Regeling vervallen per 02-02-2021

Uitvoeringsregeling schulddienstverlening Hollands Kroon 2016

Geldend van 16-04-2016 t/m 01-02-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Uitvoeringsregeling schulddienstverlening Hollands Kroon 2016

Het college heeft op 15 december 2015 de regeling schulddienstverlening 2016 vastgesteld. Hierdoor kunnen alle inwoners van Hollands Kroon van 18 jaar en ouder bij ons terecht voor schulddienstverlening. Inwoners onder de 18 jaar kunnen bij de gemeente terecht voor informatie en advies. Schulddienstverlening is de ondersteuning bij het vinden van oplossingen voor financiële problemen zodat de schuldensituatie weer onder controle komt. Samen met de cliënt wordt een plan opgesteld om de schuldensituatie aan te pakken en de financiële zelfredzaamheid te bevorderen. Het uitgangspunt is daarbij de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt.

1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), de Participatiewet (P-wet), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet (Gemw).

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Gemeente: gemeente Hollands Kroon.

  • 2.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hollands Kroon.

  • 3.

    Inwoner: ingezetene van 18 jaar en ouder die op grond van de Wet basisregistratie personen is ingeschreven in de gemeente Hollands Kroon en feitelijk in deze gemeente verblijft.

  • 4.

    Schulddienstverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de oorzaak van de financiële problematiek en het beheersbaar krijgen van de schuldensituatie evenals de nazorg.

  • 5.

    Schulddienstverleningstraject: integraal plan dat gericht is op de oorzaak van de financiële problemen en de aanpak van een problematische schuldensituatie en het bevorderen van financiële zelfredzaamheid. Uitgangspunt is het aanspreken op de eigen verantwoordelijkheid van de verzoeker.

  • 6.

    Verzoeker: inwoner die zich tot het college heeft gewend voor schulddienstverlening. Hieronder wordt tevens de eventuele partner verstaan.

  • 7.

    Diagnose-instrument: een wetenschappelijk gefundeerd assessment-instrument op basis van een vragenlijst en een vaardighedentest die door de cliënt worden ingevuld. Het instrument meet gedrag en vaardigheden, bereidheid tot gedragsverandering, zelfregie en overtuiging, evenals aanwezige risicofactoren en mogelijke zelfoverschatting van belangrijke vaardigheden.

  • 8.

    Intakegesprek: het eerste gesprek, dat gevoerd wordt na het diagnose-instrument, waarin de hulpvraag wordt vastgesteld en naar aanleiding waarvan het traject wordt bepaald en indien noodzakelijk een plan van aanpak wordt opgesteld.

2. Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening

  • a.

    Alle inwoners van de gemeente Hollands Kroon van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schulddienstverlening.

  • b.

    Inwoners onder de 18 jaar kunnen zich tot het college wenden voor informatie en advies.

3. Inlichtingenplicht

Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schulddienstverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schulddienstverleningstraject.

Toelichting

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de verzoeker voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van verzoeker zelf om medewerking te verlenen. Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

4. Aanbod schuldhulpverlening

  • a.

    Het college verleent op aanvraag aan verzoeker schulddienstverlening indien schulddienstverlening noodzakelijk wordt geacht.

  • b.

    Alle inwoners van de gemeente Hollands Kroon die zich melden voor schulddienstverlening moeten het diagnose-instrument invullen. Indien noodzakelijk kan de verzoeker zich laten bijstaan.

  • c.

    De wachttijd tussen het moment dat de cliënt zich bij de gemeente meldt en het moment dat het keukentafelgesprek plaatsvindt, bedraagt maximaal vier weken, gevolgd door een aanvraag, verwijzing, advies.

  • d.

    Bij een crisissituatie geldt een maximale wachttijd van 3 werkdagen.

  • e.

    De vorm waarin de gemeente schulddienstverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • 1.

      aard, zwaarte, regelbaarheid en/of omvang van de schulden;

    • 2.

      psychosociale situatie;

    • 3.

      houding en gedrag van verzoeker (motivatie);

    • 4.

      de (financiële) vaardigheden van de cliënt en de mate van leerbaarheid;

    • 5.

      de mate van medewerking van de schuldenaar;

    • 6.

      een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening;

    • 7.

      de aanwezigheid van minderjarige kinderen.

Toelichting

Voor zelfstandige ondernemers die nog staan ingeschreven in de Kamer van Koophandel of feitelijk nog niet zijn gestopt met de onderneming zijn andere regels en bepalingen van toepassing dan deze beleidsregels.

Lid b: bijstand kan bijvoorbeeld noodzakelijk zijn als sprake is van een taalbarrière.

Lid e: hierin worden factoren genoemd die bepalen welk(e) product(en) schuldhulpverlening worden aangeboden. Doel hiervan is een gerichte en selectieve toepassing van schulddienstverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan dus per casus verschillen.

5. Medewerkingsplicht

  • a.

    Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schulddienstverleningstraject. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

    • 1.

      het nakomen van afspraken;

    • 2.

      de inspanning om het inkomen te verhogen en deze inspanning aantoonbaar te maken tenzij verzoeker op grond van een medische keuring ontheven is van deze verplichting;

    • 3.

      de inspanning om de uitgaven te verminderen en deze inspanning aantoonbaar te maken;

    • 4.

      de beschikbare aflossingscapaciteit gebruiken of reserveren voor de aflossing van schulden;

    • 5.

      geen nieuwe schulden aangaan;

    • 6.

      het meewerken aan doorverwijzingen naar andere instanties ter ondersteuning van het traject schulddienstverlening en de daar gemaakte afspraken nakomen;

    • 7.

      het meewerken aan het volgen van budgetbeheer, budgetbegeleiding of trainingen en cursussen als dat nodig is voor het slagen van een schulddienstverleningstraject, dan wel het voorkomen van terugval;

    • 8.

      het verlenen van toestemming om de voor schulddienstverlening van belang zijnde informatie in te winnen bij en/of te verstrekken aan derden.

  • b.

    Naast deze algemene verplichtingen kan het college in de beschikking aanvullende bijzondere verplichtingen opnemen.

Toelichting

In dit artikel zijn de verplichtingen van de verzoeker opgenomen. Het artikel is gebaseerd op artikel 6 en artikel 7 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en geeft vorm aan de eigen verantwoordelijkheid van de verzoeker. Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van personen zelf om tijdig de benodigde informatie te verstrekken (lid a) en medewerking te verlenen. Dit zowel in de fase van de aanvraag als tijdens de looptijd van het schulddienstverle ningstraject. De verplichtingen zijn niet limitatieve opgesomd.

4. Weigeringsgronden

Het college kan een aanbod schulddienstverlening weigeren als:

  • 1.

    verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 6 (Inlichtingenplicht) en artikel 7 (medewerkingsplicht) van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en artikel 5 van deze beleidsregel;

  • 2.

    de schulddienstverlening niet noodzakelijk wordt geacht;

  • 3.

    de verzoeker feitelijk niet woonachtig is op het adres waarop hij of zij staat ingeschreven in de basisregistratie personen;

  • 4.

    de verzoeker intimiderend, dreigend en/of agressief gedrag vertoont tegen medewerkers van de gemeente.

Toelichting

In dit artikel wordt beschreven wanneer schulddienstverlening wordt geweigerd. De weigeringsgronden zijn van toepassing gedurende de aanvraagperiode, voordat de cliënt een toelatingsbeschikking heeft ontvangen.

Een besluit tot weigering wordt niet genomen zonder dat de persoonlijke situatie van de cliënt is bekeken en er contact is gezocht met de betreffende cliënt. Als er een onevenredige situatie ontstaat voor een cliënt, dan wordt indien nodig afgeweken van de bepalingen in dit artikel, door toepassing van de hardheidsclausule.

5. Beëindigingsgronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregel, besluit het college tot beëindiging van de schulddienstverlening als:

  • 1.

    het schulddienstverleningstraject succesvol is afgerond;

  • 2.

    verzoeker de beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken of verhogen voor de aflossing van schulden;

  • 3.

    op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schulddienstverlening aan verzoeker is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • 4.

    de verzoeker intimiderend, dreigend en/of agressief gedrag vertoont tegen medewerkers van de gemeente;

  • 5.

    verzoeker in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

  • 6.

    de geboden schulddienstverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, niet (langer) passend is;

  • 7.

    de verzoeker verhuist naar een andere gemeente, tenzij er sprake is van een lopende schuldregeling;

  • 8.

    op verzoek van verzoeker zelf;

  • 9.

    de verzoeker is komen te overlijden.

Toelichting

In dit artikel wordt beschreven wanneer schulddienstverlening wordt beëindigd. Het artikel laat de werking van artikel 4 onaangetast.

