Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI Hollands Kroon, Augustus 2020

Geldend van 01-08-2020 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-08-2020

Intitulé

Verordening voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI Hollands Kroon, Augustus 2020

De raad van Gemeente Hollands Kroon;

gelet op het Wijzigingsbesluit Basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

gelet op het feit dat per augustus 2020 gemeenten wettelijk verplicht zijn 960 uur per jaar Voor- en Vroegschoolse Educatie (vve) aan te bieden aan peuters van 2,5 tot 4 jaar, met een risico op een onderwijsachterstand (doelgroep peuters);

besluit:

de verordening voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI Hollands Kroon 2020 vast te stellen.

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. BSN: het nummer als bedoeld in artikel 1 onder b van de Wet algemene bepalingen Burgerservicenummer.

  • b. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hollands Kroon.

  • c. Houder: de rechtspersoon die een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf exploiteert in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • d. Inkomensverklaring: een officiële verklaring van de Belastingdienst met daarop de inkomensgegevens van een bepaald belastingjaar.

  • e. Kinderopvang: opvang van kinderen als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • f. Kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • g. Register Kinderopvang: register als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • h. Ouderbijdrage: de financiële bijdrage die de ouder(s)/verzorger(s) betaalt/betalen bij afname van een VE-, SMI- of peuterplaats.

  • i. Peuterplaats: Een kindplaats op een peuterschool voor kinderen van 2 jaar tot de leeftijd dat zij naar het basisonderwijs gaan, zoals omschreven in de Beleidsregels voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI augustus 2020.

  • j. SMI: sociaal-medische indicatie.

  • k. SMI-plaats: een kindplaats voor kinderen met een sociaal-medische indicatie, zoals omschreven in de Beleidsregels voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI augustus 2020.

  • l. Tarieventabel: een door het college vastgesteld overzicht van de tegemoetkomingen van de gemeente aan ouder(s)/verzorger(s) in de kosten van een VE- of peuterplaats.

  • m. Toezichthouder: de door het college aangewezen instantie als bedoeld in artikel 1.61 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • n. VE-plaats: een kindplaats voor kinderen die vallen onder de doelgroep van voorschoolse educatie, zoals omschreven in de Beleidsregels voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI augustus 2020.

  • o. Voorschoolse educatie: uitvoering van een voorschools programma gericht op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs.

  • p. Peuterschool: een van de 17 peuterscholen (lijst in voetnoot of bijlage) waar vve wordt aangeboden. Deze peuterscholen hebben een vve registratie in het landelijk register kinderopvang (met uitzondering van peuterschool Hummelhonk in Kreileroord).

  • q. VVE-programma: een erkend programma voor voor- en vroegschoolse educatie gericht op de vier ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling en is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut.

§ 2. Bepalingen over de vergoeding

Voor- en Vroegschoolse Educatie (vve) en peuterplaatsen

Artikel 2. Doel en toepassingsbereik

Deze verordening heeft tot doel het financieel toegankelijk maken van voorschoolse educatie voor 16 uur per week voor vve-doelgroepkinderen en 8 uur per week peuteropvang op een peuterschool voor niet vve-doelgroepkinderen.

Artikel 3 Financiële aanspraken bij voorschoolse educatie

  • 1. Ouder (s)/verzorger(s) van een kind dat valt onder de doelgroep voor voorschoolse educatie, zoals beschreven in Beleidsregels voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI augustus 2020, heeft/hebben jegens het college aanspraak op kosteloos afnemen van de laatste 8 uur voorschoolse educatie in een week. Voor de eerste 8 uur die zij afnemen betalen zij een ouderbijdrage conform Beleidsregels voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI augustus.

  • 2. Een ouder en diens (ex-)partner die tevens ouder is van hetzelfde kind, worden voor de toepassing van deze verordening geacht gezamenlijk één aanspraak te hebben.

Artikel 4. Financiële aanspraak bij peuterplaatsen

  • 1. De ouder(s)/verzorger(s) van een kind dat valt onder de doelgroep voor peuterplaatsen, zoals beschreven in de Beleidsregels voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI augustus 2020, betalen voor de maximaal 8 uur die zij afnemen een ouderbijdrage conform Beleidsregels voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI augustus 2020.

  • 2. Een ouder en diens (ex-)partner die tevens ouder is van hetzelfde kind, worden voor de toepassing van deze verordening geacht gezamenlijk één aanspraak te hebben.

Artikel 5. Wijze van vergoeding aan houders van peuterscholen

  • 1. De aanbieder ontvangt een tegemoetkoming in de kosten. Uitgangspunt zijn de uurprijzen die worden vermeld in de Beleidsregels voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI en die jaarlijks door het college worden vastgesteld (zie artikel 10 van deze verordening):

  • De nu volgende tarieven zijn van 2020:

  • Vve: € 11,39.

  • De gemeente vergoedt de laatste 8 uur voor vve-kinderen aan de houders, ouders betalen daarvoor niet (doelgroep).

  • Peuterplaatsen 2-2,5 jarigen: € 8,50 (regulier).

  • De gemeente vergoedt het verschil tussen de uurprijs waarvoor ouders een eigen bijdrage betalen (inkomensafhankelijk, maximaal € 8,17) en de genoemde prijzen voor vve en peuterplaatsen (respectievelijk € 11,39- € 8,17 en € 8,50 -€ 8,17). De hoogte van deze vergoeding van de gemeente voor ouders zonder Kinderopvangtoeslag (KOT) varieert met hun gezamenlijk toetsingsinkomen.

  • In onderstaande tabel staat een rekenvoorbeeld voor 2020 voor modale inkomens (een gezamenlijk toetsingsinkomen tussen de € 30.582 en € 42.082), conform tarieventabel VNG zoals vermeld in Beleidsregels voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI augustus 2020.

Maximaal aantal weken per jaar

Aantal uur per week

Bedrag per uur

regulier Kinderopvangtoeslag (KOT)

40

8

0,33

doelgroep KOT

40

8

3,30

40

Laatste 8 uur

11,39

Bij een gezamenlijk toetsingsinkomen tussen de € 30.582 en € 42.082:

regulier geen KOT

40

8

7,63

doelgroep geen KOT

40

8

10,52

40

Laatste 8 uur

11,39

Rekenvoorbeeld met tarieven voor 2020

  • 2. Het college verstrekt de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 5 lid 1 aan de houder.

  • 3. De houder verstrekt een deel van de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 5 lid 1 aan de ouder(s)/verzorger(s) in de vorm van een korting op het uurtarief, dat in 2020 maximaal 8,17 betreft.

Artikel 6. Weigeringsgronden tegemoetkoming

Er wordt geen tegemoetkoming als bedoeld in artikel 3 lid 1, artikel 4 lid 1 en artikel 5 lid 1 verstrekt indien:

  • a. de peuterschool niet geregistreerd is in het register kinderopvang als voorziening met vve, met uitzondering van peuterschool Hummelhonk te Kreileroord;

  • b. de peuterschool niet is gevestigd in de gemeente Hollands Kroon. Hiervan kan alleen met toestemming van de gemeente worden afgeweken;

  • c. de ouder(s)/verzorger(s) en/of het betreffend kind niet woonachtig is/zijn in de gemeente Hollands Kroon;

  • d. het kind niet onder één van de doelgroepen valt, zoals omschreven in de Beleidsregels voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI augustus 2020.

Artikel 7. Aanvullende weigeringsgronden tegemoetkoming voorschoolse educatie

Onverminderd het gestelde in artikel 6 wordt geen tegemoetkoming in de kosten van een VE-plaats verstrekt indien de peuterschool niet aan de wettelijke eisen voor voorschoolse educatie voldoet.

Artikel 8. Voorwaarden tegemoetkoming VE-en peuterplaatsen

Om in aanmerking te komen voor vergoeding van de tegemoetkoming in een Voorschoolse educatie (VE)- of peuterplaats, wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. De houder registreert de aanwezigheid van de kinderen in een aanwezigheidsregistratiesysteem.

  • 2. De houder registreert het recht op gemeentelijke tegemoetkoming met onderbouwing van de daarvoor benodigde stukken en houdt een deugdelijke administratie bij.

  • 3. De houder beschikt over onderliggende gegevens en stelt deze op verzoek van het college beschikbaar:

  • a. de ondertekende plaatsingsovereenkomst tussen de houder en de ouder(s)/verzorger(s), waarin in ieder geval wordt aangegeven: de naam en het adres van de locatie, het aantal uren opvang per kind, de kostprijs per uur, de aanvangsdatum en (verwachte) einddatum van de opvang;

  • b. indien van toepassing: de naam en BSN van de (ex-)partner en, indien deze op een ander adres woont dan het adres van de ouder/verzorger, het adres van de (ex-)partner;

  • c. naam, BSN en geboortedatum van het kind of de kinderen;

  • d. de inkomensgegevens van de ouder(s)/verzorger(s), afkomstig van een actuele inkomensverklaring of kopie van de definitieve aangifte van de inkomstenbelasting van het voorgaande jaar;

  • e. gegevens waaruit blijkt dat de Tarieventabel correct is toegepast;

  • f. gegevens waaruit blijkt dat de ouder(s)/verzorger(s) geen recht heeft/hebben op kinderopvangtoeslag;

  • g. bewijs van de indicatiestelling voor voorschoolse educatie;

  • 4. In aanvulling op het vorige lid kan het college overige gegevens opvragen, indien dat noodzakelijk is voor het beoordelen van de declaratie.

Artikel 9. Aanvullende voorwaarden tegemoetkoming VE-plaats

Onverminderd het gestelde in artikel 8 worden aan de tegemoetkoming in de kosten van VE-plaatsen de volgende aanvullende voorwaarden gesteld:

  • 1. De houder legt in een pedagogisch plan vast op welke wijze het VVE-programma door de hiervoor gecertificeerde beroepskrachten wordt uitgevoerd en hoe de vier onderscheiden ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling en motoriek zijn ingericht.

  • 2. De houder legt bij inschrijving van het kind met de ouder(s)/verzorger(s) vast:

  • a. dat zij om redenen van continuïteit hun kind ten minste anderhalf jaar ononderbroken deel laten nemen aan voorschoolse educatie voor 16 uur per week;

  • b. dat zij deelnemen aan de ouderactiviteiten, zoals omschreven in het pedagogisch plan van de voorschoolse voorziening;

  • c. dat zij instemmen met overdracht van gegevens over hun kind aan de door hen gekozen basisschool.

  • 3. houder zorgt voor vertegenwoordiging in en bijdrage aan de gemeentelijke vve-werkgroep.

Artikel 10. Bevoegdheden college

  • 1. Het college stelt jaarlijks de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 3 lid 1, artikel 4 lid 1 en artikel 5 lid 1 vast in de Beleidsregels voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI.

  • 2. Het college beslist op declaraties van de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 3 lid 1, artikel 4 lid 1 en artikel 5 lid 1.

  • 3. Het college kan aanvullende voorwaarden stellen en deze vastleggen in nadere regelgeving.

  • 4. Het college kan de hoogte van de vergoedingen als bedoeld in het tweede lid aanpassen, of de vergoeding geheel weigeren, indien niet is voldaan aan de voorwaarden zoals vermeld in deze verordening, of indien de vergoeding was gebaseerd op onjuiste informatie.

Artikel 11. Inlichtingenplicht

De houder is verplicht onverwijld wijzigingen te melden aan het college die van invloed kunnen zijn op het recht op vergoeding als bedoeld in artikel 3 lid 1 en/of het recht op dan wel de hoogte van de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 3 lid 1, artikel 4 lid 1 en artikel 5 lid 1.

Sociaal Medische Indicatie (SMI)

Kinderen met een Sociaal Medische Indicatie (SMI) kunnen terecht bij een van de kinderopvangorganisaties gevestigd in Hollands Kroon.

Artikel SMI1. Financiële aanspraak bij kinderopvang SMI

  • 1. De ouder(s) van een kind dat valt onder de doelgroep voor SMI, zoals beschreven in de Beleidsregels voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI augustus 2020 heeft/hebben jegens het college aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van een SMI-plaats indien geen recht bestaat op kinderopvangtoeslag.

  • 2. De aanspraak van een ouder en diens (ex-)partner die tevens ouder is van hetzelfde kind, wordt bepaald aan de hand van de individuele omstandigheden van de ouder(s) en het kind.

