Regeling vervallen per 01-01-2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2013

Geldend van 29-05-2013 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-05-2013

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2013

Burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen;

Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen;

dat de raad in de hiervoor genoemde verordening heeft bepaald dat het college ter uitwerking van die verordening nadere regels dient te stellen in een gemeentelijk Besluit maatschappelijke ondersteuning;

BESLUITEN:

vast te stellen het navolgende

Besluit maatschappelijke onder steuning gemeente Hoogeveen 201 3

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    G emeenschappelijke ruimte: gedeelte(n) van een woongebouw, niet behorende tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om de woning van de belanghebbende en ruimten die onder het gehuurde vallen en/of waarvan de belanghebbende gebruik moet kunnen maken vanaf de toegang van het woongebouw te bereiken;

  • b.

    G emaximeerde financiële tegemoetkoming: een bijdrage in de kosten van een voorziening die tot een vastgesteld maximum wordt verstrekt;

  • c.

    V erordening: de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2011;

  • d.

    PGB: persoonsgebonden budget;

  • e.

    B udgethouder: de persoon aan wie een PGB is toegekend;

  • f.

    B elanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem en/of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen;

Hoofdstuk 2 Bedragen

Artikel 2 Bedragen eigen bijdrage en eigen aandeel

  • 1. Een eigen bijdrage is verschuldigd voor:

    • a.

      Voorzieningen in natura verstrekt;

    • b.

      Voorzieningen verstrekt als PGB

    • c.

      In afwijking van het onder a. en b. gestelde is geen eigen bijdrage verschuldigd voor rolstoelvoorzieningen en voor voorzieningen voor kinderen jonger dan 18 jaar.

  • 2. Een eigen aandeel is verschuldigd voor voorzieningen die verstrekt zijn als financiële tegemoetkoming.

  • 3. De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of eigen aandeel zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, artikel 4.1, lid 1, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

  • 4. Het bedrag aan eigen bijdrage of het eigen aandeel kan nooit meer bedragen dan de kostprijs van de voorziening.

  • 5. De berekenmethode voor de kostprijs van de verschillende soorten voorzieningen en verstrekkingsvormen zijn beschreven in bijlage I.

  • 6. De eigen bijdrage of het eigen aandeel wordt opgelegd en geïnd door het CAK.

Artikel 3 Bedragen PGB voor hulp bij het huishouden

  • 1. Voor hulp bij het huishouden geleverd door een particuliere hulp bedraagt het PGB

    • a.

      Voor hulp bij het huishouden 1 € 12,50 per uur;

    • b.

      Voor hulp bij het huishouden 2 € 15,50 per uur.

  • 2. Voor hulp bij het huishouden geleverd door een professionele organisatie bedraagt het PGB

    • a.

      Voor hulp bij het huishouden 1 € 16,66 per uur;

    • b.

      Voor hulp bij het huishouden 2 € 17,99 per uur.

  • 3. Het PGB voor hulp bij het huishouden wordt per maand uitbetaald ter hoogte van 1/12 deel van het jaarbudget.

Artikel 4 Bedragen PGB voor voorzieningen

  • 1. De bedragen voor een PGB voor voorzieningen anders dan hulp bij het huishouden worden bepaald als tegenwaarde van de voorziening die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als de voorziening in natura zou zijn verstrekt. Was dat een niet nieuwe voorziening geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte afschrijvingstermijn, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Was de naturaverstrekking een nieuwe voorziening geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.

  • 2. Het PGB voor een voorziening zoals bedoeld in het eerste lid wordt in één keer uitbetaald.

Artikel 5 Bedragen woonvoorzieningen

  • 1. Financiële tegemoetkoming

    • a.

      De hoogte van een door financiële tegemoetkoming in de kosten van woonvoorzieningen als bedoeld in het tweede lid van artikel 12 onder b van de verordening, bedraagt 100% van de daarvoor in aanmerking komende kosten;

    • b.

      De financiële tegemoetkoming voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte.

  • 2. Verhuis- en inrichtingskostenvergoeding

    • a.

      De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten als bedoeld in het tweede lid van artikel 12 onder a van de verordening bedraagt € 2.362,63;

    • b.

      De tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten als genoemd in het tweede lid van artikel 12 onder a van de verordening wordt uitbetaald aan de hoofdbewoner van de woonruimte.

