Regeling vervallen per 15-10-2016

Subsidieverordening stadsvernieuwing

Geldend van 25-11-1994 t/m 14-10-2016

Intitulé

Subsidieverordening stadsvernieuwing

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN DEEL

Artikel 1.1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder stads- en dorpsvernieuwing, verder te noemen stadsvernieuwing, de stelselmatige inspanning, gericht op behoud, herstel, verbetering van bestaande woningen ouder dan 25 jaar en monumentale bomen gesitueerd binnen het gemeentelijk grondgebied.

Artikel 1.2

De gemeenteraad neemt jaarlijks een besluit waarin wordt aangegeven welk bedrag voor een bepaald jaar beschikbaar wordt gesteld in het belang van de stadsvernieuwing aan natuurlijke- of rechtspersonen voor de stadsvernieuwing.

Artikel 1.3

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in het belang van stadsvernieuwing en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening steun toe te kennen.

  • 2. Burgemeester en wethouders houden bij hun beslissing op grond van het eerste lid rekening met steun die op grond van deze verordening of enige andere regeling is of kan worden toegekend.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen aan het toekennen van steun voorwaarden verbinden.

  • 4. Indien in deze verordening niet anders geregeld dient een aanvraag om geldelijke steun te bevatten:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de kosten;

    • b.

      indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders zulks nodig is, een werkomschrijving;

    • c.

      de naam en adres van de aannemer(s);

  • 5. Indien in deze verordening niet anders geregeld vindt uitbetaling van een bijdrage plaats, nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden schriftelijk zijn gereedgemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens waaronder rekeningen en betalingsbewijzen;

    • b.

      de onder a. bedoelde werkzaamheden en de daarop betrekking hebbende gegevens door of vanwege burgemeester en wethouders zijn gekontroleerd en akkoord bevonden;

  • 6. Burgemeester en wethouders bevestigen binnen twee weken de ontvangst van een aanvraag om geldelijke steun;

  • 7. Indien de aanvraag om geldelijke steun naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet voldoet aan het bepaalde in dit artikel of aan het gestelde elders in deze verordening, doen zij daarvan binnen vier weken na ontvangst schriftelijk mededeling aan de aanvrager onder vermelding van de nog te leveren gegevens en houden de behandeling van de aanvraag aan totdat de gevraagde gegevens zijn geleverd.

  • 8. Indien binnen vier weken na het verzenden van de mededeling bedoeld in het vorige lid de nog te leveren gegevens niet zijn verstrekt, nemen burgemeester en wethouders de aanvraag om geldelijke steun niet in behandeling.

  • 9. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag om geldelijke steun of na ontvangst van de gegevens bedoeld in lid 7. Zij kunnen besluiten hun beslissing eenmaal voor ten hoogste acht weken verdagen.

  • 10. Indien het beschikbare budget onvoldoende is om de aanvraag te honoreren, houden burgemeester en wethouders de aanvraag aan tot het volgende jaar. Een besluit tot aanhouding van een zelfde aanvraag kan slechts eenmaal genomen worden.

  • 11. Aanvragen worden met inachtneming van het bepaalde in lid 11 behandeld aan de hand van volgorden van binnenkomst.

Artikel 1.4

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders in het belang van de stadsvernieuwing afwijken van de bepalingen van deze verordening.

HOOFDSTUK 2 VERBETERING VAN DOOR DE EIGENAAR BEWOONDE WONINGEN

Artikel 2.1

In deze verordening wordt onder eigenaar mede verstaan:

  • a.

    degene, die het recht van erfpacht heeft;

  • b.

    de houders van een recht van opstal;

  • c.

    de toekomstige eigenaar, erfpachter of houder van een recht van opstal.

