Regeling vervallen per 02-01-2024

Standplaatsenbeleid Hoorn 2014-1

Geldend van 21-04-2015 t/m 01-01-2024

Intitulé

Standplaatsenbeleid Hoorn 2014-1

Zaaknummer: 1147368

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn,

  • -

    gelezen het ‘Standplaatsenbeleid Hoorn 2014’,

  • -

    gelet op het bepaalde in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht,

Standplaatsenbeleid Hoorn 2014-1

Artikel 1 Begripsomschrijving

Standplaats:

Het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

Vaste standplaats:

Een standplaats die voor één of meerdere dagen per week op een vaste locatie, gedurende meer dan 6 maanden per jaar met een vaste frequentie worden ingenomen.

Tijdelijke standplaats:

Een standplaats die wordt ingenomen voor een bepaalde tijd gedurende één of meerdere dagen per week met een maximum van 6 maanden.

Seizoenstandplaats:

Een tijdelijke standplaats met seizoensgebonden producten die slechts gedurende een gedeelte van het jaar worden ingenomen met een maximum van 2 maanden, bijvoorbeeld ijs, oliebollen of kerstbomen.

Promotie standplaatsen:

Een tijdelijke standplaats die gebruikt wordt ten behoeve van promotiedoeleinden, gedurende 1 tot maximaal 10 dagen per jaar door dezelfde vergunningshouder. Voorbeelden zijn voorruit reparaties of het aanbieden van energiecontracten.

Ideële standplaats:

Een tijdelijke standplaats met een algemeen maatschappelijk belang, zoals een standplaats voor borstkankeronderzoek.

Artikel 2 Aanvulling op het verzorgingsniveau

In aansluiting op de weigeringsgrond van artikel 5.18 van de APV moet de standplaats een aanvulling zijn op het bestaande verzorgingsniveau. Dat betekent dat er ter plaatse een ruimer assortiment beschikbaar komt voor de consument. De standplaats mag daarbij niet dusdanig verstorend werken op de reguliere detailhandel dat bestaande winkels geen bestaansmogelijkheid meer hebben en moeten sluiten.

Toelichting

Dit is naast de reguliere weigeringsgronden uit de APV het eerste en belangrijkste toelatingscriterium. Dit betekent niet dat een bepaald product, zoals kaas, vis of bloemen, in het geheel niet verkocht wordt in de directe omgeving. Supermarkten verkopen dat allemaal, maar als er al een speciaalzaak voor dat product in de nabije omgeving is gevestigd, dan wordt er voor dat product geen standplaatsvergunning verleend. Een speciaalzaak voert namelijk naast het hoofdproduct ook allerlei speciale producten. Zou er een standplaatsvergunning worden verleend voor het hoofdproduct van de speciaalzaak, dan heeft de speciaalzaak onvoldoende bestaansrecht. Als de speciaalzaak als gevolg daarvan moet sluiten, dan gaat dat ten koste van het verzorgingsniveau voor de consument, omdat dan ook de speciale producten van de speciaalzaak niet meer te koop zijn. De consument gaat er dan per saldo op achteruit. Het algehele verzorgingsniveau voor de consument moet er juist op vooruit gaan. Deze toets kan worden gedaan door de het bureau Economische Zaken.

Artikel 3 Privaatrechtelijke belemmeringen

Bij aanvragen op een perceel grond in het openbaar gebied dat eigendom is van een private partij dient er schriftelijk overeenstemming te zijn met de eigenaar voordat de aanvraag wordt ingediend.

Voor standplaatsen op particulier terrein gelden dezelfde eisen als voor een standplaats op gemeentelijk terrein. Bij deze standplaatsen kan geen precariorecht (huur van gemeentegrond) worden geheven, maar zullen wel leges voor het aanvragen van een standplaatsvergunning in rekening worden gebracht.

Toelichting

Openbaar gebied behoort niet altijd tot het eigendom van de gemeente. Grote parkeerterreinen en verblijfsgebieden bij winkelcentra, bouwmarkten of vrijetijdsvoorzieningen behoren vaak tot het openbaar gebied, terwijl het toch eigendom kan zijn van een private partij. Er dient bij een aanvraag altijd getoetst te worden wie de eigenaar van de betreffende grond is.

Het kan in sommige gevallen ook zijn, dat door het op eigen grond innemen van een verkoopplek met een kraam of wagen, de eigen grond een voor publiek toegankelijke plaats wordt, waarmee het tot het openbaar gebied gaat behoren en er dus sprake is van een standplaats. Dat betreft dan een specifieke beoordeling, die door een juridisch medewerker van de afdeling VVH moet worden gedaan.

