Regeling vervallen per 01-01-2009

Verordening clientenparticipatie Wet werk en bijstand

Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2008

Intitulé

Verordening clientenparticipatie Wet werk en bijstand

De raad van de gemeente Hoogeveen,

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 13 december 2004;

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand (Wwb);

overwegende dat de gemeente bij verordening regels dient te stellen over de wijze waarop de cliënten of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet;

Besluit vast te stellen de volgende

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • a. cliënten: de onder c en d van dit artikel bedoelde persoon, alsmede degene die een uitkering ontvangt op grond van de Algemene nabestaandenwet;

  • b. college: burgemeester en wethouders.

  • c. niet-uitkeringsgerechtigde: de persoon, jonger dan 65 jaar, die als werkloze werkzoekende staat geregistreerd bij de Centrale organisatie werk en inkomen en die geen recht heeft op een uitkering op grond van de wet, de Werkloosheidswet, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Toeslagenwet, de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria, de Algemene nabestaandenwet dan wel op grond van een regeling, die met deze wetten naar aard en strekking overeenstemt als bedoeld in artikel 6, sub a van de wet;

  • d. uitkeringsgerechtigde: degene, die algemene bijstand ontvangt op grond van de wet;

  • e. vertegenwoordiger: afgevaardigde van een maatschappelijke instelling of belangenorganisatie die direct of indirect deel uit maakt van het dagelijkse leven van de cliënt;

  • f. Wet: de Wet werk en bijstand.

Artikel 2 Doelstelling

Het doel van cliëntenparticipatie is dat cliënten en vertegenwoordigers invloed kunnen uitoefenen op het beleid en de uitvoering en kwaliteit van dienstverlening van de afdeling Werk en Inkomen door gevraagd en ongevraagd te adviseren aan het college.

Artikel 3 Beleidsterreinen

  • 1. In het kader van de cliëntenparticipatie adviseert de cliëntenraad over beleid in het kader van de Wet, alsmede over aangelegenheden die de uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening betreffen.

  • 2. De cliëntenraad houdt zich niet bezig met:

    • -

      individuele klachten, bezwaarschriften, en andere zaken die een individueel karakter dragen, dan wel betrekking hebben op individuele cliënten;

    • -

      de Wet voorzieningen gehandicapten, voor zover dit geen raakvlak heeft met de Wet.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. De cliëntenraad bestaat uit een combinatie van cliënten en vertegenwoordigers.

  • 2. De cliëntenraad bestaat uit maximaal vijf cliënten en minimaal acht vertegenwoordigers.

  • 3. De cliënten worden op voordracht van het college benoemd.

  • 4. De vertegenwoordigers worden op voordracht benoemd van:

    • a.

      Gemeenschap van Kerken

    • b.

      Humanitas

    • c.

      Stichting Welzijnswerk Hoogeveen

    • d.

      Vrijwilligers van maatschappelijke organisaties in Hoogeveen

    • e.

      Stichting Salawaku

    • f.

      Vakbond CNV

    • g.

      Vakbond FNV

    • h.

      Ouderenbonden;

  • 5. De cliëntenraad wordt voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter.

  • 6. Het lidmaatschap van de cliëntenraad is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad of het college.

Artikel 5 Benoeming en beëindiging van het lidmaatschap

  • 1. De leden van de cliëntenraad worden door het college benoemd voor een periode van vier jaar en zijn herkiesbaar. Het college benoemt op voorstel van de cliëntenraad een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

  • 2. Het lidmaatschap eindigt indien het lid geen cliënt of vertegenwoordiger meer is.

  • 3. Het lidmaatschap eindigt indien het lid aftreedt;

  • 4. Het lidmaatschap eindigt indien de zittingsduur als bedoeld in lid 1, is verlopen.

  • 5. In de gevallen, bedoeld in het tweede en derde lid, blijft het lid de functie vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een maximale termijn van twaalf maanden.

Artikel 6 Werkwijze

  • 1. In het kader van de cliëntenparticipatie vraagt het college de cliëntenraad om advies inzake het gemeentelijk beleid en de uitvoering en kwaliteit van dienstverlening zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 van de verordening.

  • 2. De cliëntenraad is gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college inzake het gemeentelijk beleid en de uitvoering en kwaliteit van dienstverlening zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 van de verordening.

  • 3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het toegevoegd kan worden aan de voor besluitvorming van college of raad ter beschikking te stellen stukken.

  • 4. Er is minimaal twee keer per jaar een overleg tussen de betrokken wethouder en de cliëntenraad.

  • 5. Contacten tussen de cliëntenraad en de afdeling Werk en Inkomen lopen of via de voorzitter of via de voorzitter en secretaris gezamenlijk.

  • 6. Wanneer de cliëntenraad uit eigen beweging advies uitbrengt gebeurt dit via de voorzitter of secretaris.

  • 7. De cliëntenraad overlegt minimaal twee keer per jaar met de gemeenteraad danwel de raadscommissie Samenleving.

Artikel 7 Faciliteiten

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat de cliëntenraad de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de cliëntenraad.

  • 2. Ten behoeve van de cliëntenraad wordt jaarlijks in de begroting een budget opgenomen.

  • 3. Ten laste hiervan kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, organisatiekosten, het inhuren van externe deskundigen en voorlichting.

