Regeling vervallen per 07-12-2019

Verordening op de heffing en invordering van staangeld

Geldend van 01-01-2017 t/m 06-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van staangeld

De raad van de gemeente Hollands Kroon;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016;

gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van staangeld

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Standplaats: een standplaats, waarvoor op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening vergunning is verleend.

  • b.

    Huurovereenkomst: de overeenkomst tussen de huurder en de verhuurder van de standplaats c.a., waarin de huurbepalingen voor de standplaats zijn geregeld.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'staangeld' wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats c.q. standplaatsen voor kramen, tenten, wagens, spellen, stallingen, tafels en dergelijke inrichtingen, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden, op openbare gemeentegrond.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene, aan wie op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning is verleend tot het hebben van een standplaats, ofwel deze met toestemming van de gemeente reeds in gebruik heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven indien:

  • a.

    voor de standplaats een huur- of pachtovereenkomst geldt;

  • b.

    de inrichtingen, als bedoeld in artikel 2 worden geplaatst ten behoeve van een godsdienstig, wetenschappelijk, medisch, politiek, sociaal of liefdadig doel;

  • c.

    de inrichtingen worden geplaatst ten einde gratis voorlichting te geven, waarbij geen direct commercieel belang van personen wordt gediend.

Artikel 5 Belastingtarieven

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de jaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen Nota tarieven.

Artikel 6 Gebruik stroomkast

Als gebruik wordt gemaakt van een van gemeentewege geplaatste stroomkast worden de tarieven voor het in nemen van gemeentegrond verhoogd met een tarief voor het gebruik van een stroomkast zoals opgenomen in de jaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen Nota tarieven.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1. Als de staangelden naar jaartarieven worden geheven is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. In andere dan in het eerste lid bedoelde gevallen is het belastingtijdvak een dag of een maand, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.

Artikel 8 Wijze van heffing

Het recht wordt bij wege van schriftelijke kennisgeving geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De naar jaartarieven geheven staangelden zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 vervalt, zijn de naar jaartarieven geheven staangelden verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde staangelden als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld voor de niet in artikel 9 genoemde gevallen

Andere staangelden dan die bedoeld in artikel 9 zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastbaar feit, tenzij deze over een belastingtijdvak worden geheven.

Artikel 11 Termijnen van betaling 

  • 1. In afwijking van artikel 10, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 8 bedoelde kennisgeving.

  • 2. Ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, moeten de rechten worden betaald binnen 21 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van staangeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van staangeld.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Staangeld verordening Hollands Kroon 2014’, vastgesteld op 19 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de datum van ingang van de heffing als bedoeld onder 3, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Staangeld verordening’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 november 2016,
De Raad voornoemd,
Griffier Voorzitter