Als de grond waarop de ‘standplaats’ wordt aangevraagd duidelijk niet behoord tot het openbaar gebied, bijvoorbeeld gelegen binnen het duidelijk afgeschermde terrein van een bedrijf, dan moet worden beoordeeld of de ‘standplaats’ past in het bestemmingsplan. Als het niet past binnen de bestemming, dan zal beoordeeld moeten worden of er medewerking kan worden verleend aan een afwijkingsprocedure van het bestemmingsplan. Een standplaatsvergunning is dan niet aan de orde. Ook in de handhaving is dat van belang.

Artikel 4 Belemmeringen door kabels en leidingen

De standplaats mag geen belemmering opleveren voor aanwezige kabels en leidingen.

Toelichting

De aanwezigheid van kabels en leidingen is meestal geen probleem bij het plaatsen van een kraam of verkoopwagen. Een kraam of verkoopwagen is mobiel. Bij noodzakelijke werkzaamheden kan de kraam of verkoopwagen gemakkelijk worden verplaatst. De eigenaar van een standplaats dient daar altijd aan mee te werken.

Het kan zijn dat de standplaats belastend of belemmerend is voor de aanwezige kabels en leidingen. Dat kan zijn als er toch beperkt grondwerk dient te worden gedaan om bijvoorbeeld de verkoopwagen goed te kunnen plaatsen. Let wel: het gaat hier niet om kiosken. Het kan ook zijn dat door het gewicht van de verkoopwagen kabels en leidingen in de knel komen. Deze toets kan worden gedaan door de afdeling Stadsbeheer.

Artikel 5 Een ordelijke situering in de omgeving

De standplaats dient op een ordelijke en ruime wijze in de omgeving te worden geplaatst. Voor standplaatsen gelden verder de volgende algemene bepalingen:

Standplaatsen worden in beginsel niet toegelaten:

  • -

    op parkeerplaatsen, tenzij vaststaat dat er voldoende parkeerruimte is;

  • -

    binnen een afstand van hemelsbreed 100 meter vanaf scholen voor een standplaats die etenswaren aanbiedt;

  • -

    wanneer het maximum van 3 standplaatsen per winkelcentrum of per aangewezen gebied wordt overschreden;

  • -

    wanneer standplaatsen buiten de openingstijden van winkels in gebruik zijn;

  • -

    wanneer standplaatsen niet elke dag ontruimd worden.

Toelichting

De plek waarvoor de standplaats wordt aangevraagd dient voldoende ruim van omvang te zijn. Dat betekent tevens dat de standplaats geen belemmering mag vormen op (langzaam) verkeersroutes, niet op zichzelf, maar ook niet in relatie tot de aanwezigheid van het aantal consumenten dat de standplaats bezoekt. Ook mag de standplaats geen belemmering vormen voor de gebruiksmogelijkheden van overige voorzieningen en functies in de omgeving. Deze toets kan gedaan worden door de bureaus Stedenbouw en Verkeer en Vervoer. Zo nodig wordt advies ingewonnen bij de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord, de brandweer en/of de politie.

Omdat niet voor elke situatie objectief toetsbare criteria kunnen worden aangehouden, is dat ter beoordeling van het college. In beginsel gelden de bepalingen (de letter van de wet), maar het college kan (in de geest van de wet) maatwerk toepassen.

Artikel 6 Parkeersituatie

De aanwezigheid en het gebruik van een standplaats mag er niet toe leiden dat er te weinig parkeerplaatsen in de omgeving overblijven.

Toelichting

Het kan voorkomen dat de verkoop vanaf de standplaats extra parkeerplaatsen noodzakelijk maakt. Het is niet toelaatbaar dat de parkeerdruk onaanvaardbaar toeneemt, als gevolg van de aanwezigheid van de standplaats. Deze toets kan gedaan worden door bureau Verkeer en Vervoer. Voor het beoordelen van het onderdeel parkeren zal bij sommige aanvragen een parkeerbalans opgesteld moeten worden. De parkeerdruk mag niet oplopen tot boven de 85%.

Artikel 7 Verkeersveiligheid

De aanwezigheid en het gebruik van een standplaats mag niet ten koste gaan van de verkeersveiligheid in de omgeving.

Toelichting

De situering van de standplaats en de aanwezigheid van consumenten bij de standplaats mag niet tot onoverzichtelijke verkeerssituaties leiden. Tevens mag de verkeersaantrekkende werking van de standplaats niet tot onveilige situaties leiden. Deze toets kan worden gedaan door Bureau Verkeer en Vervoer.

Artikel 8 Kosten voorzieningen

Indien op de standplaats voorzieningen nodig zijn zoals water, stroom en dergelijke, dan dient de standplaatshouder hier zelf in te voorzien. De kosten zijn voor de standplaatshouder.

Toelichting

Indien op de standplaats voorzieningen nodig zijn zoals water, stroom en dergelijke, dan dient de standplaatshouder hier in beginsel zelf in te voorzien. Desgewenst kan de gemeente hierbij behulpzaam zijn. De kosten zijn voor de standplaatshouder. De aansluitingen dienen uiteraard te voldoen aan de normen die hiervoor worden gesteld.

Artikel 9 Milieuaspecten

Het gebruik van de standplaats dient te voldoen aan de relevante milieunormen.

Toelichting

Relevante milieuaspecten zijn geuroverlast, geluid, externe veiligheid, vethoudend afvalwater, zwerfafval, lichthinder en dergelijke. Voor een standplaats kan een melding Activiteitenbesluit milieubeheer nodig zijn. Aanvragen worden in dergelijke gevallen voor een snel advies doorgezonden aan de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord.

Artikel 10 Volksgezondheid

De volksgezondheid mag op geen enkele wijze in het geding zijn.

Toelichting

De producten die vanaf de standplaats worden verkocht dienen te voldoen aan de daaraan te stellen eisen op het gebied van voedsel- en warenkwaliteit. Meer informatie daarover is te vinden op de site van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (www.vwa.nl).

Artikel 11 Terrasfunctie en alcohol

Een standplaats mag geen terrasfunctie hebben. Uitgezonderd hiervan zijn statafels, waarvan een standplaats er maximaal 2 van mag hebben staan. Voor recreatiegebieden kan voor het hebben van een terras een uitzondering worden gemaakt. Indien een uitzondering wordt gemaakt voor recreatiegebieden dan geldt er een maximum van 4 tafels en 16 stoelen. Alcoholische dranken mogen niet worden verkocht.

Toelichting

Een terrasfunctie is voorbehouden aan de horeca. Hiervoor geldt afzonderlijk beleid. Dat kan anders zijn voor recreatiegebieden of grote groengebieden. Daar is over het algemeen geen horeca aanwezig. Een beperkte terrasfunctie kan daar daarom worden toegestaan.

Samenscholing en de daarmee gepaard gaande overlast, moet worden voorkomen. Het is ‘kopen en gaan’. De standplaatshouder dient hierop toe te zien. Dat laat onverlet dat een visje, blokje kaas en dergelijke, staande aan de standplaats genuttigd mag worden. Op basis hiervan wordt er wel toegestaan dat een standplaats maximaal twee statafels neer mag zetten.

Artikel 12 Woon- en leefklimaat omgeving

In aansluiting op het vorige artikel mag er vanuit of door het gebruik van de standplaats geen hinder of overlast ontstaan voor de omgeving.

Toelichting

Hinder of overlast kan bijvoorbeeld bestaan uit schending van privacy, vervuiling van de omgeving, slecht onderhoud of uiterlijk aanzien van de standplaats, geuroverlast, geluid, onveilig verkeersgedrag, hinderlijk parkeergedrag, sociale onveiligheid of ander ongewenst gedrag of onheuse bejegening door personeel en consumenten. De standplaatshouder dient hier op toe te zien en moet degenen die zich hieraan schuldig maken hierop aanspreken.

Een standplaats moet in goede staat van onderhoud verkeren. Wanneer een standplaats het uiterlijk aanzien van de omgeving of het straatbeeld zodanig verstoort dat daardoor het karakter van de omgeving wordt aangetast kan dat aanleiding zijn om een vergunning te weigeren. Wanneer een standplaatshouder tijdens de vergunningsperiode en nieuwe wagen in gebruikt neemt, moet dit worden gemeld bij de gemeente. Dit kan namelijk invloed hebben of de standplaats nog wel kan worden ingenomen door deze nieuwe wagen en de precariokosten als deze van toepassing zijn.

Bij sommige standplaatsen zijn luifels aangebracht. Uit hoofde van veiligheid dient het laagste punt

van de luifels een hoogte te hebben van minimaal 2,20 meter.

Schending van privacy kan er ook uit bestaan dat door de situering en het gebruik van de standplaats bewoners in hun privacy worden geschonden. Deze toets kan worden gedaan door de vergunningverlener/casemanager van de afdeling VVH of door bureau Stedenbouw.

Er mag door de plaatsing en het gebruik van de standplaats ook geen onevenredige schade worden aangebracht aan de omgeving. Dat kan zich bijvoorbeeld voordoen als een standplaats wordt aangevraagd in een recreatiegebied en er beplanting moet worden verwijderd of zelfs bomen gekapt. Ook kan het zijn dat beplanting of bomen in de verdrukking komen en geen goede groeimogelijkheden krijgen.

Artikel 13 Aanvraag

Een aanvraag voor een standplaatsvergunning wordt schriftelijk bij burgemeester en wethouders van Hoorn ingediend. De aanvraag dient een motivering te bevatten, waarin op de toelatingscriteria wordt ingegaan.

De aanvraag wordt vervolgens getoetst op ontvankelijkheid en inhoudelijk beoordeeld op basis van de toelatingscriteria. Zo nodig wordt de aanvrager om aanvullende gegevens gevraagd. Een welstandsadvies ten aanzien van het uiterlijk aanzien, kan onderdeel vormen van de beoordeling.

De aanvraag is ontvankelijk als de volgende gegevens zijn ingediend:

  • -

    naam, adres, postcode en woonplaats van de aanvrager en (niet verplicht) telefoonnummer, e-mailadres en overige relevante gegevens van de aanvrager;

  • -

    de omschrijving van de goederen of diensten die worden aangeboden;

  • -

    de gewenste locatie;

  • -

    de gewenste dagdelen en de periode van het jaar;

  • -

    de afmetingen van de kraam, tafel of verkoopwagen;

  • -

    een aanzichtstekening of foto’s van de te plaatsen kraam of wagen;

  • -

    een locatieschets van de standplaats;

  • -

    een goede onderbouwing van de aanvraag op basis van de beleidsregel;

  • -

    handtekening van de aanvrager en de datum van ondertekening.

Zonodig kunnen aanvullende gegevens worden opgevraagd. De aanvrager dient voorts te voldoen aan de voorgeschreven publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Toelichting

De motivering hoeft niet heel uitgebreid te zijn. Het moet meer worden gezien als een schriftelijke toelichting, ter onderbouwing van de aanvraag. Indien een aspect niet van toepassing is kan dat worden aangegeven.

Artikel 14 In behandeling nemen en beoordeling aanvraag

Op de behandeling van de aanvraag zijn in ieder geval van toepassing:

  • -

    Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Algemene Plaatselijke Verordening;

  • -

    Precarioverordening;

  • -

    Winkeltijdenwet;

  • -

    Drank- en Horecawet;

  • -

    Wet ruimtelijke ordening;

  • -

    Europese Dienstenrichtlijn;

  • -

    Standplaatsenbeleid Hoorn 2014;

  • -

    Activiteitenbesluit milieubeheer;

  • -

    Warenwet;

  • -

    Legesverordening.

Toelichting

De behandeltermijn is acht weken met een mogelijke verlenging van ten hoogste 8 weken. Een aanvraag moet 8 weken voor de beoogde ingebruikname worden gedaan. Als dit later gebeurt, kan het college de aanvraag buiten behandeling laten.

Voor ideële instellingen wordt altijd maatwerk geleverd. Deze kunnen op plekken staan die niet zijn opgenomen in het beleid. Ook gelden hiervoor lagere legestarieven.

Het in behandeling nemen van de aanvraag en de beoordeling daarvan dient te voldoen aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals die onder meer zijn neergelegd in de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Plaatselijke Verordening.

Artikel 15 Vergunning

Aan de vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze mogen uitsluitend strekken ter bescherming van de belangen waarvoor de vergunning is verleend.

Toelichting

Bij het verstrekken van een vergunning zullen er algemene voorschriften en beperkingen worden opgelegd. Deze vloeien voornamelijk voort uit de APV en dit standplaatsenbeleid, maar daarnaast wordt ook naar de individuele situatie gekeken. Hierbij kan er gedacht worden aan extra voorwaarden aan bijvoorbeeld bakapparatuur en locatie.

Artikel 16 Standplaatshouder

De standplaatsvergunning is een persoonsgebonden vergunning. Als hoofdregel geldt daarom dat de vergunninghouder zijn standplaats persoonlijk moet innemen. Indien de aanvrager niet steeds zelf degene is die de standplaats daadwerkelijk inneemt, dan dient in de aanvraag duidelijk te worden aangegeven wie hem vervangt.

