Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2013

Geldend van 28-12-2012 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2013

Agendapunt

9

Onderwerp

Afvalstoffenverordening gemeente Hollands Kroon

De gemeenteraad van Hollands Kroon

Gelezen het voorstel van het college van 11 december 2012

Besluit:

Vast te stellen de Afvalstoffenverordening gemeente Hollands Kroon:

§ 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:

  • a.

    wet: Wet milieubeheer;

  • b.

    inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

  • c.

    ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

  • d.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp-of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;

  • e.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of

    • -

      plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • f.

    inzameldienst: de krachtens artikel 7, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

  • g.

    andere inzamelaars: de krachtens artikel 7, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

  • h.

    inzamelvergunning: de vergunning zoals bedoeld in artikel 11;

  • i.

    gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • j.

    huishoudelijke afvalstoffen: afval afkomstig uit daarvoor afvalstoffenheffing betalende particuliere huishoudens, behoudens voor zover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen van de afvalstoffen betreft, die zijn afgegeven als gevaarlijke afvalstoffen;

  • k.

    straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvangen gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

  • l.

    bedrijfsafvalstoffen: afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen;

  • m.

    gevaarlijke afvalstoffen: afvalstoffen die conform art. 1.1 lid 1 en lid 10 Wet Milieubeheer een of meer van de in bijlage III bij de Kaderrichtlijn Afvalstoffen (2008/98/EG) genoemde gevaarlijke eigenschappen bezitten;

  • n.

    wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;

  • o.

    motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de

    Wegenverkeerswet 1994;

  • p.

    ABS: Afval Breng Station, voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen en andere categorieën afvalstoffen;

  • q.

    Gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Hollands Kroon;

  • r.

    College: het college van de gemeente Hollands Kroon;

  • s.

    regio: Het grondgebied van de gemeente Hollands Kroon;

  • t.

    bedrijfsleider: de bedrijfsleider van de krachtens artikel 7 eerste lid aangewezen inzameldienst.

Artikel 2 Beslistermijn

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

  • 2. Het college kan zijn beslissing voor ten hoogste 8 weken verdagen.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene Wet Bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 3 Indiening aanvraag

1.Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het college

besluiten de aanvraag niet te behandelen.

2.Voor bepaalde, door het college aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van de bescherming van het milieu.

  • 2. De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 5 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens verordening anders is bepaald.

Artikel 6 Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • 1.

    Indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • 2.

    Indien op grond van verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging moet worden gevorderd in het belang van de bescherming van het milieu;

  • 3.

    Indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • 4.

    Indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn binnen een redelijke termijn;

  • 5.

    Indien de houder dit verzoekt.

Artikel 7 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1. Als inzameldienst, belast met het ter uitvoering van de wet en deze verordening inzamelen van afvalstoffen is aangewezen: N.V. HVC.

  • 2. Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

§ 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 8 Afzonderlijke inzameling

  • 1. Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • b.

      klein chemisch afval;

    • c.

      glas;

    • d.

      oud papier en karton;

    • e.

      kunststof verpakkingen

    • f.

      textiel;

    • g.

      wit- en bruingoed;

    • h.

      elektrische en elektronische apparatuur;

    • i.

      bouw- en sloopafval;

    • j.

      verduurzaamd hout;

    • k.

      grof tuinafval;

    • l.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • m.

      grof huishoudelijk afval;

    • n.

      huishoudelijk restafval.

  • 2. Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. De gemeenteraad kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk worden ingezameld toevoegen.

Artikel 9 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1. De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel. Het inzamelmiddel blijft te allen tijden eigendom van de inzameldienst en is verbonden aan het perceel ;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een (regionaal) Afval Breng Station (ABS)

  • 2. Het college kan aanwijzen via welk (al dan niet door de inzameldienst) verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

  • 3. Het is toegestaan om onder de volgende voorwaarden met meer inzamelmiddelen huishoudelijk afval aan te bieden:

    • a.

      een extra grijze minicontainer bij een gezinsgrootte groter dan 5 personen of wanneer in bezit van een medisch attest.

    • b.

      een extra groene minicontainer bij een kaveloppervlak groter dan 500 m2 per huishouden.

  • 4. Aan het in bezit hebben van een extra rolcontainer zijn jaarlijks (of delen daarvan) kosten verbonden. Deze kosten zijn vermeld in de afvalstoffenheffing welke jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld.

Artikel 10 Frequentie van inzamelen

  • 1. Huishoudelijk restafval wordt tenminste één maal per 2 weken bij elk perceel ingezameld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan bij gebruik van ondergrondse containers het huishoudelijk restafval doorlopend worden aangeboden.

  • 3. Groente-, fruit- en tuinafval wordt tenminste één maal per 2 weken afzonderlijk bij elk perceel ingezameld met uitzondering van week 52 en 1.

  • 4. In afwijking van het derde lid wordt groente-, fruit- en tuinafval bij een aantal ondergrondse containers niet separaat ingezameld.

  • 5. Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden ingezameld.

Artikel 11 Verbod inzameling huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen zonder inzamelvergunning van het Dagelijks

    Bestuur.

  • 2.

    De inzamelvergunning kan worden geweigerd in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3.

    Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 4.

    Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

§ 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 8, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 7 aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

  • 3.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de bij nadere regels aan te wijzen categorieën van

personen.

4.Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die

categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9, tweede lid, voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen of door de inzameldienst is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel, of de betreffende inzamelvoorziening of het ABS.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd.

3 Het college kan regels stellen betreffende de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

4.Indien door de inzameldienst een inzamelmiddel aan de gebruiker van een perceel is verstrekt kan het

college regels stellen betreffende de voorwaarden waaronder het inzamelmiddel is verstrekt, het gebruik en het reinigen daarvan.

5.Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

6 Het is verboden voor anderen dan de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel

9, tweede lid, een inzamelmiddel is verstrekt of inzamelvoorziening is aangewezen, hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening.

Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

  • 1.

    Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 9 van deze verordening ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    Het college kan regels stellen over de wijze waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 3.

    Het college kan regels stellen over het maximale gewicht, de afmetingen en het volume waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te

bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 17 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het college stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    De gebruiker van een perceel die krachtens artikel 9, eerste lid, een inzamelmiddel is verstrekt moet dit inzamelmiddel op de door de inzamelaar aangewezen inzameldag vóór 07.30 uur aanbieden op

de daarvoor bestemde inzamellocatie en z.s.m. na lediging doch uiterlijk om 21.00 uur op de

aangewezen inzameldag het inzamelmiddel weer binnenhalen.

3.Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 18 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald, kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

§ 4 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN

Artikel 19 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 20 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst uitgezonderd organisaties en instellingen waar afvalstoffenheffing wordt geheven.

  • 2. Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 19 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voor zover de aanbieder van deze bedrijfsafvalstoffen voor het inzamelen daarvan een contract afsloot met de inzameldienst.

  • 3. Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 19 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4. Het is verboden de krachtens artikel 19 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Artikel 21 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1. Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

§ 5 ZWERFAFVAL

Artikel 22 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1.

    Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2.

    Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • b.

      het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Besluit

Bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 23 Achterlaten van straatafval

1.Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke

voorwerpen.

2.Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 24 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

  • 2.

    Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te

schoppen of deze omver te werpen.

Artikel 25 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet-en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet-of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

  • a.

    een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

  • b.

    zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;

  • c.

    zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 26 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek

toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 27 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht evenals diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de

      werkzaamheden.

§ 6 OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN

Artikel 28 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 29 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

§ 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 30 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

Artikel Onderwerp:

Artikel 11 Verbod om zonder door het college verstrekte inzamelvergunning huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen

Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen

Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of via een inzamelvoorziening

Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

Artikel 17 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Artikel 20 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Artikel 21 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Artikel 22 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

Artikel 23 Achterlaten van straatafval

Artikel 24 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

Artikel 25 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet-en drinkwaren

Artikel 26 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Artikel 27 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

Artikel 28 Verbod opslag van afvalstoffen

Artikel 29 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Artikel 31 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.

Artikel 32 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de derde dag na bekendmaking.

  • 2. De bestaande afvalstoffenverordeningen van de voormalige gemeenten Anna Paulowna, Niedorp, Wieringen en Wieringermeer worden ingetrokken bij de inwerkingtreding van deze nieuwe verordening.

Artikel 33 Overgangsbepaling

  • 1.

    Gebod-of verbodsbepalingen waarvoor een vergunning of ontheffing vereist is krachtens deze verorde-ning en niet voorkomend in de verordening als bedoeld in artikel 32, tweede lid zijn niet van toepassing:

    • a.

      gedurende zes weken na het in werking treden van deze verordening;

    • b.

      ook na de onder a bepaalde termijn, voor zover degene die de vergunning of ontheffing nodig heeft, binnen deze termijn een aanvraag heeft ingediend, totdat onherroepelijk op deze aanvraag is beslist.

  • 2.

    De intrekking van de verordeningen bedoeld in artikel 32, tweede lid heeft geen gevolgen voor de

geldigheid van op basis van die verordeningen genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 januari 2013.
De raad voornoemd,
Griffier Voorzitter