Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent welzijn (Uitvoeringsregeling welzijn Gemeente Hoeksche Waard 2020)

1. ASV: vastgestelde Algemene subsidieverordening Hoeksche Waard 2020;

2. Huisvestingslasten: directe en minder beïnvloedbare vastgoedverplichtingen als de huursom, hypotheek en Ontroerende Zaak Belasting en indirecte, meer beïnvloedbare huisvestingslasten al servicekosten, energie- en schoonmaakkosten en (periodieke) onderhoudskosten;

3. Inwoner: een inwoner van gemeente Hoeksche Waard;

4. Jaarrekening: de balans en de winst- en verliesrekening en een toelichting op beide;

5. Gemeente: gemeente Hoeksche Waard;

6. Subsidieontvanger: de penvoerder van de subsidieaanvraag; niet zijnde st. Welzijn Hoeksche Waard;

7. Prestatieafspraak: afspraak over de prestatie te leveren door subsidieontvanger;

8. Productief partnerschap: een subsidieverstrekking gebaseerd op vooraf vastgestelde maatschappelijke effecten;

9. Reserves: verschillende afgezonderde vermogensbestandsdelen, die al dan niet met het oog op het realiseren van een vooraf bepaald doel zijn gevormd;

10. Subsidiebeschikking: besluit door gemeente op een subsidieaanvraag, waarin financiële ondersteuning voor een specifiek doel in de vorm van een subsidie al dan niet wordt toegekend;

11. Participeren: deelnemen aan het maatschappelijke verkeer;

12. Welzijnswerk: laagdrempelige maatschappelijke activiteiten en diensten die in het algemeen gericht zijn op het versterken van de sociale cohesie binnen de samenleving en meer specifiek gericht zijn op het stimuleren van alle inwoners van wie het psychosociale welzijn wordt bedreigd of verminderd, tot participeren in sociale verbanden en om regie op het eigen leven te voeren;

13. Zelfredzaamheid: het vermogen van mensen om zichzelf te redden, eventueel met hulp van diens sociale netwerk met zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg.

1. Deze uitvoeringsregels welzijn vormen de basis voor de door gemeente af te geven beschikking tot subsidieverlening en subsidievaststelling op basis van productief partnerschap en heeft tot doel:

• a.

  afspraken vast te leggen over de subsidierelatie, gericht op de ontwikkeling en uitvoering van het welzijnswerk in gemeente en wederzijdse rechten en plichten te expliciteren;

• b.

  afspraken vast te leggen over het overleg tussen gemeente en subsidieontvanger.

2. Binnen het productief partnerschap bestaat de volgende rolverdeling:

• a.

  gemeente is als subsidieverstrekker de regisseur op het gebied van welzijnsbeleid, eindverantwoordelijk voor de formulering van de beoogde maatschappelijke effecten en daarmee samenhangende prestatieafspraken;

• b.

  subsidieontvanger is als maatschappelijk partner die het gemeentelijke welzijnsbeleid mede uitvoert, verantwoordelijk om waar mogelijk met lokale en regionale samenwerkingspartners actief uitvoering te geven aan de prestatieafspraken.

1. gemeente wil met de subsidieverlening en onderliggende prestatieafspraken op het gebied van welzijnswerk de volgende maatschappelijke effecten binnen de Hoeksche Waard bereiken:

• a.

  Jongeren ontwikkelen zich tot zelfredzame adolescenten en (jong-)volwassenen. Welzijnswerk draagt bij aan een positief opvoed- en opgroeiklimaat binnen de Hoeksche Waard en stimuleert jongeren in hun (talent-)ontwikkeling waar nodig.

• b.

  (Kwetsbare) inwoners participeren in onze samenleving en zijn met of zonder hulp zelfredzaam. Welzijnswerk helpt kwetsbare inwoners met het versterken van hun zelfredzaamheid en stimuleert inwoners te participeren in sociale verbanden.

• c.

  Vrijwilligerswerk door jong en oud is en blijft een belangrijk pijler binnen de Hoeksche Waardse samenleving. Welzijnswerk stimuleert, versterkt en ondersteunt inwoners om zich in te (blijven) zetten als (zorg-)vrijwilliger.

1. Subsidieontvanger dient op basis van de ASV geldende termijnen de subsidieaanvraag in bij gemeente voor de activiteiten via het door de gemeente vastgestelde format.

2. Bij de subsidieaanvraag wordt ten minste gevoegd:

• a.

  een voorstel van aanpak met bijbehorende activiteiten per gewenst maatschappelijk effect, waarbij rekening wordt gehouden met lokale trends en ontwikkelingen,

• b.

  onderbouwd met een detailbegroting van de uitvoeringskosten, en indien van toepassing de werkelijke indirecte en directe huisvestingslasten.

3. Gemeente beslist op de subsidieaanvraag binnen de in de ASV vastgelegde termijnen en legt bij een positieve beschikking de (prestatie-)afspraken vast in de subsidiebeschikking.

1. Voor de bekostiging van de door subsidieontvanger te leveren prestatieafspraken op het gebied van welzijnsactiviteiten stelt gemeente binnen de subsidiebeschikking een maximale subsidiebedrag beschikbaar op basis van de prestatieafspraken.

2. Gemeente legt in de subsidiebeschikking de hoogte en de eventuele termijnen van bevoorschotting van de subsidie vast.

3. De eventuele loonkosten zijn inbegrepen in het maximale subsidiebedrag.

4. De eventuele huisvestingslasten zijn inbegrepen in het maximale subsidiebedrag.

5. Gemeente zal bij subsidie voor welzijnsactiviteiten al dan niet structureel geen jaarlijkse indexatie toepassen, tenzij in de subsidiebeschikking anders staat vermeld.

1. Subsidieontvanger van een incidentele subsidie doet een aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk binnen 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, en levert aan gemeente daarvoor een inhoudelijke en financiële rapportage aan, tenzij in de subsidiebeschikking anders staat vermeld.

2. Subsidieontvanger van een structurele subsidie doet een aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk op 1 juni van het jaar dat volgt op het betrokken kalenderjaar en levert aan gemeente daarvoor een inhoudelijke en financiële rapportage over het voorafgaande hele kalenderjaar aan.

3. De inhoudelijke en financiële rapportage sluit aan bij de betreffende subsidiebeschikking.

4. In de inhoudelijke rapportage blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en in hoeverre de prestatieafspraken zijn behaald.

5. In de financiële rapportage wordt in ieder geval zichtbaar:

• a.

  de geldstromen vanuit de gemeentelijke subsidie en andere bronnen;

• b.

  de per beoogd maatschappelijk effect beschikbaar gestelde subsidie en de werkelijke besteding;

• c.

  de personele inzet, indien van toepassing;

• d.

  de werkelijke indirecte en directe huisvestingslasten, indien van toepassing;

• e.

  de beloningsstructuur voor bestuurder(s) en leden van de raad van toezicht, indien van toepassing;

• f.

  eventuele stortingen en onttrekkingen aan de reserves, met toelichting, indien van toepassing.

6. Gemeente stelt de subsidie vast binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag tot subsidievaststelling.

7. Gemeente toetst aan de hand van de inhoudelijke en financiële rapportage van de subsidieontvanger, of aan de (prestatie-)afspraken vanuit de subsidiebeschikking is voldaan.

8. Bij negatieve afwijkingen heeft gemeente het recht de subsidie lager vast te stellen dan verleend, tenzij subsidieontvanger kan aantonen dat de oorzaken van de afwijking buiten haar invloedssfeer liggen.

9. De subsidie kan lager worden vastgesteld, onverminderd het bepaalde in de ASV, indien:

• a.

  de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

• b.

  de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

• c.

  de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;

• d.

  de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

10. Als gemeente vaststelt dat subsidieontvanger de prestatieafspraken vanuit de subsidiebeschikking voor structurele subsidie heeft voldaan, mag subsidieontvanger een eventueel overschot aan subsidie behouden binnen de reserves, zoals opgenomen in artikel 7.

1. Subsidieontvanger van een structurele subsidie beheert haar reserves in de vorm van bestemmingsreserves op basis van een beheerplan, met oog op risico’s op (toekomstige) onttrekkingen.

2. De reserves bedragen in totaal maximaal 10% van het jaarlijkse subsidiebudget, tenzij in de subsidiebeschikking anders staat vermeld.

3. Eventueel (exploitatie-)tekorten op de jaarrekening komen voor ten laste van de opgebouwde reserves van subsidieontvanger.

1. Deze uitvoeringsregel welzijn treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin zij worden geplaatst.

2. Deze uitvoeringsregel wordt aangehaald als: ‘Uitvoeringsregeling welzijn Gemeente Hoeksche Waard 2020’.