Beleidsregel Reiskosten

Reiskosten behoren in beginsel tot de algemeen noodzakelijke kosten van bestaan en dienen te worden voldaan uit een inkomen op minimumniveau. Indien de reiskosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden, waarvan de noodzaak onomstreden is, kan bijzondere bijstand worden verleend. De noodzaak wordt in ieder geval aangenomen indien de reiskosten gemaakt worden voor bezoek aan familie uit de eerste en tweede graad en gehuwden/partners die worden verpleegd, verzorgd, gedetineerd zijn of uit huis zijn geplaatst.

Is de noodzaak van het bezoek vastgesteld, dan zal ten aanzien van afstand, frequentie, aard van bezoek en dergelijke bijzondere bijstand voor reiskosten worden bepaald (er zal maatwerk worden geleverd).

Indien er sprake is van detentie: bijzondere bijstand voor reiskosten is mogelijk uitgaande van bezoekfrequentie van eenmaal per 14 dagen.

Bijzondere bijstand voor reiskosten binnen de gemeente Hoorn is niet mogelijk (noodzaak wordt niet geacht aanwezig te zijn), tenzij er sprake is van een medische indicatie.

Voor alle reizen geldt dat bijzondere bijstand wordt berekend op basis van de prijzen van het openbaar vervoer en wordt verstrekt aan de hand van betaalbewijzen. Indien reizen per eigen auto medisch of sociaal noodzakelijk is, is een kilometervergoeding mogelijk. Bij carpoolen wordt het totale bedrag gedeeld door het aantal inzittenden.

Reiskosten verband houdend met noodzakelijke scholing en/of werk in het kader van een reïntegratietraject komen niet voor bijzondere bijstand in aanmerking (deze kosten kunnen worden gefinancierd vanuit het Werkdeel).

Bijstandsverlening voor reiskosten in verband met werk is mogelijk indien de belanghebbende niet tot de doelgroep van artikel 10 WWB behoort, en met inachtneming van de geldende draagkrachtregels bijzondere bijstand (zie beleidsregel Verwervingskosten en beleidsregel Draagkracht bijzondere bijstand).

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na publicatie en werkt terug tot 1 januari 2006.

De beleidsregel 24 Reiskosten bijzondere bijstand 2005, vastgesteld op 17 mei 2005, komt per deze datum te vervallen.

• 2.

  te bepalen dat deze beleidsregel wordt bekendgemaakt door opname in het Gemeenteblad en vervolgens bij de afdeling Communicatie gedurende 6 weken op werkdagen tussen 09.00 en 15.00 uur voor een ieder ter inzage leggen van dit besluit

• 3.

  daarnaast deze beleidsregel bekend te maken aan de CliëntenPlusRaad en de cliënten van de afdeling Sociale Zaken (per 24 april 2006 de afdeling Werk en Bijstand).