Het misdragen tegenover medewerkers wordt volgens het Agressieprotocol van de gemeente Hollands Kroon afgehandeld.

Het uitgangspunt bij schulddienstverlening is maatwerk. Desondanks kan dit betekenen dat de schulddienstverlening wordt beëindigd als bijvoorbeeld de vorm van dienstverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker. Als hier sprake van is, moet er extra aandacht zijn voor een goede motivering van de beschikking door op te nemen wat de verzoeker zelf nog aan zijn situatie kan verbeteren en/of welke actie hij (nog) kan ondernemen, door bijvoorbeeld een andere vorm van dienstverlening in te schakelen.

6. Recidive

  • a.

    Indien verzoeker binnen één jaar gerekend vanaf de datum van het besluit na voortijdige beëindiging van de schulddienstverlening door eigen toedoen van de verzoeker (minnelijk en/of wettelijk) een nieuw verzoek tot schulddienstverlening indient, wordt dit verzoek geweigerd, tenzij verzoeker aantoont dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden.

  • b.

    Indien verzoeker binnen zes maanden gerekend vanaf de datum van de laatste melding schulddienstverlening, die niet tot een traject heeft geleid door eigen toedoen van verzoeker, een nieuw verzoek tot schulddienstverlening indient, wordt dit verzoek geweigerd, tenzij verzoeker aantoont dat sprake is van gewijzigde omstandigheden.

  • c.

    Onder gewijzigde omstandigheden wordt onder andere verstaan:

    • 1.

      echtscheiding;

    • 2.

      scheiding van tafel en bed;

    • 3.

      beëindiging van de samenlevingsovereenkomst;

    • 4.

      beëindiging van het geregistreerde partnerschap;

    • 5.

      werkloosheid als gevolg van niet verwijtbare werkloosheid;

    • 6.

      ziekte mogelijk leidend tot gedeeltelijke of gehele afkeuring;

    • 7.

      substantiële inkomensterugval;

    • 8.

      als verzoeker (of betrokken ketenpartners) gemotiveerd kunnen aantonen dat de situatie is veranderd;

    • 9.

      wijziging in het schuldenpakket.

    • 10.

      met succes noodzakelijke hulpverlening voor het welslagen van schulddienstverlening heeft afgerond.

Toelichting

In dit artikel wordt omschreven hoe wordt omgegaan met een herhaalde aanvraag en melding. Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schulddienstverlening i n relatie tot eerdere trajecten/ contacten schulddienstverlening, is dit artikel van toepassing.

Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een grens gesteld aan het kunnen doen van een hernieuwde aanvraag.

Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schulddienstverlening tellen schulddienstverlening en/of contacten (bij melding) wat dat betreft voor de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee. Ook de verleende schulddienstverlening door een andere gemeente of schulddienstverleningsorganisatie telt mee bij het bepalen of een persoon al eerder gebruikt heeft gemaakt van schulddienstverlening.

Een eventueel eerder gebruik van het product eenmalig advies geldt niet als een eerder traject.

7. Zelfstandigen

  • a.

    Het college verstrekt aan zelfstandigen met schulden in ieder geval informatie, advies of doorverwijzing.

  • b.

    Om in aanmerking te komen voor een schulddienstverleningstraject moet:

    • 1.

      de zelfstandige het bedrijf beëindigen middels uitschrijving uit het register van de Kamer van Koophandel, of

    • 2.

      naar het oordeel van het college sprake zijn van een levensvatbaar bedrijf. In dit geval vindt verwijzing naar een gespecialiseerd schulddienstverleningsbureau plaats.

8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • a.

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze beleidsregel, indien toepassing van de beleidsregel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt;

  • b.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

    Toelichting

    Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere en/of onvoorziene omstandigheden af te wijken van de regels zoals genoemd in deze beleidsregel.

    Bij de toepassing van de hardheidsclausule dient een afweging te worden gemaakt tussen de beleidsregel en de gevolgen van het handhaven van de beleidsregel voor een individueel geval. Indien het toepassen van de beleidsregel in een individueel geval leidt tot onbillijkheden van overwegende aard, kan bij wijze van uitzondering worden afgeweken van de beleidsregel.

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze uitvoeringsregeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016 en wordt aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling Hollands Kroon 2016’ en behoort bij het Beleidskader schulddienstverlening 2016-2020.

Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2015

W.van Twuijver, J.R.A. Nawijn

secretaris, burgemeester

Mandaatbesluit