Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting 2010

Geldend van 31-12-2009 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting 2010

Corsaregistratienummer.: 09.54037

De Raad van de gemeente Hoorn;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

17 november 2009;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening en bijlage;

Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2010

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Deze verordening verstaat onder:

    • a.

      Exploitant: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op daartoe beschikbaar gestelde oppervlakken;

    • b.

      Maand: een kalendermaand;

    • c.

      Jaar: een kalenderjaar;

    • d.

      Tijdelijke aankondiging: aankondiging die blijkens het opschrift en/of de constructie bedoeld is om één maand of korter ter plaatse te blijven.

  • 2. Onder openbare aankondigingen worden niet begrepen: vlaggen van landen, provincies of steden.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “reclamebelasting” wordt een belasting geheven terzake van openbare

aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie openbare aankondigingen worden aangetroffen.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, wordt de reclamebelasting ten aanzien van aankondigingen met het opschrift te koop, te huur, verkocht of verhuurd met vermelding van de naam van de tussenpersoon, geheven van degene, wiens naam op de aankondigingen is vermeld.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel, wordt de reclamebelasting ter zake van aankondigingen die worden aangebracht, in stand gehouden of verwijderd door een exploitant zoals is bedoeld in artikel 1, lid 1, van deze verordening, geheven van deze exploitant.

Artikel 4 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

  • a.

    langs een sportveld, in een stadion, of langs een ander grotendeels door tribunes omgeven sportveld, met uitzondering van aankondigingen die naar omstandigheden beoordeeld in hoofdzaak gericht zijn op de openbare weg;

  • b.

    toebehorend aan de gemeente of op verzoek van haar aangebracht;

  • c.

    voor door het gemeentebestuur georganiseerde evenementen;

  • d.

    die door culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op door hen georganiseerde tijdelijke activiteiten met niet-commerciële doeleinden;

  • e.

    aangebracht door de ANWB of een soortgelijke instelling, voor zover deze aankondigingen een verkeersaanwijzing bevatten;

  • f.

    waarvoor gemeente Hoorn een vergoeding ontvangt, voortvloeiend uit een overeenkomst tussen gemeente Hoorn en een exploitant zoals is bedoeld in artikel 1 lid 1 van deze verordening;

  • g.

    die betrekking hebben op openbare verkoping, aanbiedingen ter verkoop, verhuur en verpachting van een onroerende zaak voor een periode van maximaal 3 maanden;

  • h.

    die ter aanduiding van het houden van een openbare erediensten worden meegedeeld;

  • i.

    die ter aanduiding aan basisscholen zijn gehangen;

  • j.

    die ter aanduiding van een bejaardentehuis, verzorgingstehuis of verpleegtehuis zijn gehangen;

  • k.

    die ter aanduiding aan voedselbanken zijn gehangen;

  • l.

    die zijn aangebracht door instellingen die zich in hoofdzaak met de stervensbegeleiding bezig houden;

  • m.

    die zijn aangebracht door instellingen die zich in hoofdzaak bezig houden met jeugdzorg;

  • n.

    die zijn aangebracht door instellingen die zich in hoofdzaak bezig houden met slachtofferhulp;

  • o.

    die ter aanduiding aan musea zijn gehangen;

  • p.

    die zijn aangebracht door instellingen die in opdracht van de gemeente een regionale overheidstaak uitvoeren;

  • q.

    die zijn aangebracht door instellingen die zich in hoofdzaak bezig houden met gehandicaptenzorg;

  • r.

    die zijn aangebracht door instellingen die zich in hoofdzaak bezig houden met dak- en thuislozenopvang;

  • s.

    die zijn aangebracht door niet commerciële culturele instellingen die zich in hoofdzaak bezig houden met muziek, toneel, dans en kunst.

Artikel 5 Tarieftoepassing en grondslagbepaling

    • 1.

      de toepassing van tarieven wordt de belasting berekend aan de hand van de in artikel 6 vermelde tarieven binnen welk gebied zoals omschreven in lid 3 t/m 6 het belastbare feit zich voordoet of heeft voortgedaan. Daarbij wordt het totaal aantal vierkante meter aan belastbare feiten behorend bij één gebouw of één vestiging van een onderneming bij elkaar opgeteld.

    • 2.

      Als bijlage van deze verordening worden de gebieden 1 t/m 4 op de kaart van de Gemeente Hoorn aangegeven. Mocht de hierna genoemde woordelijke omschrijving van een gebied niet duidelijk zijn dan is de in de kaart getekende grenslijn bepalend in welk gebied het belastbare feit plaats vindt.

    • 3.

      Onder gebied 1 (Centrum) moet worden verstaan: het gebied dat wordt omsloten door Keern, Hoge Vest, Westerdijk tot waar het pad begint richting het Visserseiland, het Visserseiland, de Grashaven, Oostereiland, Mallegomsteeg, Oosterkerksteeg, Bagijnensteeg, Overslagkade, Draafsingel, Spoorsingel en de van Dedemstraat.

    • 4.

      Onder gebied 2 (Bedrijventerreinen en kantoorgebieden) moet worden verstaan:

      • a.

        Het gebied dat bekend staat als Bedrijventerrein Gildeweg. Dit gebied wordt omsloten door de Gemeentegrens van de Gemeente Hoorn met Oosterblokker, de spoorlijn richting Enkhuizen, de sloot die Westgrens van bedrijventerrein afscheidt van het sportcomplex Blokkers en de sloot die Zuidgrens van het bedrijventerrein aangeeft.

      • b.

        Het gebied dat bekend staat als Maelsonstraat. Dit gebied wordt omsloten door Keern, van Dedemstraat, een lijn getrokken tussen de Provinciale weg en de van Dedemstraat en de Provincialeweg .

      • c.

        Het gebied dat wordt omsloten door De Westfrisiaweg, de grens tussen het terrein van het bedrijventerrein Westfrisia en de Wijk Bangert en Oosterpolder tot aan de achterzijde van de bebouwing aan de noordelijke zijde van de dorpsstraat.

      • d.

        Het gebied achter de bebouwing van de zuidelijke zijde van de Dorpstraat, de Oostergouw tot aan de kruising met de IJsselweg, waar de grens doorloopt in de richting van de Zaanweg, Stijl, Amstelweg, Rijnweg, langs de westelijke kant van Dukaat, het voetpad volgend naar Reaal, Reaal, het zuidelijke weg van het Boedijnhof tot de sloot, dan naar het bedrijventerrein Hoorn 80 en de grens van de gemeente Drechterland, een lijn over het Markermeer tot aan Holenweg, Provinciale weg, Zwaagmergouw, het pad gelegen achter “ de Koopvaarder” tot aan de stoomtramlijn, de stroomtramlijn richting de Westfrisiaweg.

  • 5. Onder gebied 3 (Korenbloem) moet worden verstaan: het gebied dat wordt omsloten door Wogmergouw, de Korenbloem en de Opgang

  • 6. Onder gebied 4 wordt verstaan het restant van het gebied dat binnen de Gemeente Hoorn is gelegen en niet valt onder gebied 1, 2 en 3.

Artikel 6 Maatstaf van heffing en tarief

De belasting bedraagt:

1.Voor het hebben van openbare aankondigingen waarvan het totaal aan vierkante meters niet minder dan 0,1 m2 en niet meer dan 2,5 m2 bedraagt, per jaar.

Gebied 1

Gebied 2

Gebied 3

Gebied 4

€ 393,00

€ 349,00

€ 735,00

€ 73,00

2.Voor het hebben van openbare aankondigingen waarvan het totaal aan vierkante meters niet minder dan 2,5 m2 en niet meer dan 5 m2 bedraagt, per jaar.

Gebied 1

Gebied 2

Gebied 3

Gebied 4

€ 465,00

€ 498,00

€ 1.050,00

€ 104,00

3.Voor het hebben van openbare aankondigingen waarvan het totaal aan vierkante meters niet minder dan 5 m2 en niet meer dan 10 m2 bedraagt, per jaar.

Gebied 1

Gebied 2

Gebied 3

Gebied 4

€ 899,00

€ 797,00

€ 1.680,00

€ 166,00

4.Voor het hebben van openbare aankondigingen waarvan het totaal aan vierkante meters niet minder dan 10 m2 en niet meer dan 20 m2 bedraagt, per jaar.

Gebied 1

Gebied 2

Gebied 3

Gebied 4

€ 1.293,00

€ 1.145,00

€ 2.415,00

€ 239,00

5.Voor het hebben van openbare aankondigingen waarvan het totaal aan vierkante meters niet minder dan 20 m2 en niet meer dan 50 m2 bedraagt, per jaar.

Gebied 1

Gebied 2

Gebied 3

Gebied 4

€ 1.742,00

€ 1.544,00

€ 3.255,00

€ 322,00

6.Voor het hebben van openbare aankondigingen waarvan het totaal aan vierkante meters niet minder dan 50 m2 en niet meer dan 100 m2 bedraagt, per jaar.

Gebied 1

Gebied 2

Gebied 3

Gebied 4

€ 2.248,00

€ 1.992,00

€ 4.200,00

€ 416,00

7.Voor het hebben van openbare aankondigingen waarvan het totaal aan vierkante meters meer dan 99 m2 bedraagt, per jaar.

Gebied 1

Gebied 2

Gebied 3

Gebied 4

€ 2.810,00

€ 2.490,00

€ 5.250,00

€ 520,00

8.Voor het hebben van tijdelijke openbare aankondigingen per maand, wordt 1/10 deel genomen van het jaartarief.

9. Voor belastingbedragen tot € 9,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen gemeentelijke heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 7 Berekening van de reclamebelasting

  • 1. Voor de toepassing van het tarief wordt een gedeelte van een in deze verordening genoemde tijdseenheid als een volle eenheid aangemerkt. Oppervlakte-eenheden worden afgerond op tienden van vierkante meters.

  • 2. Bij het hebben van openbare aankondigingen wordt de tot reclame of aankondiging dienende oppervlakte per voorwerp in aanmerking genomen, uitgedrukt in vierkante meters.

  • 3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige aankondigingen met een mogelijke tweedimensionale projectie wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om de aankondiging geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4. De oppervlakte van andere dan rechthoekige aankondigingen met een mogelijke driedimensionale projectie wordt gesteld op het product van de zichtbare zijden van een om de aankondiging geplaatste denkbeeldige balk of kubus.

  • 5. Elke zijde van een openbare aankondiging wordt als apart dienende oppervlakte aangemerkt.

  • 6. Bij toepassing van een maandtarief zal in totaal per jaar niet meer worden geheven dan bij toepassing van het jaartarief voor dat jaar zou zijn geheven.

Artikel 8 Heffingstijdvak

  • 1. Indien de belasting wordt berekend naar een jaartarief, is het heffingstijdvak een jaar.

  • 2. Indien de belasting wordt berekend naar een maandtarief is het heffingstijdvak gelijk aan de aaneengesloten periode waarover de belasting wordt geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van heffingstijdvak.

  • 2. Indien de belastingplicht na het begin van het heffingstijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3. Indien het heffingstijdvak een jaar is en de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt,wordt het verschuldigde bedrag berekend naar zoveel twaalfde gedeelten van het jaartarief,als na de aanvang van de belastingplicht volle maanden in het heffingstijdvak overblijven.

  • 4. Indien het heffingstijdvak een jaar is en de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak eindigt, wordt op verzoek van de belastingplichtige ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht volle maanden in het heffingstijdvak overblijven.

Artikel 10 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag of - indien het een tijdelijke aankondiging betreft – door middel van een gedagtekende bon, nota of andere schriftuur waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Artikel 11 Tijdstip van betaling

  • 1. De reclamebelasting moet worden voldaan binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet, de bon, nota of schriftuur.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, dat ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso, het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke fiscale heffingen € 45,00 of meer maar niet meer dan € 2.000,00 bedraagt, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel termijnen als er volle kalendermaanden in het belastingjaar resten. Waarvan de eerste termijn een maand later vervalt volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien een termijn is betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. In dit geval gelden de betaaltermijnen als bedoel in het eerste lid.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is met betrekking tot het bepaalde in het vorige lid niet van toepassing.

Artikel 12 Kwijtschelding

Van de invordering van reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Aangifte

  • 1. Voor de heffing kan aan een ieder die vermoedelijk belastingplichtig is een aangiftebiljet worden uitgereikt.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat, moet de belastingplichtige binnen twee weken na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 3. De gemeenteambtenaar, als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onder b, van de Gemeentewet kan op schriftelijk verzoek uitstel van het doen van aangifte verlenen.

Artikel 14 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing

en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening reclamebelasting 2009" vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2010 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan en voor zover de Verordening parkeerbelasting 2010 geen rechtskracht krijgt.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Reclamebelasting 2010”.

Artikel 16 Bekendmaking

Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het gemeenteblad. Alsmede wordt in een huis-aan-huisblad meegedeeld dat de verordening voor een ieder kosteloos ter inzage ligt in het gemeentehuis. Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de gemeente.

Bijlage 1

Kaart gebieden

Kaart reclamebelasting 2010