Toelichting

De standplaatsvergunning is niet verhandelbaar. Bij het beëindigen van de standplaats door de vergunninghouder gaat de vergunning niet automatisch over op een ander.

Artikel 17 Handhaving

Het zonder vergunning innemen van een standplaats of het handelen in strijd met de voorschriften in de verleende standplaatsvergunning kan bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke bestraft worden.

Ook het niet innemen van een standplaats kan bestraft worden. Uitgangspunt is dat als in de praktijk blijkt dat een standplaats meer dan 15% van de dagen of dagdelen onbezet blijft, de vergunning kan worden ingetrokken, nadat de aanvrager daarvoor eerst schriftelijk is gewaarschuwd.

Toelichting

Voor de mogelijkheden voor bestuursrechtelijk handhaving wordt er gekeken naar de APV, de Awb en Gemeentewet. In artikel 1:6 APV Hoorn 2010 is bepaald dat een vergunning kan worden ingetrokken indien voorschriften en beperkingen die aan een vergunning worden verbonden niet zijn nagekomen.

Het college van burgemeester en wethouders is op basis van art. 125 Gemeentewet bevoegd een last onder bestuursdwang op te leggen en in samenhang met art. 5:32 Awb met art. 125 Gemeentewet is het college van burgemeester en wethouders bevoegd om een last onder dwangsom op te leggen ten aanzien van overtredingen van voorschriften van de standplaatsvergunning.

Het bestraffen van het niet innemen van een standplaats moet voorkomen dat er misbruik wordt gemaakt van de standplaatsvergunning. De reden van het ongebruikt laten van de standplaats kan zijn dat de standplaatshouder zijn branche wil afschermen. Het ongebruikt laten van de standplaats komt echter het verzorgingsniveau ter plaatse niet ten goede.

Artikel 18 Overgangsregeling

Er worden geen vaste locaties voor standplaatsen meer aangewezen en de wachtlijst voor het innemen van een standplaats wordt opgeheven. De personen die op het moment van eerste bekendmaking van de wijziging van het standplaatsenbeleid op de wachtlijst staan, hebben voor een periode van drie maanden na de eerste bekendmaking van de wijzing van het standplaatsenbeleid een voorkeurspositie bij een aanvraag voor een standplaatsvergunning. In deze periode van drie maanden gaat bij meerdere aanvragen voor één bepaalde locatie de voorkeur uit naar de persoon die op de wachtlijst staat. Als er sprake is dat meerdere mensen die een plek hebben op de wachtlijst aangeven op eenzelfde locatie te willen staan, wordt er gekeken naar de welke positie deze mensen innemen op de wachtlijst.

Na drie maanden na de eerste bekendmaking van de wijziging van het standplaatsenbeleid wordt de wachtlijst opgeheven en hebben de personen die ingeschreven stonden op de wachtlijst geen recht meer hebben op een voorkeurspositie in de behandeling van een aanvraag voor een standplaatsvergunning.

Standplaatshouders die al een standplaats hebben ingenomen op particulier terrein zonder standplaatsvergunning onder het oude standplaatsenbeleid, krijgen drie maanden de tijd na de eerste bekendmaking van de wijziging van het standplaatsenbeleid om alsnog een aanvraag in te dienen voor een standplaatsvergunning. Na deze periode kan er handhavend worden opgetreden als een dergelijke standplaats op particulier terrein wordt ingenomen zonder standplaatsvergunning.

Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel

Het besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

De officiële titel van de beleidsregel is ‘Standplaatsenbeleid Hoorn 2014-1’. De regeling kan worden aangehaald als ‘Standplaatsenbeleid Hoorn 2014-1’.

te bepalen dat dit besluit wordt bekendgemaakt door:

  • -

    opname in het Gemeenteblad,

  • -

    brief aan aanvragers voor een standplaats die op de wachtlijst staan.

De gemeentebladen kunnen worden geraadpleegd:

  • -

    onder ‘Openbare Bekendmakingen’ op de website van de gemeente Hoorn;

  • -

    bij de Openbare Bibliotheek, Wisselstraat 8 in Hoorn;

  • -

    bij de leestafel in de centrale hal van het Stadhuis, Nieuwe Steen 1 in Hoorn;

  • -

    middels publicatie in Westfries Weekblad;

Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 31 maart 2015

College van burgemeester en wethouders,

de secretaris,                    de burgemeester,