Artikel 2.2

Aan de eigenaar-bewoner kan een bijdrage ineens worden toegekend ter tegemoetkoming in de kosten van:

  • a.

    het treffen van voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken aan het casco van een woning, voor zover niet betrekking hebbend op aan- en uitbouwen c.q. uitstekken;

  • b.

    het zelfstandig maken van onzelfstandige woningen;

Artikel 2.3

  • 1. De bijdrage ineens wordt slechts toegekend indien:

    • a.

      de woning waaraan de voorzieningen, bedoeld in artikel 2.2. worden getroffen langer dan 25 jaren voor het tijdstip van indiening van de aanvrage om geldelijke steun voor bewoning is gereedgekomen en langer dan 25 jaren voor laatstbedoeld tijdstip met geldelijke steun van overheidswege ingrijpend is verbeterd;

    • b.

      de woning na het treffen van de voorzieningen is voorzien van een closet met waterspoeling een doucheruimte en een ruimte om te koken;

    • c.

      de werkzaamheden, naar het oordeel van burgemeester en wethouders sober en doelmatig zijn uitgevoerd;

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen toestaan, dat de voorzieningen in fasen, doch uiterlijk binnen 104 weken worden getroffen.

  • 3. Indien meer dan de helft van de werkzaamheden, verbonden aan het treffen van de voorzieningen, worden verricht door de eigenaar-bewoner, anders dan in de uitoefening van zijn bedrijf, al dan niet met hulp van anderen, zonder dat bij de hulp sprake is van uitoefening van een bedrijf, worden de in artikel 2.7 genoemde bedragen met 55% verminderd.

  • 4. De vermindering, bedoeld in het derde lid, vindt slechts plaats indien van de kosten van het geheel van de werkzaamheden, berekend alsof geen van de werkzaamheden overeenkomstig het in dat lid bepaalde wordt verricht door de eigenaar-bewoner, meer dan de helft moet worden toegerekend aan de werkzaamheden die worden verricht door de eigenaar-bewoner.

  • 5. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijking toestaan van het bepaalde in het eerste en tweede lid.

Artikel 2.4

  • 1. De bijdrage wordt toegekend onder voorwaarde dat:

    • a.

      de voorzieningen zijn getroffen binnen 52 weken na de toekenning dan wel, indien het bepaalde in artikel 2.3, tweede lid, van toepassing is bevonden, binnen de ingevolge dat artikel gestelde termijn;

    • b.

      aan de door burgemeester en wethouders met kontrole te belasten personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

      • -

        toegang wordt verleend tot het gebouwde onroerende goed;

      • -

        inzage wordt verleend van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens worden verstrekt;

      • -

        gelegenheid wordt gegeven tot het kontroleren van de op het treffen van voorziening betrekking hebbende gegevens;

    • c.

      de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze verordening, worden verstrekt;

    • d.

      bij het treffen van de voorzieningen niet wordt gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3 van het Vestigingsbesluit bouwnijverheidsbedrijven 1958.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen afwijking van de in het eerste lid onder a genoemde termijn toestaan.

Artikel 2.5

  • 1. De bijdrage ineens wordt niet toegekend indien:

    • a.

      met het treffen van de voorzieningen het belang van de volkshuisvesting niet of in onvoldoende mate worden gediend;

    • b.

      de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden te staan in een redelijke verhouding tot het te verkrijgen resultaat;

    • c.

      met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de eigenaar-bewoner bij de gemeente een aanvraag om subsidie heeft ingediend, waarbij alle bescheiden en gegevens die nodig zijn voor het in behandeling nemen van de aanvraag zijn overlegd;

    • d.

      de hoogte van de vast te stellen subsidie minder bedraagt dan f 2.500,00;

    • e.

      de woning waaraan de voorzieningen worden getroffen naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet geschikt of bestemd is om het gehele jaar door te worden bewoond;

  • 2. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in het eerste lid, onder c.

