Regeling vervallen per 27-03-2015

Verordening procedureregeling sociale zekerheid 1995 (2e wijz)

Geldend van 01-11-2001 t/m 26-03-2015

Intitulé

Verordening procedureregeling sociale zekerheid 1995 (2e wijz)

de raad op 12 september 1995 de volgende verordening heeft vastgesteld:

Verordening procedureregeling sociale zekerheid 1995

Artikel 1 Begripsbepalingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    sociale zekerheid: wet- en regeling en plaatselijk beleid, met betrekking tot uitkeringen of voorzieningen ten behoeve van individuele personen en/of gezinnen, zoals de Algemene bijstandswet en de daarop gebaseerde rijks(groeps)regelingen, de Wet Inkomensvoorziening oudere en arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, het Besluit vangnetregeling huursubsidie, de Wet op de bejaardenoorden, de Wet inburgering nieuwkomers, de Wet inkomensvoorziening kunstenaars, de Wet gehandicapten, de Regeling opvang asielzoekers, de Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke tot verblijf, de Vreemdelingenwet, de Welzijnswet, het Studiefonds.

  • b.

    aanvraag: een verzoek om een besluit te nemen over een uitkering of voorziening in het kader van de sociale zekerheid;

  • c.

    aanvrager: de persoon, die voor zichzelf of zijn gezin een uitkering of voorziening op grond van de onder sub a genoemde wetten, regelingen en beleid aanvraagt dan wel de persoon, die gemachtigd is namens hem op te treden;

  • d.

    bezwaarschrift: een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 6:4 van de Algemene wet bestuursrecht; een beroepschrift als bedoeld in artikel 23 van de Jeugd-werkgarantiewet.

  • e.

    sector: de sector die tot taak heeft het uitvoeren van de wet- en regelgeving en het beleid op het gebied van de sociale zekerheid zoals bedoeld in onderdeel a van dit artikel;

  • f.

    sectorhoofd: het hoofd/de directeur van de onder e bedoelde sector;

  • g.

    bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders van Hoorn;

  • h.

    wethouder: de wethouder, die belast is met Sociale Zaken dan wel Welzijnszaken;

HOOFDSTUK II. De behandeling van aanvragen om een uitkering of voorziening.

Artikel 2.1. Indienen aanvraag

Een aanvraag om uitkering of voorziening als bedoeld in artikel 1 wordt ingediend bij het bestuursorgaan door tussenkomst van de sector.

Artikel 2.2. Wijze van indienen van de aanvraag

  • 1. Een aanvraag om uitkering of voorziening wordt schriftelijk ingediend.

  • 2. Indien een derde de aanvraag om uitkering of voorziening indient, behoort de instemming van de aanvrager te blijken uit een schriftelijke machtiging.

  • 3. Indien de belanghebbende zich ten behoeve van het indienen van een aanvraag laat vertegenwoordigen, kan de sector desondanks besluiten met de belanghebbende zelf in contact te treden, indien dit voor de behandeling van de aanvraag noodzakelijk wordt ge-acht.

  • 4. Indien de aanvrager of degene, die de aanvraag indient, niet in staat is de aanvraag te ondertekenen, wordt de reden daarvan vermeld.

  • 5. De sector verstrekt desgewenst een afschrift van de aanvraag aan de aanvrager of aan degene, die de aanvraag indient.

Artikel 2.3. Hersteltermijn onvolledige aanvraag

  • 1. Indien de belanghebbende een hersteltermijn wordt aangeboden als bedoeld in artikel 4:5, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, wordt dit schriftelijk meegedeeld door of namens het bestuursorgaan.

  • 2. In de in het eerste lid bedoelde schriftelijke kennisgeving wordt tenminste vermeld welke aanvullende gegevens nodig zijn voor de behandeling van de aanvraag, alsmede de ter-mijn waarbinnen deze gegevens uiterlijk dienen te worden overgelegd.

Artikel 2.4. Inlichtingen ten behoeve van de beoordeling van de aanvraag

  • 1. De sector wint die inlichtingen in, die nodig zijn voor een juiste vaststelling van het recht op uitkering of voorziening en de hoogte van de uitkering.

  • 2. De inlichtingen worden door de aanvrager op een inlichtingenformulier vermeld, waarvan het model door of namens het bestuursorgaan wordt vastgesteld. Daarnaast kunnen in het belang van de vaststelling van het recht op een uitkering of voorziening nog andere inlichtingen of gegevens ingewonnen worden.

  • 3. Het inlichtingenformulier wordt - na de invulling - door de aanvrager ondertekend.

  • 4. Indien de aanvrager of degene, die de aanvraag indient, niet in staat is het inlichtingen-formulier te ondertekenen, wordt de reden daarvan op het formulier vermeld.

Artikel 2.5. Mandatering

Het nemen van besluiten - en daarmee verband houdende correspondentie en informatie - op grond van wet- en regelgeving en beleid op het gebied van de sociale zekerheid, zoals omschreven in artikel 1 onder a, kan door het bestuursorgaan worden opgedragen aan het sectorhoofd en bij diens afwezigheid aan diens plaatsvervanger of waarnemer zulks onder nader door het bestuursorgaan te stellen regelen en onder behoud van diens verantwoordelijkheid, een en ander voor zover de wet mandatering toelaat.

Van deze mandatering is in elk geval uitgesloten het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen van beroep.

Artikel 2.6. Verdaging beslissingstermijn

Indien niet binnen de in de desbetreffende wet of regeling voorgeschreven termijn, dan wel - bij het ontbreken van zo'n termijn - binnen de in de Algemene wet bestuursrecht genoemde termijn, een besluit op de aanvraag kan worden genomen, wordt de aanvrager of diens vertegenwoordi-ger hiervan schriftelijk mededeling gedaan door of namens het bestuursorgaan.

HOOFDSTUK III. De behandeling van bezwaarschriften.

Artikel 3

  • 1. Bezwaarschriften naar aanleiding van beschikkingen in het kader van de sociale zekerheid zoals omschreven in artikel 1 sub a worden behandeld door de Bezwaarschriftencommissie Sociale Zekerheid, zijnde een hoorcommissie als bedoeld in artikel 7:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. De commissie wordt door het bestuursorgaan benoemd en bestaat uit een voorzitter, welke functie wordt uigeoefend door de wethouder, een secretaris en een of meerdere leden, dan wel uit een persoon die niet bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken is geweest en de secretaris.

  • 3. De secretaris van de commissie is bevoegd om op eigen initiatief inlichtingen in te winnen ten behoeve van de behandeling van bezwaarschriften.

HOOFDSTUK IV. Overige bepalingen

Artikel 4. Aanhalingstitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel "Procedureregeling sociale zekerheid 1995".

Artikel 5. Inwerkingtreding

  • 1. De Verordening procedureregeling sociale zekerheid van 14 juni 1994, laatstelijk gewijzigd op 11 april 1995 en de op grond daarvan genomen mandaatbesluiten worden ingetrokken.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 1995.