Regeling vervallen per 13-04-2011

Verordening begraafplaatsen Hoogeveen 2009

Geldend van 01-01-2010 t/m 12-04-2011

Intitulé

Verordening begraafplaatsen Hoogeveen 2009

De raad van de gemeente Hoogeveen;

gelezen het voorstel van het college van 25 november 2009;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening begraafplaatsen Hoogeveen 2009.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder de begraafplaatsen:

de begraafplaats te:

  • a.

    Elim, gelegen aan de Carstensdijk;

  • b.

    Hollandscheveld, gelegen aan de Kerkhoflaan;

  • c.

    Hoogeveen, de oude begraafplaats gelegen aan de Zuiderweg;

  • d.

    Hoogeveen, de nieuwe begraafplaats gelegen aan de Zuiderweg;

  • e.

    Nieuwlande, gelegen aan de Boerdijk;

  • f.

    Nieuweroord, gelegen aan de Middenraai;

  • g.

    Pesse, gelegen aan de Hoogeveenseweg;

  • h.

    Stuifzand, gelegen aan de Hoofdweg;

  • i.

    Tiendeveen, gelegen aan de Kerkweg.

Artikel 2. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van de as zijn met uitzondering van algemeen erkende feestdagen:

    maanden

    dagen

    gewone uren

    bijzondere uren

    april t/m oktober

    ma t/m vrij

    van 9.00 t/m 17.00 uur

    zaterdagen

    van 9.00 t/m 15.00 uur

    november t/m maart

    ma t/m vrij

    van 9.00 t/m 17.00 uur

    zaterdagen

    van 9.00 t/m 15.00 uur

  • 2. Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door het college vastgesteld.

  • 3. Op het zelfde tijdstip mag per begraafplaats niet meer dan één begrafenis plaats vinden.

  • 4. Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in het eerste en derde lid van dit artikel afwijken.

Artikel 3. Uitvoeringsregels

Het college kan regels opstellen met betrekking tot:

  • a.

    de inrichting en indeling van de begraafplaatsen;

  • b.

    de wijze waarop begravingen en bijzetting kunnen plaatsvinden;

  • c.

    het beheer van de begraafplaatsen;

  • d.

    de uitgifte van graven en de soorten graven die op de begraafplaats worden uitgegeven;

  • e.

    de aankleding en uitvoering van de grafbedekking per graf;

  • f.

    het onderhoud van de grafbedekking.

Artikel 4. Vergunning grafkelder

  • 1. Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder.

  • 2. Het college stelt regels voor de afmetingen van de ruimte die voor het stichten van een grafkelder beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 5. Vereisten grafbedekking

  • 1. Het is verboden om zonder vergunning van het college grafbedekking of andere voorwerpen op graven of een plaat ter afsluiting van een urnennis of urnenkelder te plaatsen.

  • 2. Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning kan het college regels vast stellen.

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde regels.

  • 4. Het college kan de in het eerste lid bedoelde vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan is aan de door haar vastgestelde nadere regels conform het uitvoeringsbesluit;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 6. Verbodsbepalingen

  • 1. Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      zich op hinderlijke wijze te gedragen;

    • b.

      te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden;

    • c.

      op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • d.

      op de graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;

    • e.

      de graven, de gedenktekens, de beplanting, de gebouwen en de paden te bekladden, te beschadigen of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;

    • f.

      dieren mee te nemen, met uitzondering van aangelijnde honden;

    • g.

      dieren te begraven;

    • h.

      zich toegang tot de begraafplaats te verschaffen anders dan via de daarvoor bestemde ingangen;

    • i.

      iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene.

  • 2. Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      rij- of voertuigen, met uitzondering van invalidenwagens, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;

    • b.

      met motorrijtuigen sneller dan 10 km per uur te rijden.

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van de verboden, zoals genoemd in het tweede lid onder a.

Artikel 7. Openstelling voor bezoek

  • 1. De begraafplaats is voor een ieder dagelijks kosteloos toegankelijk van zonsopgang tot een half uur na zonsondergang met dien verstande dat de toegang tot en het verblijf op de begraafplaats verboden is voor personen die zich zonder redelijk doel ophouden op een gemeentelijke begraafplaats, deze verontreinigen of deze gebruiken voor een ander doel dan waarvoor de begraafplaats is bestemd.

  • 2. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek is geopend, zich daarop te bevinden, behoudens door het college te verlenen ontheffing.

  • 3. Het college kan de toegangen of delen van de begraafplaats tijdelijk sluiten.

Artikel 8. Ontzegging toegang

  • 1. Het college kan personen, die handelen in strijd met het verbod van artikelen 6 of 7 de toegang tot 1 of meerdere begraafplaatsen ontzeggen.

  • 2. Het is de perso(o)n(en) die de toegang is ontzegd verboden zich op de begraafplaats te bevinden.