Artikel 2.6

  • 1. De bijdragen ineens, zoals in artikel 2.2. aangeduid, bedraagt maximaal voor: het opheffen van bouwtechnische gebreken, te weten;

    per eenheid:

    tot ten hoogste een bedrag van:

    1. verbetering van fundering op staal:

    waaronder kan verstaan:

    - het ontgraven tot aan de fundering;

    - het slopen van een verzakt gedeelte;

    - het opmetselen en het aanhelen;

    f 250

    per m

    f 2.500

    op palen:

    waaronder kan worden verstaan:

    - het ontgraven tot paalkop;

    - het slaan of het pulsen van nieuwe palen;

    f 500 per paal

    f 5.000

    2. herstel van gevels en vervanging dragende wanden

    per m2

    f 65

    f 5.200

    3.herstel van vloerconstructies

    waaronder kan worden verstaan

    - het slopen en vernieuwen van een verrotte en/of onbruikbare vloer

    per m2 f 50

    f 3.000

    4. herstel van kapconstructies

    waaronder kan worden verstaan

    - het noodzakelijk vervangen van het dak, de bedekking en de constructie

    per m2

    f 75

    f 7.500

    5.diversen

    waaronder kan worden verstaan

    - het aanbrengen van een woning- scheidende vloer/plafondconstructie, in samenhang met verbetering van een woning

    f 35

    f 1.750

  • 2. Ten aanzien van voorzieningen als bedoeld in het eerste lid kan in totaal de bijdrage-ineens niet méér bedragen dan f 10.000,--, gerekend over een periode van 10 jaar.

  • 3. De bijdragen-ineens zoals bedoeld in lid 1 bedraagt maximaal 50% van de kosten van de voorzieningen.

  • 4. Het bepaalde in artikel 2.3 de leden 3 en 4, is van overeenkomstige toepassing op de in het eerste en tweede lid genoemde genoemde bedragen.

  • 5. In daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aanmerking komende gevallen kan de bijdrage-ineens, bedoeld in het eerste lid, op een hoger bedrag worden bepaald dan voortvloeit uit de toepassing van de regeling.

  • 6. In daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aanmerking komende gevallen kan, voor de noodzakelijke instandhouding van woonhuispanden met monumentale waarden, de bijdrage-ineens bedoeld in het eerste lid, op een hoger bedrag worden bepaald dan voortvloeit uit de toepassing van de regeling.

Artikel 2.7

  • 1. Indien een onzelfstandige woning zelfstandig wordt gemaakt kan daarvoor een bijdrage ineens worden toegekend.

  • 2. De bijdrage ineens is gelijk aan een bedrag van 50% van de kosten van de voorziening, doch ten hoogste f. 1.000,-- per zelfstandig te maken woning.

Artikel 2.8

  • 1. De aanvraag om toekenning van een bijdrage ineens wordt op een door burgemeester en wethouders wordt bij burgemeester en wethouders ingediend.

  • 2. De aanvraag dient te bevatten:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de kosten;

    • b.

      indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders zulks nodig is een werkomschrijving;

    • c.

      tekeningen, aangevende zowel de bestaande als de te maken toestand van de woning of woonschip (schaal 1:100);

    • d.

      de naam en het adres van de aannemers;

Artikel 2.9

  • 1. Uitbetaling van een op grond van dit hoofdstuk toegekende bijdrage vindt plaats, nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden schriftelijk zijn gereedgemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens waaronder rekeningen en betalingsbewijzen;

    • b.

      de onder a. bedoelde werkzaamheden en de daarop betrekking hebbende gegevens door of vanwege burgemeester en wethouders zijn gekontroleerd en akkoord bevonden;

  • 2. Uitbetaling geschiedt uitsluitend op een bij de gereedmelding door de eigenaar/bewoner op te geven giro- of bankrekening.

Artikel 2.10

In daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aanmerking komende gevallen kan op verzoek van de aanvrager, indien 50% of meer van de in de aanvraag vermelde werkzaamheden zijn verricht en akkoord bevonden en de betaling daarvan heeft plaatsgevonden, een voorschot op de bijdrage ineens worden verstrekt van maximaal 50% van de toegekende bijdrage.

