Regeling vervallen per 01-01-2016

Regeling fietsenplan

Geldend van 08-07-2010 t/m 31-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Regeling fietsenplan

De directie van de ambtelijke organisatie van de gemeente Hoogeveen,

overwegende dat het wenselijk is om medewerkers op verzoek in aanmerking te laten komen voor de vergoeding van een fiets, zulks onder gelijktijdige verlaging van de bezoldiging of inlevering van vakantie- en of spaaruren;

gelet op artikel 4a:3 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling;

mede gelet op de Wet op de Loonbelasting;

gezien het advies van de Ondernemingsraad;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

Regeling Fietsenplan (betreffende de vergoeding van een fiets als bezoldigingscomponent in natura onder gelijktijdige verlaging van de bezoldiging of inlevering van vakantieuren)

Artikel 1 Begrippen

Medewerker: de medewerker aangesteld of op arbeidsovereenkomst werkzaam op grond van hoofdstuk 2 van de CAR

Fiets: een fiets (zonder hulpmotor of met elektrische hulpmotor die trapondersteuning verleent)

Fietsaccessoires : met een fiets samenhangende zaken die direct dienstbaar zijn aan het woon-werkverkeer, zoals regenkleding, sloten en dergelijke.

Artikel 2 Procedure

De procedure om in aanmerking te komen voor een onbelaste vergoeding van een fiets is als volgt:

  • a.

    de medewerker vult het aanvraagformulier, bestelformulier en de verklaring zakelijk gebruik in; de verklaring dat de fiets voor woon-werkverkeer wordt gebruikt wordt voor gezien ondertekend door de afdelingsmanager; de medewerker, die in aanmerking kan komen voor een vergoeding van een fiets, kan een fiets aanschaffen;

  • b.

    over de exacte verlaging van de bezoldiging in geld of de exacte inlevering van het aantal vakantie- en/of spaaruren en de ingangsdatum wordt met elke medewerker een afzonderlijke overeenkomst gesloten, uiterlijk op het moment dat de fiets wordt aangeschaft; deze regeling en de aankoopnota van de fiets maken deel uit van de overeenkomst;

  • c.

    het college besluit op grond van de overeenkomst tot toepassing van hoofdstuk 4a, artikel 4a:1 en/of artikel 4a:3 van de CAR.

Artikel 3 Beperkingen:

  • 1. Een medewerker kan slechts één keer per drie jaren een fiets op grond van deze regeling aanschaffen (ook al is het fiscale maximum niet volledig benut).

  • 2. Als de fiets meer dan het fiscale maximum kost, machtigt de medewerker de gemeente om het meerdere in een bedrag ineens in te houden op zijn netto bezoldiging.

Artikel 4 Berekening verlaging bezoldiging in geld en duur van de verlaging

  • 1. Voor de berekening van de verlaging van de bezoldiging in geld en de duur ervan kan de medewerker kiezen uit de volgende mogelijkheden:

    • a.

      het bedrag waarmee de bezoldiging in geld per maand verlaagd wordt, wordt als volgt berekend: het bedrag van de aankoopnota van de fiets tot maximaal het fiscaal vastgestelde maximumbedrag gedeeld door 36; de verlaging van de bezoldiging in geld vindt plaats gedurende respectievelijk 36 maanden vanaf de ingangsdatum, nader te bepalen in de individuele overeenkomst met de medewerker;

    • b.

      in overleg met de medewerker kan de verlaging van de bezoldiging in geld ook in minder dan 36 termijnen plaatsvinden, nader te bepalen in de individuele overeenkomst met de medewerker.

  • 2. Verlaging van de bezoldiging als bedoeld in lid 1 mag niet leiden tot strijdigheid met wettelijke bepalingen.

  • 3. Als de dienstbetrekking blijft bestaan is tussentijdse beëindiging van de overeenkomst niet mogelijk.

Artikel 5 Gevolgen van de verlaging van de bezoldiging in geld

  • 1. De verlaging van de bezoldiging in geld betekent:

    • -

      een verlaging van het loon in het kader van de sociale verzekeringswetten (zoals de WIA) en ziekte-uitkeringen;

    • -

      een verlaging van het loon in het kader van de werkloosheidsuitkering;

    • -

      een verlaging van de grondslag voor de berekening van het vakantiegeld;

    • -

      een verlaging van de grondslag voor de berekening van de eindejaarsuitkering;

    • -

      een verlaging van de grondslag voor alle van het brutoloon afhankelijke salarisverhogingen, toelagen, vergoedingen, gratificaties, uitkeringen en fiscale vrijstellingen, zoals o.a. de waarnemingstoelage, de overwerkvergoeding, de toelage voor onregelmatige dienst, de ambtsjubileumgratificaties, de ziekte-uitkering, de overlijdensuitkering, en de FLO-uitkering;

    • -

      een verlaging van het inkomen in het kader van inkomensafhankelijke subsidies zoals huursubsidie/tegemoetkoming studiekosten.

  • 2. Door verlaging van de bezoldiging in geld overeen te komen, accepteert de medewerker dat eventuele nadelen van het verlagen van de bezoldiging in geld voor zijn rekening en risico blijven.

Artikel 6 Berekening omvang en duur inlevering vakantie- en/of spaaruren.

  • 1. Voor de berekening van de omvang en duur van de inlevering van vakantie- en/of spaaruren geldt het volgende:

    • a.

      het vergoedingsbedrag per uur wordt eenmalig vastgesteld op basis van het bij de start van het contract voor de medewerker geldende uurloon;

    • b.

      het aantal uren waarmee de vakantie- en/of spaarsaldi worden verminderd, wordt als volgt berekend: het bedrag van de aankoopnota van de fiets tot maximaal het fiscaal vastgestelde maximumbedrag gedeeld door het uurvergoedingbedrag; de verlaging van de vakantie- en of spaarsaldi vindt zoveel mogelijk naar evenredigheid plaats gedurende 3 jaren, ingaande in het lopende kalenderjaar;

    • c.

      in overleg met de medewerker kan de vermindering van de vakantie- en of spaarsaldi ook in minder dan 3 jaren plaatsvinden, nader te bepalen in de individuele overeenkomst met de medewerker.

  • 2. Bij de berekening van het aantal in te leveren vakantieuren wordt rekening gehouden met de gestelde maxima op grond van artikel 4a:1 van de CAR.

  • 3. Als de dienstbetrekking blijft bestaan, is tussentijdse beëindiging niet mogelijk.

Artikel 7 Gevolgen van de inlevering van vakantie- en/of spaaruren

De inlevering van de vakantie- en of spaaruren heeft geen nadelige consequenties voor de medewerker.

Artikel 8 Beëindiging zakelijk gebruik

  • 1. Als de medewerker binnen een periode van drie jaar na de vergoeding uit dienst treedt, de fiets aan derden verkoopt, verpandt of anderszins in zekerheid geeft, is de medewerker aan de gemeente Hoogeveen voor elke nog niet verstreken maand een bedrag wegens privé-gebruik verschuldigd ter grootte van 1/36e van de aanschafprijs.

  • 2 Bij beëindiging van de dienstbetrekking voordat de lening is afgelost is de werkgever gemachtigd om het restant van de lening met de netto bezoldiging te verrekenen en heeft de medewerker een verplichting het dan nog openstaand bedrag binnen 14 dagen na ontslag te voldoen.

Artikel 9 Eigendomsrecht

De fiets is vanaf het moment van de aankoop eigendom van de medewerker. Beschadiging, diefstal e.d. zijn voor rekening en risico van werknemer.

Artikel 10 Inwerkingtreding en duur

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van en werkt terug tot en met 1 januari 2010, onder gelijktijdige intrekking van de fietsregeling per 1 januari 2007.

  • 2.

    De regeling is van kracht, zolang de belastingvrije vergoeding van een fiets op grond van de Wet op de Loonbelasting mogelijk is.

Ondertekening

Hoogeveen, 27 januari 2010
De directie,

Artikelgewijze toelichting bij de regeling Fietsenplan

Artikel 1

Medewerker:

Vergoeding van een fiets mag belastingvrij, als aannemelijk is dat de medewerker op meer dan de helft van het aantal dagen dat hij/zij pleegt te reizen in het kader van woon- werkverkeer gebruik maakt van de fiets. De belastingdienst vindt het aannemelijk dat medewerkers die tot 15 kilometer van het werk wonen de fiets ook daadwerkelijk gebruiken voor woon-/werkverkeer. Medewerkers die verder dan 15 kilometer van het werk wonen moeten desgevraagd aannemelijk kunnen maken dat zij de fiets meer dan de helft van de tijd gebruiken voor (een deel van) het woon-/werktraject. De medewerker mag de fiets dus ook gebruiken voor vervoer van en naar het bus- of treinstation of de carpoolplaats.

Een ten onrechte belastingvrij vergoede fiets kan tot gevolg hebben dat de gemeente een naheffing krijgt, die vervolgens bij de medewerker in rekening wordt gebracht.

