Regeling vervallen per 13-07-2010

Beleidsregels Jeugd en Jongeren

Geldend van 01-01-2010 t/m 12-07-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Beleidsregels Jeugd en Jongeren

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hof van Twente, gelet op het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening, alsmede op artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht,

 

besluit:

  • I.

    n te trekken de beleidsregels “Subsidieverstrekking deelbeleidsterrein Jeugd en Jongeren” vastgesteld d.d. 22 december 2009

  • II.

    vast te stellen de beleidsregels “Jeugd en Jongeren”.

Regel 1 Begripsbepaling

Verordening: de Algemene Subsidieverordening vastgesteld door de raad op 16 december 2008

 

Regel 2 Werksoorten

Het deelterrein jeugd en jongeren omvat de volgende werksoorten:

  • - Scouting;

  • - Jeugdcircus Caroly;

  • - Plattelandsjongerenorganisaties;

  • - Jeugdactiviteiten;

  • - Overige instellingen;

  • - Halt;

  • - Stichting Beheer Pand van Janna;

  • - Jongerenactiviteiten (12 tot en met 18 jaar);

  • - Centrum voor Jeugd en Gezin.

 

Regel 3 Activiteiten

Met activiteiten zoals genoemd in artikel 2 van de verordening worden die activiteiten bedoeld die gericht zijn op jeugd en jongeren woonachtig in de gemeente Hof van Twente in de leeftijdscategorie 0 tot en met 18 jaar op het gebied van:

  • - ontplooiingsmogelijkheden;

  • - het bevorderen van de gemeenschapszin;

  • - jeugdparticipatie;

  • - activiteiten gericht op ontmoeting;

  • - activiteiten die gericht zijn op recreatie en ontspanning;

  • - deelname van (bestuurs)leden aan kadercursussen en/of trainingen.

Regel 4 Waarderings- en budgetsubsidie

  • 1.

    Een waarderingssubsidie, zoals bedoeld in artikel 3, sub d van de verordening, kan bestaan uit een vast bedrag en eventueel uit een aanvullende subsidie.

  • 2.

    Een vast bedrag kan worden toegekend indien het college het bestaan van de vereniging of instelling waardeert

  • 3.

    Een aanvullende subsidie kan worden toegekend indien de door de instelling te organiseren activiteiten gericht zijn op hetgeen is omschreven in regel 3.

  • 4.

    Een budgetsubsidie, zoals bedoeld in artikel 3, sub c van de verordening, is een subsidie die op het deelbeleidsterrein jeugd en jongeren wordt verstrekt om een instelling die hiertoe door de raad is aangewezen, in de gelegenheid te stellen activiteiten zoals genoemd in regel 3 te ontplooien.

  • 5.

    In het activiteitenplan als bedoeld in artikel 1 van de verordening geeft de instelling aan welke activiteiten zij willen gaan organiseren. Het activiteitenplan dient te zijn voorzien van:

  • a.

    een beschrijving van de doelgroep;

  • b.

    welke activiteiten wanneer worden ontplooid;

  • c.

    informatie omtrent de met de activiteiten beoogde effecten;

  • d.

    een begroting.

  • 6.

    Het college kan nadere aanvullende gegevens verlangen, indien deze nodig zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

  • 7.

    De uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1 van de verordening bevat de inhoudelijke afspraken met betrekking tot prestaties en activiteiten die worden uitgevoerd in relatie tot de subsidie die voor een vastgesteld tijdvak is verleend.

  • 9.

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:68 tot en met 4:72 van de Awb dient  subsidieontvanger de volgende verplichtingen in acht te nemen:

  • a.

    uiterlijk zes maanden na afloop van het vastgestelde subsidietijdvak, rapporteert de subsidieontvanger in hoeverre deze de in de subsidiebeschikking genoemde activiteiten heeft gerealiseerd, een en ander onder overlegging van een financiële verantwoording;

  • b.

    in afwijking van het in lid 1 genoemde, kan het college bepalen dat jaarlijks een activiteitenverslag en financiële verantwoording moet worden overlegd.

 

Regel 5 Grondslagen waarderingssubsidie en budgetsubsidie

  • 1.

    De instelling die voor een waarderingssubsidie in aanmerking komt, krijgt in ieder geval een vast bedrag. Dit bedrag wordt voorafgaand aan de vierjarige subsidieperiode door het college vastgesteld en bekendgemaakt.

  • 2.

    Naast een vast bedrag als bedoeld in lid 1 kan aan een instelling een aanvullende subsidie worden verstrekt, bestaande uit een bedrag per lid. Deze aanvullende subsidie wordt toegekend indien de activiteiten gericht zijn op hetgeen is omschreven in regel 3.

  • 3.

    De grondslagen voor de verschillende werksoorten met betrekking tot een waarderingssubsidie zijn:

  • a.

    Scouting:

    - vast bedrag;

    - aanvullende subsidie op basis van een vast bedrag per jeugdlid.

  • b.

    Jeugdcircus Caroly:

    - vast bedrag;

    - aanvullende subsidie op basis van vast bedrag per jeugdlid.

  • c.

    Plattelandsjongerenorganisaties:

    - vast bedrag;

    - aanvullende subsidie op basis van een vast bedrag per lid.

  • d.

    Speel-o-theek:

    - vast bedrag

    - aanvullende subsidie op basis van aantal kinderen < 12 jaar in kern of buurtschap.

  • e.

    Jeugdactiviteiten:

    - vast bedrag

  • - aanvullende subsidie op basis van aantal kinderen 0 tot en met 12 en/of 12 tot en met 18 jaar in kern of buurtschap.

  • 4.

    Organisaties, zowel binnen als buiten de gemeente Hof van Twente die structurele activiteiten organiseren voor gehandicapten kunnen in aanmerking komen voor een structurele subsidie in de vorm van een vast bedrag per gehandicapt lid dat woonachtig is in de gemeente Hof van Twente.

  • 5.

    Een instelling komt uitsluitend in aanmerking voor een subsidie als bedoeld in lid 2, indien er gemiddeld minimaal 10 actieve deelnemers woonachtig in de gemeente Hof van Twente zijn.

  • 6.

    Voor de plattelandsjongerenorganisaties wordt de leeftijdsgrens 19 jaar niet gehanteerd.

  • 7.

    Bij voorkeur dient er wekelijks een activiteit te worden georganiseerd, maar minimaal 1 keer per maand.

  • 8.

    Indien geen maandelijkse activiteit wordt georganiseerd kan het college besluiten de subsidie neerwaarts bij te stellen.

  • 9.

    De grondslag voor de instelling aan wie een budgetsubsidie wordt toegekend is:

  • a.

    De instelling die per kern activiteiten organiseert voor jongeren in de leeftijd 12 tot en met    18 jaar: een vast bedrag per jongere per kern.

  • b.

    Halt: een vast bedrag per inwoner van de gemeente Hof van Twente.

  • c.

    Stichting Beheer Pand van Janna: ten behoeve van het beheer en de exploitatie van de accommodatie een subsidie op het niveau 2004 totdat nadere regels en grondslagen zijn vastgesteld op basis van het in de periode 2004 tot en met 2006 nader te definiëren gemeentelijke accommodatiebeleid.

  • 10.

    Als peildatum voor de vaststelling van aantal inwoners en/of leden wordt 1 januari van het  jaar voorafgaand aan de vierjaarlijkse subsidieperiode aangemerkt.

  • 11.

    Het Centrum voor Jeugd en Gezin Hof van Twente kan in aanmerking komen voor een budgetsubsidie ten behoeve van de activiteiten op het gebied van preventie en voorlichting.

Regel 6 Incidentele subsidie

  • 1.

    Een incidentele subsidie bedraagt maximaal 35% van de naar het oordeel van het college noodzakelijk te maken kosten ten behoeve van de te organiseren activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd, met een maximum van € 1.000,00. Voor de bepaling van de hoogte van de noodzakelijke kosten wordt rekening gehouden met een redelijke eigen bijdrage en de inkomsten uit andere bronnen.

  • 2.

    Het college kan overeenkomstig artikel 4:84 van de Awb gemotiveerd afwijken van het percentage en van het bedrag genoemd in voorgaand lid.

  • 3.

    Aanvragen worden in volgorde van datum ontvangst afgehandeld.

  • 4.

    De instelling waarvoor een incidentele subsidie wordt vastgesteld dient in de verantwoording als bedoeld in artikel 16 van de verordening in ieder geval aan te geven:

  • a.

    of de met de georganiseerde activiteiten beoogde doelstellingen zijn behaald;

  • b.

    het aantal deelnemers aan de activiteiten;

  • c.

    een financieel overzicht.

Regel 7 Investeringssubsidie

  • 1.

    Bij de beoordeling van aanvragen voor een investeringssubsidie, zoals bedoeld in artikel 3, sub b van de verordening, toetst het college of aanvragen passen binnen de uitgangspunten en denkrichtingen voor het gemeentelijk accommodatiebeleid, zoals neergelegd in de door de gemeenteraad d.d. 10 februari 2004 vastgestelde deelnotitie Accommodatiebeleid.

  • 2.

    Bij de beoordeling van aanvragen voor een investeringssubsidie, zoals bedoeld in artikel 3, sub b van de verordening, wordt de volgende prioriteitsvolgorde gehanteerd:

 

  • a.

    Aanvragen van instellingen voor subsidie voor groot onderhoud van kapitaalswerken of vervangingsinvesteringen van kapitaalswerken waarvan naar het oordeel van het college de redelijke levensduur is verstreken;

Met betrekking tot deze aanvragen wordt de volgende, in zwaarte van gewicht afnemende, prioriteitsvolgorde in acht genomen:

 

  • a.1.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties die een belangrijke rol spelen in de leefbaarheid van kernen;

  • a.2.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties waarin activiteiten plaatsvinden op het terrein van jeugd- en jongerenwerk;

  • a.3.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties waarin organisaties van vrijwilligers gehuisvest zijn.

 

  • b.

    Aanvragen van instellingen voor subsidie ten behoeve de aankoop of eerste stichting van nieuw te realiseren permanente kapitaalswerken;

 

Met betrekking tot deze aanvragen wordt de volgende, in zwaarte van gewicht afnemende prioriteitsvolgorde in achtgenomen:

 

  • b.1.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties die een belangrijke rol spelen in de leefbaarheid van kernen;

  • b.2.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties waarin activiteiten plaatsvinden op het terrein van jeugd- en jongerenwerk;

  • b.3.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties waarin organisaties van vrijwilligers gehuisvest worden.

 

  • c.

    Aanvragen van instellingen voor subsidie voor de eerste inrichting van de accommodatie (roerende goederen) zoals die voor de ‘kerntaak’ van de desbetreffende instelling door het college redelijkerwijze noodzakelijk worden geacht.

 

Met betrekking tot deze aanvragen wordt de volgende, in zwaarte van gewicht afnemende prioriteitsvolgorde in acht genomen:

 

  • c.1.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties die een belangrijke rol spelen in de leefbaarheid van kernen;

  • c.2.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties waarin activiteiten plaatsvinden op het terrein van jeugd- en jongerenwerk;

  • c.3.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties waarin organisaties van vrijwilligers gehuisvest zijn.

Regel 8 Slotbepalingen

Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2010.

 

Regel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels jeugd en jongeren”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 juli 2010.
 
 
de secretaris,                        de burgemeester,
 
 
drs. G. Twickler                        H. Kok