Regeling vervallen per 25-03-2010

Evaluatie zomer 1996 en aanbevelingen zomerperiode 1997 (ingaande 30 april 1997) aangaande horeca in de binnenstad

Geldend van 18-06-1997 t/m 24-03-2010

Intitulé

Evaluatie zomer 1996 en aanbevelingen zomerperiode 1997 (ingaande 30 april 1997) aangaande horeca in de binnenstad

Tijdens de zomerperiode van 1996 is invulling gegeven aan diverse zomermaatregelen. Om in-drukken op te doen van wat zich tijdens de druktste uitgaansuren voordoet hebben diverse daar-toe samengestelde groepen observaties gelopen in de binnenstad, vooral op zaterdagavonden tussen 23.00 uur en 03.00 uur. Daarnaast komt een werkgroep Coördinatie Toezicht Binnenstad in de zomermaanden wekelijks en in de wintermaanden ± één maal per maand bij elkaar voor terugkoppeling van de situatie in de binnenstad in relatie tot de horeca.

De zomerperiode van 1996 is geëvalueerd, waarin de bevindingen van de hiervoor genoemde groepen zijn meegenomen. Deze evaluatie is besproken in het Overleg Platform Horeca, waarin enkele aanbevelingen zijn gedaan. Het verslag van deze vergadering is als bijlage bijgevoegd.

Naast de bevindingen die in de evaluatie zijn verwerkt is het volgende geconstateerd:

  • -

    de handhavers zijn niet altijd voldoende op de hoogte van de inhoud van de vergunningen/ontheffingen van een individuele horeca-ondernemer;

  • -

    de horecaondernemers kunnen meer worden aangesproken op hun verantwoordelijkheden, ook buiten de inrichting;

  • -

    de handhavingsprocedures zijn te lang, voordat een sanctie kan worden opgelegd.

  • -

    een strakke handhaving wordt in de evaluatiebesprekingen als noodzakelijk beschouwd; dit item wordt door zowel door de horeca als de bewoners in het Overleg Platform Horeca gedragen (zie verslag OPH - 9/12/1996: Als er maatregelen zijn getroffen is het van groot belang dat deze ook worden gecontroleerd).

In verband met de evaluatieresultaten is in een klein team bekeken hoe op een correcte wijze invulling gegeven kan worden aan een actiever, maar ook gerichter handhavingsbeleid (door op onaangekondigde tijdstippen bijvoorbeeld de gehele horeca te controleren op naleving van het sluitingsuur). Voorstellen hiertoe zijn in bijgevoegde notitie weergegeven.

De burgemeester is mening dat er alle aanleiding te handhaven conform het voorgestelde in de notitie en de maatregelen voor zover nodig te verwerken in het projectplan openbare orde van de regiopolitie.

Voorgesteld wordt:

  • ­

    akkoord gaan met de evaluatie van zomer 1996

  • ­

    - in principe akkoord te gaan met de aanbevelingen t.a.v. de handhaving voor zomer 1997 en het voorgestane lik op stuk beleid

  • ­

    - de evaluatie van zomer 1996 ter kennis brengen van en de aanbevelingen t.a.v. de handhaving voor 1997 ter advisering voor te leggen aan de commissie ABZ van 28 april aanstaande

  • ­

    de aanbevelingen t.a.v. de handhaving voor 1997 ter advisering voor te leggen aan het Overleg Platform Horeca van 22 april aanstaande

  • ­

    na positief advies van de commissie ABZ en het OPH akkoord gaan met

    • a.

      uitvoering geven aan overleg t.a.v. de eenvoudige meetmethode geluidsmetingen

    • b.

      voorstel tot aanwijzing gebieden waar geen alcohol op straat mag worden genuttigd of in open verpakking aanwezig mag zijn

    • c.

      voorlichtingsactiviteiten opzetten

Regita van Baar 9 april 1997

AAN DE LEDEN VAN DE COMMISSIE ALGEMEEN BESTUURLIJKE ZAKEN

Onderwerp: evaluatie zomer 1996 en aanbevelingen zomerperiode 1197

Inleiding

Ter voorbereiding van de zomerperiode van 1997 aangaande de horeca in de binnenstad brengen wij de evaluatie van zomer 1996 onder uw aandacht (bijlage 1) en verzoeken wij u advies uit te brengen over het handhavingsbeleid voor de zomer van 1997.

De evaluatie is enige tijd geleden in het Overleg Platform Horeca besproken. Een verslag hiervan treft u als bijlage aan (bijlage 2). De voorgestane maatregelen voor zomer 1997 komen in het platform aan de orde op 22 april aanstaande.

De aanbevelingen voor 1997

Naar aanleiding van de evaluatie van zomer 1996 is bekeken hoe op een correcte manier invulling gegeven kan worden aan een actiever, maar ook gerichter handhavingsbeleid (door op onaangekondige tijdstippen bijvoorbeeld de gehele horeca te controleren op sluitingsuur).

Algemeen

In het openbare ordeproject van de politie wordt veelal gesproken over de Rode Steen en het Kerkplein, terwijl de handhaving op de gehele binnenstad betrekking dient te hebben (Vale Hen/-Dubbele Buurt, Veemarkt, Kleine Noord, Breed, Nieuwland, Havengebied, Kerkplein, Kerkstraat, Rode Steen etc. Het lijkt daarom zinvol de tekst uit het openbare ordeproject aan te passen. In plaats van de horecaconcentratiegebieden kan gesproken worden over de gehele binnenstad. Wat tot de binnenstad behoort is vastgelegd in het horecabeleid.

Voor wat betreft de procedure is getracht een zoveel mogelijk gelijk systeem te hanteren. Voorgesteld wordt een handhavingsformulier te ontwikkelen, die door de politie direct na het weekend aan de horecacoördinator en de afdeling Juridische zaken van Gemeentewerken wordt verstrekt. De onderwerpen die aan de orde komen zijn: parkeeroverlast, verkeersoverlast, geluidsoverlast, sluitingsuur, terrassen, glas op straat, reiniging, urineren op straat, gebruik van meegenomen dranken op straat.

Parkeer en verkeersoverlast

De parkeer en verkeersoverlast binnen het centrum valt binnen de reguliere controle en dus ook binnen de reguliere strafsancties van de politie. Zoals eerder vermeld wordt de controle geintensiveerd door inzet van een extra fte. Gemeentewerken en de Politie moeten hier een werkafspraak overmaken.

Geluidsoverlast

Enkele jaren geleden is ook hier gekozen voor een tweesporenbeleid: de politie treedt strafrech-telijk op, de gemeente bestuursrechtelijk. Naast de gebruikelijke reguliere controle, worden de zogenaamde probleemgevallen gecontroleerd. Deze gerichte controle vindt plaats door politie en milieu tijdens een gezamenlijke meetronde. Bij een geconstateerde overtreding schrijft de politie een pv uit. De afdeling milieu maakt een meetrapport en zendt dit aan de politie, zodat zij de strafrechtelijke procedure kan voortzetten. De bestuursrechtelijke procedure geschiedt in de vorm van een bestuurlijke aanschrijving en zonodig de aanzegging tot een dwangsom. Na een bestuurlijke waarschuwing of dwangsomoplegging vindt hercontrole plaats, conform de procedu-re in het handhavingstraject.

Overwogen wordt of de politie ook door middel van een eenvoudige meting zelfstandig overtre-dingen kan constateren tijdens de projecturen. Een meting die voor justitie acceptabel is voor de uitreiking van een pv. Op deze wijze kan via een strafrechtelijke procedure sneller worden opge-treden tegen overtreders. Lik op stuk beleid dus. Dit dient nader te worden onderzocht.

Sluitingsuur

Tegen de overtreding van het sluitingsuur wordt in de praktijk weinig opgetreden. Terwijl uit signalen bekend is dat diverse horecabedrijven langer open zijn dan de toegestane tijd en achter gesloten deuren "open" blijven. Dit heeft te maken met de onduidelijkheid bij de handhavers wie tot welke tijd open mag zijn, maar ook met een al of niet altieve handhaving. Strakke handhaving op de sluitingstijd wordt noodzakelijk geacht, temeer daar bezoekers heel goed weten welke zaken na sluitingstijd achter gesloten deuren open blijven.

