Beleidsregels minimabeleid gemeente Hoogeveen 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels minimabeleid gemeente Hoogeveen 2021

Het college van de gemeente Hoogeveen;

gelet op artikel 35, Participatiewet,

besluit vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels minimabeleid gemeente Hoogeveen 2021

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    belanghebbende: de persoon van 18 jaar of ouder die een aanvraag rond een minimaregeling indient;

  • b.

    ouder(s)/verzorger(s): belanghebbende(n) die aanspraak kan/kunnen maken op kinderbijslag voor een eigen of aangehuwd of pleegkind jonger dan 18 jaar;

  • c.

    pensioengerechtigde leeftijd: de belanghebbende vanaf de dag van de maand waarop hij de pensioengerechtigde leeftijd bereikt heeft;

  • d.

    norminkomen: het verzamelinkomen dat de gezinsleden hebben ontvangen in de maand waarin de te declareren kosten zijn gemaakt;

  • e.

    gezinnen, alleenstaande ouders en alleenstaanden: hiervoor wordt aangesloten bij de terminologie uit de Participatiewet.

Artikel 2 Algemene uitgangspunten

  • 1.

    De voorzieningen van het gemeentelijk minimabeleid zijn toegankelijk voor inwoners van de gemeente Hoogeveen.

  • 2.

    De aanvrager/verzorger dient minimaal 18 jaar of ouder te zijn.

  • 3.

    De inkomensgrens is 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, exclusief vakantietoeslag.

Artikel 3 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt ingediend door middel van een volledig ingevuld en ondertekend, door het college vastgesteld formulier.

  • 2.

    De aanvraag voor de Collectieve ziektekostenverzekering kan naast een schriftelijke aanvraag ook via www.gezondverzekerd.nl worden aangevraagd.

Artikel 4 Uitsluitingsgronden

Geen recht op minimaregelingen heeft degene aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen.

Artikel 5 Bepaling van het inkomen en vermogen

  • 1.

    De hoogte van het inkomen, exclusief vakantietoeslag, wordt vastgesteld met inachtneming van artikel 32 van de Participatiewet, tenzij in deze beleidsregels anders is vastgesteld.

  • 2.

    Het inkomen van de belanghebbende die geen of aanvullende bijstandsuitkering ontvangt, wordt vastgesteld aan de hand van de inkomensspecificatie per datum aanvraag.

  • 3.

    Heeft belanghebbende een wisselend inkomen dan wordt uitgegaan van het gemiddelde inkomen genoten in de zes maanden voorafgaand aan de datum van aanvraag.

  • 4.

    Heeft belanghebbende inkomsten, inclusief vakantietoeslag, wordt bij de berekening ook uitgegaan van de bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag.

  • 5.

    Het vermogen wordt vastgesteld met in achtneming van artikel 34 van de Participatiewet, tenzij in deze beleidsregels anders is vastgelegd.

  • 6.

    Het vermogen in de eigen woning en/ of afkoopwaarden van verzekeringen worden niet in aanmerking genomen.

  • 7.

    De kostendelersnorm is niet van toepassing.

  • 8.

    De regels uit de: “Beleidsregels woonsituatie Participatiewet gemeente Hoogeveen 2015” zijn niet van toepassing.

Artikel 6

Vervallen

Artikel 7

Vervallen

Artikel 8 Collectieve ziektekostenverzekering

  • 1.

    De gemeente heeft een collectieve zorgverzekering bij het Zilveren Kruis afgesloten.

  • 2.

    De collectieve zorgverzekering bestaat uit een basisverzekering en 3 verschillende aanvullende zorgpakketten.

  • 3.

    De gemeente geeft een korting op de premie. De hoogte hangt af van het gekozen zorgpakket.

  • 4.

    Bij het vaststellen van de hoogte van het inkomen wordt geen rekening gehouden met de jongerennorm.

Artikel 9 Ouderbijdrage peuteropvang

  • 1.

    Kinderen in de leeftijd van twee jaar en vier maanden tot vier jaar kunnen gebruik maken van de peuteropvang.

  • 2.

    De ouderbijdrage peuteropvang wordt voor maximaal 2 dagdelen per week vergoed.

  • 3.

    In aanmerking voor vergoeding komt de ouderbijdrage die resteert na ontvangst van de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst of de gemeentelijke subsidie die verstrekt wordt aan de peuteropvangorganisatie.

  • 4.

    De vergoeding wordt uitbetaald na inlevering van facturen.

Artikel 10 Terugvordering

Verstrekkingen die ten onrechte dan wel tot een te hoog bedrag zijn uitgekeerd, kunnen worden teruggevorderd.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking doch niet eerder dan op 1 januari 2021.

  • 2.

    De Beleidsregels minimabeleid gemeente Hoogeveen 2019 worden hiermee ingetrokken en treden uitwerking op dezelfde datum als de inwerkingtreding van de Beleidsregels minimabeleid gemeente Hoogeveen 2021.

Ondertekening

Hoogeveen, 15 december 2020

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Hoogeveen,

secretaris, burgemeester,

B. Ruiter, waarnemend K.B. Loohuis

Bijlage Toelichting op de beleidsregels

Algemeen 

Naast de wettelijke mogelijkheden van individuele bijzondere bijstand op grond van de Wet werk en bijstand heeft de gemeente Hoogeveen de bevoegdheid om een eigen minimabeleid te voeren om zo de leefsituatie en het toekomstperspectief van haar burgers te verbeteren. Het beleid is gericht op een volwaardige participatie van burgers in de samenleving. De gemeente mag zelf bepalen hoe zij invulling geeft aan de voorzieningen van het minimabeleid, zolang ze maar binnen de grenzen van de Wet werk en bijstand blijft. Zo mag een gemeente bijvoorbeeld door middel van het minimabeleid geen inkomenspolitiek bedrijven.

De minimaregelingen zoals die door de gemeente Hoogeveen worden aangeboden, worden beschreven in deze beleidsregels gemeentelijk minimabeleid en voldoen aan de wettelijke bepalingen.

Het minimabeleid is onderdeel van het beleid waarmee de gemeente Hoogeveen armoede wil voorkomen en bestrijden. Het uitgangspunt van de gemeente Hoogeveen is dat iedere burger moet kunnen participeren in de samenleving. Bij het uitgangspunt dat iedereen mee moet kunnen doen, past een actief en stimulerend minimabeleid. Het minimabeleid heeft ten doel een bijdrage te leveren aan de participatie van burgers in de samenleving.

Art 2 lid 3

Het toetsingsinkomen is het maandinkomen dat de belanghebbende en zijn/haar eventuele partner hebben ontvangen in de maand waarin de kosten die zijn gemaakt.