Regeling vervallen per 01-01-2024

Aansluitverordening

Geldend van 01-01-1988 t/m 31-12-2023

Intitulé

Aansluitverordening

Aansluitverordening

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het dagelijks bestuur : het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland;

  • b.

    afvalwater : afvalstoffen en/of water;

  • c.

    afvalstoffen : afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen, in welke vorm ook, als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren;

  • d.

    zuiveringstechnisch werk : een werk in beheer bij het hoogheemraadschap, dat is ingericht en/of wordt aangewend voor het transport en/of de behandeling van afvalstoffen; 

  • e.

    riolering : een ander werk dan bedoeld onder d, dat is ingericht en/of wordt aangewend voor het verzamelen of het transport van afvalstoffen.

Hoofdstuk 2 Aansluitvergunning

Artikel 2

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het dagelijks bestuur een riolering met behulp waarvan afvalwater op een zuiveringstechnisch werk wordt gebracht, aan te sluiten op een zuiveringstechnisch werk.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan de in het eerste lid bedoelde vergunning, hierna te noemen aansluitvergunning, verlenen, weigeren, wijzigen of intrekken.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan aan een aansluitvergunning voorschriften verbinden die uitsluitend mogen strekken:

    • ter bescherming van de zuiveringstechnische werken en ter verzekering van de goede werking daarvan en ter voorkoming van gevaar, schade of hinder;

    • tot het tegengaan en het voorkomen van verontreiniging van het oppervlaktewater waarop met behulp van het in het eerste lid bedoelde zuiveringstechnisch werk wordt geloosd.

  • 4. De in het derde lid bedoelde voorschriften kunnen betreffen:

    • gedragingen en verplichtingen van de op het zuiveringstechnisch werk aangeslotene zelf.

Artikel 3

  • 1. Met betrekking tot het indienen en behandelen van een aanvraag tot verlening of wijziging van een aansluitvergunning zijn de bepalingen van titel 4.1. van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2. Bij de aanvraag tot verlening of wijziging van een aansluitvergunning verstrekt de aanvrager, behalve de in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gegevens ook de volgende gegevens:

    • de technische gegevens van het rioolstelsel en een tekening waarop de plaatsen van eventuele overstorten zijn aangegeven;

    • het aantal huishoudens dat is aangesloten op de riolering;

    • het aantal en de aard van de bedrijven die zijn aangesloten op de riolering;

    • indien en voor zover bedrijven op de riolering zijn aangesloten, die behoren tot de in artikel 4, eerste lid, van deze verordening genoemde categorieën, de in artikel 4, tweede lid, van deze verordening vermelde gegevens.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde aanvraag, de in het tweede lid bedoelde gegevens en de eventuele aanvullende gegevens worden in vijfvoud verstrekt.

Hoofdstuk 3 Lozing op de riolering

Artikel 4  (vervallen)

Hoofdstuk 4 Totstandkoming van beschikkingen; beroep

Artikel 5

  • 1. Op de totstandkoming van de beschikking zijn de bepalingen van titel 4.1. van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2. Het dagelijks bestuur stelt de navolgende overheidsorganen in de gelegenheid hem van advies te dienen met betrekking tot de aanvraag tot verlening of wijziging van een aansluitvergunning alsmede met betrekking tot het voornemen tot het ambtshalve verlenen, wijzigen of intrekken van een aansluitvergunning:

    • de Inspecteur van de Volksgezondheid belast met het toezicht op de hygiëne van het milieu;

    • indien het zuiveringstechnisch werk waarop is of wordt aangesloten, loost op een oppervlaktewater ten aanzien waarvan het waterschap niet belast is met de zorg voor het waterkwaliteitsbeheer, het openbaar lichaam dat met dit beheer is belast.

  • 3. De beschikking van het dagelijks bestuur tot verlening, wijziging of intrekking van een aansluitvergunning of tot weigering daarvan wordt schriftelijk medegedeeld aan de aanvrager of de houder van de aansluitvergunning alsmede aan de Inspecteur van de Volksgezondheid belast met het toezicht op de hygiëne van het milieu en het openbaar lichaam als bedoeld in het tweede lid.

Hoofdstuk 5 Schadevergoeding

Artikel 6

Indien en voor zover blijkt dat een houder van een aansluitvergunning door een wijziging of intrekking daarvan schade lijdt, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te komen, kent het dagelijks bestuur hem op zijn verzoek een

naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe. Op de behandeling van een dergelijk verzoek zijn de bepalingen van titel 4.1. van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 7  (vervallen)

Hoofdstuk 6 Bevoegdheden van politie

Artikel 8

  • 1. Het dagelijks bestuur wijst ambtenaren aan belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde of bevolene.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde ambtenaren zijn bevoegd, voor zover dit redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is, het afvalwater te meten dat in een riolering of op een zuiveringstechnisch werk wordt gebracht alsmede monsters daarvan te nemen.

    De resultaten van de metingen alsmede de uitslag van het onderzoek van de monsters worden ten spoedigste ter kennis van de betrokken lozers op de riolering en van de beheerder van de riolering gebracht.

  • 3. De bedoelde ambtenaren zijn bevoegd zich van personen, die daartoe door hen zijn aangewezen, te doen vergezellen alsmede de benodigde apparatuur mede te brengen, een en ander voorzover dit naar hun oordeel bij de vervulling van hun

    taak nodig is.

  • 4. De ambtenaren hebben, voorzover dit redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is, met hun apparatuur ten behoeve van de in dit artikel bedoelde werkzaamheden toegang tot niet tot woning bestemde gedeelten van bedrijven en instellingen en andere plaatsen die kunnen dienen voor de opslag van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen. Zonodig verschaffen zij zich

    toegang met behulp van de sterke arm.

  • 5. De bedoelde ambtenaren zijn bevoegd, voorzover dit redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is, inzage te verlangen en afschrift te nemen van bescheiden, die betrekking hebben op:

    • de aard of de samenstelling van de afvalstoffen, die in een riolering of een op een riolering aangesloten werk worden of zijn gebracht;

    • het vervoer of de opslag van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen.

  • 6. Ieder is verplicht aan de voornoemde ambtenaren alle medewerking te verlenen die deze met het oog op de vervulling van hun taak behoeven.

Artikel 9

Overtreding van de bepalingen van deze verordening wordt, voorzover deze gebaseerd zijn op de Waterschapswet gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van ten hoogste het bedrag van de tweede categorie als genoemd in artikel 23 Wetboek van Strafrecht, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Hoofdstuk 7 Overgangsbepaling

Artikel 10

  • 1. Een aansluitvergunning verleend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, wordt voor de toepassing van deze verordening beschouwd als een aansluitvergunning in de zin van deze verordening.

Hoofdstuk 8 Slotbepaling

Artikel 11

De verordening is vastgesteld bij besluit van de verenigde vergadering van 24 september 1987, no. 2074 en goedgekeurd door gedeputeerde staten bij besluit van 23 februari 1988, no. 221989 en in werking getreden op 1 januari 1988.