HOOFDSTUK 3 MONUMENTALE BOMEN

Artikel 3.1

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: monumentale bomen: bomen of groengroepen die zijn opgenomen op de monumentenlijst zoals bedoeld in de gemeentelijke Monumentenverordening;

Artikel 3.2

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage-ineens verlenen in de kosten van maatregelen die noodzakelijk zijn voor het duurzaam instandhouden van een monumentale boom.

  • 2. Onder maatregelen, als bedoeld in lid 1, zijn in elk geval begrepen: snoeien, wondbehandeling zowel boven- als ondergronds, grondverbetering c.q. bemesting, bestrijding van ziekten en plagen, alsmede het onderzoek en de advisering ter zake

  • 3. De bijdrage kan worden verleend aan:

    • a.

      de eigenaar van de grond waarop de boom aanwezig is;

    • b.

      een natuurlijk of rechtspersoon die krachtens een persoonlijk of zakelijk recht het feitelijk gebruik heeft van de grond waarop de boom aanwezig is.

Artikel 3.3

  • 1. Een aanvraag om een bijdrage moet schriftelijk worden ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 2. Bij de aanvraag moeten zoveel mogelijk de ter beoordeling daarvan benodigde gegevens en bescheiden worden overgelegd.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de inhoud, de inrichting, de uitvoering, de vorm, het aantal en de wijze van indiening van de aanvraag en de in het tweede lid bedoelde bescheiden.

  • 4. Indien een eigenaar/aanvrager niet tevens gebruiker is van de grond waarop de boom zich bevindt, dient de aanvraag door de gebruiker mede te zijn ondertekend.

  • 5. Indien een gebruiker/aanvrager niet tevens de eigenaar is van de grond waarop de boom zich bevindt, dient de aanvraag door de eigenaar mede te zijn ondertekend.

Artikel 3.4

Indien de aanvraag niet voldoet aan de in of krachtens artikel 4.2 gestelde eisen of nadere regels, is het bepaalde in artikel 1.5 leden 7 en 8 van toepassing.

Artikel 3.5

  • 1. De bijdrage-ineens wordt slechts verleend indien de te nemen maatregelen noodzakelijk zijn voor de duurzame instandhouding van de monumentale bomen.

  • 2. De bijdrage-ineens wordt slechts verleend indien de begroting van de kosten van de te nemen maatregelen vooraf door burgemeester en wethouders is goedgekeurd. De kostenbegroting dient te zijn gemaakt door een deskundig boomverzorgingsbedrijf danwel door de gemeente.

Artikel 3.6

  • 1. De bijdrage-ineens bedraagt 50% van de kosten van de subsidiabele maatregelen met een maximum van f. 1.000,=;

  • 2. Voor partikuliere natuurlijke- of rechtspersonen is in enig jaar tenminste 50% van het beschikbare budget beschikbaar.

Artikel 3.7

  • 1. De bijdrage-ineens wordt verleend onder de voorwaarde dat:

    • a.

      de maatregelen worden uitgevoerd door een deskundig boomverzorgingsbedrijf danwel de gemeente;

    • b.

      de maatregelen binnen 4 maanden worden uitgevoerd;

    • c.

      de boom naar behoren in stand wordt gehouden.

  • 2. Aan de verlening van de bijdrage-ineens kunnen nadere voorwaarden worden verbonden.

Artikel 3.8

De bijdrage-ineens wordt uitbetaald nadat:

  • a.

    Burgemeester en wethouders is gebleken dat de maatregelen naar behoren zijn getroffen;

  • b.

    het werk schriftelijk is gereed gemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens waaronder rekeningen en betalingsbewijzen.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALING.

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag nadat deze is afgekondigd, zulks onder gelijktijdige intrekking van de subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 februari 1985 en alle daarin aangebrachte wijzigingen.