Voor ambtenaren geldt, dat een afwijzing gemotiveerd moet worden en dat bezwaar openstaat binnen zes weken op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht.

De te vergoeden fiets dient te voldoen aan de eisen die de fiscus stelt en dient dus mede gebruikt te kunnen worden voor woon-/werkverkeer.

Rijwielen met een verbrandingsmotor (b.v. snorfiets, de Solex en de Spartamet) voldoen niet aan de definitie ‘fiets’.

Fiscaal maximum:

Op dit moment is het fiscale maximum voor een fiets vastgesteld op € 749,- + € 82,- per jaar voor toebehoren bij de fiets.

Artikel 2

De medewerker ontvangt eerst voorlichting over de regeling. Wil de medewerker gebruik maken van de regeling en wordt het verzoek voor gezien ondertekend door de leidinggevende, dan kan de medewerker een fiets aanschaffen.

De overeenkomst kan pas worden opgesteld en ondertekend als de offerte er ligt.

Uiteraard kan de fiets alleen worden verstrekt als de overeenkomst tot stand is gekomen. De besluitvorming inzake toepassing van artikel 4a:1 en 4a:3 CAR kan na ondertekening van de overeenkomst plaatsvinden.

 

Artikel 3

De beperkingen vinden hun basis in de Wet op de Loonbelasting.

Artikel 4

Het uitspreiden van de verlaging van de bezoldiging in geld over 36 maanden betekent, dat het bedrag waarmee de bezoldiging in geld verlaagd wordt daardoor relatief laag is (mogelijkheid a). Voor degenen die er de voorkeur aan geven om hun bezoldiging in geld over een kortere periode (maar uiteraard met een groter bedrag) te verlagen is mogelijkheid b opgenomen. Voor alle varianten geldt dat de ingangsdatum gelijk is aan de datum dat de vergoeding van de fiets plaatsvindt of dat de ingangsdatum kort daarna ligt (de eerste mogelijkheid om de bezoldiging in geld te verlagen dient dus te worden benut).

Artikel 5

De verlaging van de bezoldiging werkt door in de opgesomde toe(s)lagen en uitkeringen. Dit is een eis van de belastingdienst. Het betreft hier toeslagen die afgeleid zijn van de bruto bezoldiging.

De verlaging van de bruto bezoldiging werkt niet door in de vaststelling van de berekeningsgrondslag en de premiegrondslag als bedoeld in het pensioenreglement.

De grondslagen voor de sociale verzekering wijzigen wel; dus hier ontstaat doorwerking in de premies, en de medewerker loopt in sommige gevallen risico bij b.v. een eventuele WIA-uitkering, ontslaguitkering en bij een suppletie op grond van hoofdstuk 11a CAR.

Artikel 6

Het uurvergoedingtarief wordt eenmalig vastgesteld op het moment dat de fiets wordt aangeschaft. Tussentijdse wijziging van de bezoldiging is lopende het contract niet van invloed op de vastgestelde uurvergoeding. Het spreiden van de inlevering van verlof en/of spaaruren over 3 jaar betekent, dat het aantal uren waarmee de vakantie- en/of spaarsaldi verlaagd worden daardoor relatief laag is (mogelijkheid b). Voor degene die er de voorkeur aan geven om de inlevering van hun vakantie- en/of spaaruren over een kortere periode (maar dan uiteraard met een groter aantal) te realiseren is mogelijkheid c opgenomen. Voor alle varianten geldt dat de inlevering van vakantie- en/of spaaruren in het lopende kalenderjaar een aanvang moet nemen. Er kunnen maximaal 72 vakantie en/of spaaruren worden ingeleverd (fulltimers; deeltijders naar rato). Als de uren al zijn ingezet of verkocht kan men geen uren meer verkopen voor de aanschaf van een fiets.

 

Artikel 7  

De verlaging van het aantal verlof- en/of spaaruren werkt niet door op andere aspecten van de rechtspositie van de medewerker.

Artikel 8

In dit artikel wordt de consequentie beschreven wanneer het zakelijk gebruik wordt beëindigd.

Artikel 9

De medewerker schaft zelf een fiets aan. De medewerker is hierdoor zelf verantwoordelijk voor de fiets.

Artikel 10

De wet biedt de mogelijkheid om – voor zover niet binnen een zelfde periode van 3 kalenderjaren – een nieuwe fiets te vergoeden. Ook voor nieuw indiensttredend personeel kan de regeling gebruikt worden.