De huidige sanctieprocedure is als volgt: A: indien de politie constateert dat een horecaondernemer zich niet houdt aan zijn ontheffing sluitingsuur, wordt:

  • 1.

    pv opgemaakt door de politie

  • 2.

    een waarschuwing gezonden aan de ondernemer waarin medegedeeld wordt dat indien binnen een periode van 6 maanden wederom een overtreding wordt geconstateerd, de burgemeester voorgesteld zal worden de ontheffing van het sluitingsuur in te trekken voor een bepaalde periode.

B: indien binnen de genoemde termijn van 6 maanden wederom een overtreding wordt geconsta-teerd, wordt:

  • 1.

    pv opgemaakt door de politie

  • 2.

    door de politie een rapport aan de burgemeester uitgebracht, waarin geadviseerd wordt de ontheffing van het sluitingsuur in te trekken.

  • 3.

    door de burgemeester wordt aan betrokkene een brief gezonden waarin wordt mede-gedeeld dat wederom een overtreding van de ontheffing is geconstateerd en wat in principe de gevolgen hiervan zijn, t.w. intrekking van de ontheffing voor een periode van 14 dagen.

  • 4.

    voordat tot sluiting wordt overgegaan, wordt de betrokken ondernemer in de gele-genheid gesteld om in een gesprek met de burgemeester zijn kant van de zaak toe te lichten;

  • 5.

    afhankelijk van de resultaten van het gesprek wordt al dan niet besloten tot intrekking over te gaan.

C: indien na deze intrekking binnen 6 maanden wederom een overtreding wordt geconstateerd, wordt dezelfde procedure gevolgd, maar dan is de sanctie gericht op een intrekking van 1 maand en uiteindelijk definitief.

In de praktijk blijkt deze procedure zeer omslachtig. Evenals in de huidige procedure wordt strafrechtelijk en bestuursrechtelijk optreden voorgestaan.

Het volgende wordt voorgesteld:

  • 1.

    Bij de eerste overtreding wordt door de politie pv opgemaakt. Tevens geeft de politie een gele kaart af (= waarschuwing). Hij/zij meldt deze actie op het nog te ontwikkelen handhavingsformulier aan de horecacoördinator.

  • 2.

    De horecacoördinator neemt contact op met de overtreder en hoort de ondernemer waarom is afgeweken van het sluitingsuur. Dit kan zo nodig telefonisch plaatsvinden.

  • 3.

    De horecacoördinator rapporteert t.a.v. punt 1 en 2 aan de burgemeester

  • 4.

    Bij de tweede geconstateerde overtreding wordt door de politie pv opgemaakt. Tevens geeft de politie een rode kaart af (= voorstel tot intrekking sluitingsuur). Hij/zij meldt deze actie op het handhavingsformulier aan de horecacoördinator.

  • 5.

    De ondernemer wordt gehoord door of namens de burgemeester. In dit gesprek kan de gele kaart opnieuw ter sprake worden gebracht. Direct in aansluiting op dit gesprek wordt de ondernemer medegedeeld of tot intrekking van het sluitingsuur wordt overgegaan.

Door middel van deze procedure wordt een aantal schriftelijke acties vermeden, waardoor de actie sneller kan verlopen. Het kan zelfs zo zijn dat gele en rode kaart in één weekend worden uitgedeeld en dat horen direct na dit weekend plaatsvindt. De sanctie kan op deze werkwijze worden aangepast en kan leiden tot tijdelijke intrekking van het sluitingsuur van één weekend, veertien dagen en kan stapsgewijs oplopen tot zelfs definitieve intrekking.

De burgemeester is voorgesteld de periode van 6 maanden waarbinnen een volgende overtreding plaatsvindt los te laten en een periode van 1 jaar te hanteren. Dit voorstel heeft hij overgenomen.

Terrassen

De handhaving van terrassen wordt verzorgd door de marktmeesters en de politie. Ook voor de handhaving op dit onderdeel wordt de inzet van een extra fte bij de politie ingezet in overleg met Gemeentewerken. De handhaving betreft zowel de dag als avonduren.

