Beleidsregel Jeugdsport

3. Wijze en termijn van indiening

• 3.1 De sportvereniging c.q. scoutinggroep dient uiterlijk vóór 1 april van het subsidiejaar een aanvraag in door middel van het door of namens het college daarvoor vastgestelde formulier.

• 3.2 Aanvragen die per e-mail binnenkomen worden als vooraankondiging van een aanvraag beschouwd, de schriftelijke aanvraag als de definitieve aanvraag. Slechts definitieve aanvragen worden in behandeling genomen.

• 3.3 Aanvullende informatie kan desgewenst op verzoek van de gemeente wel per e-mail verzonden worden.

4. Criteria voor toewijzing

• 4.1 Voor subsidiëring op grond van dit hoofdstuk komen in aanmerking alle sportverenigingen en scoutinggroepen die gevestigd en werkzaam zijn in de Gemeente Hoorn.

• 4.2 De sportvereniging c.q. scouting groep dient overeenkomstig de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek volledig rechtsbevoegd te zijn.

• 4.3 De jeugdleden moeten geregistreerd zijn bij de betreffende sportbond of Scouting Nederland. De registratie moet blijken uit een door die sport bond of scoutingbond afgegeven gewaarmerkte ledenlijst per 1 januari van het subsidiejaar.

5. Weigeringsgronden

• 5.1 De weigeringsgronden uit artikel 1.8 van de Algemene Subsidieverordening 2006 gemeente Hoorn zijn van toepassing.

• 5.2 De aanvraag die niet of in onvoldoende mate voldoet aan de in deze beleidsregel opgenomen criteria.

• 5.3 Als een aanvraag na 1 april van het subsidiejaar is ingediend.

• 5.4 Bij de berekening van het subsidiebedrag per vereniging komen sportverenigingen en scoutinggroepen niet voor de jeugdsport subsidie in aanmerking wanneer het aantal jeugdleden 10% of minder bedraagt dan het totaal aantal leden van die sportvereniging of scoutinggroep.

6. Subsidiegrondslag

• 6.1 Het subsidiebedrag wordt berekend per jeugdlid, naar rato van het totaal aantal jeugdleden waar in het subsidiejaar subsidie voor wordt aangevraagd.

• 6.2 Bij de berekening van het subsidiebedrag per vereniging / scoutinggroep een factor 1, 2, 3, 4 of 5 toepassen, welke factor wordt bepaald door het percentage jeugdleden van een sportvereniging of scoutinggroep ten opzichte van het totale aantal leden van die vereniging.

• 6.3 De factor 1 toepassen bij het percentage 10,01 t/m 20,0

  De factor 2 toepassen bij het percentage 20,01 t/m 40,0

  De factor 3 toepassen bij het percentage 40,01 t/m 60,0

  De factor 4 toepassen bij het percentage 60,01 t/m 80,0

  De factor 5 toepassen bij het percentage 80,01 en hoger.

  Dit rekenvoorbeeld is gebaseerd op de situatie van 2005. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.

  Een vereniging / scoutinggroep heeft 153 jeugdleden. Dit levert een percentage van34.30% op t.o.v. het totaal (446). Dit betekent bij deze vereniging /scoutinggroep toepassing van de factor 2 waardoor het totaal aantal jeugdleden dat voor de subsidie telt verhoogd wordt tot 306. Dit wordt voor elke vereniging / scoutinggroep toegepast zodat uiteindelijk het totaal aantal jeugdleden dat voor deze subsidie in aanmerking komt bijvoorbeeld 20.028 bedraagt. Het beschikbare budget gedeeld door 20.028 (het totaal aantal fictieve jeugdleden) geeft het subsidiebedrag per jeugdlid. Ergo per jeugdlid is € 2.37 beschikbaar. De hierboven aangehaalde vereniging / scoutinggroep ontvangt dus 306 X € 2,37 = € 725,00.

7. Criteria waar de aanvraag aan moet voldoen

• 7.1 Een door de landelijke sportbond dan wel door Scouting Nederland gewaarmerkte ledenlijst geldend per 1 januari van het betreffende subsidiejaar.

• 7.2 De aanvraag moet voorzien zijn van de handtekeningen van tenminste 2 bestuursleden.

• 7.3 De aanvraag is ingediend door een rechtspersoon, bij een eerste aanvraag of na bestuurswijzigingen: uittreksel van de Kamer van Koophandel (KvK), bij volgende aanvragen volstaat het inschrijvingsnummer van de KvK.

8. Prestatie afspraken

• 8.1 Van de subsidieontvangende sportvereniging / scoutinggroep wordt verwacht dat deze binnen redelijke grenzen meewerkt aan (gemeentelijke) overlegvormen, gevraagde informatie aanlevert, bereid is mee te denken en zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt.

• 8.2 Van de subsidieontvangende sportvereniging / scoutinggroep wordt tevens verwacht dat deze relevante maatschappelijke ontwikkelingen, knelpunten en signalen bij de gemeente meldt.

9. Wijze en termijn van verlening en vaststelling

• 9.1 Uiterlijk 8 weken na 1 april van het subsidiejaar ontvangt de aanvragende sportvereniging / scoutinggroep een vaststellingsbeschikking.

• 9.2 De subsidieverlening vindt plaats in de vorm van een éénmalige subsidievaststelling.

10. Wijze van betaling

• 10.1 De subsidie wordt binnen vier weken na vaststelling overgemaakt op de bank- of girorekening van de sportvereniging / scoutinggroep.

11. Terugvordering van subsidie

• 11.1 De subsidie wordt teruggevorderd indien art. 4:48 en / of 4:49 Awb van toepassing zijn en in de volgende gevallen:

  • •

    de subsidieontvanger heft de eigen rechtspersoonlijkheid op en / of beëindigt de te subsidiëren activiteiten,

  • •

    de subsidieontvanger komt zonder bestuur te zitten, waardoor uitvoering van de te subsidiëren activiteiten niet meer mogelijk is.

• 11.2 Wanneer het college besluit tot terugvordering van de uitgekeerde subsidie, heeft zij de plicht de subsidieontvanger vooraf in de gelegenheid te stellen haar zienswijze kenbaar te maken.

12. Overgangsbepalingen

• 12.1 Deze beleidsregel is niet van toepassing op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze beleidsregel zijn verleend of vastgesteld.

13. Inwerkingtreding

• 13.1 Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na publicatie in het gemeenteblad en met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2006.

14. Citeertitel

• 14.1 Deze beleidsregel kan worden aangehaald als Beleidsregel jeugdsport gemeente Hoorn.