  • 4. De leden van de cliëntenraad, met uitzondering van vertegenwoordigers die beroepskracht zijn, ontvangen per bijgewoond overleg een onkostenvergoeding tot een maximum zoals vastgelegd in artikel 31 lid 2 sub k van de Wet overeenkomstig de aldaar genoemde bedragen per week.

  • 5. De gemeente stelt vergaderruimte en andere faciliteiten beschikbaar ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de cliëntenraad.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand.

Artikel 9 Slotbepaling

  • 1.

    Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

  • 2.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hoogeveen,

gehouden op 23 december 2004.

De griffier, de voorzitter,

J.P. Wind, W.P.M. Urlings

Algemene toelichting

De Wet werk en bijstand schrijft in artikel 47 voor dat cliëntenparticipatie dient plaats te vinden en dat, in het verlengde van die verplichting wordt de verordening vastgesteld door de raad. Ingevolge die bepaling is de verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand tot stand gekomen. Minimaal dient te zijn vastgelegd op welke wijze personen met een WWB uitkering, niet-uitkeringsgerechtigden en personen met een ANW uitkering of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

  • a.

    periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;

  • b.

    deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • c.

    zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1.

Voor de diverse omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de Wet werk en bijstand en/of bestaande regelgeving.

Artikel 2.

In dit artikel wordt de doelstelling beschreven. Belangrijk is dat de cliëntenraad ook ongevraagd kan adviseren. Er wordt gesproken over een cliëntenraad omdat met het amendement op artikel 47 de cliëntenparticipatie in de Wet werk en bijstand in lijn is gebracht met de Wet Suwi. In deze wet is sprake van cliëntenraden.

Artikel 3.

In dit artikel wordt beschreven over welk beleid de cliëntenraad adviseert. Advies wordt gevraagd bij de vaststelling van beleidskaders, verordeningen en beleidsregels op het terrein van de WWB. Ten behoeve van de Wet voorzieningen gehandicapten opereert een afzonderlijk platform dat bestaat uit personen die over specifieke kennis beschikken op het gebied van handicaps en beperkingen.

Artikel 4.

De wetgever beoogt een organisatie die bestaat uit cliënten zoals bedoeld in artikel 1 van deze verordening. Het is belangrijk dat de samenstelling van de cliëntenraad daadwerkelijk representatief is voor de doelgroep bijstandsgerechtigden. Omwille van de werkbaarheid is ervoor gekozen het aantal leden en vertegenwoordigers beperkt te houden. Benoeming geschiedt voor een termijn van vier jaar, met een mogelijke herbenoeming voor telkens nog één jaar. Voor die termijnen is gekozen teneinde zoveel mogelijk mensen te kunnen laten participeren. In dit artikel wordt voorts de onverenigbaarheid van functies aangeduid.

Artikel 5.

Een belangrijk uitgangspunt van de WWB is arbeidsreïntegratie van uitkeringsgerechtigden. In dit artikel wordt onder meer geregeld dat het lidmaatschap eindigt wanneer het lid geen cliënt of vertegenwoordiger meer is. Hierdoor blijft de binding met de doelgroep optimaal gewaarborgd. Om te voorkomen dat leden plotseling wegvallen, en de cliëntenraad zijn taak niet meer naar behoren kan uitoefenen, is geregeld dat het lid de functie blijft vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een

maximale termijn van twaalf maanden. Deze bepaling is mede van belang om nieuwe leden te kunnen voorbereiden op hun taak.

Artikel 6.

In dit artikel wordt het initiatief- en adviesrecht nader ingevuld. Essentieel is dat een advies op een zodanig tijdstip wordt gevraagd, dat dit kan worden toegevoegd aan de stukken die voor de besluitvorming beschikbaar worden gesteld. Dit is op deze wijze in ieder geval gewaarborgd. Er is gekozen voor een vaste overlegstructuur.

Artikel 7.

De cliëntenraad wordt actief voorzien van informatie.

De vakafdeling informeert, via de voorzitter en secretaris, over actuele landelijke ontwikkelingen op het terrein van de Wet werk en bijstand en stelt desgewenst vakliteratuur beschikbaar. De cliëntenraad kan beschikken over ruimte waar de leden elkaar buiten de plenaire vergaderingen kunnen ontmoeten. Het is noodzakelijk dat ook beschikt wordt over andere faciliteiten, behalve vergaderruimte. Te denken valt

aan kopieerfaciliteiten, de mogelijkheid om gebruik te maken van een PC met internetverbinding etc. Het beschikbaar stellen van andere faciliteiten gebeurt in overleg. De cliëntenraad kan ook beschikken over een eigen budget voor de eigen activiteiten. Te denken valt aan het organiseren van thema-avonden, het

inhuren van externe deskundigen etc. De leden die niet beroepshalve een organisatie vertegenwoordigen kunnen aanspraak maken op een vaste onkostenvergoeding per bijgewoond overleg. Deze onkostenvergoeding blijft buiten de middelentoets van de Wet werk en bijstand. Het college stelt het budget en de onkostenvergoeding jaarlijks vast. Dit om te voorkomen dat bij indexering van de bedragen de verordening opnieuw moet worden vastgesteld.

Artikel 8.

Spreekt voor zich.

Artikel 9.

Het college kan nadere regels vaststellen. Dit kan bijvoorbeeld wanneer meerdere faciliteiten noodzakelijk blijken.