Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en invordering van Precariobelasting 2021 (Verordening Precariobelasting 2021)

Geldend van 24-07-2021 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Precariobelasting 2021 (Verordening Precariobelasting 2021)

Zaaknummer: 1821552

De Raad van de gemeente Hoorn;

  • gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 3 november 2020;

  • gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen:

Verordening op de heffing en invordering van Precariobelasting 2021 (Verordening Precariobelasting 2021)

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Exploitant: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen een vergoeding plaatsen van tijdelijke voorwerpen;

  • b.

    Dag: een periode van vierentwintig achtereenvolgende uren, beginnende om 0.00 uur of een gedeelte daarvan.

  • c.

    Week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • d.

    Maand: een kalendermaand;

  • e.

    Jaar: een kalenderjaar;

  • f.

    Tijdelijke voorwerpen: een voorwerp die blijkens het opschrift en/of de constructie bedoeld is om één maand of korter ter plaatse te blijven;

  • g.

    Goed doel: is een activiteit van een instelling of organisatie die in hoofdzaak het welzijn van mens, dier en cultuur zonder eigen belang, profijt of winst, wil verbeteren;

  • h.

    Markt: een openbare plaats waar vragers en aanbieders samenkomen en een product of dienst verhandelen. Hieronder vallen ook braderieën en niet door de gemeente georganiseerde markten;

  • i.

    Evenement: een gebeurtenis die verplaatsbaar is en waarbij muziek, kunst, cultuur, sport, religie, wetenschap of een combinatie van deze centraal staat.

Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam "precariobelasting" wordt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond een belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, voorwerpen worden aangetroffen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

  • 2.

    In afwijking van het gestelde in het eerste lid van dit artikel geldt, dat indien een ander dan de gemeente een markt of evenement organiseert de belasting wordt geheven van degene die de markt of het evenement organiseert ( de exploitant).

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven van:

  • 1.

    voorwerpen waar door de gemeente reclamebelasting over wordt geheven;

  • 2.

    voorwerpen waarvoor een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • 3.

    door de gemeente gebruikte of op haar verzoek geplaatste precariovoorwerpen;

  • 4.

    brievenbussen;

  • 5.

    wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond A.N.W.B. en van andere overeenkomstige instellingen;

  • 6.

    voorwerpen die uitsluitend worden gebruikt voor een goed doel;

  • 7.

    voorwerpen die aanwezig zijn in het kader van met toestemming van de gemeente door derden georganiseerde evenementen en markten.

  • 8.

    de eerste 2 m2 ingenomen openbare gemeentegrond met plantenbakken die zijn geplaatst voor vergroening van het straatbeeld.

  • 9.

    duurzame lampen en lantaarns waarin lampen met minimaal energieklasse A zijn geplaatst.

Artikel 5 Tarieven en maatstaven van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de tarieven en maatstaven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Bij de toepassing van tarieven zoals beschreven in artikel 7.3 van de tarieventabel behorende bij deze verordening wordt de belasting berekend aan de hand van het gebied zoals omschreven in lid 3 t/m 5 waar het belastbare feit zich voordoet of heeft voortgedaan.

  • 3.

    Als bijlage van deze verordening worden de gebieden 1 t/m 3 op de kaart van de Gemeente Hoorn aangegeven. Mocht de hierna genoemde woordelijke omschrijving van een gebied niet duidelijk zijn dan is de in de kaart getekende grenslijn bepalend in welk gebied het belastbare feit plaats vindt.

  • 4.

    Onder gebiedCentrum moet worden verstaan: het gebied dat wordt omsloten door Keern, Hoge Vest, Westerdijk tot waar het pad begint richting het Visserseiland, het Visserseiland, de Grashaven, Oostereiland, Mallegomsteeg, Oosterkerksteeg, Bagijnensteeg, Overslagkade, Draafsingel, Spoorsingel en de van Dedemstraat.

  • 5.

    Onder gebied Winkelcentra moet worden verstaan:

  • a.

    Winkelcentrum de Grote Beer: het gebied wordt omsloten door De Weel, Grote Beer en Poolster.

  • b.

    Winkelcentrum de Huesmolen: het gebied wordt omsloten door Zwaagmergouw, Poortwachter, Torenwachter en ’t Grachtje Over.

  • c.

    c. Winkelcentrum Kersenboogerd: het gebied wordt omsloten door Rijnweg, Brederode Gracht, Aagje Dekenplein en Betje Wolffplein.

  • 6.

    Onder overig gebied wordt verstaan: het restant van het gebied dat binnen de Gemeente Hoorn is gelegen en niet valt onder gebied Centrum of Winkelcentra.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

Voor de toepassing van de tarieven gelden de volgende bepalingen:

  • 1.

    Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2.

    Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

  • 3.

    De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4.

    Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.

  • 5.

    Indien geen sprake is van een aaneengesloten periode wordt elk heffingstijdvak als afzonderlijk belastbaar feit beoordeeld.

  • 6.

    Indien op grond van deze verordening meer dan een tarief toegepast zou kunnen worden, wordt slechts een aanslag tot het hoogste tarief opgelegd.

  • 7.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:

  • a.

    indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

  • b.

    indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1.

    Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting, genoemd onder hoofdstuk 5 in de bij deze verordening behorende tabel, kan worden geheven op andere wijze of door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke of elektronische kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak eindigt, kan op verzoek van de belastingplichtige ontheffing worden verleend over zoveel maanden als na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht volle maanden in het heffingstijdvak overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 4.

    De precariobelasting wordt niet geheven wanneer het belastingbedrag minder dan € 5,00 bedraagt.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    De precariobelasting moet worden voldaan binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid moet de in artikel 7, lid 2 bedoelde kennisgeving worden betaald op het tijdstip van uitreiking.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt voor de belasting geheven op grond van artikel 5.2.1 en 5.2.2 van de tarieventabel behorende bij deze verordening, dat ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso, de aanslag moet worden betaald in maximaal vier termijnen. Als betaaltermijnen worden de volgende data aangemerkt: 31 maart, 30 mei, 31 juli en 30 oktober van het kalenderjaar waarbinnen de aanslag is gedagtekend. Indien de aanslag in de loop van het kalenderjaar wordt opgelegd gelden alleen die betaaltermijnen die nog resten in het kalenderjaar. Tenzij geen betaaltermijn meer rest, dan wordt de termijn zoals benoemd in het eerste lid van dit artikel toegepast.

  • 4.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening Precariobelasting 2020" van 10 december 2019 en de eerste wijziging op de verordening precariobelasting 2020 van 30 juni 2020 worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan en voor zover de Verordening precariobelasting 2021 geen rechtskracht krijgt.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Precariobelasting 2021".

Artikel 12 Bekendmaking

Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het gemeenteblad.

Hoorn, 8 december 2020

de griffier,                                      de voorzitter,

Bekendmaking:

  • via www.officielebekendmakingen.nl

  • door opname in het Gemeenteblad

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING PRECARIOBELASTING 2021

Hoofdstuk 1 Algemeen

1

Voor het houden van voorwerpen op, onder en boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond bedraagt het tarief:

1.1

Voor het hebben van voorwerpen waarvoor in deze tarieventabel geen afzonderlijk tarief is opgenomen per vierkante meter oppervlakte:

1.1.1

voor een week of een gedeelte van een week

€ 2,12

1.1.2

voor een maand

€ 6,43

1.1.3

voor een jaar

€ 42,31

1.2

Voor het hebben van lantaarns, schotelantennes of andere soortgelijke voorwerpen zonder reclame-uitingen:

1.2.1

voor een maand

€ 0,00

1.2.1

voor een jaar

€ 0,00

1.3

Voor het hebben van zonneschermen of markiezen zonder reclame-uitingen per strekkende meter per jaar

€ 6,63

1.4

Voor het hebben van spandoeken, per strekkende meter, gerekend naar de grootste afmeting:

1.4.1

voor een week of een gedeelte van een week

€ 1,44

1.4.2

voor een maand

€ 3,37

1.5

Voor het hebben van luifels, erkers, balkons en andere uitbouwen, brandladders en dergelijke onderdelen per vierkante meter per jaar:

€ 3,85

1.6

Voor het hebben van buizen, draden of kabels niet zijnde buizen, draden of kabels of geleidingen van Nutsbedrijven voor gas, water en elektriciteit:

1.6.1

per strekkende meter, per jaar

€ 1,88

Hoofdstuk 2 Liggeld woonschepen

2

Voor het innemen van een ligplaats met een woonschip en aanhorigheden per vierkante meter ingenomen wateroppervlakte bedraagt het tarief per jaar

€ 5,33

Hoofdstuk 3 Parkeren

3

Voor het hebben van voorwerpen voor weggedeelten waar parkeren gedurende enig deel van een etmaal uitsluitend tegen betaling is toegestaan bedraagt het tarief per parkeerplaats, per dag of gedeelte van een dag

€ 3,76

Hoofdstuk 4 Evenement

4.1

Voor het hebben van voorwerpen ten behoeve van het organiseren van een evenement, per vierkante meter bedraagt het tarief voor een week of een gedeelte van een week

€ 0,00

Hoofdstuk 5 Markten en braderieën

5

Voor de ingenomen ruimte:

5.1

van een dagplaats per vierkante meter bedraagt het tarief per dag:

5.1.1

op een gemeentelijke weekmarkt met hoofdzakelijk voedselwaren:

€ 2,54

5.1.2

op een gemeentelijke weekmarkt met hoofdzakelijk niet-voedselwaren:

€ 0,00

5.1.3

op een gemeentelijke jaarmarkt

€ 0,00

5.1.4

op extra gehouden markten (braderieën en niet door de gemeente georganiseerde markten):

€ 0,00

5.2

van een vaste plaats op de gemeentelijke weekmarkt bedraagt het tarief per vierkante meter:

5.2.1

in het centrum van Hoorn met hoofdzakelijk voedselwaren per jaar:

€ 91,39

5.2.2

in het centrum van Hoorn met hoofdzakelijk niet-voedselwaren per jaar

€ 0,00

5.2.3

voor de overige gebieden van Hoorn met hoofdzakelijke voedselwaren per jaar:

€ 74,37

5.2.4

voor de overige gebieden van Hoorn met hoofdzakelijk niet voedselwaren per jaar

€ 0,00

Hoofdstuk 6 Bouwen

6

Voor het hebben van voorwerpen en (bouw)materialen bij de uitvoering van enig grondwerk of enig bouwwerk bedraagt het tarief.

