Peilbesluit Houten

Geldend van 24-08-2019 t/m heden

Intitulé

Peilbesluit Houten

Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

op voorstel van de dijkgraaf en hoogheemraden van d.d. 11 december 2007, nr. 07 SPR/182;

overwegende dat met betrekking tot de voorbereiding van het peilbesluit van het afvoergebied van Houten een inrichtingsplan, het zogeheten Watergebiedplan ‘Tussen Kromme Rijn en Amsterdam-Rijnkanaal’ is opgesteld waarin, naast de waterhuishoudkundige inrichting en de regeling van de waterbeheersing van het gebied, ook de toelichting is opgenomen op de in te stellen waterpeilen. Voor dit gebied is nog niet eerder een peilbesluit opgesteld. De voorgestelde peilen in dit peilbesluit zijn gebaseerd op de huidige praktijkpeilen en ervaringen van beheerders en gebruikers van het gebied.

Gelet op artikel 16 van de Wet op de Waterhuishouding en op hoofdstuk III van de Verordening waterhuishouding Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2002,

Besluit:

vast te stellen het peilbesluit Houten zoals hierna is aangegeven.

Inhoud

Artikel 1. Gebied

Het gebied waar dit peilbesluit betrekking op heeft ligt in de provincie Utrecht, binnen het grondgebied van de gemeente Houten en is aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart. Op deze kaart zijn ook de coderingen van de peilgebieden en de locatie van de peilschaal, waarop het peil is af te lezen, aangegeven.

Artikel 2. Referentiepeil

Voor de toepassing van dit besluit geldt dat de peilen zijn aangegeven ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil 2005 (NAP 2005).

Artikel 3. Peilen en regulier peilbeheer

In de volgende peilgebieden wordt een zomer- en winterpeil gehanteerd. De na te streven waterstanden zijn:

na te streven waterstanden zijn

Code Peilgebied

   Zomerpeil

(m t.o.v. NAP)

   Winterpeil

(m t.o.v. NAP)

HTN004

          1,15

         0,85

HTN014

         -0,40

        -0,60

HTN023

          0,25

         0,55

HTN027

          1,60

         1,35

HTN029

          0,70

         1,20

De overgang van zomer- naar winterpeil zal, al naar gelang de weersomstandigheden en het verloop van de grondwaterstanden, in het algemeen en naar het oordeel van het waterschap, plaatsvinden in de periode september tot en met november.

De overgang van winter- naar zomerpeil zal, al naar gelang de weersomstandigheden en het verloop van de grondwaterstanden, in het algemeen en naar het oordeel van het waterschap, plaatsvinden in de periode april tot en met juni.

In de volgende peilgebieden wordt een vastpeil gehanteerd. De na te streven waterstanden zijn:

na te streven waterstanden zijn

Code Peilgebied

   Vastpeil

(m t.o.v. NAP)

HTN001

         0,00

HTN002

         0,65

HTN003

         0,35

HTN006

         0,40

HTN009

         0,30

HTN011

         0,60

HTN012

         0,20

HTN015

         0,30

HTN018

         2,50

HTN019

         4,00

HTN021

         0,00

HTN022

         0,80

HTN024

        -0,40

HTN025

         1,10

HTN030

         0,05

HTN031

         0,40

HTN032

         0,70

HTN033

         0,00

HTN034

         0,60

HTN035

         0,30

In de volgende peilgebieden wordt een flexibel peilbeheer gevoerd. De na te streven waterstanden liggen tussen:

na te streven waterstanden liggen tussen

Code Peilgebied

   Bovenpeil

(m t.o.v. NAP)

   Onderpeil

(m t.o.v. NAP)

HTN005

         0,25

          0,05

HTN010

         0,90

          0,60

HTN013

         1,25

          1,10

HTN016

        -0,25

         -0,40

HTN017

         1,30

          0,40

HTN020

         1,25

          1,10

HTN026

         0,70

          0,50

HTN028

         0,60

          0,30

Het peil mag fluctueren tussen het genoemde boven- en onderpeil.

Artikel 4. Marges in het peilbeheer

Bij afwijking van 0,05 m of meer boven of onder de in artikel 3 genoemde waterstanden moet, uitlaat of inlaat van water geschieden tot op het moment dat –na bijzakking- de na te streven waterstand weer is bereikt.

Artikel 5. Buitengewone weersomstandigheden

Dijkgraaf en hoogheemraden zijn bevoegd om, indien buitengewone weersomstandigheden dit naar hun oordeel noodzakelijk maken, de bovengenoemde peilen van de waterstand tijdelijk:

- in droge en zeer droge perioden met 0,10 m te verhogen;

- in natte en zeer natte perioden met 0,10 m te verlagen.

Artikel 6. Calamiteiten en extreme weersomstandigheden

Dijkgraaf en hoogheemraden zijn bevoegd om, onder afweging van de betrokken belangen, van het in artikel 3 vermelde peil af te wijken, indien daarvoor op grond van te verwachtten of reeds optredende extreme – natte of droge – weersomstandigheden, dan wel in verband met dreigende of reeds optredende calamiteiten, aanleiding bestaat.

Artikel 7. Nachtvorstpeil

Dijkgraaf en hoogheemraden zijn bevoegd om, indien nachtvorst wordt verwacht, ten behoeve van de nachtvorstschadebestrijding in de fruitteelt, de vermelde peilen tijdelijk op te zetten tot het vermelde zomerpeil.

Artikel 8. Fasering instelling peil

De in dit peilbesluit vermelde peilen worden gefaseerd ingevoerd. Als alle daarvoor noodzakelijke maatregelen in een peilgebied zijn getroffen, zijn Dijkgraaf en Hoogheemraden bevoegd om in dat desbetreffende peilgebied het vermelde peil in te voeren, ook al zijn/worden de peilen in een of meer andere peilgebieden op dat moment nog niet ingevoerd. Dit moment wordt door het dagelijks bestuur bepaald en in dag- en of weekbladen gepubliceerd.

Artikel 9. Inwerkingtreding peilbesluit

Het peilbesluit treedt in werking met ingang van de achtste dag nadat de bekendmaking van de goedkeuring van dit peilbesluit door gedeputeerde staten heeft plaatsgevonden.

Artikel 10. Titel

Dit peilbesluit kan worden aangehaald als Peilbesluit Houten.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering op 27 februari 2008.

P.J.M. Poelmann, voorzitter.

drs. E.Th. Meuleman, secretaris.