Artikel SMI2. Aanvullende weigeringsgronden tegemoetkoming kinderopvang SMI

Onverminderd het gestelde in artikel SMI1 wordt geen tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van SMI verstrekt indien:

  • a. recht bestaat op een passende voorliggende voorziening of tegemoetkoming op grond van de Jeugdwet, de Wet langdurige zorg of de Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • b. voldoende opvang geboden kan worden vanuit het eigen sociale netwerk;

  • c. het kind al ten minste een half jaar kinderopvang op grond van SMI heeft gekregen;

  • d. niet aantoonbaar (professionele) begeleiding wordt gezocht/ingezet om de problematiek weg te nemen;

  • e. niet aantoonbaar wordt gezocht naar een andere oplossing waardoor de voorziening goedkoper dan wel overbodig wordt.

Artikel SMI3. Voorwaarden tegemoetkoming SMI plaats

Om in aanmerking te komen voor vergoeding van de tegemoetkoming aan een SMI plaats, wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. De houder registreert de aanwezigheid van de kinderen in een aanwezigheidsregistratiesysteem.

  • 2. De houder registreert het recht op gemeentelijke tegemoetkoming met onderbouwing van de daarvoor benodigde stukken en houdt een deugdelijke administratie bij.

  • 3. De houder beschikt over onderliggende gegevens en stelt deze op verzoek van het college beschikbaar:

  • a. de ondertekende plaatsingsovereenkomst tussen de houder en de ouder(s)/verzorger(s), waarin in ieder geval wordt aangegeven: de naam en het adres van de locatie, het aantal uren opvang per kind, de kostprijs per uur, de aanvangsdatum en (verwachte) einddatum van de opvang;

  • b. indien van toepassing: de naam en BSN van de (ex-)partner en, indien deze op een ander adres woont dan het adres van de ouder/verzorger, het adres van de (ex-)partner;

  • c. naam, BSN en geboortedatum van het kind of de kinderen;

  • d. de inkomensgegevens van de ouder(s)/verzorger(s), afkomstig van een actuele inkomensverklaring of kopie van de definitieve aangifte van de inkomstenbelasting van het voorgaande jaar;

  • e. gegevens waaruit blijkt dat de Tarieventabel correct is toegepast;

  • f. gegevens waaruit blijkt dat de ouder(s)/verzorger(s) geen recht heeft/hebben op kinderopvangtoeslag;

  • g. bewijs van de indicatiestelling voor SMI.

  • 4. In aanvulling op het vorige lid kan het college overige gegevens opvragen, indien dat noodzakelijk is voor het beoordelen van de declaratie.

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 12. Gevallen waarin deze verordening niet voorziet

Het college is bevoegd nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening, in gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van deze verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 14. Intrekking oude verordening

Deze verordening wordt vastgesteld onder intrekking van de Verordening voorschoolse educatie en kinderopvang SMI gemeente Hollands Kroon van oktober 2016.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking vanaf 1 augustus 2020.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI Hollands Kroon 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 juli 2020,

griffier J. Klopstra voorzitter A. van Dam

Toelichting

Toelichting bij de wijziging van de Verordening voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI naar Verordening voorschoolse educatie, peuterplaatsen en kinderopvang SMI Hollands Kroon, augustus 2020

Door de keuze voor Hollands Kroon scenario B voor 16 uur vve, conform besluit van het College op 19 mei 2020, moet een aantal zaken goed geborgd worden in de te herziene verordening. In deze tekst worden de belangrijkste veranderingen toegelicht.

Er zijn vier groepen ouders die te maken hebben met peuterplaatsen en vve:

1.Ouders met recht op kinderopvangtoeslag (KOT), regulier;

2.Ouders met recht op KOT, vve-doelgroep;

3.Ouders zonder recht op KOT, regulier;

4.Ouders zonder recht op KOT, vve-doelgroep.

Met de keuze voor Hollands Kroon scenario B wordt gekozen voor een scenario waarmee gemengde (doelgroep en niet doelgroep) groepen op peuterscholen met vve mogelijk worden gemaakt en deelname aantrekkelijker wordt zodat genoeg ouders kun peuters naar de peuterschool sturen om te voorkomen dat groepen (te) klein worden. De inschatting van de kosten (zie Derde versie doorrekeningen, scenario Hollands Kroon B) en de verordening gelden voor de kinderen op de 17 peuterscholen in HK (van Kappio, SKHK, SKRS, SKDH en Sammeltjes).

Tabel 11 Inschatting kosten basisscenario voor gemeente met uurprijs van 11,39 voor vve en 8,50 voor peuteropvang, laatste 8 uur vve kosteloos

 

aantal weken per jaar 

aantal uur per week 

prijs per uur 

prijs per uur ouder 

prijs per uur gemeente 

kosten gemeente per peuter per jaar 

aantal peuters 

kosten gemeente totaal 

regulier KOT 

40 

8,50 

8,17 

0,33 

€ 105,60 

316 

€ 33.369,60 

doelgroep KOT 

40 

11,39 

8,17 

3,30 

€ 1.030,40 

  

  

  

40 

+8 

11,39 

  

11,39 

€ 3.644,80 

  

  

totaal 

 

 

 

 

 

€ 4.675,20 

33 

€ 154.281,60 

regulier geen KOT 

40 

8,50 

0,87 

7,63 

€ 2.441,60 

47 

€ 114.755,20 

doelgroep geen KOT 

40 

11,39 

0,87 

10,52 

€ 3.366,40 

 

 

  

40 

+8 

11,39 

  

11,39 

€ 3.644,80 

 

 

totaal 

 

  

  

  

  

€ 7.011,20 

33 

€ 231.369,60 

totaal 2,5-4 jarigen 

 

 

 

 

 

 

 

€ 533.776,00 

kosten 2-2,5 jarigen geen KOT 

20 

8,50 

0,87 

7,63 

€ 1.220,80 

 

20 

 

€ 24.416,00 

kosten 2-2,5 jarigen  KOT 

20 

8,50 

8,17 

0,33 

€ 52,80 

 

87 

 

€ 4.646,40 

totaal  

 

 

 

 

 

 

 

€ 562.838,40 

Het gekozen scenario betekent een hogere uurprijs voor vve voor de aanbieders. Bovendien krijgen aanbieders een vergoeding voor de groep niet vve-kinderen met en zonder kot op de peuterscholen (groep 1 en 3), zie artikel 5 in de verordening. De financiering ten gunste van aanbieders voor de groep ouders met kinderen op peuterscholen die kot gerechtigd zijn (groep 1) is helemaal nieuw en wordt nog niet vermeld in de bestaande verordening. Voor de 17 hierboven genoemde peuterscholen is een vve-registratie in het landelijke register kinderopvang verplicht (m.u.v. de peuterschool in Kreileroord). Mochten er in de toekomst op nieuwe locaties peuterscholen ontstaan kan de aanbieder de gemeente verzoeken in aanmerking te komen voor de subsidie beschreven in de verordening.

Alle ouders betalen in het gekozen scenario een uurprijs voor vve van 8,17 euro in 2020. De eigen bijdrage hangt af van het inkomen en is voor alle ouders gelijk. Voor vve-ouders zijn de laatste 8 uur kosteloos.

De reeds bestaande beleidsverordening geeft ruimte voor vergoeding van kinderen met vve die niet op een peuterschool zitten maar op een kinderdagverblijf (waar ook met vve wordt gewerkt). In het jaaroverzicht met de declaraties is te zien dat dit ook een aantal keer gebeurt, Deze optie wordt ‘afgesloten’ voor de uitvoering van scenario Hollands Kroon B. Reden hiervoor zijn onder meer dat kinderdagverblijven 52 weken open zijn i.p.v. 40 en dat kinderen maximaal 6 uur per dag vve mogen volgen om aan de gevraagde 16 uur te komen. Daarom wordt in de verordening nu gesproken over een regeling voor kinderen op de peuterscholen. Na 1 augustus 2020 worden geen vve-vergoedingen aan kinderen op kinderdagverblijven toegekend.

Voor Sociaal Medische Indicatie (SMI) blijven de bestaande regels gelden, deze worden in de verordening apart beschreven, na de regels over de peuterscholen.