6.1

als de gezamenlijke oppervlakte van de voorwerpen is vastgesteld:

6.1.1

van 1 m2 tot 24 m2

6.1.1.1

voor een week of een gedeelte van een week

€ 27,50

6.1.1.2

voor een maand

€ 82,50

6.1.1.3

voor een jaar

€ 577,50

6.1.2

van 25 m2 tot 49 m2

6.1.2.1

voor een week of een gedeelte van een week

€ 77,70

6.1.2.2

voor een maand

€ 233,10

6.1.2.3

voor een jaar

€ 1.631,70

6.1.3

van 50 m2 tot 99 m2

6.1.3.1

voor een week of een gedeelte van een week

€ 149,00

6.1.3.2

voor een maand

€ 447,00

6.1.3.3

voor een jaar

€ 3.129,00

6.1.4

van 100 m2 tot 249 m2

6.1.4.1

voor een week of een gedeelte van een week

€ 332,50

6.1.4.2

voor een maand

€ 997,50

6.1.4.3

voor een jaar

€ 6.982,50

6.1.5

van 250 m2 tot 499 m2

6.1.5.1

voor een week of een gedeelte van een week

€ 675,00

6.1.5.2

voor een maand

€ 2.025,00

6.1.5.3

voor een jaar

€ 14.175,00

6.1.6

van 500 m2 tot 999 m2

6.1.6.1

voor een week of een gedeelte van een week

€ 1.274,15

6.1.6.2

voor een maand

€ 3.822,45

6.1.6.3

voor een jaar

€ 26.757,15

6.1.7

van 1.000 m2 of hoger

6.1.7.1

voor een week of een gedeelte van een week

€ 2.399,20

6.1.7.2

voor een maand

€ 7.197,60

6.1.7.3

voor een jaar

€ 50.383,20

6.2

In uitzondering van het gestelde in lid 6 van dit artikel bedraagt het tarief voor het hebben van hekken bij de uitvoering van enig grondwerk of enig (bouw)werk of het afschermen van een (braakliggend) bouwterrein, per strekkende meter:

6.2.1

voor een week of een gedeelte van een week

€ 0,20

6.2.2

voor een maand

€ 0,61

6.2.3

voor een jaar

€ 4,27

Hoofdstuk 7 Handel

7.1

Voor het hebben van een terras, waaronder wordt begrepen, banken, stoelen, parasols en tafels) ten behoeve van handels- en bedrijfsdoeleinden bedraagt het tarief per vierkante meter oppervlakte:

7.1.1

voor een week of een gedeelte van een week

€ 0,00

7.1.2

voor een maand

€ 0,00

7.1.3

voor een jaar

€ 0,00

7.2

Voor het hebben van kramen, kiosken, tenten of voertuigen buiten het gebied van de gewone markten ten behoeve van handels- en bedrijfsdoeleinden bedraagt het tarief, per vierkante meter oppervlakte:

7.2.1

Voor een dag

€ 0,00

7.2.2

voor een week of een gedeelte van een week

€ 0,00

7.2.3

voor een maand

€ 0,00

7.3

Voor het hebben van uitstallingen ten behoeve van handels- en bedrijfsdoeleinden bedraagt het tarief, per vierkante meter oppervlakte:

7.3.1

In het centrumgebied:

7.3.1.1

voor een week of een gedeelte van een week

€ 0,00

7.3.1.2

voor een maand

€ 0,00

7.3.1.3

voor een jaar

€ 0,00

7.3.2

In het gebied winkelcentra:

7.3.2.1

voor een week of een gedeelte van een week

€ 0,00

7.3.2.2

voor een maand

€ 0,00

7.3.2.3

voor een jaar

€ 0,00

7.3.3

In het overige gebied van de gemeente Hoorn:

7.3.3.1

voor een week of een gedeelte van een week

€ 0,00

7.3.3.2

voor een maand

€ 0,00

7.3.3.3

voor een jaar

€ 0,00

7.4

Voor het gebruiken van grond langs water voor opslag vanuit vaartuigen geloste materialen of goederen of van die, welke ter verlading zijn aangebracht bedraagt het tarief, per vierkante meter:

7.4.1

voor een week of een gedeelte van een week

€ 0,00

7.4.2

voor een maand

€ 0,00

7.4.3

voor een jaar

€ 0,00

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening