Verordening burgerparticipatie Wmo

Geldend van 01-04-2012 t/m heden

Intitulé

Verordening burgerparticipatie Wmo

De raad van de gemeente Hoogeveen,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders,

gelet op artikel 9, 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo),

gelet op artikel 150 Gemeentewet,

besluit vast te stellen de volgende: Verordening burgerparticipatie Wmo.

Artikel 1 Begripsbepaling

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    burgerparticipatie Wmo: de gestructureerde wijze waarop de gemeente de representatieve organisaties van belanghebbenden betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van de Wmo;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    Wmo-raad: de door het college als zodanig aangewezen en in deze gemeente actief zijnde vertegenwoordigers van representatieve organisaties van belanghebbenden op het gebied van de Wmo. De vertegenwoordigers zijn voor deze taak voorgedragen door de representatieve organisaties.

Artikel 2 Taken

  • 1. De Wmo-raad heeft de volgende taken:

    • a.

      het bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de Wmo vanuit onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het Wmo-beleid;

    • b.

      het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het Wmo-beleid;

    • c.

      het bevorderen van overleg en samenwerking tussen organisaties die in of door de gemeente te maken hebben met de Wmo.

  • 2. De Wmo-raad houdt zich niet bezig met de behandeling van individuele cliëntzaken.

Artikel 3 Samenstelling en zittingsduur

  • 1. De Wmo-raad is samengesteld uit vertegenwoordigers vanuit organisaties die betrokken zijn bij de prestatievelden van de Wet maatschappelijke ondersteuning en waarbij elke organisatie minimaal één en maximaal twee personen afvaardigt.

  • 2. Elke organisatie vertegenwoordigt een bepaald deelterrein te weten:

    • a.

      mantelzorg;

    • b.

      jongeren;

    • c.

      ouderen;

    • d.

      mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking en chronisch zieken;

    • e.

      vrijwilligers;

    • f.

      GGZ;

    • g.

      sociale zekerheid;

    • h.

      gezamenlijke diaconieën en levensbeschouwelijke organisaties;

    • i.

      cliëntenraden woon-zorginstellingen;

    • j.

      overige.

  • 3. De leden van de Wmo-raad worden, met uitzondering van de voorzitter, op voordracht van een organisatie als bedoeld in het tweede lid benoemd door de Wmo-raad.

  • 4. De Wmo-raad telt minimaal 9 leden.

  • 5. De zittingsduur van de leden van de Wmo-raad is vier jaar en kan daarna voor maximaal vier jaar worden verlengd.

  • 6. Bij tussentijds aftreden voorziet de Wmo-raad in een voordracht voor een opvolger. Tussentijdse vervanging geschiedt voor de resterende zittingstermijn.

Artikel 4 De voorzitter

  • 1. De vergaderingen van de Wmo-raad worden voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter, die door de Wmo-raad wordt voorgedragen en benoemd.

  • 2. Bij afwezigheid van de voorzitter draagt de Wmo-raad zorg voor aanwijzing van een vervanger uit zijn midden.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1. In het kader van de burgerparticipatie Wmo vraagt het college de Wmo-raad tijdig om advies.

  • 2. De Wmo-raad is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college.

  • 3. Het college vraagt de Wmo-raad in ieder geval advies over beleidsaangelegenheden die de negen prestatievelden van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) aangaan.

  • 4. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Hierbij wordt een termijn gehanteerd van minimaal vier weken.

  • 5. Het college voorziet de Wmo-raad van begrijpelijke informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Wmo-raad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om te kunnen reageren op plannen voor ontwikkelingen en wijzigingen. De informatie wordt desgevraagd in speciale leesvorm aangeleverd (braille, grootletterschrift, daisy-rom).

  • 6. Tussen de verantwoordelijke wethouder en de Wmo-raad vindt minimaal twee keer per jaar overleg plaats, waarvoor beide partijen punten kunnen agenderen.

  • 7. Van overleg en afspraken met de Wmo-raad doet het college binnen redelijke termijn schriftelijke rapportage aan de Wmo-raad. Daarbij wordt in ieder geval aangeven wat er met de door de Wmo-raad gegeven adviezen is gedaan.

  • 8. Het college wijst een vaste contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor de Wmo-raad. De Wmo-raad en de contactambtenaar hebben minimaal zes keer per jaar overleg.

  • 9. Tussen de gemeenteraad en de Wmo-raad vindt minimaal twee keer paar overleg plaats, waarvoor beide partijen punten kunnen agenderen.

  • 10. De samenwerking tussen de gemeente en de Wmo-raad wordt jaarlijks geëvalueerd.

Artikel 6 Faciliteiten

  • 1. Het college stelt aan de Wmo-raad zodanige middelen ter beschikking dat de Wmo-raad redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening haar taken uit te voeren. Hierbij zijn in ieder geval vergoedingen voor de volgende onkosten inbegrepen: vergader-/kantoorkosten, onkostenvergoeding voorzitter/secretaris, onkostenvergoeding leden Wmo-raad, deskundigheidsbevordering, ondersteuning en communicatie.

  • 2. De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een werkplan en begroting.

  • 3. De gemeente stelt vergaderfaciliteiten, kopieerfaciliteiten en postfaciliteiten beschikbaar ten behoeve van de Wmo-raad.

  • 4. Voor niet reguliere activiteiten kan de Wmo-raad bij het college een subsidie aanvragen.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college gehoord de Wmo-raad.

  • 2. Eind 2013 en vervolgens om de twee jaar wordt de verordening burgerparticipatie Wmo geëvalueerd.

  • 3. De verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2012.

  • 4. De verordening cliëntenparticipatie integraal gehandicaptenbeleid komt met ingang van het in het vorige lid genoemde tijdstip te vervallen.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening burgerparticipatie Wmo’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hoogeveen op 8 maart 2012.
De voorzitter, De griffier,