Regeling vervallen per 26-10-2018

Reglement bezwaarschriftencommissie (gemeenteraad en burgemeester)

Geldend van 28-09-2007 t/m 25-10-2018

Intitulé

Reglement bezwaarschriftencommissie (gemeenteraad en burgemeester)

De raad van de gemeente Hoogeveen, het college en de burgemeester, elk voor het zijn bevoegdheid betreft;

gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 84 en 149 van de Gemeentewet;

besluiten vast te stellen het volgende reglement:

Reglement bezwaarschriftencommissie

Artikel 1. Begripsbepalingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van Burgemeester en Wethouders;

  • b.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • c.

    commissie: bezwaarschriftencommissie;

  • d.

    voorzitter: voorzitter en, tenzij afzonderlijk vernoemd, de plaatsvervangend voorzitter van de commissie;

  • e.

    secretaris: secretaris van de commissie.

Artikel 2. Inleidende bepaling commissie.

  • 1. Er is een bezwaarschriftencommissie.

  • 2. Zij is belast met het voorbereiden van beslissingen op bezwaar.

  • 3. Het tweede lid is niet van toepassing voor het gaat om bezwaar tegen beschikkingen op grond van de Verordening onroerende zaakbelastingen en beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken, indien het bezwaarschrift zonder horen kan worden afgedaan.

Artikel 3. Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en ten hoogste vier leden, benoemd, geschorst en ontslagen door de raad.

  • 2. Tot voorzitter of lid van de commissie is niet benoembaar:

    • a.

      Een lid van de raad of het college.

    • b.

      Een ambtenaar als bedoeld in artikel 4 van de Gemeentewet, die ondergeschikt is aan het gemeentebestuur.

Artikel 4. Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de raad. Zij kunnen worden herbenoemd.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3. De voorzitter of een lid van de commissie treedt af op de dag dat hij een functie, als bedoeld in artikel 3, tweede lid, gaat bekleden.

Artikel 5. Secretariaat

  • 1. Het college wijst, de commissie gehoord, een of meer ambtenaren als secretaris van de commissie aan.

  • 2. Het college kan tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aanwijzen.

Artikel 6. Horen

  • 1. Behoudens toepassing van artikel 7:13, tweede lid, tweede volzin van de Algemene wet bestuursrecht, geschiedt het horen door de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter en twee leden.

  • 2. De voorzitter of een lid van de commissie neemt geen deel aan de behandeling van een zaak als er sprake is van feiten of omstandigheden waardoor de onpartijdigheid van de commissie bij zijn deelname schade zou kunnen lijden.

Artikel 7. Ingediend bezwaarschrift

Een ingekomen bezwaarschrift wordt meteen in handen gesteld van de secretaris.

Artikel 8. Vooronderzoek

  • 1. De commissie is bevoegd al het noodzakelijke te doen om de behandeling van het bezwaarschrift genoegzaam voor te bereiden.

  • 2. De commissie kan tevens rechtstreeks alle gewenste inlichtingen inwinnen.

Artikel 9. Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht worden uitgeoefend door de commissie: 

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 2:2, eerste en tweede lid;

  • c.

    artikel 6:6, wat betreft het de indieners stellen van een termijn;

  • d.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • e.

    artikel 7:2;

  • f.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • g.

    artikel 7:5, tweede lid;

  • h.

    artikel 7:6, vierde lid;

  • i.

    artikel 7:13, tweede lid.

Artikel 10. Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt buiten aanwezigheid van partijen achter gesloten deuren.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Als de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4. Een minderheidsstandpunt wordt bij het advies vermeld, indien die minderheid dat verlangt.

Artikel 11. Uitbrengen advies

  • 1. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 2. De commissie brengt haar advies uiterlijk twee weken voor het einde van de wettelijke termijn uit.

  • 3. Indien de wettelijke termijn ontoereikend moet worden geacht, verzoekt de commissie het verwerende orgaan de beslissing te verdagen.

