Regeling vervallen per 01-01-2022

Parkeerverordening 2018 (2)

Geldend van 08-11-2018 t/m 31-12-2021

Intitulé

Parkeerverordening 2018 (2)

Zaaknummer: 1591095

De raad van de gemeente Hoorn;

- gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 14 augustus 2018;

- gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994 en de Algemene wet bestuursrecht en de vigerende Verordening Parkeerbelastingen;

besluit vast te stellen de:

Parkeerverordening 2018 (2)

Artikel 1 Definities en begripsomschrijvingen.

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van Burgemeester en Wethouders van Hoorn;

  • b.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • c.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • d.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • e.

    eigenaar: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • f.

    houder: degene die door middel van een leasecontract of werkgeversverklaring of verzekeringspolis kan aantonen dat hij gerechtigd is van het motorvoertuig gebruik te maken;

  • g.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, voor het betalen van parkeerbelasting ingerichte mobiele telefoons, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • h.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur;

  • i.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die

    • a.

      is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of

    • b.

      gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E10 (E9) uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

    • c.

      van gemeentewege is gemarkeerd voor het parkeren door vergunninghouders;

  • j.

    vergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen;

  • k.

    vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning als bedoeld in deze verordening is verleend;

  • l.

    vergunninghoudergebied: een gebied aangewezen en beschreven in het vigerende Aanwijzings- en uitvoeringsbesluit Parkeren;

  • m.

    ontheffing: een door het college van burgemeester en wethouders verleende ontheffing als bedoeld in deze verordening; ontheffinghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een ontheffing als bedoeld in deze verordening is verleend;

  • n.

    instellingen: organisaties van openbaar nut;

  • o.

    stallingsplaats:

    • 1.

      ruimte aangemerkt als garage in de objectkenmerken van de taxatie ingevolge de Wet onroerende zaken van een object dan wel als zodanig is aangemerkt in een bouwvergunning, een erfpachts- of splitsingsakte, een huur- of koopovereenkomst of ander besluit, akte of overeenkomst aangaande het object;

    • 2.

      een al dan niet dan wel deels overdekte en/of al dan niet dan wel deels ommuurde ruimte c.q. plaats die (mede) geschikt is dan wel (mede) bedoeld is of redelijkerwijs (mede) te gebruiken is voor het parkeren van een of meer motorvoertuigen, een en ander met een minimale afmeting van:

      • I.

        2.30 meter bij 5.00 meter in geval van een ruimte of plaats waarbij de betreffende ruimte of plaats zelf niet of slechts aan één of twee zijden door een muur, hekwerk, deur of andersoortige harde afscheiding is afgescheiden;

      • II.

        2.65 meter bij 5.00 meter in geval van een ruimte of plaats waarbij de betreffende ruimte of plaats zelf aan drie of vier zijden door een muur, hekwerk, deur of andersoortige harde afscheiding is afgescheiden;

  • p.

    gehandicaptenvoertuig: voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter en niet is uitgerust met een motor, dan wel is uitgerust met een motor waarvan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 45 km per uur bedraagt, en geen bromfiets is;

  • q.

    autodelen: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;

  • r.

    autodeelplaats: een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodelen;

  • s.

    centrale computer: een computer van de gemeente dan wel een computer van het bedrijf waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel;

  • t.

    woning: een onroerende zaak met een woonadres en dat als zelfstandig object in zin van de Wet WOZ is afgebakend;

  • u.

    woonadres: het adres zoals dat met een woonfunctie in de Basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) is opgenomen;

  • v.

    bedrijfsruimte: een onroerende zaak of deel van een onroerende zaak dat als zelfstandig object in de zin van de Wet WOZ is afgebakend en wordt aangemerkt als niet-woning;

  • w.

    vestigingsadres: het adres van een zelfstandige bedrijfsruimte zoals dat in de Basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) is opgenomen;

  • x.

    lijst parkeren op eigen terrein: De bij dit besluit horende bijlage waarin een lijst van alle zelfstandige woningen en bedrijfsruimten die een op eigen terrein een stallingplaats hebben;

  • y.

    bewoner: een natuurlijk persoon die volgens de Basisregistratie Personen (BRP) staat ingeschreven op een woonadres;

  • z.

    bedrijf: natuurlijke persoon of rechtspersoon, niet zijnde bewoner, dat is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. 

Artikel 2 Aanwijzing en regulering vergunninghoudergebied

Het college kan:

  • a.

    weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders;

  • b.

    tijdstippen vaststellen waarop het parkeren voor vergunninghouders is toegestaan;

  • c.

    een maximum aan het aantal te verstrekken parkeervergunningen vast stellen. Voor de bepaling van het maximum aan te verstrekken parkeervergunningen wordt het aantal beschikbare belanghebbendenplaatsen in een parkeervergunninggebied vermenigvuldigd met 110%;

  • d.

    met maximaal 5% van het maximum aantal te verstrekken parkeervergunningen, zoals bepaald in letter c van dit artikel, afwijken.

Artikel 3 Verstrekken parkeervergunningen

  • 1.

    Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen indien:

    • a.

      Aan de gestelde voorwaarden van een vergunning wordt voldaan;

    • b.

      Het maximaal aantal te verstrekken vergunningen in een parkeervergunninggebied niet is overschreven;

  • 2.

    In geval het maximaal aantal te verstrekken vergunningen is bereikt wordt een aanvrager op een wachtlijst geplaatst;

  • 3.

    Om de rangorde op de wachtlijst te bepalen stelt het college een datum en tijdstip van ontvangst van een volledig ingediende aanvraag vast.

Artikel 4 Bewonersvergunning

  • 1.

    Een bewonersvergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig in het vergunninghoudergebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn;

  • 2.

    Voor het vergunninghoudergebied Centrum geldt dat aan maximaal één bewoner van een woonadres een bewonersvergunning kan worden verleend;

  • 3.

    Voor de overige vergunninghoudergebieden geldt dat maximaal twee bewonersvergunningen kunnen worden afgegeven;

  • 4.

    Het maximum aantal bewonersvergunningen dat kan worden verleend aan de bewoner van een zelfstandige woning, wordt verminderd met het aantal eigen stallingsplaatsen;

  • 5.

    Indien aan een van de bewoners van een woonadres een gehandicaptenparkeerkaart is afgegeven wordt geen bewonersvergunning verleend.

Artikel 5 Langparkeervergunning bewoners

  • 1.

    Een langparkeervergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze woont in het vergunninghoudergebied Centrum en wil parkeren op parkeerterrein Pelmolenpad, parkeerterrein Transferium/P+R Hoorn, Parkeerterrein Vissereiland of Parkeerterrein RAC, te noemen Langparkeervergunning bewoners;

  • 2.

    Per woonadres binnen het vergunninghoudergebied Centrum wordt maximaal één Langparkeervergunning bewoners verleend;

  • 3.

    Geen langparkeervergunning bewoners wordt verleend indien”

    • 1.

      de aanvrager over een eigen stallingplaats beschikt;

    • 2.

      een tweede bewonersvergunning is verleend.

Artikel 6 Parkeerkaart bezoeker

Degene die woont in Vergunninghoudergebied Centrum of in Vergunninghoudergebied Venenlaankwartier/Hoorn-Noord kan voor degene die hem of haar bezoekt een (elektronische) parkeerkaart bezoeker aanvragen voor het parkeren van een motorvoertuig.

Artikel 7 Bedrijfsvergunning

  • 1.

    Een bedrijfsvergunning kan worden verleend aan een bedrijf, die eigenaar of houder is van een motorvoertuig en aantoont dat in belang voor de bedrijfsvoering of uitoefening van een beroep in dat vergunninghoudergebied noodzakelijk is;

  • 2.

    Er kunnen meerdere bedrijfsvergunningen worden verleend als aangetoond wordt door het bedrijf dat die voor de bedrijfsvoering of uitoefening van het beroep noodzakelijk is;

  • 3.

    Het maximum aantal bedrijfsvergunning(en) dat kan worden verleend aan een bedrijf, wordt verminderd met het aantal eigen stallingsplaats(en).

Artikel 8 Werknemersvergunning

Een werknemersvergunning voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen kan worden verleend aan de werknemer van een rechtspersoon dat is gevestigd in het vergunninghoudergebied Grote Waal of vergunninghoudergebied Venenlaankwartier/Hoorn-Noord.

Artikel 9 Functionele vergunning

Een functionele vergunning voor het parkeren op parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen kan worden verleend aan instellingen die voor de uitoefening van haar functie of taak structureel van één of meer motorvoertuigen in de gehele gemeente gebruik maken.

Artikel 10 Autodeelvergunning

Een autodeelvergunning voor het parkeren op parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig bestemd voor autodelen.

Artikel 11 Langparkeervergunning RPV

Een langparkeervergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die alleen wil parkeren op de parkeerterreinen Pelmolenpad, Vissereiland of de RAC-locatie.

Artikel 12 Transferiumvergunnnig

Een transferiumvergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze in het bezit is van een op zijn of haar naam staand geldig abonnement van de Nederlandse Spoorwegen die wil parkeren op het parkeerterrein Transferium/P+R Hoorn en/of het parkeerterrein Pelmolenpad.

Artikel 13 Westfriesvergunning

Een Westfriesvergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die wil parkeren op het parkeerterrein De Westfries.

Artikel 14 Incidentele vergunning

  • 1.

