Regeling vervallen per 01-01-2022

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent maatschappelijk participeren (Beleidsregels Meedoen Hoeksche Waard)

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent maatschappelijk participeren (Beleidsregels Meedoen Hoeksche Waard)

Het college van de gemeente Hoeksche Waard;

gelet op het bepaalde in het artikel 35 van de Participatiewet;

overwegende dat het vaststellen van beleidsregels bijdraagt aan uniformiteit daar waar het kan en maatwerk daar waar nodig;

gelezen het advies van Adviesraad Sociaal Domein Hoeksche Waard;

Besluit vast te stellen de:

Beleidsregels Meedoen Hoeksche Waard

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1.Algemene bepalingen

Hoofdstuk 2.Meedoen algemeen

Hoofdstuk 3.Meedoenregeling voor kinderen tot 18 jaar

Hoofdstuk 4. Meedoenregeling voor volwassene van 18 jaar en ouder

Hoofdstuk 5. Overige bepalingen en inwerkingtreding

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

Begripsomschrijvingen

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Verordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Hoeksche Waard en/of de Participatiewet.

Artikel 1. Nadere begripsbepaling meedoen

  • a. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard;

  • b. de wet: de Participatiewet;

  • c. de inwoner: de alleenstaande, alleenstaande ouder of gezin, als bedoeld in artikel 4 van de Participatiewet

  • d. Ten laste komend kind(eren): Het kind, jonger dan 18 jaar, voor wie de alleenstaande ouder of de gehuwde aanspraak op kinderbijslag kan maken.

  • e. inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet of het inkomen waarover redelijkerwijs beschikt kan worden, als er sprake is van:

    • 1.

      een beslaglegging of getroffen betalingsregeling en de inwoner aan kan tonen dat er geen andere schuldenproblematiek aanwezig is of dat hij/zij professionele hulp krijgt of heeft aangevraagd om de schuldenproblematiek op te lossen: of

    • 2.

      een minnelijke schuldregeling of een WSNP traject. Waarbij het Vrij te laten bedrag (VTLB) wordt gelijkgesteld aan de hoogte van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • f. norm: de toepasselijke norm zoals bedoeld in artikel 20, 21, 22, 22a, 23 en 24 van de wet;

  • g. vermogen: het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet;

  • h. “om niet”: de tegemoetkoming die wordt gegeven en in principe niet terug betaald hoeft te worden.

  • i. maatschappelijke participatie: ten volle meedoen in de samenleving, door deelname aan sportieve- en sociaal-culturele activiteiten;

  • j. kindpakket: tegemoetkoming van schoolkosten en maatschappelijk participatie kinderen.

  • k. digitaal apparaat: een desktop, laptop, chromebook of tablet met toebehoren zoals software en/of een printer/smartphone;

  • l. fiets: een fiets met toebehoren zoals een helm en fietstassen;

  • m. peildatum: datum van aanvraag;

  • n. kalenderjaar: periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • o. schooljaar: periode van 1 augustus tot en met 31 juli;

Hoofdstuk 2. Meedoen

Artikel 2. Algemeen

  • 1. Het college kan een tegemoetkoming geven aan inwoners voor de kosten van maatschappelijk participeren. Voor de ten laste komende kind(eren) van de inwoner kan een tegemoetkoming worden gegeven voor de kosten zoals genoemd in hoofdstuk 3 van deze beleidsregels.

  • 2. Het inkomen, zoals bedoeld in artikel 1e, van de inwoner mag niet hoger zijn dan 130% van de norm en het vermogen mag niet hoger zijn dan het vrij te laten vermogen, ingevolge artikel 34 van de wet.

  • 3. De tegemoetkoming wordt aan de inwoner uitbetaald tenzij anders vermeld.

  • 4. De tegemoetkomingen beschreven in deze beleidsregels worden “om niet” gegeven.

  • 5. De inwoner kan een aanvraag, volgens deze regeling, schriftelijk of digitaal indienen volgens het daarvoor bestemde aanvraagformulier. Dit formulier wordt beschikbaar gesteld op onze website of kan telefonisch worden aangevraagd.

Hoofdstuk 3. Meedoen voor kinderen tot 18 jaar

Artikel 3 - Doelgroep

Het ten laste komend kind(eren) dat ten tijde van de aanvraag woonachtig is in de Hoeksche Waard en waarvan de ouders voldoen aan de voorwaarden gesteld onder artikel 2, lid 2.

Artikel 4 - Bijdrage voor Maatschappelijke Participatie

  • 1. Kinderen van 0 tot 18 jaar kunnen in aanmerking komen voor een bijdrage in de kosten van maatschappelijke participatie van € 100,00 per jaar (per kind).

  • 2. De bijdrage voor maatschappelijke participatie kan één keer per kalenderjaar worden aangevraagd in het kalenderjaar waarop de bijdrage betrekking heeft.

  • 3. De bijdrage wordt zonder aantoonplicht van de gemaakte kosten uitbetaald en er vindt geen controle achteraf plaats. De hoogte van de jaarlijkse tegemoetkoming en het doel van de verstrekking maakt het aannemelijk dat de bijdrage volledig wordt besteed aan de kosten van het maatschappelijke participeren.

Artikel 5 - Vergoeding voor sport- en sociaal culturele activiteiten

Naast de in artikel 4 genoemde bijdrage kan een bijdrage voor sport- of sociaal-culturele activiteiten voor ten laste komende kinderen, zoals genoemd in artikel 2, in de leeftijd van 4 tot 18 jaar, worden aangevraagd via de intermediairs van het Jeugdfonds Sport & Cultuur Zuid-Holland. Het Jeugdfonds Sport & Cultuur Zuid-Holland zorgt dat de tegemoetkoming rechtstreeks aan de vereniging, sportclub of cultuurorganisatie wordt uitbetaald.

Artikel 6 - Bijdrage schoolkosten basisschool

  • 1. Kinderen uit groep 1 tot en met groep 7 van de basisschool, kunnen in aanmerking komen voor een bijdrage van € 50,00 per schooljaar.

  • 2. Kinderen in groep 8 van de basisschool, kunnen in aanmerking komen voor een bijdrage van € 100,00 per schooljaar.

  • 3. De bijdrage wordt zonder aantoonplicht van de gemaakte kosten uitbetaald en er vindt geen controle achteraf plaats. De hoogte van de jaarlijkse tegemoetkoming en het doel van de verstrekking maakt het aannemelijk dat de bijdrage volledig wordt besteed.

Artikel 7 - Bijdrage schoolkosten voortgezet onderwijs

  • 1. Kinderen die voor de eerste keer zijn toegelaten tot het voortgezet onderwijs (brugklas), kunnen in aanmerking komen voor een eenmalige bijdrage van € 300,00.

  • 2. Kinderen die voortgezet onderwijs volgen, uitgezonderd kinderen in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs, kunnen in aanmerking komen voor een bijdrage van € 50,00 per schooljaar.

  • 3. Kinderen die tijdens het eerste schooljaar van het voortgezet onderwijs huiswerkbegeleiding krijgen, kunnen in aanmerking komen voor een maximale maandelijkse bijdrage van € 50,00 tot een maximum van 6 maanden.

  • 4. Kinderen die tweetalig voortgezet onderwijs volgen, kunnen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming van € 250,00 per schooljaar.

  • 5. Kinderen die voortgezet onderwijs volgen, kunnen in aanmerking komen voor een bijdrage in de kosten van de eigen bijdrage voor een schoolkamp, excursies e.d. tot een maximum van € 100,00 per schooljaar.

  • 6. De bijdrage wordt uitbetaald nadat aangetoond is dat het kind, voortgezet onderwijs volgt (lid 1 en 2), huiswerkbegeleiding nodig heeft (lid 3), tweetalig onderwijs volgt (lid 4), meegaat op excursie of schoolkamp (lid 5).

Artikel 8 – Digitaal apparaat

  • 1. Het huishouden met tenminste één schoolgaand kind, dat in groep 8 van de basisschool of het voortgezet onderwijs volgt, komt in aanmerking voor een digitaal apparaat zoals genoemd in artikel 1 onder k.

  • 2. Voor de aanschaf van een digitaal apparaat en toebehoren wordt maximaal een bedrag van € 350,00 gegeven.

  • 3. Per huishouden wordt maximaal één keer in de periode van 4 jaar een bedrag gegeven als bedoeld in het tweede lid.

  • 4. De bijdrage wordt uitbetaald na overleg van een aanschafbewijs of op voorschotbasis met de voorwaarde dat het aanschafbewijs binnen een te bepalen termijn wordt ingeleverd.

Artikel 9 - Fiets

  • 1. Een kind in groep 8 van de basisschool of leerling is op het voortgezet onderwijs, komt in aanmerking voor een fiets als bedoeld in artikel 1 onder l.

  • 2. Voor de aanschaf van een fiets wordt maximaal € 250,00 gegeven.

  • 3. Per kind wordt maximaal één keer in de periode van 5 jaar een bedrag gegeven als genoemd in het tweede lid.

  • 4. De bijdrage wordt uitbetaald na overleg van een aanschafbewijs of op voorschotbasis met de voorwaarde dat het aanschafbewijs binnen een te bepalen termijn wordt ingeleverd

Hoofdstuk 4. Meedoenregeling voor volwassenen van 18 jaar en ouder

Artikel 10 - Doelgroep

  • 1. De inwoner van 18 jaar en ouder die woonachtig is in de Hoeksche Waard en voldoet aan de voorwaarden gesteld onder artikel 2, lid 2.

Artikel 11 - Bijdrage voor Maatschappelijke Participatie volwassenen

  • 1. Voor maatschappelijke participatie kan het college een bijdrage beschikbaar stellen van maximaal € 100,00 per inwoner.

  • 2. De bijdrage voor maatschappelijke participatie kan één keer per kalenderjaar worden aangevraagd in het kalenderjaar waarop de bijdrage betrekking heeft.

  • 3. De bijdrage wordt zonder aantoonplicht van de gemaakte kosten uitbetaald en er vindt geen controle achteraf plaats. De hoogte van de jaarlijkse tegemoetkoming en het doel van de verstrekking maakt het aannemelijk dat de bijdrage volledig wordt besteed aan de kosten van het maatschappelijke participeren.

Hoofdstuk 5. Overige bepalingen en inwerkingtreding

Artikel 12- Voorliggende voorzieningen

Er kan geen bijdrage worden gegeven voor kosten waarvoor op een andere wijze een vergoeding kan worden verkregen.

Artikel 13 - Maatwerk

Deze inkomensondersteunende regeling is een onderdeel van bijzondere bijstand. Bijzondere bijstand is maatwerk op het gebied van noodzakelijke kosten. Niet de aard van de kosten, maar de individuele omstandigheden van de inwoner bepalen de bijzonderheid van de kosten.

Artikel 14 - Indexering

De bedragen genoemd in deze beleidsregels worden elk jaar op 1 januari aangepast met het percentage waarmee de gemeentebegroting wordt aangepast (prijsindex). Bedragen worden naar boven afgerond op hele euro’s.

Artikel 15 - Hardheidsclausule

Door of namens het college kan met toepassing van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht in bijzondere gevallen ten gunste van de inwoner worden afgeweken van deze beleidsregels, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 16 – Overgangsrecht niet van toepassing

De tegemoetkomingen en de voorwaarden in deze beleidsregels zijn gelijkluidend aan de ingetrokken beleidsregels “Meedoen voor kinderen tot 18 jaar” en de beleidsregels “Maatschappelijke participatie 18 jaar en ouder Hoeksche Waard”. Dit betekent dat er geen noodzaak is om een overgangsrecht op te nemen in deze beleidsregels.

Artikel 17 - Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: “Beleidsregels Meedoen Hoeksche Waard”

Artikel 18 - Inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking, na publicatie, met ingang van 1 januari 2021.

  • 2. Met het in werking treden van deze beleidsregels wordt ingetrokken de “Beleidsregels Maatschappelijke participatie 18 jaar en ouder Hoeksche Waard”.

  • 3. Met het in werking treden van deze beleidsregels worden ingetrokken De ‘Beleidsregels Meedoen voor kinderen tot 18 jaar” voor de gemeenten, Binnenmaas, Oud-Beijerland, Cromstrijen, Korendijk en Strijen, dan wel vervallen van rechtswege per 1 januari 2021.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard, d.d. 15 december 2020.

de secretaris,

de burgemeester

Algemene toelichting

Het is van groot belang dat volwassene en kinderen zich kunnen ontwikkelen en mee kunnen doen in de samenleving, wanneer het huishouden een laag inkomen of problematische schulden heeft.

Gemeenten hebben, samen met maatschappelijke organisaties, een belangrijke rol bij het tegengaan van armoede en armoede onder kinderen.

In deze beleidsregel wordt concreet invulling gegeven aan het begrip maatschappelijke participatie en wordt vormgegeven aan een kindpakket:

  • een bijdrage voor maatschappelijke participatie;

  • vergoeding van deelname aan sportieve of sociaal-culturele activiteiten via het Jeugdfonds Sport & Cultuur

  • een bijdrage voor kosten die het basisonderwijs met zich meebrengt;

  • een bijdrage voor de extra kosten die het eerste jaar van het voortgezet onderwijs meebrengen;

  • een bijdrage voor kosten tijdens de verdere jaren op het voortgezet onderwijs;

  • een bijdrage voor noodzakelijke huiswerkbegeleiding in de brugklas;

  • een bijdrage voor de extra kosten van tweetalig onderwijs;

  • een bijdrage voor deelname aan excursies, schoolkampen, reizen;

  • een bijdrage voor de aanschaf van een fiets;

  • een bijdrage voor de aanschaf van een computer

Artikelsgewijze toelichting.

Artikel 5 en 12 - Bijdrage voor Maatschappelijke Participatie

Deze bijdrage is bedoeld voor deelname aan maatschappelijke activiteiten, in de breedste zin van het woord. Hierbij kan worden gedacht aan (niet limitatief): tijdschriften, boeken, abonnement bibliotheek, internetaansluiting, telefoonkosten, kabeltelevisie, kaartjes voor toneel-, theater- en/of muziekuitvoeringen, bioscoop, excursies, busabonnement enz.

Artikel 6 - Vergoeding voor sport en culturele activiteiten

Het college geeft een bijdrage voor sport- of sociaal -culturele activiteiten voor ten laste komende kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar via het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Hierbij gelden de voorwaarden die door het Jeugdfonds Sport & Cultuur zijn vastgesteld. Aanvragen hiervoor kunnen via, door het Jeugdfonds Sport & Cultuur, aangewezen intermediairs worden ingediend.

Doordat de bijdragen uit het fonds direct worden overgemaakt naar de vereniging of instelling komt de vergoeding rechtstreeks ten goede van het kind.

Artikel 7 - Bijdrage schoolkosten basisonderwijs

Voor kinderen die basisonderwijs volgen is het belangrijk deel te nemen aan extra activiteiten zoals een sinterklaasfeest, een schoolreisje, een schoolkamp, overblijven of een sportdag. Als de activiteit verplicht is mag een kind niet geweigerd worden. Scholen mogen kinderen uitsluiten voor extra activiteiten die geen onderdeel uitmaken van het verplichte lesprogramma zoals schoolreisjes, kerstvieringen en sinterklaasfeesten. Soms leidt dat tot pijnlijke situaties wanneer een kind bijvoorbeeld niet mee kan op schoolreis. Dit is een onwenselijke situatie.

