Regeling vervallen per 21-07-2023

Verordening winkeltijden Hoogeveen 2013

Geldend van 04-04-2019 t/m 20-07-2023

Intitulé

Verordening winkeltijden Hoogeveen 2013

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • c.

    feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen 8 weken.

  • 2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste 8 weken verdagen.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de besluiten op grond van artikel 6 van deze verordening.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing

  • 1. Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4. Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder dit aanvraagt.

Artikel 5. Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

  • 1.

    Voor de in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden geldt een algemene vrijstelling op zondagen van 13.00-18.00 uur.

  • 2.

    Voor de in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden geldt een algemene vrijstelling op tweede Paasdag , Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en tweede Kerstdag van 08.00-22.00 uur.

  • 3.

    De algemene vrijstelling, als bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op eerste Kerstdag, eerste Pinksterdag, eerste Paasdag en Nieuwjaarsdag.

  • 4.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

    a. Musea;

    b. winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

    c. winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde beelddragers en videospellen, mits in die winkel geen andere goederen te koop worden aangeboden of verkocht dan deze beelddragers en videospellen, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

Artikel 5a Vaststelling koopzondagen

Vervallen

Artikel 6. Openstelling tussen 22.00 en 06.00 uur (nachtwinkels)

  • 1. Het college kan vrijstelling en op aanvraag ontheffing verlenen om een winkel als bedoeld in artikel 2 van de Winkeltijdenwet tussen 22.00 en 06.00 uur voor het publiek geopend te hebben.

  • 2. Vrijstellingen en ontheffingen kunnen worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie,of de openbare orde in de omgeving van de winkel op onevenredige wijze nadelig wordt beïnvloed door openstelling van de winkel.

Artikel 7. Openstelling anders dan voor verkoop

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet  vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

    • a.

      winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

    • b.

      winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

  • 2. De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 8. Straatverkoop van bepaalde goederen

De in artikel 2, tweede lid, van de wet  vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 9. Begraafplaatsen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet  vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet  vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

Artikel 10. Culturele evenementen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet  vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet  vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

Artikel 11. Sportcomplexen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet  vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet  vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

Artikel 12. Verzorgingshuizen enz.

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet  vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van verzorgings- of verpleeg- of ziekenhuizen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet  vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van verzorgings- of verpleeg- of ziekenhuizen niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

Artikel 13. Kermis

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet  vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet  vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden.

Artikel 14. Intrekking voorgaande regeling

Afdeling 4 van Hoofdstuk 4 van de Algemene plaatselijke verordening 2007 wordt ingetrokken op de datum dat deze verordening in werking treedt.

Artikel 15. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.

Artikel 16. Overgangsrecht

Winkels, die op 30 juni 2013 onder het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet vielen worden geacht ontheffing te hebben als bedoeld in artikel 6 van de verordening.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de datum na publicatie.

Artikel 18. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden Hoogeveen 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 oktober 2013.
De voorzitter, De griffier,

Algemene toelichting

De Winkeltijdenwet is met ingang van 1 juli gewijzigd. Door het vervallen van de zogenaamde toerismebepalingen en een aantal artikel van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet hebben gemeenten een grotere vrijheid gekregen om de winkelopenstelling te regelen.Met deze verordening wordt niets anders beoogd dan de vrijstelling van winkels, die tot 1 juli 2013 onder het Vrijstellingenbesluit vielen in stand te houden. Omdat er nu een afzonderlijke regeling wordt gemaakt wordt de bepalingen, die totnogtoe in de Apv waren opgenomen ook in deze verordening geplaatst en komt de betreffende afdeling in de Apv te vervallen. De bepalingen met betrekking tot het aantal koopzondagen wordt bij deze verordening niet gewijzigd. Voor deze verordening is gebruik gemaakt van het model van de VNG voor zover dat voor de Hoogeveense situatie bruikbaar is.

 

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de volgende dagen genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag): Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel 1 van de modelverordening gedefinieerd als feestdag. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdag in de modelverordening.

Door in de verordening het begrip feestdag te definiëren, kan waar nodig worden volstaan met het woord “feestdag” of “feestdagen” en hoeven niet steeds alle dagen bij naam genoemd te worden. Koningsdag en Bevrijdingsdag (5 mei) zijn, voor zover deze dagen niet op zondag vallen, in de wet niet aangemerkt als een dag waarop de winkels gesloten moeten zijn.

Artikel 3. Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. De ontheffing kan aan een (rechts)persoon worden verleend als het gaat om straatverkoop als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Winkeltijdenwet. Als het om een winkel gaat, heeft de ontheffing naar zijn aard betrekking op het pand waarin het winkelbedrijf wordt uitgeoefend. Als het om een ontheffing voor straatverkoop gaat biedt de tussenkomst het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger. Als het gaat om overdracht van het winkelpand aan een ander rechthebbende, moet het college kunnen toetsen of de ontheffing in stand kan blijven of dat er eventueel andere voorschriften aan moeten worden verbonden. Er kan immers sprake zijn van een heel ander soort winkel dan voorheen.

Artikel 4. Intrekking en ontheffinggronden

In dit artikel zijn de algemene gronden voor intrekking en ontheffing geformuleerd. Die vergen geen nadere toelichting.

