Protocol huizbezoek Hollands Kroon 2015

Geldend van 14-10-2017 t/m heden

Intitulé

Protocol huizbezoek Hollands Kroon 2015

1 INLEIDING

Vanaf 1 januari 2013 treedt de “ Wet houdende een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek” in werking. Hierna te noemen “Regeling Huisbezoeken”. Hierdoor is het (juridisch) van belang huisbezoeken naar hun reden in vijf soorten te onderscheiden. De gevolgen van het wel of niet meewerken aan het huisbezoek verschillen per soort huisbezoek.

In 2013 was er nog een reden voor het vaststellen van het protocol. Er was een wetsvoorstel aanhangig waarmee het verplicht zou worden om een beleidsregel vast te stellen over het afleggen van huisbezoeken. Dit wetsvoorstel is - na advies van de Raad van State – ingetrokken (brief van 24 april 2014 van de Minister van SZW) Er wordt nu eerst afgewacht of de gemeenten, SVB en UWV uit eigen beweging een beleidsregel opstellen. Er is dus geen verplichting, maar het is wel raadzaam.

2 HET INFORMED CONSENT EN HET TEKENEN VAN DE “VERKLARING TOESTEMMING

HUISBEZOEK”

Informed consent wil zeggen dat de toestemming tot binnentreden van de woning van belanghebbende berust op volledige en juiste informatie over reden en doel van het huisbezoek en de gevolgen in geval van weigering.

Onder volledige informatie wordt verstaan:

• De plicht tot mededeling aan de belanghebbende over doel en reden van het huisbezoek;

• De plicht tot mededeling van de eventuele gevolgen van het weigeren van het huisbezoek.

Over de vraag of de belanghebbende al dan niet toestemming verleent mag geen twijfel bestaan.

De bewijslast van de toestemming tot het binnentreden van de woning nadat de belanghebbende volledig is geïnformeerd, ligt bij de gemeente. Om deze reden wordt aan belanghebbende gevraagd de “Verklaring voor toestemming huisbezoek” te ondertekenen.

In de verklaring is opgenomen dat:

- belanghebbende toestemming geeft voor het huisbezoek;

- dat hij het huisbezoek kan weigeren en wat de gevolgen daarvan zijn;

- dat reden en doel van het huisbezoek zijn uitgelegd;

- dat hij meewerkt aan het huisbezoek.

3 INTREKKEN TOESTEMMING

De bewoner kan zijn eenmaal gegeven toestemming op elk moment intrekken. Vanaf dat moment bevindt men zich zonder toestemming van de bewoner in de woning en dient men de woning te verlaten. Wordt dit niet gedaan dan verblijft men wederrechtelijk in de woning en pleegt men een ambtsmisdrijf (ambtelijke huisvredebreuk) in de zin van artikel 370 Wetboek van Strafrecht.

De belanghebbende dient duidelijk te worden gemaakt dat de intrekking van de toestemming voor het huisbezoek gevolgen heeft voor het recht op of de hoogte van de bijstand. In de besluitvorming die volgt op de weigering om verder mee te werken aan het huisbezoek, moet de gemeente aannemelijk maken, dat betrokkene zijn eenmaal gegeven toestemming heeft ingetrokken. Het is dus belangrijk om belanghebbende op de “Verklaring voor toestemming huisbezoek” te laten tekenen voor intrekking van de toestemming.

4 HUISBEZOEK IN KADER VAN DIENSTVERLENING

Er zijn huisbezoeken in het kader van de dienstverlening. Hierbij kan gedacht worden aan huisbezoeken bij de burger die door fysieke- of gezondheidsproblemen niet de mogelijkheid heeft om het kantoor te bezoeken. In dergelijke gevallen zal het huisbezoek niet het doel hebben om een leefsituatie te verifiëren of op fraude te controleren.

De Algemene wet op het binnentreden (AWBI) is wel van toepassing, waardoor legitimatie en toestemming voorafgaand aan het betreden van de woning een vereiste is. De “Verklaring voor toestemming huisbezoek” moet dus worden ondertekend. Het huisbezoek in het kader van dienstverlening zal niet nader toegelicht worden in dit protocol.

5 AANGEKONDIGD HUISBEZOEK BIJ GEGROND VERMOEDEN VAN FRAUDE

Van een gegrond vermoeden van fraude is sprake als er op basis van concrete objectieve feiten en omstandigheden redelijkerwijs kan worden getwijfeld aan de juistheid of de volledigheid van de door belanghebbende verstrekte inlichtingen. Een huisbezoek is de enige manier om het recht op uitkering vast te stellen en het fraudeonderzoek af te ronden. Voordat het initiatief wordt genomen om op huisbezoek te gaan moet dat helder zijn en het moet uitgelegd kunnen worden aan belanghebbende.

Werkwijze:

  • -

    De volledige en juiste informatie over reden en doel van het huisbezoek wordt mondeling gegeven. Als het gesprek op kantoor plaats vindt, wordt het huisbezoek aansluitend aan het gesprek gedaan. Het huisbezoek kan ook aangekondigd worden met een brief, waarin de reden van het huisbezoek kort wordt omschreven.

  • -

    Voorafgaand aan het huisbezoek wordt de keuze voorgelegd om wel of niet mee te werken aan het huisbezoek.

  • -

    Niet meewerken aan het huisbezoek betekent dat de aanvraag wordt afgewezen of dat de uitkering wordt beëindigd, omdat het recht op uitkering niet of niet meer kan worden vastgesteld. De “meewerkplicht” is vastgelegd in art. 17 lid 2 van de P-wet.

  • -

    De “Verklaring toestemming huisbezoek” (zie 2) wordt ondertekend.

  • -

    Als belanghebbende onverhoopt niet aanwezig is op het adres waar het huisbezoek moet plaats vinden, wordt een hersteltermijn gegeven. Het besluit hersteltermijn en opschorting uitkering wordt direct in de brievenbus gedeponeerd.

6 ONAANGEKONDIGD HUISBEZOEK BIJ GEGROND VERMOEDEN VAN FRAUDE

Van het onaangekondigde huisbezoek wordt met name gebruik gemaakt als het risico groot is dat de belanghebbende de situatie aan gaat passen als hij van te voren gewaar wordt dat er een huisbezoek gaat plaats vinden. Hij kan dat vermoeden bijvoorbeeld ontlenen aan de uitnodiging voor een gesprek op kantoor. Ook hiervoor geldt hetzelfde gegronde vermoeden van fraude als voor het aangekondigde huisbezoek.

Werkwijze:

  • -

    Na het aanbellen bij de voordeur en nadat belanghebbende de deur heeft geopend wordt bij de voordeur een korte toelichting gegeven over reden en doel van het huisbezoek.

  • -

    Vervolgens wordt de keuze voorgelegd om wel of niet mee te werken aan het huisbezoek.

  • -

    Niet meewerken aan het huisbezoek betekent dat de aanvraag wordt afgewezen of dat de uitkering wordt beëindigd. De “meewerkplicht” is vastgelegd in art. 17 lid 2 van de P-wet.

  • -

    Belanghebbende tekent de “Verklaring voor toestemming huisbezoek” (zie 2).

  • -

    Als belanghebbende niet thuis wordt aangetroffen, wordt er op dat moment verder niets gedaan. Er wordt daarna nog één of meerdere keren geprobeerd om het huisbezoek af te leggen. Lukt het niet dan wordt belanghebbende uitgenodigd voor een gesprek op kantoor en volgt een aangekondigd huisbezoek (zie 5).

7 HUISBEZOEK BIJ TWIJFEL OVER DE RECHTMATIGHEID

Er is sprake van twijfel over de rechtmatigheid van de uitkering, maar deze twijfel is niet zo ernstig dat er een gegrond vermoeden van fraude is. Een huisbezoek is wenselijk omdat de situatie daardoor duidelijker kan worden. Aan belanghebbende moet kunnen worden uitgelegd wat de reden is van het huisbezoek en op welke onderdelen er sprake is van twijfel over de juistheid van de gegevens. Het niet meewerken aan het huisbezoek zal geen gevolgen hebben. Meewerken aan het huisbezoek kan in deze situatie niet worden afgedwongen op grond van artikel 17 lid 2 P-wet. Het huisbezoek gaat om een bijzondere vorm van medewerking.

Werkwijze:

  • -

    De volledige en juiste informatie over reden en doel van het huisbezoek wordt mondeling gegeven. Het gesprek daarover vindt bij voorkeur op kantoor plaats en het huisbezoek wordt eveneens bij voorkeur aansluitend aan het gesprek gedaan. “Bij voorkeur” wil dus zeggen dat het ook anders kan. Aangezien er “slechts” sprake is van twijfel, is een onaangekondigd huisbezoek een te zwaar middel (zie 9 en 10, subsidiariteits- en proportionaliteisbeginsel).

  • -

    Vervolgens wordt de keuze voorgelegd om wel of niet mee te werken aan het huisbezoek.

  • -

    Niet meewerken aan het huisbezoek heeft geen gevolgen voor de uitkering.

  • -

    Stemt belanghebbende toe in het huisbezoek dan tekent hij de “Verklaring toestemming huisbezoek” (zie 2).

  • -

    Als belanghebbende onverhoopt niet aanwezig is op het adres waar het huisbezoek moet plaats vinden, wordt een hersteltermijn gegeven. Het besluit hersteltermijn en opschorting uitkering wordt direct in de brievenbus gedeponeerd.

8 HUISBEZOEK TER VERIFICATIE VAN DE WOONSITUATIE EN LEEFVORM OP GROND VAN ARTIKEL 53aA VAN DE P-WET (REGELING HUISBEZOEKEN)

De “Regeling Huisbezoeken” richt zich specifiek op het huisbezoek ter verificatie van door de belanghebbende verstrekte inlichtingen over de leefsituatie, waarbij een licht vermoeden van fraude aanwezig is. De “Regeling Huisbezoeken” geeft gemeenten meer mogelijkheden dan bij het huisbezoek bij twijfel over de rechtmatigheid (zie 7). Het weigeren van het huisbezoek bij verificatie woon- en leefsituatie heeft namelijk wel gevolgen.

Artikel 53a lid 2 van de P-wet geeft het bestuur de bevoegdheid om de belanghebbende te verzoeken om aan te tonen dat:

  • hij alleenstaande of gehuwd is (jongerennormen artikel 20 P-wet)

  • hij alleenstaand of alleenstaande ouder is (artikel 21 P-wet)

  • hij alleenstaand of alleenstaande ouder (artikel 22 P-wet)

  • de kostendelersnorm niet van toepassing is (artikel 22a P-wet)

  • hij feitelijk verblijft op het aangegeven adres.

Aan belanghebbende moet worden medegedeeld waarover twijfel bestaat. Deze vorm van huisbezoek wordt met name ingezet als er onduidelijkheid is over de woonsituatie.

Werkwijze:

  • -

    Belanghebbende slaagt er niet om het bewijs te leveren.

  • -

    Vervolgens wordt het aanbod gedaan om een huisbezoek te doen.

  • -

    Het gesprek – waarin aanbod huisbezoek wordt gedaan – vindt bij voorkeur op kantoor plaats en het huisbezoek wordt bij voorkeur aansluitend aan het gesprek gedaan. “Bij voorkeur” wil zeggen dat het ook anders kan (zie 8 en 9, subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel).

  • -

    Vervolgens wordt de keuze voorgelegd om wel of niet mee te werken aan het huisbezoek en worden de gevolgen van het niet meewerken verteld.

Situatie

Gevolg

Belanghebbende kan niet aantonen dat hij alleenstaande ouder is.

Wordt voor de toepassing van de artikelen 9, vierde lid, en 9a niet als alleenstaande ouder aangemerkt.

Belanghebbende kan niet aantonen dat hij alleenstaand of gehuwd is of dat de kostendelersnorm niet van toepassing is.

(Zie verwijzing naar de normen in artikel 53a lid 3 P-wet)

De norm wordt vastgesteld op 30 % van de in artikel 22a, tweede lid, bedoelde rekennorm.

Belanghebbende kan niet aantonen dat hij feitelijk woont op het opgegeven adres.

De uitkering wordt opgeschort met het verzoek om binnen de gestelde termijn alsnog op andere wijze aan te tonen dat hij op het opgegeven adres woont. Slaagt hij daarin niet dan wordt de uitkering beëindigd.

  • -

    De “Verklaring toestemming huisbezoek”wordt getekend.

  • -

    Als belanghebbende weigert mee te werken aan het huisbezoek dan worden de gevolgen – zoals hierboven in de tabel opgenomen – verwerkt in het besluit waarmee de uitkering wordt toegekend of gewijzigd voortgezet.

  • -

    Als belanghebbende heeft verklaard dat hij wel wil meewerken aan het huisbezoek en hij wordt niet thuis getroffen, dat wordt het besluit hersteltermijn en opschorting uitkering direct in de brievenbus gedeponeerd.

9 HET SUBSIDIARITEITS BEGINSEL

Als het beoogde doel door inzet van een ander middel dat minder ingrijpend is, gerealiseerd kan worden dient voor dat middel gekozen te worden. De gemeente verifieert altijd eerst de verstrekte inlichtingen aan de hand van de voor haar beschikbare authentieke bronbestanden.

Zoals gezegd heeft belanghebbende het recht een huisbezoek te weigeren. Indien er een licht vermoeden van fraude over de leefsituatie bestaat, heeft de belanghebbende ook het recht om het verifiëren van de verstrekte inlichtingen door middel van een minder ingrijpend middel te laten plaatsvinden. Belanghebbende dient dan zelf zijn leefsituatie op een andere wijze dan door middel van het huisbezoek aan te tonen (artikel 53 a P-wet).

10 HET PROPORTIONALITEITS BEGINSEL

Voor al het overheidshandelen geldt dat het evenredig moet zijn in relatie tot de gestelde doelen.

Het ingezette middel en met name de wijze waarop moet in verhouding staan tot het beoogde doel (= het verkrijgen van volledige en de juiste informatie om het recht op bijstand vast te stellen).

11 AFZIEN VAN HUISBEZOEK I.V.M. DRINGENDE REDENEN C.Q. BELANGENAFWEGING.

Het kan zich voordoen dat de belanghebbende te kennen geeft een zeer dringende reden te hebben voor de weigering van het huisbezoek of voor de weigering om tijdens het huisbezoek bepaalde zaken te laten zien. Er kan sprake zijn van zeer dringende redenen om de onmiddellijke uitvoering van een huisbezoek te weigeren. Hiervan zal, gezien de gebruikte beoordelingsnorm “ zeer dringende redenen” slechts zeer zelden sprake van kunnen zijn. Als voorbeeld zou kunnen gelden een afspraak van belanghebbende bij de dokter of met het ziekenhuis. Indien belanghebbende zich hierop beroept is het aan te bevelen om een bewijs van de afspraak te vragen. Als er geen bewijs is, kan toestemming gevraagd worden aan belanghebbende om naar de dokter/het ziekenhuis te bellen.

12 ALGEMENE RICHTLIJNEN HUISBEZOEK

Bij het afleggen van huisbezoeken worden de volgende richtlijnen in acht genomen:

  • Alvorens een huisbezoek wordt afgelegd, wordt de door belanghebbende opgegeven (leef)situatie geverifieerd met behulp van de authentieke bronbestanden waarover de gemeente de beschikking heeft.

  • Bij voorkeur vindt huisbezoek overdag plaats binnen de kantooruren (08.30 – 17.30 uur). Afwijking hiervan mogelijk indien daartoe specifiek aanleiding aanwezig is.

  • Het huisbezoek wordt door 2 personen afgelegd indien dit noodzakelijk is om redenen van veiligheid en betere, respectievelijk sterkere oordeel- en bewijsvorming.

  • Het huisbezoek wordt door 1 persoon afgelegd indien er geen risico aanwezig is voor wat betreft de veiligheid van de medewerker.

  • Uit privacy overwegingen wordt het gesprek over de (leef)situatie niet bij de voordeur van de woning gevoerd maar in de woning van de belanghebbende of een andere daartoe geschikte ruimte naar keuze van de belanghebbende. Let wel: Voordat men de woning naar binnen gaat, dient aan de eerder vermelde voorwaarden zijn voldaan.

  • Vraag altijd naar de reden van de weigering aan het huisbezoek, dit in verband met de mogelijkheid die de belanghebbende heeft op grond van dringende redenen.

  • Start het huisbezoek in 1e instantie in de huiskamer van de woning.

  • Een rondleiding door de woning van de belanghebbende is alleen toegestaan met de uitdrukkelijke toestemming van de belanghebbende en in diens aanwezigheid.

  • Bij het betreden van de diverse woonruimten loopt de belanghebbende steeds voorop.

  • Kasten en/of deuren worden geopend door de belanghebbende.

  • Tijdens het huisbezoek moet er objectief worden waargenomen. Details kunnen belangrijk zijn!

  • Er mogen alleen vragen worden gesteld, die noodzakelijk zijn voor het doel, dat voorafgaand aan het binnentreden, aan de belanghebbende is meegedeeld.

  • Het stellen van confronterende vragen in de woning van de belanghebbende is juridisch toegestaan. Om onnodige agressie en discussie te voorkomen wordt in specifieke gevallen aangeraden om de belanghebbende hiervoor op een later tijdstip uit te nodigen.

  • Het is aan te bevelen om de belanghebbende niet in de woning te confronteren met een mogelijke voor de belanghebbende negatieve/nadelige uitslag.

  • Mochten tijdens het huisbezoek in de woning overige bevindingen gesignaleerd worden, welke niet in relatie staan tot het doel/reden welke aan de belanghebbende is meegedeeld, dan wordt opnieuw toestemming gevraagd voor het huisbezoek.

  • De ambtenaar stelt zich tegenover de belanghebbende correct (niet provocerend), zakelijk, respectvol, transparant en zorgvuldig op.

  • Na afloop van het huisbezoek leggen de ambtenaren de vervolgprocedure uit aan de belanghebbende. De belanghebbende wordt voor een vervolggesprek uitgenodigd (zo spoedig mogelijk).

  • Als er geen enkele onrechtmatigheid is aangetroffen, wordt dit direct medegedeeld aan belanghebbende en is er geen vervolgprocedure.

  • Geef de belanghebbende na afloop van het huisbezoek de ruimte om vragen te stellen en vraag tenslotte of alles duidelijk is.

  • Indien de belanghebbende zijn eenmaal gegeven toestemming intrekt moet het huisbezoek worden gestopt en dient men de woning te verlaten.

  • Tijdens het vervolggesprek ten kantore van de gemeente wordt de belanghebbende gelegenheid gegeven om de onderzoeksgegevens in te zien. Het is aan te bevelen om de belanghebbende gelegenheid te geven tot het lezen van het verslag van het huisbezoek en in staat te stellen correcties/aanvullingen aan te brengen.

  • Het is aan te bevelen om de belanghebbende het verslag van het huisbezoek te laten ondertekenen.

  • Indien op basis van het huisbezoek duidelijkheid is ontstaan over de leefsituatie dan wordt de belanghebbende hiervan in kennis gesteld, waarbij hem tevens wordt meegedeeld over de aard van het advies m.b.t. het te nemen besluit.

  • Belanghebbende wordt meegedeeld dat het besluit in de vorm van een beschikking wordt toegestuurd.

Specifiek bij kamerbewoning:

  • Indien de belanghebbende een kamer van een woning bewoont en de hoofdbewoner/verhuurder bezwaar heeft met betrekking tot het betreden van de woning, dan wordt afgezien van het binnentreden van de woning. Het is wel toegestaan om de woning te betreden met toestemming van een andere bewoner dan de hoofdbewoner. Informed consent tegenover de andere bewoner is niet noodzakelijk. Legitimatie en mededeling doen van noodzaak van binnentreden is wel vereist (CRvB 12-03-2013, nr. 11/4523 WWB, LJN: BZ4108).

  • Als ten gevolge van deze weigering de rechtmatigheid van de uitkering niet kan worden vastgesteld zal dit consequenties hebben voor de uitkering van de belanghebbende.

  • Een door de belanghebbende gehuurde kamer mag alleen betreden worden in aanwezigheid- en met toestemming van de belanghebbende.

13 VEILIGHEID

De gezondheid en de veiligheid van de uitvoerders van het huisbezoek is een belangrijke voorwaarde bij het afleggen van een huisbezoek. Waar dat mogelijk is, moet voorkomen worden dat er een onveilige situatie ontstaat voor de uitvoerder van het huisbezoek en voor de belanghebbende.

Belangrijke aanbevelingen zijn:

  • Bij de voorbereiding van het huisbezoek dient aandacht te worden geschonken aan mogelijke onveilige situaties die zich al eerder in het contact met de belanghebbende of diens directe omgeving hebben voorgedaan.

  • Bespreek vooraf de indicaties die erop wijzen dat de kans van een onveilige situatie zich kan voordoen (bijvoorbeeld is belanghebbende in het kader van het agressieprotocol de toegang tot de gemeentelijke locaties ontzegd).

  • Bij een sterke aanwijzing van onveiligheid wordt overleg gepleegd met een coördinator en met de sociale recherche.

  • Huisbezoeken worden door 2 personen afgelegd, tenzij dit uit het oogpunt van veiligheid niet noodzakelijk is.

  • Zorg voor telefonische bereikbaarheid in de vorm van een door de werkgever beschikbaar gestelde mobiele telefoon.

  • Indien er een gevoel van onveiligheid ontstaat tijdens het onderzoek dient de woning zo snel mogelijk te worden verlaten.

  • Tjdens het huisbezoek zijn de ambtenaren altijd in dezelfde ruimte, dus nooit 1 van de 2 alleen bij de belanghebbende, tenzij het huisbezoek door één persoon wordt afgelegd.

  • Zorg ervoor dat naaste collega’s weten bij wie, waar, met welk doel de medewerker op huisbezoek is en wat het mobiele telefoonnummer is waarop de medewerker bereikbaar is.

  • Een collega belt de medewerker die op huisbezoek is, in geval de afgesproken tijd wordt overschreden.

  • Bespreek de onderzoeksbevindingen niet op het moment van het huisbezoek maar (zo mogelijk) de volgende dag tijdens het gesprek op kantoor. Deel de belanghebbende dat ook mee.

14 VERSLAG VAN HET HUISBEZOEK

Van ieder huisbezoek dient een schriftelijk verslag opgemaakt te worden. Het verslag bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • Naam van de ambtenaren;

  • Dat het huisbezoek een redelijk middel is om tot het uiteindelijke doel te komen en dat er geen minder ingrijpend middel voorhanden was.

  • Plaats, adres, dag, datum en tijdstip (begin en einde) van het huisbezoek;

  • Dat belanghebbende volledige informatie is verstrekt (informed consent);

  • Dat de belanghebbende toestemming heeft gegeven voor het binnentreden van de woning;

  • Dat de belanghebbende aanwezig is geweest tijdens het huisbezoek;

  • De verschillende ruimten in de woning welke betreden zijn;

  • Probeer zoveel mogelijk een beschrijving te geven van de woning (extern/intern);

  • Vermeld alleen zakelijke- en objectieve feiten die relevant zijn voor het onderzoek en het doel;

  • Baseer conclusies alleen op objectieve feiten en omstandigheden;

  • Voorkom het maken van “sfeerverslag” door veronderstellingen te melden;

  • Dagtekening en ondertekening van het verslag door beide ambtenaren;

  • Noteer opmerkingen/aanvullingen van de belanghebbende in het verslag;

  • Laat de belanghebbende het verslag mede ondertekenen;

  • De sociaal rechercheur die het huisbezoek samen met de consulent heeft afgelegd draagt het verslag en de rapportage over aan de consulent. De laatste rapporteert en maakt het besluit.

15 BESPREKING HUISBEZOEK MET DE BELANGHEBBENDE

Het past bij zorgvuldig behoorlijk handelen dat de belanghebbende in de gelegenheid wordt gesteld om op de uitkomst van het huisbezoek te reageren alvorens een besluit te nemen:

Dit brengt mee dat:

  • De belanghebbende in de gelegenheid gesteld moet worden zijn zienswijze kenbaar te maken, in het bijzonder wanneer het voornemen bestaat een voor de belanghebbende nadelig besluit te nemen;

  • De conclusies ten aanzien van het recht op bijstand worden aan belanghebbende kenbaar gemaakt;

  • De belanghebbende zo spoedig mogelijk (zo mogelijk de dag na het huisbezoek) ten kantore van de gemeente uitnodigen

  • De zienswijze van belanghebbende met betrekking tot de conclusies worden in het rapport opgenomen en in de beoordeling meegewogen. Dit wordt ook in de motivering van het besluit opgenomen. Het besluit mag voor de belanghebbende niet ‘ vanuit het niets’ komen.

1