Beleidsregels reiskostenvergoeding minima 2019

Geldend van 01-07-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2019

Intitulé

Beleidsregels reiskostenvergoeding minima 2019

Burgemeester en wethouders van de gemeente Hof van Twente;

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten:

vast te stellen de navolgende beleidsregels reiskostenvergoeding minima Hof van Twente 2019

Hoofdstuk 1 Algemene uitgangspunten

Onderstaande uitgangspunten, uitgesplitst in reizen met het openbaar vervoer en reizen met eigen vervoer, worden bij elke categorie van reiskosten, zoals opgenomen in artikel 4 van deze beleidsregel, in acht genomen.

Ter verduidelijking is onderaan deze beleidsregels een artikelsgewijze toelichting opgenomen.

Artikel 1 Reizen met het openbaar vervoer

1. Reiskosten worden vergoed op basis van de goedkoopst en meest adequate wijze van reizen.

2. Er bestaat recht op reiskostenvergoeding voor het reizen met openbaar vervoer (trein en bus) als de afstand van treinstation naar treinstation 10 kilometer of meer is.

3. Er bestaat geen mogelijkheid tot het vergoeden van de kosten van het aanschaffen van een (persoonlijke) OV-chipkaart.

4. Als er tariefwijzigingen zijn bij openbaar vervoer abonnementen, dan worden deze automatisch aangepast in de reiskostenvergoeding.

Artikel 2 Reizen met eigen vervoer

1. Reiskosten met eigen vervoer worden vergoed op basis van de goedkoopst en meest adequate reis.

2. De reisafstand wordt bepaald aan de hand van de kortste route met de online ANWB-routeplanner.

3. Er bestaat recht op reiskostenvergoeding voor het reizen met eigen vervoer als de reisafstand van woonadres naar de eindbestemming 10 kilometer of langer is.

4. De hoogte van de reiskostenvergoeding wordt bepaald aan de hand van het Handboek Loonheffingen, thema vervoer en reiskosten, eigen vervoer van de belastingdienst.

Hoofdstuk 2 Categorieën van reiskosten

Artikel 3 Categorieën

Voor de volgende categorieën van reiskosten is een vergoeding mogelijk:

1. Internationale Schakelklas (ISK)

2. Inburgering

3. Traject in het kader van participatie, re-integratie en werkervaringsplaatsen

4. Schoolgaande kinderen

5. Ziekenhuisopname- en/of controle

6. Overige (incidentele) reiskosten

Artikel 4 Voorwaarden

1. Om voor vergoeding van reiskosten in aanmerking te kunnen komen moet het volgende in acht worden genomen:

a. Voor reiskosten van de categorieën 1, 4, 5 en 6 moet een aanvraag voor bijzondere bijstand in worden gediend bij het college. De vergoeding van reiskosten uit de categorieën 2 en 3 wordt ambtshalve beoordeeld vanuit het betreffende traject.

b. Van de te maken of gemaakte kosten moeten bewijsstukken worden ingediend.

c. Voor reiskosten van categorieën 5 en 6 moet eerst een declaratieformulier worden ingediend voordat de reiskostenvergoeding wordt uitbetaald.

Artikel 5 Internationale Schakelklas (ISK)

1. Voor deze categorie worden alleen de reiskosten voor openbaar vervoer vergoed.

2. Bij de toekenning van reiskosten gedurende een schooljaar wordt uitgegaan van het goedkoopste adequate abonnement gedurende maximaal 11 maanden.

3. Bij de aanvraag voor reiskostenvergoeding naar ISK moet een bewijs van deelname ISK worden ingediend.

Artikel 6 Inburgering

1. Voor deze categorie worden alleen reiskosten voor openbaar vervoer vergoed en geldt de vergoeding alleen voor de scholing in het kader van inburgering.

2. Bij de toekenning van reiskosten gedurende een schooljaar wordt uitgegaan van het goedkoopste adequate abonnement gedurende maximaal 11 maanden.

3. Als aanvrager aanspraak kan maken op het studentenreisproduct van DUO voor studenten MBO, HBO of universiteit, geldt dat als voorliggende voorziening, ook als aanvrager jonger is dan 18 jaar. Dan wordt geen reiskostenvergoeding verstrekt.

4. Het aantal reisdagen per week / maand wordt vastgesteld aan de hand van de scholingsovereenkomst, het lesrooster, informatie van Vluchtelingenwerk of eventueel een verklaring van de school of de opleidingsinstelling.

5. Er bestaat alleen recht op een reiskostenvergoeding als de inburgeringscursus bij de voor de aanvrager dichtstbijzijnde ROC of opleidingsinstelling wordt gevolgd.

6. Er is recht op reiskostenvergoeding van het dichtstbijzijnde treinstation naar het treinstation van Almelo, Hengelo of Enschede.

Artikel 7 Trajecten participatie / re-integratie en werkervaringsplaatsen

1. De vergoeding wordt individueel beoordeeld op basis van de (persoonlijke) situatie en het vastgestelde en te volgen traject.

2. Als scholing is opgenomen als onderdeel van het traject, dan wordt bij de toekenning van reiskosten gedurende een schooljaar wordt uitgegaan van het goedkoopste adequate abonnement gedurende maximaal 11 maanden.

Artikel 8 Schoolgaande kinderen

1. De regels in dit artikel zijn conform artikel 9 van de beleidsregels bijzondere bijstand Hof van Twente 2018 en zijn voor de volledigheid opgenomen.

2. Er bestaat recht op reiskostenvergoeding voor jeugdigen van 4 tot en met 17 jaar die op 1 augustus van het betreffende jaar voltijd dagonderwijs volgen.

3. Voor deze categorie worden alleen reiskosten voor openbaar vervoer vergoed.

4. Alleen binnen de periode van 1 november tot en met 31 maart kunnen de kosten van het openbaar vervoer voor een schoolgaand kind worden vergoed.

Artikel 9 Ziekenhuisopname- en/of controle

1. Voor het gedeelte van de reiskosten dat door de zorgverzekeraar wordt vergoed, wordt geen vergoeding verstrekt. Dit wordt aangemerkt als voorliggende voorziening.

2. Bij de aanvraag voor reiskostenvergoeding in deze categorie moet een officieel afsprakenoverzicht van het ziekenhuis worden ingediend.

3. Naast de reiskosten voor ziekenhuisopname- en/of controle kunnen ook de kosten voor parkeren worden vergoed.

Artikel 10 Overige (incidentele) reiskosten

De vergoeding van de overige (incidentele) reiskosten wordt individueel beoordeeld op basis van de (persoonlijke) situatie.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 11 Wijzigingen

De belanghebbende moet in ieder geval alle wijzigingen in de reisafstand, het aantal reisdagen per week en de kosten van de reis direct aan het college doorgeven. Dat doet hij in ieder geval uit zichzelf en anders als het college hem daar om vraagt. Op basis daarvan wordt de vergoeding opnieuw beoordeeld.

Artikel 12 Hardheidsclausule

In die gevallen waarin de toepassing van deze beleidsregels leidt tot een onredelijke en/of onbillijke situatie voor de aanvrager, kan het college van de bepalingen in deze beleidsregels afwijken.

Artikel 13 Overgangsrecht

1. Een belanghebbende houdt recht op de reeds toegekende en lopende reiskostenvergoeding, verstrekt voor bekendmaking van deze beleidsregels.

2. Aanvragen die zijn ingediend voor inwerkingtreding van deze beleidsregels en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze beleidsregels, worden afgehandeld krachtens deze beleidsregels.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 juli 2019.

2. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels reiskostenvergoeding minima Hof van Twente 2019.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hof van Twente d.d. 1 oktober 2019.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Hof van Twente,

de secretaris, de burgemeester,

drs. D. Lacroix

drs. H.A.M. Nauta-van Moorsel MPM

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Reizen met het openbaar vervoer

Om de reisafstand van de reis met het openbaar vervoer te berekenen wordt gekeken naar het aantal kilometers van treinstation naar treinstation. Dat betekent niet dat er alleen maar met de trein gereisd kan worden. Op treinstations vertrekken ook bussen en het kan zijn dat het reizen met de bus de meest goedkope en adequate manier van reizen is. Als dat zo is, dan wordt de reiskostenvergoeding bepaald aan de hand van de reiskosten per bus van het treinstation naar treinstation.

Bij een reisafstand van 10 kilometer of langer, wordt de gehele reis vergoed (in bijvoorbeeld de vorm van een abonnement). Omdat het uitgangspunt is dat de reisafstand van treinstation naar treinstation leidend is, bestaat er geen reiskostenvergoeding voor de reisafstand van iemands woonadres naar het dichtstbijzijnde treinstation. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de meeste inwoners van de gemeente Hof van Twente binnen een straal van 10 kilometer van een treinstation woont. Mocht dit in enkele gevallen niet zo zijn, dan wordt daar uiteraard rekening mee gehouden bij het beoordelen van het recht op reiskostenvergoeding.

Artikel 2 Reizen met eigen vervoer

Bij de ANWB-routeplanner zijn er drie autoroute opties mogelijk: “snelste”, “kortste” en “plezier/toeristische”. Bij de beoordeling van een aanvraag om reiskostenvergoeding met eigen vervoer wordt gebruik gemaakt van de optie “kortste”.

In geval van reizen met eigen vervoer worden, bij een reisafstand van 10 kilometer of langer, alle kilometers vanaf 10 kilometer vergoed. Dat betekent dat de eerste 9,9 kilometer voor rekening van de aanvrager komen.

Artikel 3 Categorieën

Er bestaan vergoedingen van reiskosten die maar weinig voorkomen. Daarom is een categorie “Overige (incidentele) reiskosten” opgenomen. Voorbeelden van overige (incidentele) reiskosten zijn:

o Ziekenhuisbezoek i.v.m. (langdurige) opname partner

o Bezoek van ouders aan hun kind dat in een instelling verblijft

Artikel 4 Voorwaarden

Onder sub a van het eerste artikellid staat dat de vergoeding van reiskosten uit de categorieën 2 en 3 ambtshalve wordt beoordeeld vanuit het betreffende traject. Hiermee wordt bedoeld dat de persoon die een traject volgt niet zelf een aanvraag hoeft in te dienen, maar dat ambtshalve wordt beoordeeld door het college of er recht op reiskostenvergoeding bestaat.

Onder sub b van het eerste artikellid wordt gesproken over het indienen van bewijsstukken van de gemaakte kosten. Voorbeelden van bewijsstukken zijn:

o Officieel afsprakenoverzicht van het ziekenhuis;

o Parkeerkaartje;

o Bezoekregeling van de instelling waar iemand (bijv. kind / partner) is opgenomen;

o Een document waaruit blijkt waar en wanneer het examen inburgering is afgelegd;

o Een document waaruit blijkt waar en wanneer de diploma-uitreiking van de inburgering is (geweest).

Artikel 6 Inburgering

Zoals volgt uit lid 1 bij dit artikel is deze categorie van reiskostenvergoeding alleen bedoeld voor de reiskosten die zijn gemaakt voor de scholing in het kader van inburgering. Voor eenmalige reiskosten, zoals bijvoorbeeld de kosten die zijn gemaakt naar de locatie van het inburgeringsexamen, bestaat wel een vergoeding, maar dit valt onder de categorie overige (incidentele) reiskosten zoals opgenomen in artikel 10 van deze beleidsregels.

In het derde artikellid staat dat het studentenreisproduct van DUO een voorliggende voorziening is. Dat betekent dat er geen recht op reiskostenvergoeding bestaat als belanghebbende ook gebruik kan maken van het studentenreisproduct van DUO. Eerst moet daar aanspraak op worden gemaakt voordat er recht bestaat op een reiskostenvergoeding als bedoeld in deze beleidsregels.

In lid zes van dit artikel staat dat er recht bestaat op een vergoeding van reiskosten van het dichtstbijzijnde treinstation naar het treinstation van Almelo, Hengelo of Enschede. De ROC’s in deze steden zijn alle drie op loopafstand van het station, daardoor bestaat er geen recht op reiskostenvergoeding van het treinstation Almelo, Hengelo of Enschede naar het ROC.

Artikel 9 Ziekenhuisopname- en/of controle

In het tweede lid van dit artikel staat dat er een officieel afsprakenoverzicht van het ziekenhuis moet worden ingediend. Dat betekent dat de handgeschreven afsprakenkaart onvoldoende is. Het officiële afsprakenoverzicht kan worden opgevraagd bij het ziekenhuis. Het indienen van het bewijsstuk kan tegelijkertijd met de aanvraag, maar dit mag ook achteraf. De uitbetaling van de reiskosten vindt plaats na het indienen van een declaratie met daarbij het officiële afsprakenoverzicht.