Regeling vervallen per 31-12-2018

Subsidiebeleidsregels Kindgebonden financiering Peuteropvang gemeente Hoogeveen

Geldend van 26-07-2018 t/m 30-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-03-2018

Intitulé

Subsidiebeleidsregels Kindgebonden financiering Peuteropvang gemeente Hoogeveen

Het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen,

gelet op: de Algemene subsidieverordening gemeente Hoogeveen en de Algemene wet bestuursrecht

 Overwegende dat:

  • -

    aan alle kinderopvangorganisaties in de gemeente Hoogeveen de mogelijkheid wordt geboden om vanaf 1 maart 2018 een subsidieaanvraag in te dienen voor peuteropvang;

  • -

    De kwaliteitseisen beschreven zijn in het document Kwaliteitseisen Peuteropvang Hoogeveen welke als bijlage bij deze beleidsregels is gevoegd;

  • -

    Uit de Wet kinderopvang volgt dat de verantwoordelijkheid voor de opvang van peuters van ouders, die niet in aanmerking komen voor de Kinderopvangtoeslag van het Rijk, bij de gemeente ligt;

  • -

    Door het Rijk en de VNG bestuursafspraken zijn gemaakt om zich gezamenlijk in te zetten voor toegankelijke voorschoolse voorzieningen en een groter bereik van peuters, met als doel dat alle peuters naar een voorschoolse voorziening kunnen gaan;

  • -

    De wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk op 1 januari 2018 ingaat. Waarin geregeld is dat peuterspeelzalen kinderdagverblijven worden en daarmee er een gelijk speelveld is en dient te zijn;

  • -

    Dat de gemeente Hoogeveen reeds aan de uitwerking van de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk voldoet en alleen het subsidiestelsel nog aan dient te passen;

  • -

    De Wet op het primair onderwijs (WPO) de opdracht geeft om regels vast te stellen over de uitvoering van de vroegschoolse educatie;

  • -

    Uit de Jeugdwet volgt dat de gemeente de wettelijke taken voor de jeugdhulp uitvoert en samen met het onderwijs (Passend Onderwijs) verantwoordelijk is voor het versterken van preventie en het vroegtijdig onderkennen van ondersteuningsvragen;

Besluit vast te stellen de

Subsidiebeleidsregels Kindgebonden financiering Peuteropvang gemeente Hoogeveen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    WKO: Wet kinderopvang;

  • c.

    WPO: Wet op het primair onderwijs;

  • d.

    ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Hoogeveen

  • e.

    KOT ouders: ouders die een beroep kunnen doen op de kinderopvangtoeslagregeling conform de WKO;

  • f.

    Niet-KOT ouders: ouders die geen beroep kunnen doen op de kinderopvangtoeslagregeling conform de WKO;

  • g.

    VVE: voor- en vroegschoolse educatie. Voorschool (kinderopvang 2 en 4 maanden tot 4 jaar). Vroegschool (basisonderwijs 4 t/m 6 jaar (groepen 1 en 2));

  • h.

    VVE-rapportage: wijze van financiële verantwoording subsidie ‘Kindgebonden subsidie’ en monitoring peuter (non)bereik;

  • i.

    College: College van burgemeester en wethouders van Hoogeveen;

  • j.

    JGZ: jeugdgezondheidszorg;

  • k.

    Aanvrager: de aanbieder van gecertificeerde voorschoolse voorziening;

  • l.

    Beroepskracht: degene die werkzaam is bij een kinderopvangaanbieder, bezoldigd is en belast met de verzorging, opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen en die voldoet aan de opleidingskwalificaties Wet Kinderopvang;

  • m.

    Doelgroep: peuters in de leeftijd van 2 jaar en 4 maanden tot 4 jaar;

  • n.

    Gecertificeerde voorschoolse voorziening: een voorziening voor peuteropvang die zowel aan de geldende wettelijke eisen, als aan de overige in Hoogeveen van toepassing zijnde kwaliteitseisen voldoet;

  • o.

    Indicatie aanvullend aanbod: een door JGZ (consultatiebureau) afgegeven indicatie dat een peuter aan de voorwaarden voldoet om voor een aanvullend aanbod van een extra dagdeel peuteropvang in aanmerking te komen;

  • p.

    Landelijk register kinderopvang: een register met gegevens van alle gecertificeerde kinderopvangvoorzieningen in Nederland. Hierin staat tevens vermeld of voorschoolse educatie wordt aangeboden;

  • q.

    Ouder: persoon met ouderlijk gezag;

  • r.

    Peuter: een kind in de leeftijd van 2 jaar en 4 maanden tot 4 jaar dat een peuteropvangplaats heeft op een in het landelijk register kinderopvang opgenomen, gecertificeerde voorschoolse voorzieningen geregistreerd als dagopvang;

  • s.

    Subsidie: een bedrag dat via de aanvrager beschikbaar wordt gesteld aan ouders via de kinderopvang aanbieder.

  • t.

    Peuteropvangplaats regulier: een kindplaats met een omvang van 6 uur per week verdeeld over minimaal 2 dagdelen op een gecertificeerde voorschoolse voorziening, waar het kind een programma voor voor- en vroegschoolse educatie aangeboden krijgt. Deze dient te voldoen aan het kwaliteitskader van de gemeente Hoogeveen.

  • u.

    Peuteropvangplaats aanvullend aanbod: voor kinderen die een indicatie voor aanvullend aanbod hebben ontvangen is er een aanvullend aanbod van 4 tot 6 uur extra per week verdeeld over 1 of 2 dagdelen.

  • v.

    Inkomensafhankelijke bijdrage: voor de eerste 6 uur per week betalen ouders een inkomensafhankelijke bijdrage. Deze is afhankelijk van de hoogte van het bruto jaarinkomen. Hiervoor volgt de aanvrager de ouderbijdragetabel van de kinderopvang die jaarlijks door het Rijk wordt vastgesteld. Voor peuters die een verklaring hebben voor aanvullend aanbod zijn de extra 4 – 6 uur per week volledig voor rekening van de gemeente Hoogeveen.

  • w.

    Extra subsidie bovenop normtarief kinderopvang: Dit is het verschil per uur tussen het landelijk jaarlijks vastgesteld normtarief en de kostprijs per uur van de in Hoogeveen vastgestelde peuteropvang criteria en kwaliteitskader op de VVE locaties.

Ondertekening

Artikel 2 Doel

Deze subsidiebeleidsregels moeten ondersteunend zijn aan de visie om alle kinderen van 0 – 12 jaar in Hoogeveen een ononderbroken ontwikkeling te bieden en ouders te stimuleren om hun peuters van 2 jaar en 4 maanden – 4 jaar de peuteropvang te laten bezoeken.

Met deze subsidiebeleidsregels is peuteropvang:

  • -

    - toegankelijk voor alle peuters in Hoogeveen, ook voor ouders die geen beroep kunnen doen op kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst (niet-KOT);

  • -

    - een basisvoorziening van 6 uur voor alle peuters. Peuters die een aanvullend aanbod nodig hebben komen in aanmerking voor 10 – 12 uur peuteropvang per week;  

  • -

    - voldoende gespreid binnen de gemeente;

  • -

    - ook toegankelijk voor andere kinderopvangaanbieders met een of meerdere locaties gevestigd in de gemeente Hoogeveen mits zij kunnen aantonen aan het kwaliteitskader in Hoogeveen te kunnen voldoen;

  • -

    - passend binnen de financiële kaders.

Artikel 3 Subsidieaanvrager

  • 1.

    De aanvrager bepaalt, aan de hand van door de ouders te verstrekken actuele inkomensgegevens, welke ouders in aanmerking komen voor welk subsidiedeel. Waarbij er wordt vastgesteld of een ouder recht heeft op een toeslag van de belastingdienst of de gemeente Hoogeveen;

  • 2.

    De aanvrager brengt de subsidie in mindering op het door ouders van de peuters te betalen inkomensafhankelijke uurtarief voor het gebruik van een peuteropvangplaats. Dit geldt voor de Niet toeslag ouders (Niet KOT);

  • 3.

    De subsidie voor de ouders wordt aangevraagd door de aanbieder van de door de gemeente Hoogeveen gecertificeerde voorschoolse voorziening;

  • 4.

    De aanvrager voldoet, bovenop de eisen Wet Kinderopvang, aan de door de gemeente Hoogeveen vastgestelde kwaliteitskader (zie bijlage 1).

Artikel 4 Aanvraag, aanvraagtermijn en instapmoment

  • 1.

    De aanvrager vraagt de jaarlijks subsidie aan door het indienen van het ingevulde aanvraagformulier uit bijlage 2. Deze aanvraag is een prognose.

  • 2.

    Voor het subsidiejaar 2018 wordt de aanvraag ingediend voor 1 augustus.

  • 3.

    Voor het subsidiejaar 2019 is wordt de aanvraag ingediend voor 1 oktober 2018.

Artikel 5 Subsidiehoogte

  • 1.

    De aanvrager ontvangt subsidie van de gemeente voor de uitvoering van peuteropvang op basis van het ingediende aanvraagformulier. De subsidie bestaat uit een bijdrage per geplaatste peuter en wordt berekend conform het berekeningsmodel opgenomen in bijlage 3. Dit berekeningsmodel kan digitaal worden ingevuld.

  • 2.

    De subsidie voor de peuteropvang (niet-KOT) bestaat uit twee componenten:

  • .

    a. Een aanvulling op de inkomensafhankelijke ouderbijdrage tot de landelijk vastgestelde maximale uurprijs dagopvang (normtarief kinderopvang);

  • .

    b. Een jaarlijks door het college vastgestelde opslag per uur voor onder andere extra voorbereidingstijd en de door de gemeente gehanteerde kwaliteitseisen bovenop de wettelijke minimumeisen (de kostprijs van dit opvang product per uur).

  • 3.

    De subsidie voor peuteropvang (KOT) bestaat alleen uit de jaarlijks door het college vastgestelde opslag per uur voor onder andere extra voorbereidingstijd en de door de gemeente gehanteerde kwaliteitseisen bovenop de wettelijke minimumeisen (de kostprijs van dit opvang product per uur).

  • 4.

    De subsidie voor het aanvullend aanbod (het derde dagdeel) voor doelgroep peuters (KOT en niet-KOT ouders) met een verklaring voor een aanvullend aanbod bestaat uit de volgende componenten:

  • .

    a. Landelijk vastgestelde maximale uurprijs dagopvang (normtarief);

  • .

    b. Een jaarlijks door het college vastgesteld opslag per uur voor onder andere extra voorbereidingstijd en de door de gemeente gehanteerde kwaliteitseisen bovenop de wettelijke minimumeisen.

Artikel 6 Budget

  • 1.

    De raad stelt in de gemeentelijke begroting het budget vast dat het komende jaar voor de subsidie peuteropvang beschikbaar is.  

  • 2.

    Uiterlijk zes weken na vaststelling van de aanvraag ontvangt de aanvrager de subsidiebeschikking van het budget voor het komende kalenderjaar.

  • 3.

    De subsidie wordt per maand bevoorschot op basis van de aanvraag.

  • 4.

    De aanvrager is vrij om het toegekende budget naar eigen inzicht te besteden, mits wordt voldaan aan de doelstelling, kwaliteitseisen en overige verplichtingen uit deze beleidsregels.

Artikel 7 Subsidieplafond

De raad stelt jaarlijks de gemeentelijke begroting vast. In de gemeentelijke begroting is het budget opgenomen dat beschikbaar is voor subsidie peuteropvang. Dit budget is taakstellend. Op basis van dit budget wordt bepaald hoeveel peuteropvangplekken in Hoogeveen gerealiseerd kunnen worden. Indien er meer peuteropvangplekken worden aangevraagd dan volgens het budget beschikbaar is wordt subsidie naar rato van marktaandeel VVE locaties en bijbehorende kindplaatsen op 1 oktober van het betreffende jaar van de kinderopvangaanbieders verdeeld.

Artikel 8 Subsidieduur

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan de aanbieder van peuteropvang voor maximaal 40 schoolweken per kalenderjaar.

  • 2.

    De subsidie gaat in op de eerste of de vijftiende van de maand waarin de peuter een peuteropvangplaats bezet.

  • 3.

    De subsidie eindigt met ingang van de datum waarop de peuter om welke reden dan ook de peuteropvang verlaat.

Artikel 9 Rapportages

De aanvrager rapporteert digitaal uiterlijk vier weken na afloop van het kwartaal aan de gemeente cumulatief per geplaatste peuter de volgende gegevens:

  • a.

    BSN-nummer peuter

  • b.

    NAW gegevens peuter

  • c.

    Geboortedatum

  • d.

    Startdatum

  • e.

    Einddatum

  • f.

    LRKP-nummer en adres

  • g.

    KOT/niet-KOT

  • h.

    Aanvullend VVE aanbod ja/nee

  • i.

    Soort inkomenstoets

  • j.

    Ouderbijdrage %

Artikel 10 Verantwoording

  • 1.

    De aanvrager dient uiterlijk 30 april de verantwoording over het voorgaande jaar in. Deze verantwoording dient vergezeld te gaan van een accountantsrapport en een accountantsverklaring.

  • 2.

    In de verantwoording dient te worden ingegaan op:

  • -

    De besteding van het toegekende budget en de gerealiseerde verplichtingen (samenvatting van de tussenrapportages, zie artikel 9.1.);

  • -

    Toelichting op significante cijfermatige afwijkingen in relatie tot peuterbereik en financiën ten opzichte van het aanvraagformulier;

  • -

    De voortgang van de activiteiten en inspanningen die in het Pedagogisch Educatief Plan of de wettelijk voorgeschreven plannen van het betreffende jaar zijn beschreven conform het kwaliteitskader;

  • -

    Daarbij worden de cijfers vanuit het aanvraagformulier van het voorgaande jaar en het vorige verantwoording opgenomen.

  • 3.

    Verplichte deelname aan de monitoring van bereik, financiën en kwaliteit.

Artikel 11 Vaststelling subsidie

  • 1.

    De gemeente toetst aan de hand van de verantwoording en de kwartaalrapportages of de aanvrager heeft voldaan aan de verplichtingen uit deze beleidsregels. Het college beslist binnen 13 weken na ontvangst van de verantwoording over de vaststelling van de subsidie. De subsidie wordt vastgesteld op de contractueel vastgelegde uren per peuter aan de hand van het afgesproken uurtarief en onderverdeling naar de verschillende categorieën.

  • 2.

    Het College kan de subsidie lager vaststellen als de gegevens de gegevens uit artikel 9.1 niet of niet tijdig worden aangeleverd.

  • 3.

    De gemeente is bevoegd steekproefsgewijs de juistheid van de aangeleverde gegevens als bedoeld in artikel 9 te controleren in de administratie van de aanvrager. De aanvrager verleent hieraan haar volledige medewerking.

Artikel 12 Weigeringsgronden subsidie

Naast de weigeringsgronden in de Awb kan het College de subsidieverstrekking weigeren als:

a. de aanvrager niet voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen genoemd in artikel 3.4.

b. er peuters aangedragen worden die niet woonachtig zijn in de gemeente Hoogeveen.

c. de aanvrager de gegevens als bedoeld in artikel 9.1. niet of niet tijdig aanlevert.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze subsidiebeleidsregels treden daags na publicatie in werking.

Artikel 14 Geldigheidsduur subsidiebeleidsregels en evaluatie

Deze subsidiebeleidsregels treden daags na publicatie in werking, werken terug tot en met 1 maart 2018 en gelden tot en met uiterlijk 31 december 2018. In september 2018 vindt een eerste korte evaluatie plaats ter voorbereiding op de subsidieverstrekking voor 2019.

Artikel 15 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het College. Het College kan van de bepalingen in deze subsidiebeleidsregels afwijken, als toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 16 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Subsidiebeleidsregels peuteropvang Kindgebonden financiering Hoogeveen’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen d.d. 27 maart 2018

De secretaris, De burgemeester

N. Kramer, K.B. Loohuis