Categorieën van gevallen waarvoor geen vvgb vereist is

Geldend van 06-07-2018 t/m heden

Intitulé

Categorieën van gevallen waarvoor geen vvgb vereist is

De raad van de gemeente Hoogeveen besluit:

1. Het besluit tot het aanwijzen van categorieën van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen (vvgb) is vereist van 3 maart 2011 in te trekken;

2. De aangepaste lijst met categorieën van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenking (hierna vvgb) is vereist van de gemeenteraad als bedoeld in artikel 2.27 Wabo in samenhang met artikel 6.5 lid 3 Bor vast te stellen.

3. In te stemmen met de voorgestelde werkwijze ten aanzien van aanvragen voor zonneweides.

Lijst met Categorieën van gevallen waarvoor de gemeenteraad geen vvgb hoeft af te geven.

Wij stellen u voor om de volgende categorieën aan te wijzen waarvoor ons college een omgevingsvergunning in strijd met het bestemmingsplan kan verlenen, zonder dat daar een afzonderlijke verklaring van geen bedenkingen (hierna vvgb) van uw raad voor nodig is.

1. Categorieën waarvoor de gemeenteraad ruimtelijk beleid heeft vastgesteld;

De lijst met categorieën waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen hoeft te worden afgegeven dient als een procedureel hulpmiddel. Niet om ander gemeentelijk beleid vorm te geven. De gevallen dienen daarom binnen vastgesteld ruimtelijk beleid te passen. Zodoende zijn het ontwikkelingen waarover de gemeenteraad zich eerder al positief heeft uitgesproken. Zoals in het afwegingskader zonne-energie. Deze lijst is uitdrukkelijk niet bedoeld voor gevallen waarin strijd bestaat met ander vastgesteld gemeentelijk beleid, zoals bijvoorbeeld een sectorale beleidsnota of structuurvisie.

2. Nieuwbouw van één of meerdere woningen en de bouw van aan- en bijgebouwen bij een bestaande woning, in het buitengebied, voor zover de totale bebouwde oppervlakte niet groter is dan toegestaan op basis van het geldende bestemmingsplan buitengebied of op basis van de geldende beheersverordening buitengebied.

Incidenteel kan de gemeente medewerking verlenen aan een nieuwbouw woning in het buitengebied. Over het algemeen zal dit middels een bestemmingsplanherziening planologisch gerealiseerd worden. In sommige gevallen kan een omgevingsvergunning echter een beter instrument zijn. Hierbij dient uiteraard het initiatief aan te sluiten bij de standaarden die gehanteerd worden in de geldende planologische regimes.

3. Her-, ver-, en nieuwbouw van één of meer woningen, met inbegrip van voorzieningen ten behoeve van het wonen, binnen de bebouwde kom voor zover in overeenstemming met een door de raad vastgesteld bestemmingsplan of structuurvisie;

De meeste locaties die in aanmerking komen voor herontwikkeling ten behoeve van de woonfunctie zullen met bestemmingsplanherzieningen worden bestemd. Maar voor snelheid in procedures is voor deze situaties het instrument omgevingsvergunning goed te gebruiken. Herontwikkeling binnen de bebouwde kom past binnen de gemeentelijke woonvisie.

4. Gehele of gedeeltelijke her- en verbouw, en uitbreiding en nieuwbouw van ondergeschikte stedenbouwkundige betekenis, van alle bestaande gebouwen binnen de bebouwde kom, mits passend binnen de stedenbouwkundige structuur;

Voor kleinere bouwprojecten staan de tijd en kosten voor het opstellen van een nieuw bestemmingsplan vaak niet in verhouding tot de daadwerkelijke ruimtelijke ingreep. Voor die projecten is een omgevingsvergunning een logischer procedure. De voorwaarde om daar geen vvgb voor nodig te hebben, is wel dat het een ondergeschikte stedenbouwkundige aanpassing betreft. De bebouwing moet passen in de bestaande stedenbouwkundige structuur.

5. Aanleg, wijziging en/of reconstructie van weginfrastructuur met inbegrip van kunstwerken en groenvoorziening mits het karakter van de weg niet wordt aangetast;

Hierbij moet gedacht worden aan realisatie van een verkeersrotonde, het verleggen van een wegkruising etc. Ook hiervoor geldt dat bestemmingsplanprocedure daarvoor niet in verhouding staat tot de tijd en kosten. In dit soort gevallen volstaat de procedure van een omgevingsvergunning in strijd met het bestemmingsplan.

6. Aanleg, wijziging en/of reconstructie van groenvoorzieningen (met inbegrip van kleinschalige speelvoorzieningen en kleinschalige parkeervoorzieningen) en van kleinschalige waterhuishoudkundige voorzieningen;

Aanleg van en wijzigingen in groen- en speelvoorzieningen passen niet altijd in het geldende bestemmingsplan, maar hiervoor geldt hetzelfde als onder 5) een bestemmingsplanprocedure is voor dergelijke voorzieningen niet altijd de juiste procedure. Ook hier gaat het om aanleg en wijzigingen van beperkte betekenis.

7. Aanleg, wijziging en/of reconstructie van ondersteunende infrastructuur voor elektriciteitsvoorziening en telecommunicatie, en ondersteunende voorzieningen voor de olie en gaswinning, voor zover geen sprake is van bovengrondse hoofdleidingen en maximaal 100 m2 aan bouwwerken wordt toegevoegd;

Het gaat om ondersteunende installaties en voorzieningen. Voor bouwwerken is een maximum van 100 m2 opgenomen.