  • 3. Woningsanering

    • a.

      De maximale financiële tegemoetkoming voor vloerbedekking is € 19,25 per m2, incl. BTW, legkosten en ondertapijt;

    • b.

      De maximale financiële tegemoetkoming voor overgordijnen is € 13,50, voor vitrage € 7,25 per meter, incl. maak- en bevestigingskosten;

    • c.

      De hoogte van de toegekende financiële tegemoetkoming in de kosten van woningsanering is afhankelijk van de leeftijd van de huidige stoffering. Daarbij wordt de volgende afschrijvingstabel gehanteerd:

    • d.

      100% van de maximale vergoeding als huidige stoffering niet ouder is dan één jaar;

      75% van de maximale vergoeding als huidige stoffering tussen één en drie jaar oud is;

      50% van de maximale vergoeding als huidige stoffering tussen drie en vijf jaar oud is;

      25% van de maximale vergoeding als huidige stoffering tussen vijf en zeven jaar oud is.

      Geen vergoeding als huidige stoffering ouder is dan zeven jaar.

  • 4. Huurderving

    • a.

      In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 2.305, - is aangepast, kan het college een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal zes maanden;

    • b.

      De hoogte van de financiële tegemoetkoming is maximaal gelijk aan de kale huur van de woonruimte.

  • 5. Terugbetaling waardestijging

    • a.

      De waardestijging van een woning door toegekende woonvoorziening als bedoeld in artikel 17 van de Verordening wordt bij verkoop van de woning bepaald door een dubbele taxatie door een onafhankelijke taxateur;

    • b.

      De kosten van de taxatie zijn voor het college;

    • c.

      De hoogte van de waardestijging wordt bepaald door het verschil tussen de waarde van de woning met de gerealiseerde woonvoorziening en de waarde van de woning als ware de woonvoorziening niet gerealiseerd.

  • 6. Woonwagen

    De hoogte van een door het college te verlenen financiële tegemoetkoming als bedoeld in het tweede lid van artikel 12 onder b van de verordening bedraagt maximaal € 922, -.

  • 7. Tegelprijzen

    De hoogte van de financiële tegemoetkoming voor tegels is (incl. BTW en aanbrengkosten) maximaal:

    • a.

      Vloertegels € 24,80 per m2;

    • b.

      Wandtegels € 12,40 per m2.

Artikel 6 Bedragen vervoersvoorzieningen

  • 1. Collectief vervoer

    • a.

      De collectieve vervoersvoorziening als bedoeld in het derde lid van artikel 21 onder a van de verordening bestaat uit een vervoerspas, waarmee tegen een gereduceerd tarief gebruik gemaakt kan worden van het collectief vraagafhankelijk vervoersysteem (Regiotaxi Zuidwest Drenthe);

    • b.

      De financiële tegemoetkoming als bedoeld in het derde lid van artikel 21 onder b van de Verordening bedraagt € 357,96 per jaar;

  • 2. Bedragen voor vervoersvoorziening

    De bedragen voor een vervoersvoorziening zijn:

    • a.

      De financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een taxi bedraagt € 2.917,95 per jaar en geschiedt op declaratiebasis;

    • b.

      De financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt € 4.170, - per jaar en geschiedt op declaratiebasis;

    • c.

      De financiële tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een eigen auto bedraagt € 529,20 per jaar;

    • d.

      De financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoer geschikt voor verplaatsingen over een loopafstand tot 100 meter bedraagt € 187,87 per jaar mits het gebruik van een voorziening in natura hier niet in kan voorzien;

    • e.

      Indien beide echtgenoten in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming zoals bedoeld onder a, c, d en onder het tweede lid onder b bedraagt de hoogte van de financiële tegemoetkoming per persoon maximaal 75% van het bedrag genoemd in de hiervoor genoemde artikelen.

Artikel 7 Verantwoording PGB voor hulp bij het huishouden

  • 1. De budgethouder zorgt voor een goede en controleerbare vastlegging van ontvangsten, uitgaven en verplichtingen en houdt deze gedurende 7 jaar beschikbaar vanaf de ingangsdatum van de toekenning van het PGB.