    Een incidentele vergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die tijdelijk een motorvoertuig moet parkeren op parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen en waarvoor na voldoening op aangifte dan wel op parkeerplaatsen met een parkeerduurbeperking geen redelijk alternatief is;

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet voldoet aan één van de in het tweede lid genoemde voorwaarden;

  • 3.

    Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

Artikel 15 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van een volledige aanvraag voor een vergunning;

  • 2.

    Het college kan de in het tweede lid genoemde termijn met ten hoogste vier weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 16 Voorwaarden aan een vergunning

  • 1.

    Een vergunning wordt per kalenderjaar verleend of voor zoveel kalendermaanden als er in het kalenderjaar resten;

  • 2.

    Een vergunning is geldig in één parkeervergunninggebied, met uitzondering van de functionele vergunningen die geldig is voor alle vergunninghoudergebieden en/of wegen en weggedeelten betaald parkeren;

  • 3.

    Een vergunning bevat:

    • a.

      de periode waarvoor de vergunning geldt;

    • b.

      het gebied waarvoor de vergunning geldt;

    • c.

      het kenteken van het motorvoertuig.

Artikel 17 Weigering en verlenging van een vergunning

  • 1.

    Een vergunning wordt geweigerd in geval het maximum aantal te verlenen vergunningen is bereikt;

  • 2.

    Een bewonersvergunning kan alleen worden verlengd, indien uit onderzoek blijkt dat de aanvrager houder of eigenaar van het motorvoertuig inwoner is gebleven binnen het parkeervergunninggebied waarvoor de vergunning is afgegeven;

  • 3.

    Een bedrijfsvergunning kan worden verlengd indien uit onderzoek blijkt dat de houder of eigenaar van het motorvoertuig als bedrijf gevestigd is gebleven binnen het parkeervergunninggebied waarvoor de vergunning is afgegeven;

  • 4.

    De houder van de bedrijfsvergunning is verplicht periodiek informatie te verstrekken waaruit blijkt dat de houder aan de voorwaarden voor een bedrijfsvergunning voldoet;

  • 5.

    Een werknemersvergunning kan alleen worden verlengd als de werknemer waarvoor de vergunning is afgegeven werkzaam blijft voor het bedrijf dat de aanvraag heeft gedaan en dat het bedrijf gevestigd is gebleven binnen het parkeervergunninggebied waarvoor de vergunning is afgegeven;

  • 6.

    Een functionele vergunning kan worden verlengd zolang de instelling aantoont dat voor de uitoefening van haar functie of taak structureel de vergunning noodzakelijk is gebleven;

  • 7.

    Een transferiumvergunning kan worden verlengd indien de houder tijdig een nieuw gesloten abonnement overlegd voor vervoer door de Nederlandse Spoorwegen;

  • 8.

    Een incidentele vergunning wordt niet verlengd;

  • 9.

    In geval niet binnen de gestelde termijn informatie wordt verstrekt wordt de vergunning niet verlengd.

Artikel 18 Wijzigen of intrekken van een vergunning

Het college kan een vergunning wijzigen of intrekken:

  • a.

    op aanvraag van de vergunninghouder;

  • b.

    wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied, waarvoor de vergunning is verleend;

  • c.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

  • d.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

  • e.

    wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • f.

    wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn vergunning heeft voldaan;

  • g.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • h.

    wanneer de vergunninghouder zijn vergunning vervalst of ter vervalsing heeft aangeboden;

  • i.

    om redenen van openbaar belang.

Artikel 19 Verbodsbepalingen.

  • 1.

    Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig te plaatsen of te laten staan op een parkeerapparatuurplaats, een belanghebbendenplaats of gehandicaptenparkeerplaats;

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel;

  • 3.

    Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd;

  • 4.

    Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen;

  • 5.

    Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats, slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

    • a.

      zonder geldige vergunning;

    • b.

      als de afgegeven vergunning in het motorvoertuig niet duidelijk zichtbaar is;

    • c.

      in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

6. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 20 Strafbepaling.

Overtreding van het bepaalde in artikel 19 van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.

Artikel 21 Opsporing en handhaving

Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door het college aangewezen buitengewone opsporingsambtenaren belast.

Artikel 22 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot deze Parkeerverordening.

Artikel 23 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Parkeerverordening 2018" wordt ingetrokken met ingang van 1 oktober 2018, met dien verstande dat zij van toepassing blijft voor de tijdvakken waarin zij heeft gegolden en voor zover de Parkeerverordening 2018 (2) geen rechtskracht krijgt;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 2018;

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Parkeerverordening 2018 (2)”.

Hoorn, 25 september 2018

de griffier,                                            de voorzitter,

Bekendmaking:

• Middels publicatie Westfriesland op Zondag

• Door opname in het Gemeenteblad

Ondertekening