Beleidsregel Verblijfsvergunning en aanverwante kosten

De kosten voor het aanvragen of verlengen van een verblijfsvergunning behoren tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. De kosten zijn vergelijkbaar met legeskosten, die gemaakt worden voor het aanvragen van documenten als een paspoort of rijbewijs en dienen te worden voldaan vanuit een inkomen op minimumniveau.

Wanneer er sprake is van een individuele bijzondere omstandigheid, kan bijzondere bijstand worden verleend. Bij de hoogte van de te verstrekken bijzondere bijstand dient rekening te worden gehouden met het feit dat iedereen leges moet betalen voor officiële documenten. Dit deel van de kosten wordt voor rekening van de aanvrager gelaten. Voor de meerkosten kan bijzondere bijstand worden verleend. Onder meerkosten wordt verstaan de kosten die meer bedragen dan de aanschaf van een Nederlandse paspoort.

De Koppelingswet verhindert bijstandsverlening aan personen die zonder geldige verblijfstatus een aanvraag indienen.

Bijstandsverlening is mogelijk in het geval dat een belanghebbende kosten moet maken voor het vertalen van officiële documenten. Ook is bijstand voor de eigen bijdrage van de kosten met betrekking tot een DNA onderzoek mogelijk. In geval de uitslag positief is, ontvangt de belanghebbende de eigen bijdrage terug van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en dient de belanghebbende de verstrekte bijstand terug te betalen. Het IND betaalt de eigen bijdrage niet als de uitslag negatief is.

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na publicatie en werkt terug tot 1 januari 2006.

• 2.

  te bepalen dat deze beleidsregel wordt bekendgemaakt door opname in het Gemeenteblad en vervolgens bij de afdeling Communicatie gedurende zes weken op werkdagen van 09.00 tot 15.00 uur voor een ieder ter inzage leggen van dit besluit;

• 3.

  daarnaast deze beleidsregel bekend te maken aan de CliëntenPlusRaad en de cliënten van de afdeling Sociale Zaken (per 24 april 2006 de afdeling Werk en Bijstand).