  • 2. Bij een PGB voor hulp bij het huishouden vindt jaarlijks controle plaats of het PGB daadwerkelijk is besteed aan hulp bij het huishouden. Iedere budgethouder dient bij de controle de volgende stukken te overleggen:

    • a.

      het door de gemeente beschikbaar gestelde verantwoordingsformulier (bijlage II);

    • b.

      overzicht van de salarisadministratie, bij contante betalingen aan de zorgverlener dienen door de budgethouder en zorgverlener ondertekende kwitanties overgelegd te worden, bij betalingen via de bank dienen kopieën van bankafschriften overgelegd te worden waaruit de betalingen aan de zorgverlener blijken;

    • c.

      kopie van de getekende arbeidsovereenkomst met de zorgverlener of zorgverleninginstantie;

    • d.

      overige relevante stukken, bijv. facturen voor het opstellen van contracten.

  • 3. Uit het PGB voor hulp bij het huishouden mag wel betaald worden:

    • a.

      uurloon hulpverlener;

    • b.

      reiskosten hulpverlener op basis van woon-werkverkeer (max. € 0,19 per km, met een maximum van twee maal 25 km enkele reis per werkdag);

    • c.

      vervanging hulpverlener bij ziekte/vakantie van hulpverlener;

    • d.

      feestdagenuitkering tot een maximum van € 271,- bruto (één keer per jaar);

    • e.

      contant uitbetalen van de hulpverlener metkwitanties;

    • f.

      advertentiekosten voor het zoeken naar een hulpverlener;

  • 4. Uit het PGB voor hulp bij het huishouden mag niet betaald worden:

    • a.

      eigen bijdrage CAK;

    • b.

      fietsvergoeding;

    • c.

      bloemetje/cadeau hulpverlener bij ziekte of verjaardagen;

    • d.

      schoonmaakmiddelen;

    • e.

      loon aan mensen die gebruikelijke zorg leveren;

    • f.

      contant uitbetalen van de hulpverlener zonder kwitanties;

    • g.

      kledingvergoeding hulpverlener;

    • h.

      uurloon zorgverlener die gemaakt zijn voor/na de indicatieperiode.

  • 5. Het college stelt vast of de budgethouder het PGB voor hulp bij het huishouden aan de onder het derde lid genoemde heeft besteed en vordert het niet daaraan besteedde budget geheel of gedeeltelijk terug.

Artikel 7a Verantwoording PGB voor voorzieningen anders dan hulp bij het huishouden

  • 1. De controle van het PGB voor voorzieningen vindt plaats door middel van een steekproef op de door het college vastgestelde wijze. Iedere budgethouder dient de volgende stukken te kunnen overleggen:

    • a.

      de nota/factuur van de aangeschafte voorziening en

    • b.

      een betalingsbewijs van aanschaf van de voorziening.

  • 2. Een PGB voor voorzieningen mag wel worden besteed aan:

    • a.

      Een voorziening waarmee de in de beschikking gestelde doelen worden behaald.

    • b.

      De bij de voorziening passende onderhoud- en reparatiekosten

    • c.

      Wettelijk verplichte verzekeringen

  • 3. Uit een PGB voor voorzieningen mag niet worden betaald:

    • a.

      Eigen bijdrage CAK

    • b.

      Andere zaken waardoor de gestelde doelen niet worden behaald

  • 4. Het college stelt vast of de budgethouder het PGB voor een voorziening aan de onder het tweede lid genoemde heeft besteed en vordert het niet daaraan besteedde budget geheel of gedeeltelijk terug.

  • 5. Bij een financiële tegemoetkoming kan gevraagd worden om verantwoording af te leggen, tenzij het om een forfaitair bedrag gaat: een forfaitair bedrag voor een verhuizing kan vrij worden besteed, mits er daadwerkelijk verhuisd wordt.

    Bij verantwoording dienen de volgende stukken overlegd te worden:

    • a.

      de nota/factuur van de aangeschafte voorziening en

    • b.

      een betalingsbewijs van aanschaf van de voorziening.

Hoofdstuk 4 Inwerkingtreding, overgangsbepalingen en citeertitel

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2013 onder gelijktijdige intrekking van het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2011.

