Regeling vervallen per 01-03-2012

Verblijfsontzegging Mandaat instructies

Geldend van 31-03-2005 t/m 29-02-2012

Intitulé

Verblijfsontzegging Mandaat instructies

De burgemeester van Hoorn,

gelezen het advies van de politie d.d. 9 februari 2005;

gelet op artikel 2.10.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn (APV), artikel 10:4, 10:6 en 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

besluit:

Verblijfsontzegging Mandaat instructies

Bij het doen van bekendmakingen (het geven van een verblijfsontzegging) op grond van artikel 2.10.1 van de APV in mandaat namens de burgemeester dient volgens de hiernavolgende instructies te werk te worden gegaan:

  • In de bekendmaking wordt eenduidig aangegeven op grond van welke feiten de persoon de bekendmaking ontvangt en wordt duidelijk aangegeven voor welk tijdvak de verblijfsontzegging geldt.

  • Indien de persoon aan wie de verblijfsontzegging gegeven wordt in het gebied woont of werkt waarvoor de ontzegging geldt, wordt dat gebied zodanig aangepast dat die persoon een aanlooproute heeft naar en van zijn woning of werklocatie.

  • De verblijfsontzegging wordt in geval van een aanhouding op heterdaad onmiddellijk, dat wil zeggen vóór heenzending, uitgereikt. In geval de verdachte buiten heterdaad binnen twee weken na het gepleegde feit wordt aangehouden, dan wordt alsnog onmiddellijk een ontzegging uitgereikt met dien verstande dat de tussenliggende periode in mindering wordt gebracht op de termijn van de verblijfsontzegging; m.a.w. de termijn begint te lopen op de delictsdatum.

  • Feiten en termijnen tabel

    Feiten waarvoor ontzegging wordt opgelegd

    Termijn ontzegging

    categorie 1:

    • samenscholing (art. 2.1.1.1 APV)

    • hinderlijk gedrag (artt. 2.4.8, 2.4.9 en 2.4.10 APV)

    • hinderlijk drankgebruik (art. 2.4.8 APV)

    • openbare dronkenschap (artt. 453 en 426 Sr)

    • baldadigheid (art. 424 Sr)

    • openlijk drugsgebruik (artikel 2.7.2 APV)

    twee weken

    categorie 2:

    • overtreding Wet Wapens en Munitie: traangas, boksbeugels, wapenstokken, steekwapens e.d.

    • vernieling (art. 350 Sr) en openlijke geweldpleging, uitsluitend tegen goederen (art. 141 Sr)

    • 2e maal huisvredebreuk in winkel (art. 138 Sr)

    • eenvoudige mishandeling (art. 300 Sr)

    • diefstal (art. 311 Sr)

    • bezit van meer dan gebruikershoeveelheid drugs (artt. 2 en 3 Opiumwet)

    • verkopen of verstrekken van softdrugs (art. 3 Opiumwet)

    • drugshandel op straat (art. 2.7.1 APV)

    • bedreiging (art. 285 Sr)

    • straatprostitutie (art. 3.2.6 APV)

    zes weken

    categorie 3:

    • overtreding Wet Wapens en Munitie: vuurwapens/schietwapens

    • zware geweldsmisdrijven: zware mishandeling (art. 302 Sr), (poging tot) doodslag (art. 287 Sr)

    • verkopen of verstrekken van harddrugs (art. 2 Opiumwet)

    • diefstal met geweld (art. 312 Sr)

    • openlijke geweldpleging uitsluitend tegen personen (art. 141 Sr), afpersing (art. 317 Sr), afdreiging (art. 318 Sr)

    • overtreding verblijfsontzegging (art. 2.10.1 APV)

    twaalf weken

  • Voorbereidingsprocedure verblijfsontzegging

  • Zodra een verdachte is aangehouden en proces-verbaal is opgemaakt voor een gecon-stateerd feit uit de feitentabel, gepleegd in of in relatie tot het aangewezen gebied wordt bekeken of hij voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • 1)

      indien er in de zes maanden voorafgaande aan de aanhouding een verblijfsontzeg-ging is uitgereikt dan wordt opnieuw een ontzegging opgelegd conform de termijnentabel, aangezien er gerechtvaardigde vrees bestaat voor hernieuwde openbare ordeverstoring.

    • 2)

      indien er in de zes maanden voorafgaand aan de aanhouding een op naam gestelde waarschuwing is uitgereikt, wordt een verblijfsontzegging opgelegd aan betrokkene conform de termijnentabel, aangezien er gerechtvaardigde vrees bestaat voor hernieuwde openbare ordeverstoring.

    • 3)

      indien geen sprake is van een ontzegging of waarschuwing in de laatste zes maan-den, wordt nagegaan of betrokkene beschikt over openbare orde-antecedenten. Dit betekent dat tegen de betrokkene in de voorafgaande twaalf maanden twee processen-verbaal zijn opgemaakt voor feiten, voorkomend in de feitentabel, waarvan één in de laatste zes maanden. De drie processen-verbaal (de twee antecedenten en het feit waarvoor een ontzegging zal worden opgelegd) mogen niet in tijd of causaal gerelateerd zijn, d.w.z. niet deel uitmaken van hetzelfde feitencomplex of incident. De openbare orde-antecedenten hoeven zich niet noodzakelijkerwijs te hebben voorgedaan in het stationsgebied Kersenboogerd, omdat hieruit alleen de vrees voor herhaling hoeft te worden afgeleid. Indien er sprake is van genoemde antecedenten wordt een verblijfsontzegging opgelegd, aangezien er vrees bestaat voor hernieuwde openbare ordeverstoring.

    • 4)

      indien er geen sprake is van openbare orde antecedenten, zoals bedoeld onder 3, wordt er door de politie een op naam gestelde waarschuwing uitgereikt aan betrokkene.

  • De processen-verbalen voor de feiten uit de feitentabel liggen ten grondslag aan de verblijfsontzegging omdat hieruit kan worden geconcludeerd dat de openbare orde in het betreffende gebied in het geding is door de aanwezigheid van de pleger. Het is niet doorslaggevend of de feiten op straat plaatsvinden, maar er moet wel een relatie met openbare orde zijn. Ook strafbare feiten die zich afspelen in een voor publiek toegankelijke inrichting kunnen de basis zijn voor een verblijfsontzegging, indien ze aan alle bovengenoemde voorwaarden voldoen. Zo zullen bijvoorbeeld bedreigingen in een winkel wel degelijk relevant zijn voor de openbare orde en ten grondslag kunnen liggen aan een verblijfsontzegging.

Ondertekening

Dit besluit in werking te laten treden met ingang van de dag na de dag waarop het besluit op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt.