Regeling vervallen per 01-01-2013

Regeling werktijden 2006

Geldend van 20-03-2007 t/m 31-12-2012

Intitulé

Regeling werktijden 2006

Registratienummer: 06.46739

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn;

gelezen het voorstel van de afdeling Personeel en Organisatie d.d.

23 augustus 2006;

gelet op artikel 4:2 van de CAR/UWO;

gelet op het gestelde in artikel 160 Gemeentewet;

gezien de bereikte overeenstemming met de ondernemingsraad d.d.

6 november 2006;

besluit:

Vast te stellen de navolgende

Regeling werktijden 2006

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Medewerker

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO, alsmede uitzendkrachten, detacheringskrachten, stagiaires en personen die anderszins in dienst zijn van de gemeente Hoorn.

Formele arbeidsduur

De arbeidsduur per week volgens de aanstelling.

Feitelijke arbeidsduur

Het aantal uren gedurende welke de medewerker in een bepaalde periode arbeid moet verrichten.

Bandbreedte

De afwijking in een vastgesteld aantal uren van de feitelijke arbeidsduur ten opzichte van de formele arbeidsduur als bedoeld in artikel 4:1 CAR/UWO.

Seizoensvariant

Een flexibele roostermogelijkheid met spreiding van de te werken dagen en uren over het gehele kalenderjaar.

Werktijd

De periode tussen vastgestelde tijdstippen waarbinnen door de medewerker arbeid moet worden verricht.

Bedrijfstijd

De periode tussen vastgestelde tijdstippen waarin een bepaalde afdeling bezet moet zijn voor service aan burgers en bedrijven en voor interne dienstverlening.

Pauze

Een aaneengesloten periode van ten minste 15 minuten waarmee de arbeid in een dienst wordt onderbroken en de medewerker geen enkele verplichte bemoeienis met de bedongen arbeid heeft.

Variabele werktijden

Werktijden waarbij de medewerker zelf zijn aanvang- en vertrektijdstippen bepaalt binnen vastgestelde periodes.

Spaaruren

De uren gedurende welke de medewerker incidenteel meer arbeid heeft verricht dan zijn formele arbeidsduur en welke gecompenseerd worden in verlof.

Doktersbezoek

Het bezoek gedurende welke de medewerker tijd doorbrengt bij een dokter, tandarts, ziekenhuis, etc. inclusief de reistijd van en naar het werk.

Tijdregistratiesysteem

Geautomatiseerd of handmatig managementsysteem waarin arbeidsduur en tijdverantwoording wordt geregistreerd.

Overwerk

De werkzaamheden door de medewerker in dienstopdracht verricht buiten de feitelijke arbeidsduur per week.

Artikel 2 Arbeidsduur

  • Lid 1 De formele arbeidsduur bedraagt bij een voltijd dienstverband gemiddeld 36 uur per week. Bij een deeltijd dienstverband is de formele arbeidsduur zoveel uren als in de aanstelling is vastgesteld tot een maximum van 36 uur.

  • Lid 2 De individuele medewerker maakt met zijn direct leidinggevende afspraken over de door hem te werken dagen en uren. Deze afspraken worden vastgelegd in een rooster.

    Bij het vaststellen van de werkdagen en uren bestaat de keuze, in geval van een voltijd dienstverband, in ieder geval uit een van de volgende varianten:

    • a.

      8 uur per dag werken, 1 ingeroosterde vrije dag per 2 weken

    • b.

      8 uur per dag werken, 1 dag per 2 weken vrij opneembaar

    • c.

      4 dagen van 9 uur werken met een ingeroosterde vrije dag per week

    • d.

      Een seizoensvariant met gebruikmaking van de bandbreedte.

  • Lid 3 De feitelijke arbeidsduur kan afwijken van de formele arbeidsduur, met inachtneming van de artikelen 2:7, 2:7a en 4:1 van de CAR/UWO; de gemiddelde arbeidsduur over 13 weken mag niet meer dan 40 uur per week bedragen.

  • Lid 4 Het afdelingshoofd, raadsgriffier of directeur is er verantwoordelijk voor, dat de dienstverlening van de afdeling c.q. dienstonderdeel, gedurende de bedrijfstijd kwalitatief en kwantitatief op een aanvaardbaar niveau ligt.

  • Lid 5 Bij het vaststellen van de werkdagen wordt in acht genomen dat geen arbeid wordt verricht op zaterdagen en zondagen, tenzij afwijking van deze regel in het belang van de dienst noodzakelijk is.

Artikel 3 Werktijden

  • Lid 1 Wanneer er bij het vaststellen van de arbeidsduur van de medewerker geen andere afspraken gemaakt worden om te kunnen voldoen aan de bedrijfstijden, gelden voor de medewerker variabele werktijden.

  • Lid 2 De periodes waarbinnen de medewerker zelf zijn aanvang- en vertrektijdstippen bepaalt zijn van maandag t/m vrijdag van 7.30 uur tot 9.00 uur en van 16.00 uur tot 18.00 uur.

Artikel 4 Afwijkende werktijden

  • Lid 1 Het college kan, als de bedrijfsvoering of arbeidsomstandigheden dit vereisen, voor de individuele medewerker of groepen medewerkers een afwijkende werktijdregeling vaststellen. Het in dienstbelang vaststellen van een structureel afwijkende werktijd voor (een) groep(en) medewerkers geschiedt met instemming van de ondernemingsraad.

  • Lid 2 Wanneer er voor de medewerker(s) wisselende werktijden gelden, wordt daarvoor door de leidinggevende een rooster opgesteld. De werktijden worden ten minste een maand voor aanvang aan de ambtenaar bekend gemaakt.

Artikel 5 Spaaruren

  • Lid 1 De medewerker mag tot maximaal de helft van de formele arbeidsduur per week opbouwen als spaarurensaldo voor zover hierbij de arbeidstijdenwet niet overschreden wordt.

  • Lid 2 Spaaruren kunnen pas worden opgenomen nadat opbouw heeft plaatsgevonden en worden zo spoedig mogelijk gecompenseerd door een gelijk aantal uren minder te werken.

  • Lid 3 In overleg met de leidinggevende kan van lid 2 en 3 worden afgeweken in bijzondere omstandigheden, met als voorwaarde dat het spaarurensaldo vervalt als het niet binnen de periode van 52 weken volgend op de periode waarin de uren zijn opgebouwd, is opgenomen.

Artikel 6 Pauzes

  • Lid 1 De werktijd wordt behoorlijk door pauze onderbroken.

  • Lid 2 Met verwijzing naar de Arbeidstijdenwet gelden de volgende bepalingen:

    • a.

      Er mag maximaal 5,5 uur zonder onderbreking door pauze worden gewerkt.

    • b.

      De medewerker die maximaal 8 uur per dag werkt, dient tenminste een half uur aaneengesloten pauze te nemen.

    • c.

      Wanneer een medewerker meer dan 8 uur maar minder dan 10 uur per dag werkt, dient hij tenminste 45 minuten pauze te nemen, waarvan een half uur aaneengesloten.

    • d.

      In geval van overwerk waardoor de arbeidstijd meer dan 10 uur per dag bedraagt, moet tenminste 1 uur worden gepauzeerd, waarvan een half uur aaneengesloten.

    • e.

      Pauzes vangen aan en eindigen in de periode gelegen tussen 2 uur na aanvang en 2 uur voor het einde van de werktijd.

Artikel 7 Bijzonderheden en registratie

  • Lid 1 Voor zover een medewerker invloed heeft op het vaststellen van de tijdstippen van een doktersbezoek, moet hij deze tijdstippen zoveel mogelijk buiten werktijd of anders voorafgaand aan of aansluitend op de werktijden laten plaatsvinden.

  • Lid 2 Tijd welke door een medewerker aan roken wordt besteed is geen werktijd.

  • Lid 3 De feitelijke arbeidsduur wordt vastgelegd in een tijdregistratiesysteem. De uren worden als halve en hele uren geschreven.

  • Lid 4 De medewerker is zelf verantwoordelijk voor het deugdelijk registreren van zijn gewerkte uren, ziekte, verlof, e.d.

    De direct leidinggevende is belast met het toezicht op de naleving van deze regeling.

  • Lid 5 Bij afwezigheid wegens verlof, ziekte, dienstreis of opleiding wordt de feitelijke arbeidsduur per dag geregistreerd in het tijdregistratiesysteem.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • Lid 1 Dit besluit kan worden aangehaald als “Regeling Werktijden 2006” en treedt in werking op de dag na publicatie in het gemeenteblad.

  • Lid 2 Gelijktijdig met de inwerkingtreding van dit besluit worden de volgende besluiten ingetrokken:

    • Uitzonderingsgevallen overwerkregeling gemeentepersoneel, d.d. 18-08-1998

    • Regeling overwerkvergoeding voor enkele groepen van ambtenaren, d.d. 01-10-1973

  • Lid 3 Dit besluit wordt bekendgemaakt in het gemeenteblad en het gemeentelijke personeelsblad de Persbul.