De controle op de terrassen dient te worden meegenomen in het openbare orde project. De controle op de terrassen zal in dat kader gericht zijn op de overtreding van m2 terras en op de overtreding van het sluitingsuur van het terras. De handhavingsprocedure die voor de overtreding van het sluitingsuur op terrassen geldt, wordt opgepakt via de procedure overtreding sluitingsuur.

In ieder geval wordt bij constatering van een overtreding door de politie een pv uitgeschreven. De handhavingsprocedure die wordt voorgesteld voor een overtreding op m2. terras kan opklimmend van aard zijn naar aanleiding van de ernst van de overtreding en het aantal overtredingen dat al eerder heeft plaatsgevonden. Dit kan leiden tot intrekking van de terrasvergunning voor één weekend, veertien dagen en kan stapsgewijs oplopen tot zelfs definitieve intrekking van de terrasvergunning. Voor de concrete stappen wordt verwezen naar de stappen 1 tot en met 5 van de voorgestelde procedure aangegeven bij overtreding sluitingsuur, met dien verstande dat de bevoegdheid tot handhaving op de terrasvergunning aan het college is toegekend i.p.v. aan de burgemeester en de maatregelen door Gemeentewerken zullen worden voorbereid.

De situatie kan zich voordoen dat een horeca-inrichting een terras inricht, terwijl hiervoor geen vergunning is verleend. Hiertegen dient te worden opgetreden, zowel op de dag als tijdens de avonduren. Voor de handhaving tijdens het openbare orde project wordt voorgesteld bij de eer-ste overtreding een pv en een gele kaart (= waarschuwing) af te geven. Bij een tweede overtreding wordt een pv en toepassing bestuursdwang door het opruimen van het terras voorgesteld.

Daarnaast richt de controle van marktmeesters zich op alle voorschriften die in de betreffende terrasvergunning opgenomen zijn. Hiervoor zal per geval bepaald worden welke sanctie t.a.v. de overtreding anders dan het sluitingsuur en de overtreding op m2. zal worden opgelegd.

Gebruik van alcohol op straat

Gedurende de zomerperiode van 1996 is geconstateerd dat het in toenemende mate voor komt dat drank wordt meegenomen en in of in de nabije omgeving van horecagebieden in de binnenstad, tijdens, maar ook na sluitingstijd van de café's drank wordt genuttigd. Dit gaat soms zelfs zover dat drank wordt verkocht of uitgedeeld onder groepen jongeren. In de Algemeen plaatselijke verordening is in art. 2.4.8 aangegeven dat het verboden is op de weg die deel uit maakt van een door burgemeester en wethouders aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met acoholhoudende drank bij zich te hebben. Dit geldt niet voor een terras dat deel uit maakt van een horeca-inrichting en niet voor een gebied waarvoor op grond van de Drank- en horecawet een art. 38 ontheffing is verleend (een situatie van zeer tijdelijke aard). Voorgesteld wordt om op grond van dit artikel door het college gebieden aan te laten wijzen, op grond waarvan de politie handhavend kan optreden tegen dit gedrag.

Meenemen van consumpties vanuit de horeca-inrichting

Op straat (buiten de terrassen) verblijvende horecabezoekers en het meenemen van consumpties vanuit de horeca-inrichting op straat zijn een normaal beeld tijdens de uitgaansuren. Hierover is een bepaling opgenomen in de Overlastverordening. Hierop kan zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijke handhaving plaatsvinden.

In de handhavingsprocedure bij het horecabeleid van 1993 is het volgende omschreven. Indien de ondernemer van een inrichting zich niet houdt aan de voorschriften in de overlastvergunning, kunnen de voorschriften worden verzwaard, door het verplicht stellen van een portier bij de deur welke er voor zorg dient te dragen dat geen glas mee naar buiten wordt genomen.

Ook bestaat de mogelijkheid om de overlastvergunning in te trekken voor in eerste instantie een beperkte periode gedurende een beperkt aantal openingstijden. Uiteindelijk kan dit leiden tot definitieve intrekking.

