Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent monumentensubsidie (Monumentensubsidieverordening 2020 gemeente Hoeksche Waard)

Geldend van 16-07-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent monumentensubsidie (Monumentensubsidieverordening 2020 gemeente Hoeksche Waard)

Hoofdstuk 1 – algemene bepalingen

Artikel 1 begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Bouwhistorisch onderzoek: rapportage waarin de bouw- en gebruiksgeschiedenis van een bouwwerk of structuur wordt vastgesteld, dat naar het oordeel van het college voldoet aan de ‘Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek’ uitgave Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed;

  • 2.

    College: het college van burgemeester en wethouder van de gemeente Hoeksche Waard;

  • 3.

    Eigenaar: een natuurlijke –of rechtspersoon, die in de kadastrale registers als eigenaar, erfpachter of houder van het recht van opstal van een gemeentelijk- of rijksmonument staat ingeschreven;

  • 4.

    Gemeentelijke monument: onroerend monument, dat in overeenstemming met de bepalingen van de Erfgoedverordening 2019 gemeente Hoeksche Waard als gemeentelijk monument is aangewezen;

  • 5.

    Incidentele subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor een van tevoren bepaalde tijd subsidie wil verstrekken;

  • 6.

    Onderhoudswerkzaamheden: onderhoudswerkzaamheden, die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de monumentale waarden van een gemeentelijk monument;

  • 7.

    MonumentenWacht Zuid-Holland: organisatie die eigenaren en beheerders helpt met het onderhouden van hun monument door onder andere het uitvoeren van bouwkundige inspecties;

  • 8.

    Publieksbereik van Hoeksche Waards erfgoed: activiteiten of projecten die de geschiedenis van de Hoeksche Waard zichtbaar maken met als doel het bevorderen van (educatieve) publiekswerving;

  • 9.

    Redengevende omschrijving: een beschrijving van de op dat moment bestaande situatie van het exterieur (en interieur) van een monument of cultuurhistorische waarden met daarin opgenomen een waarde stelling volgens de waarderingscriteria voor cultureel erfgoed;

  • 10.

    Rijksmonument: monument dat is ingeschreven in het rijksmonumentenregister als bedoeld in artikel 3.3 Erfgoedwet;

  • 11.

    Subsidiabele kosten: kosten die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de monumentale waarden van een gemeentelijk monument zoals beschreven in een redengevende omschrijving.

Artikel 2 reikwijdte

Deze verordening is van toepassing op subsidieaanvragen voor:

  • 1.

    Onderhoudswerkzaamheden aan een gemeentelijke monument, die beogen de monumentale waarde van het gemeentelijk monument in stand te houden;

  • 2.

    Het uit laten voeren van bouwhistorisch onderzoek bij een gemeentelijke monument of een rijksmonument wanneer dit een verplichting is bij het aanvragen van een omgevingsvergunning;

  • 3.

    Activiteiten die bijdragen aan het vergroten van het publieksbereik van erfgoed die uitgevoerd worden bij een gemeentelijke monument of een rijksmonument.

Artikel 3 subsidieplafond

De gemeenteraad stelt ieder kalenderjaar bij de behandeling van de begroting een subsidieplafond vast als bedoeld in artikel 6 van de Algemene Subsidieverordening voor de in deze verordening beschreven subsidiemogelijkheden.

Hoofdstuk 2 – subsidiemogelijkheden

Artikel 4 subsidie voor onderhoud aan gemeentelijke monumenten

  • 1. Gemeente Hoeksche Waard vergoedt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten voor het onderhoud aan een gemeentelijk monument met een maximum van €1.500,-- per jaar aan de eigenaar van een gemeentelijk monument. Het meerdere van de subsidiabele kosten wordt niet vergoed.

  • 2. De subsidie zoals in lid 1van dit artikel beschreven kan in één keer voor een periode van 3 jaar worden verleend met een maximum van € 4.500,--;

  • 3. Gemeente Hoeksche Waard vergoedt bij zelfwerkzaamheden voor het onderhoud aan een gemeentelijk monument subsidie voor alleen de materiaalkosten met een maximum van € 1.500,-- per jaar.

  • 4. De subsidie zoals in lid 3 van dit artikel kan in één keer voor de periode van 3 jaar worden verleend met een maximum van € 4.500,-;

  • 5. Gemeente Hoeksche Waard vergoedt, op aanvraag van de eigenaar van een gemeentelijk monument, de kosten van een jaarabonnement op de MonumentenWacht Zuid-Holland;

  • 6. Het toewijzen van subsidieaanvragen wordt op volgorde van ontvangst afgehandeld. Een aanvraag wordt in deze volgorde behandeld als de aanvraag voldoet aan de indieningsvereisten voor het in behandeling nemen van de aanvraag. Goedgekeurde aanvragen die door het bereiken van het subsidieplafond dat jaar niet in behandeling kunnen worden genomen, kunnen meegenomen worden in het daarop volgende kalenderjaar.

Artikel 5 subsidie voor bouwhistorisch onderzoek

  • 1. Gemeente Hoeksche Waard vergoedt voor het laten uitvoeren van een bouwhistorisch onderzoek aan een gemeentelijk monument of een rijksmonument 50% van de kosten met een maximum van € 1.600,-- wanneer een bouwhistorisch onderzoek een indieningsvereiste is bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning. Het meerdere van de subsidiabele kosten wordt niet vergoed;

  • 2. Het toewijzen van subsidieaanvragen wordt op volgorde van ontvangst afgehandeld. Een aanvraag wordt in deze volgorde behandeld als de aanvraag voldoet aan de indieningsvereisten voor het in behandeling nemen van de aanvraag. Goedgekeurde aanvragen die door het bereiken van het subsidieplafond dat jaar niet in behandeling kunnen worden genomen, kunnen meegenomen worden in het daarop volgende kalenderjaar.

Artikel 6 incidentele subsidie vergroten publieksbereik Hoeksche Waards erfgoed

  • 1. Gemeente Hoeksche Waard verstrekt een éénmalige subsidie voor het uitvoeren van een project van een eigenaar van een gemeentelijk- of een rijksmonument wanneer de activiteiten een bijdrage leveren aan het vergroten van publieksbereik van het Hoeksche Waardse erfgoed;

  • 2. Gemeente Hoeksche Waard subsidieert 50% van kosten met maximum van €10.000,- per jaar. Het meerdere van de subsidiabele kosten wordt niet vergoed.

  • 3. Het toewijzen van subsidieaanvragen wordt gedaan aan de hand van de door het college vastgestelde beoordelingscriteria;

  • 4. Een project dat door het bereiken van het subsidieplafond dat jaar niet in behandeling kan worden genomen, kan opnieuw ingediend worden voor het daarop volgende kalenderjaar.

Hoofdstuk 3 – subsidie aanvragen

Artikel 7 aanvraag

Om in aanmerking te komen voor subsidie dient de eigenaar een schriftelijk verzoek in bij het college.

Artikel 8 aanvraagtermijn

  • 1. Subsidieaanvragen voor onderhoudswerkzaamheden zoals bedoeld in artikel 4 van deze verordening kunnen het gehele jaar worden ingediend;

  • 2. Subsidieaanvragen voor bouwhistorisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 5 van deze verordening kunnen het gehele jaar worden ingediend;

  • 3. Subsidieaanvragen voor incidentele subsidie voor het vergroten van het publieksbereik van Hoeksche Waards erfgoed zoals bedoeld in artikel 6 van deze verordening kunnen 1 keer per jaar worden aangevraagd. Aanvragen dienen voor 1 juni aangevraagd te worden voor het eerstvolgende jaar.

Artikel 9 inhoud van de aanvraag

Subsidieaanvragen moeten ingediend worden met het daarvoor vastgestelde formulier.

Hoofdstuk 4 – subsidievoorwaarden

Artikel 10 subsidievoorwaarden

Het verlenen van subsidies wordt gedaan onder de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Van de begroting en gelden die nog niet zijn vastgesteld door de gemeenteraad;

  • 2.

    Slechts de werkelijke kosten op basis van nacalculatie worden vergoed;

  • 3.

    Betalingsbewijzen van instandhoudingssubsidie en bouwhistorisch onderzoek, waaruit blijkt dat de betalingen zijn gedaan ten behoeve van het monument in het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • 4.

    Een onverschuldigd betaalde subsidie kan op grond van artikel 4:57 Algemene wet bestuursrecht worden teruggevorderd.

Artikel 11 weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd als:

  • 1.

    De uitvoer van activiteiten of werkzaamheden is gestart voordat de aanvrager van het college een beschikking tot subsidieverlening heeft ontvangen, dan wel bericht heeft gekregen welke kosten als subsidiabele kosten zijn aangemerkt;

  • 2.

    Een omgevingsvergunning vereist is volgens de Wabo of Erfgoedverordening gemeente Hoeksche Waard 2019 en deze niet is verleend;

  • 3.

    De kosten op grond van een verzekeringsovereenkomst gedekt zijn;

  • 4.

    Dezelfde werkzaamheden of activiteiten zoals bedoeld in artikel 4, 5 en 6 van deze verordening in de afgelopen 5 kalenderjaren al voor subsidie in aanmerking zijn gekomen;

  • 5.

    Door het verlenen van subsidie het in artikel 3 genoemde subsidieplafond wordt overschreden;

  • 6.

    Subsidie wordt niet verstrekt wanneer:

    • a.

      Het geheel van activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden of worden uitgevoerd in het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft;;

    • b.

      De subsidie niet wordt aangewend voor het doel waarvoor die verleend wordt;

    • c.

      De aanvrager niet voldoet aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden;

    • d.

      De aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording aflegt over de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn;

    • e.

      Met het treffen van de voorzieningen voor instandhouding het belang van het monument niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

    • f.

      Blijkt dat de eigenaar onjuiste gegevens heeft verstrekt of indien de gestelde voorwaarden in of krachtens deze regeling niet zijn nageleefd.

  • 7.

    Het college kan een verleende of vastgestelde subsidie met inachtneming van redelijke termijn geheel of gedeeltelijk wijzigen, dan wel geheel intrekken als:

    • a.

      Er feiten of omstandigheden bekend worden waarvan het college bij het verlenen of vaststellen van de subsidie niet op de hoogte was of redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn, en op grond waarvan de subsidie niet verleend zou zijn, of niet of anders zou zijn vastgesteld;

    • b.

      De feiten of omstandigheden zich in overwegende mate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidieactiviteit verzetten;

    • c.

      De subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;

    • d.

      De subsidieverlening of subsidievaststelling anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of redelijker wijs behoorde te weten;

    • e.

      Het geheel van activiteiten of het project waarvoor de subsidie is verleend niet, of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden, dan wel niet of niet geheel zijn of worden uitgevoerd;

    • f.

      De subsidieontvanger na de vaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • g.

      De subsidieontvanger de subsidie niet aanwendt waarvoor de subsidie is bedoeld;

Hoofdstuk 5 – subsidieverlening

Artikel 13 beslistermijn

  • a. Het college besluit binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag;

  • b. Deze termijn kan het college verlengen met maximaal 6 weken, mits zij de aanvrager daarvan kennis geeft binnen de gestelde termijn van 8 weken;

  • c. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Hoofdstuk 6 – subsidievaststelling

Artikel 14 subsidieverantwoording

In de beslissing tot het verlenen van de subsidie wordt vermeld op welke datum en op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie moet verantwoorden.

Artikel 15 subsidievaststelling

  • 1. Het college besluiten binnen 8 weken na ontvangst van de betalingsbewijzen om de subsidie vast te stellen en uit te betalen. :

    • a.

      Deze termijn kan het college verlengen met maximaal 6 weken, mits zij de aanvrager daarvan kennis geeft binnen de gestelde termijn van 8 weken;

    • b.

      Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

  • 2. De subsidie wordt uitgekeerd binnen 4 weken na de subsidievaststelling.

Hoofdstuk 7 – slotbepalingen

Artikel 16 afwijkingen

Het college kan bepalingen uit deze verordening buiten beschouwing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing gelet op het belang van het beschermen van gemeentelijke- en rijksmonumenten leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 17 overgangsbepalingen

Deze verordening is niet van toepassing op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend, vastgesteld of verleend.

Artikel 18 inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Hier kunnen we ook de voormalige verordeningen in laten trekken. Dan hoeft dat niet apart in het raadsbesluit. Dan is in de verordening ook duidelijk welke verordeningen worden vervangen door deze verordening .

Artikel 19 citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Monumentensubsidieverordening 2020 gemeente Hoeksche Waard’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Hoeksche Waard , 12 mei 2020

De griffier,

………………

De voorzitter,

………………..

Ondertekening