Artikel 5. Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

Dit artikel is een uitwerking van artikel 3, eerste lid van de Winkeltijdenwet en een wijziging van het op 3 oktober 2013 vastgestelde artikel. Het betreft een nadere uitwerking van de vrijstellingsbevoegdheid van de raad, waarbij het college de bevoegdheid wordt gegeven om voor twee gebieden acht koopzondagen per jaar aan te wijzen waarop artikel 2 van de Winkeltijdenwet deels niet van toepassing is. Daarnaast geldt een vrijstelling voor de in lid 3 genoemde feestdagen en voor de in lid 4 genoemde winkels en instellingen. Beoogd wordt om alle ondernemers binnen beide gebieden de mogelijkheid te geven om in ieder geval acht koopzondagen per jaar open te gaan en daarbij rekening te houden met de diverse belangen die bij de ondernemers in, en binnen, beide gebieden bestaan. Gelet op deze belangen zijn de in lid 3 genoemde feestdagen voor de ondernemers in beide gebieden vrijgegeven.

Artikel 5a. Vaststelling koopzondagen

Hier wordt de regeling betreffende de vaststelling van de koopzondagen geregeld. Per kalenderjaar stelt het college de koopzondagen vast, waarbij de in dit artikel vervatte procedure wordt gevolgd. Beoogd wordt om duidelijkheid te scheppen omtrent de vaststelling van de koopzondagen. Het betreft een vastlegging van de reeds bestaande procedure.

Artikel 6. Nachtopenstelling.

De mogelijkheid van vrijstelling en ontheffing voor nachtwinkels bestond al, maar geldt met de voorgestelde tekst ook voor het weekend. Het college zal met beleidsregels uitwerken hoe deze bevoegdheid in gevuld gaat worden. Het ligt voor de hand dat deze, alvorens die van kracht worden aan de raad ter informatie worden aangeboden. In het derde lid is opgenomen dat de de paragraaf 4.1.3.3. van de Awb van toepassing is. Dat betekent dat indien niet voor het einde van de termijn is beslist, de vergunning van rechtswege is verleend.

Artikel 7 Openstelling anders dan voor verkoop.

Hier wordt geregeld dat een winkel geopend mag zijn om doorgang te verlenen naar een daarin of daarachter gelegen reataurant of lunchroom.

Artikel 8 t/m 13.

Nu het initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Verhoeven en Van Tongeren tot wijziging van de Winkeltijdenwet op 1 juli 2013 in werking is getreden  (KB van 11 juni 2013 Stb 218) heeft dit onder andere gevolgen voor het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Na inwerkingtreding van de wetswijziging is het breder getrokken artikel 8, eerste lid, van de Winkeltijdenwet de grondslag. Hoewel artikel 8 dus breder getrokken wordt heeft de wetswijziging tot gevolg dat de artikelen 3, derde en vierde lid, 4, derde en vierde lid, en 10 tot en met 22 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet van rechtswege komen te vervallen.

Deze vervallen vrijstellingen kunnen vervolgens wel op grond van artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet (nieuw) bij verordening vastgesteld worden. Gemeenten die – al dan niet in afwachting van een algehele herziening van hun beleid aangaande zondags- en avondopenstelling – de huidige situatie (voorlopig) ongewijzigd wensen voort te zetten dienen deze vrijstellingen dus te ‘kopiëren’ naar de eigen verordening. Met deze bepalingen wordt hieraan uitvoering gegeven, zoals ook door de VNG geadviseerd.

Het gaat hier om vrijstellingen voor vormen van detailhandel die traditioneel reeds veel (ook) op zon- en feestdagen plaatsvinden. Hierbij zijn detailhandelsbedrijven betrokken in de sfeer van onder meer snackbars, ijscomannen, videotheken, bloemenwinkels bij begraafplaatsen, winkels in musea. Gelet op de beoogde korte periode waarvoor deze verordening gaat gelden is er van afgezien zaken te regelen, die nu (nog) niet actueel zijn in Hoogeveen. Het Vrijstellingenbesluit ziet namelijk op veel meer onderwerpen, dan hiervoor vermeld, zoals verkoop ivm de ramadan enz..

Artikel 14. Vervallen huidige regeling

Nu alles geregeld wordt in één verordening vervalt afdeling 4 van hoofdstuk 4. Het betreft louter een vervanging van de bepalingen. Die komen in deze verordening dus terug. Alleen omdat dit een tijdelijke verrodening is wordt deze bepaling hier vermeld. Zou dit een verordening voor langere termijn zijn, dan ware het beter hiervoor een afzonderlijk besluit te nemen, om te voorkomen dat een verordening wordt “vervuild” met uitgewerkte bepalingen.

Artikel 15. Toezichthouders

Het college kan de toezichthouders aanwijzen, die waar nodig handhavend kunnen optreden.

Artikel 16. Overgangsrecht

Met deze bepaling wordt beoogd om die winkels, die onder het onder Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet vielen, zonder (administratieve) lasten onder de nieuwe regeling te laten vallen.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Er is gekozen voor een datum van inwerkingtreding, die op de dag na de publicatie ligt. Na inwerkingtreding van de wijziging van de Winkeltijdenwet hebben de gemeentebesturen nog een jaar de tijd om hun vrijstellingen en ontheffingen in verband met de toeristische aantrekkingskracht te heroverwegen, te onderbouwen en te voorzien van de toelichting die het nieuwe lid 7 van artikel 3 voorschrijft. Dat volgt uit artikel II van de wijzigingswet.

Artikel 18. Citeertitel

Dit artikel vergt geen toelichting.