Artikel 9 Overgangsbepalingen PGB voor hulp bij het huishouden

  • 1. Aanvragen voor Hulp bij het huishouden in de vorm van een PGB die gedaan zijn voor 1 mei 2013 worden afgehandeld volgens het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2011, met dien verstande dat vanaf 1 augustus 2013 de tarieven gelden zoals die genoemd zijn in het eerste en tweede lid van artikel 3 van dit besluit.

  • 2. Voor toegekende PGB’s voor hulp bij het huishouden met een beschikkingsdatum vóór 1 mei 2013 gelden vanaf 1 augustus de tarieven zoals deze genoemd zijn is in het eerste en tweede lid van artikel 3 van dit besluit

Artikel 10 Overgangsbepalingen berekening eigen bijdrage en eigen aandeel

  • 1. De berekenmethode waarnaar verwezen wordt in het vijfde lid van artikel 2 is alleen van toepassing op voorzieningen zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 2 die toegekend worden na 1 mei 2013.

  • 2. Op voorzieningen zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 2 die zijn toegekend voor 1 mei 2013 is de berekenmethode van toepassing zoals beschreven in het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2011.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld,
Burgemeester en wethouders
De secretaris De burgemeester

Bijlage I Kostprijs voorzieningen

De hoogte van de eigen bijdrage en het eigen aandeel voor Wmo voorzieningen is afhankelijk van

  • a.

    Het inkomen, de leeftijd en de gezinssituatie van belanghebbende;

  • b.

    Reeds aanwezige AWBZ- of Wmo- voorzieningen bij belanghebbende;

  • c.

    De kostprijs van de voorziening

Ad a. en b.

De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of eigen aandeel zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, artikel 4.1, lid 1, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In de beleidsregels wordt deze systematiek toegelicht

Ad c.

De vast te stellen eigen bijdrage en het vast te stellen eigen aandeel mag nooit meer zijn dan de kostprijs van de voorziening. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen kosten voor de voorziening zelf en, indien van toepassing, de bijbehorende onderhoudskosten.

In deze bijlage de uitwerking van de kostprijs voor de verschillende voorzieningen.

Hulp bij het huishouden

Hulp bij het huishouden

Vastgestelde minimale kostprijs per voorziening incl. BTW

Verstrek-kingsvorm

Aantal periodes van 4 weken

Kostprijs per periode

Zorg in natura **

variërend van

€ 16,66 - € 17,99 per uur

ZIN

Doorlopend

variabel *

PGB HH1 door particuliere hulp

€ 12,50 per uur

PGB

Doorlopend

variabel *

PGB HH2 door particuliere hulp

€ 15,50 per uur

PGB

Doorlopend

Variabel*

PGB HH1 door professioneel organisatie

€ 16,66 per uur

PGB

Doorlopend

variabel *

PGB HH2 door professionele organisatie

€ 21,35 per uur

PGB

Doorlopend

Variabel*

* periodeprijs = toegekend aantal uren per week x de kostprijs x 4(weken)

** De kosten bij Zorg in natura volgen de prijsafspraken die vastgelegd zijn in de raamovereenkomsten met de zorgaanbieders. Deze prijzen kunnen op basis van deze overeenkomsten jaarlijks geïndexeerd worden en worden gepubliceerd in Het Torentje.

Voorzieningen anders dan hulp bij het huishouden

De kostprijs van de voorzieningen anders dan hulp bij het huishouden wordt bepaald aan de hand van de bijbehorende offerte of vastgelegde prijsafspraken. De kostprijs wordt gesplitst in een deel voor de voorziening zelf en een deel voor het onderhoud van de voorziening. Ook wordt er onderscheid gemaakt naar voorzieningen die nieuw geleverd worden en voorzieningen die uit depot geleverd worden (herverstrekking).

Berekening kostprijs voorziening zelf

Voorzieningen in natura of PGB

Bij de berekening van de kostprijs wordt rekening gehouden met de economische afschrijvingstermijn; de kosten van de voorziening wordt verdeeld over deze termijn. Gedurende deze termijn wordt een eigen bijdrage gevraagd. De minimum kostprijs per periode is € 5,00, het aantal perioden wordt, indien van toepassing, hierop aangepast. De eigen bijdrage wordt gevraagd per periode van 4 weken.

Financiële tegemoetkoming

In de meeste gevallen gaat het hierbij om woningaanpassingen (inclusief bijvoorbeeld plafondliften). Voor woningaanpassingen (bij huur- en koopwoningen) wordt gedurende maximaal 39 perioden van 4 weken een eigen bijdrage gevraagd. De eigen bijdrage wordt gevraagd per periode van 4 weken.

Berekening kostprijs onderhoud

De kostprijs van het onderhoud wordt bepaald aan de hand van de bij de voorziening behorende offerte of vastgelegde prijsafspraken. Een eigen bijdrage voor onderhoud wordt gevraagd zolang de voorziening in gebruik is.

Enkele voorbeelden (deze lijst is dus niet limitatief):

Voorbeeld voorziening

Voorziening

Onderhoud

Offerte bedrag*

Afschrijvings-termijn

Periode-prijs * *

Aantal periodes

Offerte bedrag*

Periode-prijs ***

Aantal periodes

Scootmobiel

€ 2781,87

7 jaar

€ 30,57

91

€ 375,20

€ 28,86

doorlopend

Losse douchestoel

€ 139,85

7 jaar

€ 5,00

28

nvt

nvt

Nvt

Driewielfiets

€ 1608,18

7 jaar

€ 17,67

91

€ 143,16

€ 11,01

Doorlopend

Traplift

€ 5644,60

10 jaar

€ 43,42

130

€ 103,10

€ 7,93

Doorlopend

Woningaanpassing ter waarde van

€ 20.000,-

nvt

€ 512,82

39

nvt

nvt

nvt

* Offertebedrag inclusief BTW

** Periodeprijs (per 4 weken) = offertebedrag : 7 (jaar) : 13 (periodes per jaar)

*** Periodeprijs (per 4 weken) = offertebedrag : 13 (periodes per jaar)

Bijlage II Verantwoordingsformulier

VERANTWOORDINGSFORMULIER PERSOONSGEBONDEN BUDGET

HULP BIJ HET HUISHOUDEN

Budgethouder (of gemachtigde van budgethouder)

Naam:

Adres:

Woonplaats:

Geboortedatum:

BSN nummer:

Naam zorgverlener Eventuele 2e zorgverlener

Naam: Naam:

Adres: Adres:

Woonplaats: Woonplaats

BSN nummer: BSN nummer:

Jaar:

Maand

Week-nummer

Aantal uren

gewerkt

Uitbetaald

(bedrag)

Naam zorgverlener

Handtekening

zorgverlener

Let op: vult u ook de achterzijde in!

Is een zorgverlener in deze periode ziek geweest?…………………………………………..

Zo ja, voor welke duur? ……………………………………………………………………..

Zo ja, heeft u de zorgverlener ziek gemeld bij Servicecentrum PGB?………………………

Zo ja, welk bedrag heeft u of moet u nog ontvangen van het Servicecentrum PGB in verband met de ziekmelding van uw zorgverlener in deze periode?………………………...

Feestdagenuitkering

Heeft u een bedrag uitgekeerd aan de zorgverlener in het kader van feestdagen?..................

Zo ja, welk bedrag (met een maximum van € 271,00 bruto per kalenderjaar)?......................

Verklaring

Ik heb dit formulier naar waarheid ingevuld.

Ondertekening budgethouder (of gemachtigde van budgethouder)

Naam:

Datum:

Plaats:

Handtekening:

De gemeente voert controle uit op de besteding van het PGB. Hierbij wordt nagegaan of het PGB daadwerkelijk wordt besteed aan hulp bij het huishouden.

De gemeente verwacht van u dat u de volgende stukken kunt overleggen:

  • ·

    kopie van de arbeidsovereenkomst met kopie ID/paspoort zorgverlener;

  • ·

    overzicht van de salarisadministratie (onder andere salarisstroken/betalingsbewijzen);

  • ·

    overige relevante stukken (o.a advertentiekosten/bemiddelingskosten/ administratiekosten).

  • ·

    Verantwoordingsformulier(en).

Als uit de controle blijkt, dat u het PGB niet correct heeft besteed, of verantwoord dan kan dit leiden tot gedeeltelijke of gehele terugvordering van het budget of de voorziening.

Tip: Denk ook aan het verantwoording afleggen aan de belastingdienst, wanneer u eigen zorgverleners in dienst heeft.

U moet, op grond van belastingwetgeving en de gemeentelijke regelgeving Wmo, uw PGB-administratie zeven jaar bewaren.