 weken na ontvangst van de in het voorgaande lid genoemde stukken.

Artikel 16. Melding van relevante wijzigingen

De Stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:

  • -

    meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie,

  • -

    een wijziging van de statuten,

  • -

    verandering of beëindiging van activiteiten.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 17. Intrekken oude verordening en overgangsrecht

De Verordening BI-zone Centrum van Strijen 2015“ wordt ingetrokken op de datum van ingang van de heffing, bedoeld in artikel 18, tweede lid, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 18. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Artikel 19. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Bedrijveninvesteringszone Strijen 2020-2025.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2019.

De griffier,

G. de Schipper-Tinga

De voorzitter,

G. Veldhuijzen

Bijlage 1 Kaart behorende bij Verordening bedrijveninvesteringszone Strijen 2020-2025

afbeelding binnen de regeling