Voorgesteld wordt om op de overtreding van bepalingen van de overlastvergunning een pv uit te schrijven die, evenals bij de handhavingsprocedure sluitingstijden gepaard gaat met een gele kaart. De horecacoördinator neemt contact op met de overtreder en hoort de ondernemer waarom de overlastvergunning niet is nageleefd. Dit kan zonodig telefonisch plaatsvinden. Bij een tweede overtreding (= rode kaart) kan invulling gegeven worden aan de handhavingsprocedure die in het horecabeleid van 1993 reeds is opgenomen.

De horecabezoeker kan worden aangesproken op meegenomen drank wanneer gekomen wordt tot het aanwijzen van gebieden waar geen drankgebruik op straat mag plaatsvinden.

Het urineren op straat

Het urineren op straat dient tijdens het openbare orde project van de politie te worden opgepakt. De politie kan strafrechtelijk optreden o.g.v. de APV. Hierin staat aangegeven dat het verboden is binnen de bebouwde kom op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte te doen buiten een daar-voor bestemde inrichting of plaats (art. 4.4.6).

Capaciteit

Deze handhaving kan alleen dan plaatsvinden wanneer voldoende capaciteit wordt ingezet. De handhaving is in handen van de twee marktmeesters en de politie. Hét antwoord op de vraag wat verstaan wordt onder voldoende capaciteit is moeilijk te geven.

De capaciteit die voor de zomer 1997 wordt ingezet komt neer op ten eerste handhaving door de marktmeesters (één fte van 36 uur en één fte van 28,8 uur) op onder andere de terrassen. Ten tweede worden 28,6 politiesurveillanceuren ingezet op basis van een convenant met de gemeente Hoorn, die volledig voor controle op parkeren en terrassen is bedoeld. Over de beste-ding van deze uren is overleg met de politie gaande. De extra uren kunnen op korte termijn wor-den gerealiseerd. Dit extra politietoezicht wordt verlangd in de weekend- en avonduren in de binnenstad van Hoorn. Ten derde wordt het openbare orde project "weekend toezicht binnenstad" van de regiopolitie voortgezet. Dit betekent dat een vaste groep van medewerkers in de binnenstad van Hoorn zal worden ingezet voor de handhaving tijdens de drukste uitgaansuren. Dit betekent extra toezicht van vrijdag van 23.00 uur tot zaterdag 03.00 uur en zaterdag van 22.30 uur tot 03.30 uur. De politie gaat hierbij te voet door de binnenstad.

Met de inzet van deze capaciteit, het gerichter handhaven en adequaat handelen van de handha-vers is de verwachting dat goede invulling kan worden gegeven aan de handhaving van de hore-ca in de binnenstad. De verwachting is dat van een strakke aanpak van overtreders een preventieve werking uit kan gaan.

Voorlichting

Wanneer overgegaan wordt tot een lik op stuk beleid zoals hierboven aangegeven en/of nader zal worden uitgewerkt is het noodzakelijk zowel de horecaondernemer als de horecabezoeker hiervan op de hoogte te stellen. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht dienen maatregelen ook officieel kenbaar te worden gemaakt. In diverse gemeenten is geinformeerd naar het lik op stuk beleid. Voorbeelden hiervan zijn de gemeente Eindhoven en de gemeente Weert. Voorbeelden van de waarschuwingsborden die in de stad gedurende bepaalde periodes (bijvoorbeeld per periode van twee weken) worden geplaatst laten zien hoe andere gemeenten bezig zijn met het lik op stuk beleid. Wellicht kan in overleg met Horeca Nederland als landelijke organisatie in gezamenlijkheid iets aan voorlichting worden gedaan. Voor wat betreft de bevoegdheden behoort een deel van de handhaving tot de bevoegdheid van de burgemeester (sluitingsuur, voorschriften in de overlastvergunning) en een ander deel tot de bevoegdheid van het college. Wij onderschrijven de mening van de burgemeester dat er alle aanleiding is om conform het voorgestelde te handhaven en de maatregelen op te nemen in het projectplan openbare orde van de regiopolitie.

Wij verzoeken u akkoord te gaan met de evaluatieresultaten van zomer 1996 en de voorgestelde aanpak voor zomer 1997.