Artikel 9. Strafbepalingen

  • 1. Hij die handelt in strijd met artikel 6, 7 of 8 wordt bestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

  • 2. Overtreding van artikel 6, 7 of 8 kan worden bestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 10. Overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in de plaats van alle voorgaande verordeningen van de gemeentelijke begraafplaatsen, maar al hetgeen op basis van de vorige verordeningen is toegestaan of feitelijk is gerealiseerd blijft geldend overeenkomstig de toen geldende voorschriften.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening begraafplaatsen Hoogeveen 2009.

  • 3.

    De verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Hoogeveen in de vergadering van 10 december 2009.

de griffier,

de voorzitter,

J.P. WIND

H.KOETJE

Artikelsgewijze toelichting op de verordening begraafplaatsen Hoogeveen 2009

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Dit artikel spreekt voor zich. In dit artikel zijn de gemeentelijke begraafplaatsen opgenomen waarop deze verordening betrekking heeft.

Artikel 2. Tijden van begraving en asbezorging

Met dit artikel zijn de tijden van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van as vastgesteld.

Per begraafplaats mag er in beginsel niet meer dan één begrafenis tegelijk plaatsvinden. Deze bepaling is opgenomen om een optimale dienstverlening te garanderen. Ook hier bestaat de mogelijkheid om af te wijken indien een gelijktijdige begrafenis gewenst is vanwege bijvoorbeeld een gerelateerde of gelijke doodsoorzaak.

Artikel 3. Uitvoeringregels

Met dit artikel vermeldt de raad de mogelijkheid tot het opstellen van uitvoeringsregels. Het ontwerp daarvan is gereed. Deze regels hebben tot doel het beheer en de inrichting van de begraafplaatsen op heldere wijze vorm te geven. Door de bekendmaking ervan kunnen belanghebbenden zich al tijdig op de hoogte stellen van de mogelijkheden en het geeft tevens de medewerker, die de uitvoering verzorgen, een duidelijke rchtsnoer.

Artikel 4. Grafkelder

Op iedere gemeentelijke begraafplaats wordt gelegenheid gegeven tot het aanbrengen van een grafkelder.

Artikel 5. Vereisten grafbedekking

De vergunningseis geldt voor de grafbedekking op een eigen graf, een eigen urnengraf, een eigen grafkelder, een eigen urnennis en een algemeen graf. De grafbedekking zal op punten als vormgeving, constructie en materiaalkeuze aan bepaalde minimumeisen moeten voldoen. Deze eisen zijn nader uitgewerkt in de uitvoeringsregels van het college. Zij zijn ruim geformuleerd. Wanneer uit een vergunningaanvraag blijkt dat niet voldaan wordt aan de eisen, zoals vermeld in de uitvoeringsregels, kan het college in uitzonderingsgevallen afwijken van het bepaalde in deze regels en de vergunning alsnog afgeven.

Zo kan in bijzondere gevallen, waar de regels niet in voorzien of deze een onbedoeld en ongewenst resultaat zouden meebrengen toch een maatwerkoplossing worden bereikt.

Artikel 6. Verbodsbepalingen

Dit artikel is opgenomen met het oog op de strafbaarstelling van personen die zich op hinderlijke wijze gedragen of ander ongewenst gedrag vertonen. Alleen door de verboden op te nemen kunnen overtreders strafbaar worden gesteld. Deze bepaling is hier opgenomen en niet in de Algemene plaatselijke verordening vanuit de wens om de bepalingen over de begraafplaatsen in een kader geordend te hebben. Om die reden is de verordening ook gebaseerd op artikel 149 van de Gemeentewet.

Artikel 7. Openstelling voor bezoek

Dit artikel is geïntroduceerd met het oog op de strafbaarstelling van personen die zich op de begraafplaats bevinden buiten de uren van openstelling voor bezoekers. De toegang tot en het verblijf tot de begraafplaats is verboden voor personen die zich zonder redelijk doel ophouden op een begraafplaats, deze verontreinigen of deze gebruiken voor een ander doel dan waarvoor de begraafplaats is bestemd.

Artikel 8. Ontzegging toegang

De bevoegdheid van het college om personen weg te sturen als zij zich niet aan zijn aanwijzingen en de verbodsbepalingen houden, bieden naast het strafrechtelijk optreden ook een basis om tegen ongewenste activiteiten op te kunnen treden.

Artikel 9. Strafbepalingen

De politie kan op grond van de strafbepalingen tegen ordeverstoringen optreden en zo nodig proces-verbaal opmaken.

Artikel 10. Overgangsrecht en citeertitel

Deze verordening geldt voor alle situaties vanaf de datum van inwerkingtreding tot de verordening herzien wordt. Alle verkregen rechten blijven van kracht. Niet bedoeld is dat die nu onbeperkt van kracht blijven, maar dat die van kracht blijven met in achtneming van de regels, zoals die golden tot de inwerkingtreding van de thans vastgestelde voorschriften.