Regeling vervallen per 05-02-2019

Mandaatbesluit Delfland

Geldend van 06-12-2013 t/m 04-02-2019

Intitulé

Mandaatbesluit Delfland

Mandaatbesluit

Paragraaf I Algemene bepalingen, mandaat, machtiging en volmacht

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    besluit: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wetbestuursrecht;

  • b.

    verenigde vergadering: algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap van Delfland in de zin van artikel 10 van de Waterschapswet;

  • c.

    college: college van dijkgraaf en hoogheemraden als dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap van Delfland in de zin van artikel 10 van de Waterschapswet;

  • d.

    dijkgraaf: voorzitter van het Hoogheemraadschap van Delfland in de zin van artikel 10 van de Waterschapswet;

  • e.

    functionaris: natuurlijke persoon werkzaam bij het Hoogheemraadschap van Delfland;

  • f.

    mandaat: bevoegdheid om in naam van het college besluiten te nemen;

  • g.

    volmacht: bevoegdheid om in naam van het Hoogheemraadschap van Delfland privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • h.

    machtiging: bevoegdheid om handelingen te verrichten die een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • i.

    Uitvoeringsregeling juridische bevoegdheden: bijlage bij het Mandaatbesluit Delfland waarin een overzicht is opgenomen van alle gedelegeerde en gemandateerde bevoegdheden en volmachtverleningen, alsmede de verleende ondermandaten en substitutievolmachten.

  • j.

    Uitvoeringsregeling financiële bevoegdheden: bijlage bij het Mandaatbesluit Delfland, waarin de budgettaire bevoegdheden van functionarissen zijn opgenomen.

Artikel 2 Reikwijdte mandaat en volmacht

Elk mandaat of volmacht voor het nemen van een besluit of het verrichten van een privaatrechtelijke rechtshandeling omvat ook alle daarmee samenhangende (voorbereidende of uitvoerende) rechtshandelingen.

Artikel 3 Generieke of specifieke aanwijzingen

  • 1.

    De uitoefening door de functionaris van diens mandaat, volmacht of machtiging, geschiedt met inachtneming van:

    • a.

      algemene en bijzondere aanwijzingen van degene die het mandaat, de volmacht of de machtiging heeft gegeven;

    • b.

      van toepassing zijnde wet- en regelgeving en beleidsregels;

    • c.

      de beperkingen die voortvloeien uit de Uitvoeringsregeling financiële bevoegdheden.

  • 2.

    Een besluit waarbij wordt afgeweken van de toepasselijke (beleids)regels kan niet in mandaat worden genomen.

Artikel 4 Bevoegdheden door machtiging

Elke functionaris is gemachtigd om handelingen te verrichten die een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn voor zover deze handelingen binnen de normale uitoefening van zijn functie vallen.

Artikel 5 Bevoegdheden door volmacht, substitutievolmacht

  • 1.

    De dijkgraaf verleent volmacht aan in de Uitvoeringsregeling juridische bevoegdheden genoemde functionarissen om de aldaar vermelde privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

  • 2.

    De functionaris die volmacht heeft gekregen, is bevoegd om schriftelijk substitutievolmacht te verlenen.

Artikel 6 Rapportage

De gemandateerde brengt eenmaal per jaar verslag uit aan het college over het gebruik van de verleende mandaten.

Paragraaf II Mandaat aan leden van het college

Artikel 7 Mandaatverlening

Het college verleent mandaat aan de in de Uitvoeringsregeling juridische bevoegdheden genoemde leden van het college om de besluiten te nemen die aldaar staan vermeld.

Artikel 8 Ondertekeningsmandaat

Het college mandateert de ondertekening van de besluiten die door de afzonderlijke leden van het college in mandaat zijn genomen aan de secretaris-directeur.

Artikel 9 Vervanging

In geval van afwezigheid van een collegelid aan wie mandaat of volmacht is verleend, kan het mandaat of de volmacht worden uitgeoefend door diens plaatsvervanger.

Paragraaf III Mandaat aan functionarissen

Artikel 10 Mandaatverlening

Het college verleent mandaat aan de in de Uitvoeringsregeling juridische bevoegdheden genoemde functionarissen om de besluiten te nemen die aldaar staan vermeld.

Artikel 11 Ondermandaat

  • 1.

    De gemandateerde is bevoegd om schriftelijk ondermandaat te verlenen.

  • 2.

    Op ondermandaat zijn de bepalingen van dit besluit met uitzondering van paragraaf II van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Verdere ondermandatering is niet toegestaan.

Artikel 12 Vervanging

  • 1.

    In geval van afwezigheid van de secretaris-directeur kan een aan hem verleend mandaat of volmacht worden uitgeoefend door de plaatsvervangend secretaris-directeur.

  • 2.

    In geval van afwezigheid van de degene aan wie (onder)mandaat of volmacht is verleend, kan het aan hem verleende (onder)mandaat of de volmacht worden uitgeoefend door zijn/haar hiërarchisch leidinggevende.

Paragraaf IV Slotbepalingen

Artikel 13 Wijze van ondertekening

  • 1.

    Een document waarmee een besluit (mandaat) wordt vastgelegd door een daartoe op grond van deze regeling bevoegde functionaris vermeldt aan het slot:

  • Dijkgraaf en Hoogheemraden van Delfland,

  • namens deze,

  • functieaanduiding functionaris,

  • Handtekening

  • naam functionaris

  • 2.

    Een document waarmee een privaatrechtelijke rechtshandeling (volmacht) wordt vastgelegd door een daartoe op grond van deze regeling bevoegde functionaris vermeldt aan het slot:

  • Het Hoogheemraadschap van Delfland,

  • namens deze,

  • de Dijkgraaf,

  • Handtekening

  • naam dijkgraaf

  • Of:

  • Het Hoogheemraadschap van Delfland,

  • namens deze,

  • functieaanduiding functionaris,

  • Handtekening

  • naam functionaris

Artikel 14 Citeertitel, intrekking oude en inwerkingtreding nieuwe besluit

  • 1.

    Dit besluit kan worden aangehaald als "Mandaatbesluit Delfland".

  • 2.

    Het Mandaat- en volmachtbesluit Delfland, vastgesteld door het college op 11 juli 2006, laatstelijk gewijzigd op 22 december 2009, en de daarbij behorende Mandaatbijlage, worden ingetrokken.

  • 3.

    Het Mandaatbesluit Delfland en de daarbij behorende Uitvoeringsregeling juridische bevoegdheden treedt in werking op 15 april 2011.


Noot

[Toelichting: Toelichting

Het Mandaatbesluit is opnieuw vastgesteld op 29 maart 2011. Het Mandaatbesluit zelf is niet ingrijpend gewijzigd. Naast ondergeschikte redactionele wijzigingen is artikel 3 lid 1 sub c toegevoegd. Dit als gevolg van het feit dat de voorheen bestaande Mandaatbijlage wordt voortgezet in twee nieuwe regelingen: de Uitvoeringsregeling juridische bevoegdheden en de Uitvoeringsregeling financiële bevoegdheden.

In de Uitvoeringsregeling juridische bevoegdheden zijn alle mandaten en volmachten zoals bedoeld in artikel 5 en artikel 11 vermeld. Door vaststelling van de Uitvoeringsregeling zijn deze mandaten en volmachten (opnieuw) verleend. Ondermandaten en substituut-volmachten worden bij afzonderlijke besluiten verleend.

In de Uitvoeringsregeling juridische bevoegdheden zijn daarnaast de ondermandaten en substituut-volmachten opgenomen. Deze worden verleend door aparte besluiten van de functionaris aan wie mandaat en/of volmacht is verleend.

De voorheen bij het Mandaatbesluit gevoegde uitgebreide juridische toelichting is geschrapt. Voor vragen over het Mandaatbesluit kan contact worden opgenomen met het team JOVG van de sector Middelen van het Hoogheemraadschap.]