  • 4. De commissie ontvangt een afschrift van het verdagingsbesluit.

Artikel 12. Advies en verslag

Het verslag van de hoorzitting en het advies worden:

  • a.

    door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • b.

    door de secretaris aan belanghebbenden bekendgemaakt.

  • c.

    door de secretaris openbaar gemaakt, als de zaak in een openbare hoorzitting is behandeld.

Artikel 13. Beslissing op bezwaar

De commissie ontvangt een afschrift van de beslissing op bezwaar.

Artikel 14. Jaarverslag

  • 1. De commissie brengt jaarlijks aan de verwerende organen verslag uit van haar werkzaamheden.

  • 2. Het verslag is openbaar.

Artikel 15. Slotbepalingen

  • 1. Dit reglement treedt in werking op de dag nadat het door de raad is vastgesteld.

  • 2. Het Reglement bezwaarschriftencommissie vastgesteld op 14 maart 2002 wordt met ingang van de in het eerste lid genoemde dag ingetrokken.

  • 3. Besluiten tot benoemingen, schorsing en ontslag blijven van kracht.

Artikel 16. Citeertitel

Dit Reglement wordt aangehaald als: "Reglement bezwaarschriftencommissie".

Toelichting bij het Reglement bezwaarschriftencommissie

Algemeen

Het afschaffen van de raadscommissies na de gemeenteraadsverkiezingen van 7 maart 2006 maakt een wijziging van het reglement, zoals dat door de raad, het college en de burgemeester is vastgesteld op 14 maart 2002 (met wijzigingen d.d. 30 september 2004 en 1 maart 2005) noodzakelijk. Artikel 18, eerste lid, bepaalde dat, wanneer het verwerende orgaan afwijkt van het advies van de commissie, hiervan mededeling moet worden gedaan aan de betreffende raadscommissie.

Het Reglement is geheel opnieuw bekeken. Gelet op het voorgestelde wijzigingen is gekozen voor een voorstel tot vaststellen van een nieuw Reglement onder intrekking van het bestaande Reglement.

Het voorstel bevat wijzigingen gericht op het aanpassen aan de actuele beleidslijnen en werkwijzen. Doublures met de Algemene wet bestuursrecht en andere overbodige bepalingen worden geschrapt.

De laatste wijziging van het Reglement (1 maart 2005) is alleen vastgesteld door het college. Ten behoeve van de duidelijkheid is het wenselijk dat het voorstel door de raad, het college en door de burgemeester opnieuw wordt vastgesteld. Het Reglement geldt na vaststelling door het college ook voor de onder het college werkende bestuursorganen.

In overeenstemming met de in de Gemeentewet gebruikte terminologie wordt voorgesteld “Burgemeester en Wethouders” te vervangen door “het college”.

Ten slotte wordt voorgesteld de indeling in titels te schrappen. De toegevoegde waarde ontbreekt. Aan de artikelen is een opschrift toegevoegd. Vanwege het vervallen van artikelen zijn de artikelen hernummerd.

Toelichting bij de gewijzigde artikelen

Artikel 1

In het Reglement waren slechts de begrippen “commissie” en “voorzitter” gedefinieerd.

Artikel 2

Aan het derde lid is toegevoegd “beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken, indien het bezwaarschrift zonder horen kan worden afgedaan”. Na een aanpassing van het Reglement door het college (besluit van 1 maart 2005) worden bezwaarschriften gericht tegen WOZ-beschikkingen ter advisering voorgelegd aan de commissie wanneer de bezwaarde heeft verzocht te worden gehoord.

Artikel 3

In overeenstemming met de praktijk wordt voorgesteld om de benoeming, de schorsing en het ontslag van de commissieleden aan de raad te laten. Daarnaast wordt voorgesteld om de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter in functie te benoemen, in plaats van aan te wijzen uit de leden.

Sinds de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur op 7 maart 2002 maakt een wethouder geen onderdeel meer uit van de raad. In het Reglement was nog niet opgenomen dat de wethouder niet benoembaar is tot lid van de commissie.

