Regeling vervallen per 24-10-2014

Verplichting zelfbewoning en verbod doorverkoop (anti-speculatiebeding) ten aanzien van nieuwbouw koopwoningen

Geldend van 01-10-2009 t/m 23-10-2014

Intitulé

Verplichting zelfbewoning en verbod doorverkoop (anti-speculatiebeding) ten aanzien van nieuwbouw koopwoningen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn;

  • -

    gelezen het voorstel van de Afdeling Stadsontwikkeling, bureau Ruimte, Wonen en Economie;

  • -

    gelet op het bepaalde in titel 4.3 van Algemene Wet Bestuursrecht;

besluit

tot het vaststellen van de navolgende beleidsregel

Verplichting zelfbewoning en verbod doorverkoop (anti-speculatiebeding) ten aanzien van nieuwbouw koopwoningen

Artikel 1

  • 1. De in de aanhef genoemde regeling is van toepassing voor nieuwbouwkoopwoningen in de goedkope categorie, inclusief zogenaamde starterswoningen.

  • 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de regeling zoals bedoeld onder punt 1 ook van toepassing te verklaren voor nader aan te wijzen nieuwbouwkoopwoningen in de middelduur-lage categorie waarbij aanvullende voorwaarden van toepassing verklaard kunnen worden.

Artikel 2

  • 1. De koper van de nieuwbouwwoning zoals bedoeld in artikel 1, verplicht zich, de op de verkochte grond te bouwen woning uitsluitend te zullen gebruiken om die zelf (met zijn eventuele partner en gezinsleden) te bewonen en die woning met de daarbij behorende grond niet aan derden te zullen doorverkopen, een en ander behoudens het vermelde in de hierna volgende leden.

  • 2. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing in geval van:

    • a.

      verkoop op grond van een machtiging van een rechter als bedoeld in artikel 3:174 Burgerlijk Wetboek;

    • b.

      executoriale verkoop door hypothecaire schuldeisers als bedoeld in artikel 3:268 Burgerlijk Wetboek;

    • c.

      schriftelijke ontheffing van burgemeester en wethouders als bedoeld in artikel 4;

    • d.

      de grond waarop de woning wordt gebouwd niet direct of indirect door de gemeente is geleverd;

    • e.

      starterswoningen voor zover daarop een door burgemeester en wethouders goedgekeurde bepaling van toepassing is waarbij voldoende is gegarandeerd dat de woning ook na verkoop behouden blijft voor de doelgroep;

  • 3. Het bepaalde in lid 1 vervalt nadat de koper de desbetreffende woning in de categorie goedkoop, waaronder starterswoning gedurende vijf achtereenvolgende jaren heeft bewoond. Als maatstaf geldt hierbij de datum waarop de koper als bewoner van het desbetreffende adres in het bevolkingsregister bij de gemeente is ingeschreven.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen in schrijnende gevallen schriftelijk ontheffing verlenen van het bepaalde in dit artikel. Deze ontheffing wordt in ieder geval verleend in geval van:

    • a.

      verandering van werkkring van de koper op grond waarvan redelijkerwijs verhuisd dient te worden;

    • b.

      overlijden van de koper, diens echtgeno(o)t(e) of partner;

    • c.

      ontbinding van het huwelijk of samenlevingsverband van de koper

    • d.

      noodzakelijke verhuizing als gevolg van de gezondheid van de koper of één van zijn/haar gezinsleden.

  • 5. Bij niet tijdige nakoming van enige verplichting voortvloeiend uit dit artikel verbeurt de koper, na ingebrekestelling en na verloop van de in deze gebrekestelling genoemde termijn, ten behoeve van de gemeente, een onmiddellijk opeisbare boete van:

    • a.

      € 25.000,00 voor het eerste en tweede bewoningsjaar;

    • b.

      € 18.000,00 voor het derde bewoningsjaar;

    • c.

      € 12.000,00 voor het vierde en vijfde bewoningsjaar.

  • 6. De in het vijfde lid genoemde bedragen kunnen op verzoek van de koper door burgemeester en wethouders worden verlaagd indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders genoegzaam is aangetoond dat de winst die met de verkoop van de desbetreffende woning is gerealiseerd lager is dan het bedrag van de boete.

  • 7. Bij het bepalen van het in het zesde lid bedoelde bedrag wordt uitsluitend rekening gehouden met de betaalde bouwrente en het aanbrengen van eenvoudige voorzieningen die minimaal vereist zijn om de woning te kunnen bewonen. Deze laatste kosten zijn beperkt tot het aanbrengen van een keuken en sanitaire voorzieningen, voor zover deze niet tijdens de bouw zijn aangebracht.

Artikel 3

De stichtingskostengrenzen van de categorieën woningen zoals bedoeld in artikel 1 worden door burgemeester en wethouders vastgesteld en worden periodiek aan de hand van marktontwikkelingen aangepast.

Artikel 4

Met de vaststelling van deze beleidsregel vervalt de beleidsregel van 15 augustus 2006, nr. 06.30397 inzake de verplichting zelfbewoning en verbod doorverkoop van de daarin aangegeven categorieën woningen.

Artikel 5 Inwerkingtreding en titel

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad. De officiële titel is ‘Verplichting zelfbewoning en verbod doorverkoop ten aanzien van nieuwbouw koopwoningen’.

te bepalen dat deze beleidsregel wordt bekendgemaakt door:

  • ·

    opname in het Gemeenteblad

  • ·

    vervolgens ter inzage leggen van dit besluit bij bureau Communicatie gedurende zes weken op werkdagen van 09.00 tot 15.00 uur;

  • ·

    daarnaast deze beleidsregel onderhands bekend te maken aan: