Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening Participatiefonds 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening Participatiefonds 2011

De raad van de gemeente Hof van Twente;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

 

gelet op de artikelen 108 lid 1 en 149 van de gemeentewet

 

besluit:

 

vast te stellen de navolgende Verordening Participatiefonds 2011.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1.

    Deze verordening verstaat onder Participatiefonds de door de raad beschikbaar gestelde middelen waaruit bijdragen worden verstrekt aan bepaalde inwoners van de gemeente voor het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid.

  • 2.

    Deze verordening verstaat onder Aanvrager degene die in aanmerking wenst te komen voor een bijdrage uit het participatiefonds, zijn of haar (huwelijks)partner en de tot het gezin behorende thuiswonende kinderen tot 18 jaar. De aanvrager dient een zelfstandig huishouden te voeren.

  • 3.

    Deze verordening verstaat onder Kind het minderjarig inwonend kind dat ten laste komt van het huishouden van de aanvrager.

Artikel 2 Aanvragen van een bijdrage

  • 1.

    De aanvraag wordt ingediend door middel van een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 2.

    De aanvraag wordt in behandeling genomen indien deze voorzien is van bewijsstukken omtrent:

    • a.

      recent inkomen en vermogen;

    • b.

      bewijs van uitgaven zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van deze verordening.

  • 3.

    Artikel 2 lid 2 onder a is niet van toepassing op

    • a.

      de aanvrager die een uitkering ontvangt op grond van de Wet werk en bijstand (WWB);

    • b.

      de aanvrager die een uitkering ontvangt op grond van de Wet investeren in jongeren (WIJ);

    • c.

      de aanvrager die geheel of gedeeltelijk kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen heeft ontvangen in de 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag participatiefonds.

Artikel 3 Doel van het participatiefonds

Een bijdrage uit het Participatiefonds wordt verstrekt voor uitgaven van de aanvrager die naar oordeel van burgemeester en wethouders gedaan zijn of gedaan worden om deel te nemen aan het maatschappelijk leven, om zodoende de mogelijkheden van participatie te vergroten.

Artikel 4 Beperkingen

  • 1.

    Een bijdrage uit het Participatiefonds wordt niet verstrekt, indien zich één of meer van de volgende situaties voordoen:

    • a.

      met betrekking tot de kosten waarvoor een bijdrage wordt gevraagd, is een voorliggende voorziening aanwezig;

    • b.

      het inkomen van de aanvrager bedraagt meer dan 120% van de op hem van toepassing zijnde uitkeringsnorm op grond van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand/Wet investeren in jongeren;

    • c.

      het vermogen van de aanvrager bedraagt meer dan de bedragen genoemd in artikel 34 lid 3 onder a t/m c van de Wet werk en bijstand;

    • d.

      het vermogen van de aanvrager meer bedraagt dan de bedragen als bedoeld in artikel 7 lid 1 van de Wet investeren in jongeren, waarbij punt c. van dit lid van toepassing is.

  • 2.

    Tot het vermogen van de aanvrager, als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder c wordt slechts gerekend het vermogen dat bestaat uit banktegoeden en contante middelen.

Artikel 5 Indexering

Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks de in hoofdstuk 2 genoemde bijdragen aanpassen op grond van loon- en prijsstijgingen.

Hoofdstuk 2 Voorzieningen

Artikel 6 Sportieve en culturele activiteiten

De bijdrage uit het participatiefonds voor lidmaatschap van een sport- of muziekvereniging, langdurige cursussen e.d. wordt vastgesteld op € 100,00 per persoon per kalenderjaar, ongeacht de daadwerkelijk gemaakte kosten.

Artikel 7 Bibliotheek

De bijdrage uit het participatiefonds voor een abonnement op de bibliotheek wordt vastgesteld op het bedrag van de feitelijk gemaakte en aangetoonde kosten met een maximum van het bedrag van een all-in abonnement bij de bibliotheek Hof van Twente per persoon per kalenderjaar.

Artikel 8 Schoolgaande kinderen

Voor elk schoolgaand kind in de leeftijd van 4 tot en met 11 jaar wordt een extra bijdrage verstrekt uit het participatiefonds van € 50,00 per kind per kalenderjaar.

Voor elk schoolgaand kind in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar wordt een extra bijdrage verstrekt uit het participatiefonds van € 100,00 per kind per kalenderjaar.

Als gevolg van de leerplichtwet is elk kind van 4 tot en met 16 jaar leerplichtig. Voor deze kinderen hoeft de schoolgang niet te worden aangetoond.

Als gevolg van de leerplichtwet is elk kind van 17 jaar kwalificatieplichtig. Voor deze kinderen moet de schoolgang worden aangetoond.

Artikel 9 Identiteitskaart

De bijdrage uit het participatiefonds voor de aanschaf van een ID-kaart wordt vastgesteld op het bedrag van de kosten van een ID-kaart. Deze ID-kaart wordt alleen verstrekt, indien aanvrager niet beschikt over een geldig identiteitsbewijs, zoals paspoort en rijbewijs.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 10 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van deze verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 11 Intrekken

De Verordening Participatiefonds 2007 wordt per 1 januari 2011 ingetrokken.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Participatiefonds 2011”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hof van Twente d.d. 14 december 2010.
 
 
 
 
De raad van de gemeente Hof van Twente,
de griffier,                        de ondervoorzitter,
 
 
A.W. Averink                     dr. T.A. Peters

Toelichting Verordening Participatiefonds 2011

Algemene toelichting

In het kader van het minimabeleid is het bestaande participatiefonds met ingang van 1 juli 2007 uitgebreid, zowel qua bedragen als qua kostensoorten waarvoor een bijdrage kan worden verstrekt. Zo behoort de verstrekking van een forfaitair bedrag voor lidmaatschap van een sport- of muziekvereniging tot de mogelijkheden.

 

De verstrekking van een ‘gratis’ abonnement op de Tubantia en de bijdrage van een vergoeding van € 150,00 per jaar in de abonnementskosten van een ander dagblad is vervallen.

Dit houdt verband met de doelstelling van de gemeente om een aantal noodzakelijke bezuinigingen te realiseren. Een bezuiniging door het beëindigen van de gratis krant wordt aanvaardbaar geacht, omdat deze maatregel het minst negatieve effect heeft of de inkomenspositie van de minima. Bovendien zijn er alternatieven, zoals internet en de bibliotheek.

 

Positief punt is dat de in 2007 gerealiseerde verruiming om de minimadoelgroep zoveel mogelijk financieel te ondersteunen in al die kosten die horen bij het participeren in de samenleving, gehandhaafd .

 

Daarnaast zijn er in de nieuwe verordening een aantal wetstechnische aanpassingen gerealiseerd die noodzakelijk zijn in verband met de in werkingtreding van de Wet investeren in jongeren (WIJ). De jongeren (van 18 tot 27  jaar) vielen voorheen onder de Wet werk en bijstand, maar zijn voor wat betreft de inkomensvoorziening nu aangewezen op de WIJ.

Artikelsgewijze toelichting

Alleen die artikelen die uitleg behoeven worden kort toegelicht. Meer informatie over de beleidsmatige overwegingen en achtergronden is te vinden in de beleidsnota Minimabeleid Hof van Twente 2007 – 2011.

Artikel 2                     Aanvragen van een bijdrage lid 3 onder b

De oude verordening kende al de bepaling dat ontvangers van een WWB-uitkering geen informatie hoefden te verschaffen over inkomen en vermogen. Immers deze gegevens zijn al bekend bij het college, omdat deze in het kader van de informatieplicht op grond van de WWB al zijn aangeleverd door de aanvrager. Hieraan zijn nu degenen die een inkomens-voorziening op grond van de WIJ ontvangen toegevoegd.

Ontvangt iemand geheel of gedeeltelijk kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen dan geldt dat:

  • 1.

    de benodigde inkomens- en vermogensgegevens al zijn ingeleverd bij het college;

  • 2.

    iemand per definitie in aanmerking komt voor een vergoeding uit het participatiefonds.

Om deze reden is het niet nodig dat deze aanvragers informatie over inkomen en vermogen verstrekken. Dit beperkt de administratieve last voor de burger en de overheid.

Artikel 6                     Sportieve en culturele activiteiten

Voor het lidmaatschap van een sport-, muziek- of culturele vereniging wordt altijd het maximumbedrag van € 100,00 per persoon per jaar verstrekt. Dit is ook van toepassing op het deelnemen aan een langdurige activiteit zoals een cursus of workshop. De reden hiervoor is dat er in deze situaties altijd bijkomende kosten zijn. Bijvoorbeeld: als je lid bent van een voetbalvereniging, heb je naast de contributiekosten de bijkomende kosten als sportkleding en die vallen niet onder de regeling. Ook bij het volgen van een schilderscursus komen er kosten van materialen bij enz.

Artikel 7                     Bibliotheek

Een bijdrage voor de kosten van een bibliotheekabonnement kan worden verstrekt naast de bijdrage van € 100,00 voor sportieve en culturele activiteiten.

Artikel 8                     Schoolgaande kinderen

Voor schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar die basisonderwijs of (speciaal) voortgezet onderwijs volgen kan een bijdrage voor een tegemoetkoming in de studiekosten worden verstrekt. Deze bijdrage is voor de leeftijdscategorie 4 tot en met 11 jaar vastgesteld op € 50,00 per kind per kalenderjaar en voor de kinderen van 12 tot en met 17 jaar op € 100,00 per kalenderjaar. Het onderscheid in vergoeding is aangebracht, omdat in de praktijk de studiekosten voor laatstgenoemd leeftijdsgroep hoger zijn.

 

Kinderen van 4 tot en met 16 jaar zijn wettelijk leerplichtig. Daarmee is automatisch aangetoond dat ze schoolgaand zijn. Dit ligt voor 17-jarige kinderen anders. Deze groep is  kwalificatieplichtig. Dat betekent dat zij minimaal een MBO/HAVO-niveau moeten hebben bereikt voordat ze van school mogen. Omdat het in theorie mogelijk is om vóór je 17e verjaardag te voldoen aan de kwalificatieplicht, dient een 17- jarige aan te tonen dat hij schoolgaand is.