Regeling vervallen per 01-07-2009

Beleidsregel 31: Persoonlijke aftrekposten

Geldend van 18-11-2004 t/m 30-06-2009

Intitulé

Beleidsregel 31: Persoonlijke aftrekposten

Registratienummer 03.18473

Het college van burgmeester en wethouder van de gemeente Hoorn;

  • -

    gelet op het bepaalde in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    gelet op de haar toekomende bevoegdheid krachtens artikel 7 van de Wet Werk en Bijstand

besluit

vast te stellen de navolgende beleidsregel

Persoonlijke aftrekposten

Nieuw beleid

Per 1 januari 2001 is het belastingstelsel ingrijpend gewijzigd. Het stelsel van tariefgroepindeling werd vervangen door een boxenstelsel met daarnaast recht op heffingskortingen. In de praktijk leidt dit tot veel problemen. Er wordt een beroep gedaan op een vergoeding waarvoor men (door de wijziging in het belastingstelsel) niet meer in aanmerking komt. Veel aanvragen worden dan ook afgewezen. De teruggave loonbelasting en premies volksverzekeringen, welke niet het gevolg zijn van persoonlijke aftrekposten, wordt voor de bijstand aangemerkt als inkomen (artikel 31 lid 1 en 32 lid 1 sub a WWB). Het mislopen van bepaalde inkomsten kan in zijn algemeenheid niet worden afgewenteld op de Algemene bijstandswet. Zeker niet nu dit niet leidt tot een situatie waarin men niet langer in de noodzakelijke kosten van het bestaan kan voorzien. Op dit punt wordt niet voldaan aan de wettelijke vereisten en is derhalve het verstrekken van bijzondere bijstand niet mogelijk. In een aantal uitspraken heeft de Rechtbank Alkmaar aangegeven dat het beleid van de gemeente Hoorn tot het verstrekken van bijzondere bijstand voor misgelopen fiscale aftrekposten (zie hieronder bij "Oud beleid") buitenwettelijk beleid is. In het Soza-overleg van 5 augustus 2003 is besloten dit beleid per 1 september 2003 af te schaffen. In dergelijke gevallen wordt dus geen bijzondere bijstand verstrekt!

Oud beleid (tot 1 september 2003)

Bij cliënten die naast een bijstandsuitkering inkomen uit deeltijdwerk of een andere uitkering hebben, kan het voorkomen dat zij -vanwege de tariefgroepindeling (tot 1 januari 2001) of de toepassing van heffingskortingen (vanaf 1 januari 2001) bij de werkgever of uitkeringsinstantie- niet ten volle van hun persoonlijke, fiscale aftrekposten konden profiteren (bv. geen teruggave van inkomstenbelasting krijgen).

Gekozen is om de cliënt te verplichten in de voor de gemeente gunstigste tariefgroep te laten indelen c.q. zodanig de heffingskorting aan te vragen, dat de maandelijks uit te keren bijstand zo laag mogelijk is. Iedereen wordt immers geacht zo veel mogelijk zelfstandig in zijn/haar bestaan te voorzien. Er wordt dan soms te weinig loonheffing afgedragen (er is dan ten onrecht twee maal van een belastingvrij bedrag of heffingskorting gebruik gemaakt).

Het kan dan voorkomen dat niet volledig van de persoonlijke aftrekposten (bijv. betaalde alimentatie, hoge medische kosten etc.) kan worden geprofiteerd (bijv. afwijzing op verzoek T-biljet). Omdat sprake is van te weinig afgedragen belasting, wordt in dit geval de teruggave van de persoonlijke aftrekposten niet of niet geheel gerealiseerd (er treedt dan een inhaaleffect op). Voor cliënten zonder deeltijdwerk met dezelfde kosten is niet te weinig afgedragen, zodat zij de teruggave van belasting wel uitbetaald krijgen. Zij mogen dit ook houden.

Omdat de bestaande situatie ongelijkheid tussen cliënten oplevert en bovendien weinig stimulerend is om deeltijdwerk te accepteren, is besloten om in het voorkomende geval de niet uitgekeerde belastingteruggave vanwege persoonlijke aftrekposten te vergoeden via de bijzondere bijstand.