Artikel 8 - Bijdrage schoolkosten voorgezet onderwijs

Kinderen die het voortgezet onderwijs gaan volgen en in dit kader in de zogenoemde brugklas terecht komen maken dit eerste jaar vaak extra kosten. Te denken valt aan een atlas, een schooltas, een smartphone of chromebook, gymkleding, een rekenmachine en woordenboeken. Eenmalig kan hiervoor een bijdrage worden gegeven. Ook de jaren na de brugklas zijn er kosten.

Sommige kinderen hebben in de brugklas nog moeite met het op een goede manier leren en maken van hun huiswerk. De juiste leermethode is nog niet gevonden of de huiswerkplanning blijft uit. Huiswerkbegeleiding kan dan een uitkomst zijn. De kosten (ongeveer € 50,00 per maand) kunnen een belemmering zijn aan huiswerkbegeleiding deel te nemen. Reden om hiervoor een bijdrage op te nemen in deze beleidsregels gedurende de eerste 6 maanden van het voortgezet onderwijs. Deze bijdrage wordt op declaratiebasis betaald.

Met tweetalig onderwijs kunnen kinderen zich beter voorbereiden op een toekomstige studie of op een loopbaan in een internationaal georiënteerde maatschappij. Tweetalig onderwijs kan gevolgd worden in de Hoeksche Waard. Deze vorm van onderwijs brengt jaarlijks extra kosten met zich mee. Om ook kinderen uit minder draagkrachtige gezinnen de kans te geven hun talenten ten volle te benutten kan voor deze extra kosten kan jaarlijks een bijdrage van € 250,00 gegeven worden. Deze bijdrage wordt op declaratiebasis betaald.

In het voortgezet onderwijs is sprake van (jaarlijkse) één- of meerdaagse uitstapjes of excursies. Hiervoor wordt in het algemeen een eigen bijdrage gevraagd van ouders.

Om het mogelijk te maken om kinderen ook aan deze vorm van participatie deel te laten nemen is er de mogelijkheid een bijdrage van € 100,00 toe te kennen per kalenderjaar op declaratiebasis.

Artikel 9+10 Digitaal apparaat en fiets

Ouders van schoolgaande kinderen worden, met name na overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs, geconfronteerd met de kosten van het aanschaffen van een digitaal apparaat. Ook is een fiets in een landelijk gebied als de Hoeksche Waard noodzakelijk. Voortgezet onderwijs is niet in ieder dorp in de Hoeksche Waard voorhanden, kinderen moeten daarom over een vervoersmogelijkheid beschikken om voortgezet onderwijs te kunnen volgen.

De hoge aanschafkosten voor een (functionele) computer of fiets voor schoolgaande kinderen vormen voor ouders met een laag inkomen meestal een probleem. De ouders met een laag inkomen kunnen dan ook een bijdrage in de kosten aanvragen.

Uitbetaling van de bijdrage vindt plaats na overleg van een betalingsbewijs. Omdat het voor mensen met een laag inkomen meestal onmogelijk is een dergelijk bedrag voor te schieten kan ook volstaan worden met een pro forma nota. In dat geval wordt de bijdrage uitbetaald aan de leverancier. Het verstrekken van een voorschot is een andere mogelijkheid.

Artikel 13 - Voorliggende voorzieningen

Dit artikel is bedoeld om dubbele bijdragen in dezelfde kosten uit verschillende bronnen te voorkomen.

Artikel 14 - Maatwerk

De omstandigheden bepalen de noodzaak, als deze regels niet voorzien dan moet er maatwerk worden toegepast op grond van de bijzondere bijstand.

Artikel 16 - Indexering

Jaarlijks worden de bedragen in deze beleidsregels geïndexeerd. Het index percentage kan opgevraagd worden bij financiën, omdat er aangesloten wordt op de systematiek (prijsindex) die gebruikt wordt voor de begroting.