Regeling vervallen per 05-02-2015

Beleidsregel Loonkostensubsidie gemeente Hoorn

Geldend van 20-12-2012 t/m 04-02-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Beleidsregel Loonkostensubsidie gemeente Hoorn

Corsaregistratienummer: 12.34770

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn,

  • -

    gelezen de Beleidsregel loonkostensubsidie gemeente Hoorn;

  • -

    gelet op het bepaalde in:

    • ·

      titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • ·

      artikel 7, 8 en 10 Wet werk en bijstand;

    • ·

      artikel 11 van de re-integratieverordening WWB, loaw, loaz 2012;

    • ·

      artikel 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW);

    • ·

      artikel 34, 35, 36 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze gewezen zelfstandigen (IOAZ);

    • ·

      de brief van het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid d.d. 7 april 2004.

Besluit:

  • ·

    met ingang van 1 januari 2012 in te trekken de beleidsregel uitstroomplaatsen gemeente Hoorn,

  • ·

    vastgesteld op 22 juni 2004;

  • ·

    met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 vast te stellen:

Beleidsregel loonkostensubsidie gemeente Hoorn

Artikel 1. Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet werk en bijstand (WWB), Inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), Inkomensvoorziening voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene nabestaandenwet (Anw);

  • b.

    college: college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hoorn;

  • c.

    werkgever: contractuele wederpartij van de werknemer waarmee een arbeidsovereenkomst is afgesloten, voor de toepassing van deze beleidsregel zijnde een werknemer, die als belanghebbende wordt gezien;

  • d.

    belanghebbende:

  • ·

    een persoon die ten minste zes aaneengesloten maanden een uitkering op grond van de WWB, IOAW of IOAZ heeft ontvangen,

  • ·

    een persoon die ten minste zes aaneengesloten maanden een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet heeft ontvangen;

  • e.

    periodieke uitkering: een uitkering op grond van de WWB, IOAW, IOAZ of Anw;

  • f.

    loonkostensubsidie: een tegemoetkoming in de door een werkgever gemaakte loonkosten;

  • g.

    loonkosten: de bestanddelen, die daadwerkelijk door de werkgever moeten worden betaald met betrekking tot de betrokken arbeidsplaats: het brutoloon vóór belasting en de verplichte sociale zekerheidsbijdragen.

Artikel 2. Loonkostensubsidie

  • 1.

    Het college kan op grond van de re-integratieverordening Wwb, loaw en loaz 2012 loonkostensubsidie aan een werkgever toekennen die een uitkeringsgerechtigde een arbeidsovereenkomst biedt.

  • 2.

    Loonkostensubsidie is een vergoeding in de loonkosten die verstrekt wordt aan een werkgever die met een uitkeringsgerechtigde een dienstverband aangaat, op basis van een arbeidsovereenkomst of een (publiekrechtelijke) aanstelling.

Artikel 3. Doelgroep

  • 1.

    De loonkostensubsidie kan worden aangevraagd voor:

  • a.

    een persoon die ten minste zes maanden aaneengesloten een uitkering op grond van de WWB, IOAW of IOAZ of een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet heeft ontvangen, en

  • b.

    niet eerder bij de werkgever in dienst is geweest, en

  • c.

    geen andere inkomsten uit arbeid heeft.

  • 2.

    De casemanager beoordeelt of de werkgever in aanmerking komt voor loonkostensubsidie.

Artikel 4. Voorwaarden verstrekken loonkostensubsidie

  • 1.

    De uitkeringsgerechtigde treedt in dienst bij de werkgever en ontvangt een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 610, eerste lid, van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde arbeidsovereenkomst moet voor de duur van tenminste zes maanden en minimaal 18 uur per week zijn aangegaan.

  • 3.

    Het dienstverband wordt aangegaan overeenkomstig de bij de werkgever geldende reguliere arbeidsvoorwaarden.

  • 4.

    Door het aangaan van het dienstverband wordt de afstand tot de arbeidsmarkt van belanghebbende verkleind met als uiteindelijk doel uitstroom naar reguliere arbeid, waardoor belanghebbende niet meer is aangewezen op een uitkering.

  • 5.

    De werkgever heeft in de 6 maanden voorafgaand aan de ingangsdatum van het eerst lid bedoelde arbeidsovereenkomst geen ontslagvergunning gekregen van het Werkbedrijf in verband met bedrijfseconomische redenen.

  • 6.

    De werkgever heeft de intentie om de werknemer na afloop van de subsidieperiode bij voldoende functioneren in dienst te nemen voor een periode van 12 maanden met minimaal hetzelfde aantal uren en binnen een minimaal vergelijkbare functie.

  • 7.

    Het salaris mag niet minder dan het wettelijk minimumloon bedragen.

  • 8.

    De werkgever ontvangt geen andere subsidies voor de werknemer.

  • 9.

    Tussentijdse wijzigingen in het dienstverband en of de arbeidsvoorwaarden worden binnen acht weken na ingangsdatum door de werkgever schriftelijk aan de gemeente kenbaar gemaakt.

Artikel 5. Duur loonkostensubsidie

  • 1.

    De loonkostensubsidie gaat in op de ingangsdatum van het dienstverband en wordt afgestemd op de duur van het dienstverband met een maximum van 1 jaar.

  • 2.

    De loonkostensubsidie voor de werkgever eindigt per de datum beëindiging dienstverband.

Artikel 6. Hoogte loonkostensubsidie

  • 1.

    Afhankelijk van de tussen belanghebbende en de werkgever overeengekomen wekelijkse arbeidsduur bedraagt de hoogte van de maandelijkse loonkostensubsidie voor:

Arbeidsduur per week

Leeftijdscategorie

belanghebbende

33 uur of meer

25 t/m 32 uur

18 t/m 24 uur

18 en 19 jaar

€ 300,00

€ 225,00

€ 150,00

20 jaar

€ 330,00

€ 250,00

€ 165,00

21 jaar

€ 440,00

€ 330,00

€ 220,00

22 tot 40 jaar

€ 550,00

€ 415,00

€ 275,00

40 jaar en ouder

€ 660,00

€ 495,00

€ 330,00

  • 2.

    De loonkostensubsidie bedraagt nooit meer dan de in een kalendermaand geldende loonkosten van de belanghebbende.

  • 3.

    De verhoging van de verstrekte loonkostensubsidie vindt plaats in de maand dat de belanghebbende een hogere leeftijd bereikt.

  • 4.

    Als het dienstverband eerder wordt beëindigd dan bij de aanvraag aangegeven en wordt de verstrekte subsidie naar rato teruggevorderd van de werkgever.

Artikel 7. Aanvraag loonkostensubsidie

  • 1.

    De aanvraag om loonkostensubsidie dient schriftelijk uiterlijk 8 weken na de aanvang van het dienstverband door het college ontvangen zijn.

  • 2.

    Bij de aanvraag dient een (concept) arbeidsovereenkomst te worden overlegd.

Artikel 8. Uitbetaling van de loonkostensubsidie

  • 1.

    De verstrekte loonkostensubsidie wordt maandelijks bij wijze van voorschot uitbetaald.

  • 2.

    De uitbetaling vindt plaats nadat de gemeente een afschrift heeft ontvangen van het zowel door de werkgever als belanghebbende ontvangen arbeidsovereenkomst.

Artikel 9. Definitieve vaststelling loonkostensubsidie

Het definitieve bedrag van de loonkostensubsidie wordt vastgesteld na het verstrijken van het dienstverband, dan wel na beëindiging van de termijn waarvoor loonkostensubsidie is toegekend.

Artikel 10. Informatieplicht

  • 1.

    De werkgever verstrekt desgevraagd uit eigen beweging alle informatie die betrekking heeft op de vaststelling van het recht op loonkostensubsidie, de hoogte en duur er van.

  • 2.

    Tussentijdse wijzigingen dienen zo spoedig mogelijk, maar niet later dan twee weken na de inwerkingtreding van de wijziging, schriftelijk worden doorgegeven aan het college.

  • 3.

    De subsidie wordt ingetrokken, als onjuiste of onvolledige informatie is verstrekt, de werkgever in staat van faillissement is gesteld, aan de werkgever surseance van betaling is verleend of als de werkgever niet aan de subsidievoorwaarde voldoet.

Artikel 11. Hardheidsclausule

In die gevallen waarin deze beleidsregel niet of niet naar redelijkheid voorziet, beslist het hoofd van de afdeling Sociale Zaken.

Artikel 12. Budget

Er kan subsidie verstrekt worden zolang er voldoende budget is.

Artikel 13. Overgangsregeling

De loonkostensubsidie die op grond van de beleidsregel uitstroomplaatsen gemeente Hoorn is verstrekt blijft volgens deze beleidsregel van kracht.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als Beleidsregel loonkostensubsidie gemeente Hoorn.

  • 2.

    Deze regeling treed met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2012 in werking.

  • 3.

    De huidige beleidsregel uitstroomplaatsen gemeente Hoorn, vastgesteld op 22 juni 2004, vervalt op 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze beleidsregel wordt bekendgemaakt door opname in het Gemeenteblad.

Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 4 december 2012

College van burgemeester en wethouders

De secretaris,                                               de burgemeester,