Artikel 4

De leden worden in beginsel benoemd voor een periode van vier jaar en treden af op de dag van het aftreden van de raad en niet, zoals het Reglement voorschreef, op de dag van het aftreden van de leden van de raad.

Het derde lid bepaalt dat een lid tevens aftreedt op het moment dat hij benoemd wordt als lid van het gemeentebestuur of als ambtenaar. Deze bepaling ontbrak nog in het Reglement.

Artikel 5

Een strikte interpretatie van het huidige Reglement leidt tot de conclusie dat slechts één ambtenaar als secretaris van de commissie kan worden benoemd. Dit is niet in overeenstemming met de praktijk.

Artikel 6

De artikelen 6 en 7, waarin was bepaald dat de voorzitter vergaderingen belegt, de leden oproept, voor de orde ter vergadering zorg draagt, kamers kan vaststellen voor de behandeling van bepaalde categorieën bezwaarschriften, worden geschrapt. Er bestaat geen noodzaak om deze zaken in een reglement vast te leggen.

Artikel 8 is nu artikel 6.

Artikel 7

Overeenkomstig artikel 9. Overbodige toevoeging weggelaten.

Artikel 8

Was artikel 10. Aanpassing in zoverre dat niet meer is vastgelegd dat de inlichtingen binnen een door de commissie gestelde termijn moeten worden verstrekt.

Artikel 9

De artikelen 11 en 12 zijn samengevoegd, omdat de leden van beide artikelen betrekking hebben op de uitoefening van in de Algemene wet bestuursrecht aan het verwerende orgaan toegekende bevoegdheden, die in praktijk door de commissie worden uitgevoerd. Daaraan zijn nu toegevoegd de bevoegdheden van artikel 2:2, eerste en tweede lid Awb (weigeren bijstand of vertegenwoordiging door een persoon tegen wie ernstige bezwaren bestaan en het schriftelijk in kennis stellen van deze weigering), artikel 6:17 Awb (het toezenden van stukken, die voor de behandeling van het bezwaarschrift van belang zijn, aan de gemachtigde) en artikel 7:13, tweede lid, Awb (het aan de indiener mededeling dat een commissie over het bezwaar zal adviseren). In de praktijk worden deze bevoegdheden al voornamelijk door de commissie uitgevoerd.

Artikel 10

De artikelen 13 en 14, eerste lid, vervallen, omdat de inhoud van deze bepalingen overeen komt met bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 14, tweede lid, wordt hernummerd tot artikel 10, eerste lid. De leden van artikel 15 zijn nu (ongewijzigd) opgenomen in artikel 10.

Artikel 11

Van het eerdere artikel 16 is het tweede lid – het advies wordt zo spoedig mogelijk uitgebracht – geschrapt. In het derde lid is bepaald dat de commissie haar advies uiterlijk twee weken voor het einde van de wettelijke termijn - in de meeste gevallen tien weken - uitbrengt. Gelet op het aantal procedurestappen is dit aan te merken als zo spoedig mogelijk.

Artikel 12

Was artikel 17.

Artikel 13

In artikel 18, eerste lid, was bepaald dat het bestuursorgaan, wanneer het in de beslissing op bezwaar afwijkt van het advies van de commissie, hiervan mededeling doet aan de betreffende raadscommissie. Voorgesteld wordt het eerste lid geheel te schrappen. De raadscommissies hebben opgehouden te bestaan. De commissie besteedt in haar Jaarverslag (zie artikel 14) expliciet aandacht aan de van haar advies afwijkende beslissingen op bezwaar.

Artikel 14

In artikel 19 was bepaald dat de commissie verslag uitbrengt aan de raad. Gelet op het feit dat de commissie ook door en ten behoeve van het college en de burgemeester is ingesteld, wordt voorgesteld de commissie op te dragen verslag uit te brengen aan de verwerende organen.

Artikel 15

Was artikel 20.

Artikel 16

Was artikel 21.