Regeling vervallen per 19-02-2009

Beleidsregel insteekhavens

Geldend van 20-02-2007 t/m 18-02-2009

Intitulé

Beleidsregel insteekhavens

Inleiding en voorwaarden

1. Inleiding

Naar aanleiding van een bezwaar tegen de weigering van Rijnland vergunning te verlenen voor een overkapping van een insteekhaven hebben D&H op 29 augustus 2006 besloten, dat het beleid ten aanzien van overkluizingen, zoals opgenomen in de beleidsregel Integrale inrichtingscriteria oppervlaktewateren en kunstwerken, voor overkappingen van insteekhavens moet worden aangepast, zodat dergelijke overkluizingen wel zijn toegestaan.

Een uitzondering op het beleid ten aanzien van overkluizingen wordt gemaakt voor overkappingen van insteekhavens. De insteekhaven moet zijn gegraven met als doel het realiseren van een ligplaats voor een vaartuig. Hiermee heeft de eigenaar voorkomen dat in het doorgaande profiel van een watergang een verstoring optreedt. In het doorgaande profiel van een watergang zijn de leefmogelijkheden en de migratiemogelijkheden van waterflora en fauna dus niet verminderd. De maximale maat is 100 m². De biologische waterkwaliteit wordt weliswaar ook bij een overkluizing met een maximale maat van 100m² verminderd, maar deze vermindering en de gevolgen daarvan op het totale watersysteem zijn dermate gering dat deze acceptabel wordt geacht. Bij een grotere voorziening geldt dat maximaal 1/3 van het totale oppervlak van de insteekhaven van een overkapping mag worden voorzien.

Deze beleidsregel wordt in de eerstkomende nieuwe versie van de nota Integrale Inrichtingscriteria verwerkt.

2. Voorwaarden

Een overkapping boven een insteekhaven is toegestaan, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • de overkapping mag alleen boven een insteekhaven worden aangebracht;

  • de insteekhaven moet op het terrein van de vergunninghouder zijn (worden) gegraven met als doel te dienen als ligplaats voor een vaartuig;

  • de insteekhaven moet doodlopend zijn;

  • de overkapping mag een afmeting hebben van maximaal 100 m².